„Zo af en toe eens weg te kunnen
is voor mij een basisbehoefte"
Leusdenaar E.J. Baljet hoofdvlootpredikant
Dan denk je weieens: Reisbureau 'Het Rijk'
heeft het weer prima georganiseerd"
i
DONDERDAG 28 DECEMBER 1989
plaatselijk nieuws
LEUSDEN - Hij werd geboren op 18 mei 1938 te Zaandam als
jongste van zes kinderen. Hij bezocht de lagere school van 1944
tot 1951. Het laatste jaar vormde de voorbereiding op de mid
delbare opleiding van het Gereformeerd Gymnasium te Am
sterdam. Tot eind 1965 studeerde hij aan de Vrije Universiteit.
Tijdens zijn theologiestudie volgde hij bij het zendingscentrum
van de Gereformeerde Kerken te Baarn gedurende twee jaar
een zendingscursus. Hij huwde op 22 mei 1965 met Irene Leger
stee. Hij is vader van drie kinderen. Op 16 september 1970 werd
hij bevestigd als vlootpredikant. De familie Baljet verhuisde
naar Den Helder. Gaandeweg was hij diepgaand overtuigd
geraakt van de noodzaak en mogelijkheden de Kerk in de
krijgsmacht, c.q. de marine te dienen. Eugenius Joseph Baljet is
sinds kort Hoofdvlootpredikant bij de Nederlandse Marine.
Tegenwoordig woont hij al weer zo'n acht jaar in Leusden. Hij
vertelde medewerker Jaap Riewald over zijn verleden, zijn kijk
op de samenleving en zijn werk.
Door
Jaap Riewald
„Ik ben sinds 1 december hoofd
vlootpredikant en geef leiding aan
een groep van maximaal achttien
vlootpredikanten. Op het ogenblik
rijn er twee vacatures voor vloot
predikanten, terwijl er ook twee
sollicitanten gereageerd hebben.
Hopelijk lukt het ons om over een
half jaar weer voltallig te zijn. Hier
vóór ben ik gedurende negentien
jaar werkzaam geweest als vloot
predikant. Op 25 september 1966
deed ik mijn intrede als gerefor
meerd predikant van Wons en
Pingjum-Zurich in Friesland. In en
vanuit die gemeenten heb ik vier
;aar met vreugde gewerkt. Op ge
geven ogenblik werd ik door de
Kerken gevraagd om knjgsmacht-
gredikant te worden bij de Land-
nacht voor de periode van één
aar. Ik zou dus „jaarling' worden,
:oals dat heet. Eigenlijk had ik daar
iolstrekt geen zin in: het sprak me
uet in het minst aan. Maar toen toen
le Kerken volhardden in hun vraag
lan mij, heb ik uiteindelijk toege-
itemd, maar dan met de mogelijk-
leid om vlootpredikant te worden."
MARINE
ck
Wat brengt iemand er toe om
uist voor de manne te kiezen? Wat
s er zo bizonder aan deze tak van
iet leger? Bij Dominee Baljet is het
iigenlijk eenvoudig aan te geven:
Ik ben in Zaandam geboren aan
le haven. Als kind ben ik aan het
vater opgegroeid. Vlak na de oor-
og kwamen daar voor het eerst
net hout geladen zeeschepen uit
le Scandinavië. Dat was fascine-
rend om te zien. Het maakte diepe
ndruk op me. Het was mijn speel-
errein. Met een stel vrienden wa-
en we eigenlijk altijd wel te vinden
lan het water of aan boord van die
ichepen."
„Zo af en toe eens weg te kunnen
s een basisbehoefte. Daar tegen-
ver staat de andere behoefte om
ok weer eens thuis te kunnen ko
nen. Het spanningsveld dat be-
taat tussen weggaan en thuisko
men is iets heel moois. Je kunt het
-ergelijken met het gevoel van een
werver te willen zijn. Nu kun je
ligenlijk bij de marine twee soor-
en zeereizen onderscheiden. De
ine soort heeft meer het karakter
an een oefening; dan is de be-
loefte om weer naar huis te willen
laan sterker. De andere reis heeft
neer als doel het aanlopen in een
luitenlandse haven: je krijgt de
logelijkheid om in vreemde om-
;evingen te komen. Dat is natuur-
jk erg interessant. Eigenlijk denk
dan soms, dat reisbureau Het
lijk alles weer prima georgani-
eerd heeft."
Het leven van een matroos is
chter wat gecompliceerder dan je
o op het eerste gezicht zou den-
en. Hoofdvlootpredikant Baljet
reet dat uit eigen ervaring: ,Je
de loet voor een aantal jaren een bin-
de mg aangaan; je kunt te maken
iwo- ebben met partners die daar
\oeite mee hebben of knjgen.
de laar er speelt ook een simpel
larktmechanisme mee; het be-
njfsleven betaalt vaak méér."
ERESTROIKA
De wereld is sinds kort getuige
an een enorme politieke omwen-
iling. De Berlijnse Muur is zo goed
!s omgehaald. De bereidheid om
itaal anders te denken en leven
an de andere kant van het nu ïn-
üddels historische IJzeren Gordijn
groter dan ooit. Welke conse-
uentie ziet dominee Baljet? ,Ja-
enlang was het van belang voor de
eestehjke verzorging om te luiste-
sn naar mensen in de krijgsmacht
oe zij met vijandsbeelden ener-
jds omgingen en anderzijds hoe
j die beelden creëerden. Welke
ehoefte schuilde er achter om die
1 eelden in stand te houden' Het
jkt misschien wel werk voor een
sycholoog. Maar ik denk dat van
nis uit theologen dit soort specia-
smen m huis hadden. Echter er is
en diversiteit van belang ontstaan
ie meer gespecialiseerde studie
wenselijk maakte. Maar aan boord
gaat nu eenmaal geen psycholoog
mee. Je bent daarentegen wél de
eerste praatpaal voor de mensen,
óók de eerste luisterpaaL Je func-
tionneert als het ware als een soort
snuffelpaal. Je bent er voor om te
luisteren naar wat er in mensen
leeft. Ook m een leef- en werkge
meenschap als op een marineboot
is het belangrijk dat er iets is van
welzijn en geestelijke gezondheid.
Dat kim je niet los maken van gods
dienst: godsdienst is er zelfs op
gericht. Van huis uit wil God men
sen dienen; dat is primair. Daarna
komt, dat wij God willen dienen.
God wil mensen dienen om hun aan
hun welzijn te helpen, om ze ge
zond te laten zijn."
„Ik denk dat we gekomen zijn in
een tijd waarin het geloven zich
vrijer heeft gemaakt van het gezag
en de macht van instituten. Vroeger
werden mensen gehoorzaam ge
maakt, om het maar zo te zeggen.
Er is op dat punt veel aan het veran
deren. De mensen zijn veel vrijer
geworden en dat is maar goed ook.
Mensen willen persoonlijk verant
woordelijk zijn."
KRACHT UITSTRALEN
„Wat betekent de aanwezigheid
van de Kerk in de krijgsmacht in
een wereld die gekenmerkt wordt
door zich veranderende politieke
omstandigheden?" Baljet: „Het is
nog een hele kunst om met elkaar
mens te zijn, samen te leven en
samen te werken. Je kunt om aller
lei redenen vijand van elkaar zijn;
als de reden voor vijandschap
echter wegvalt, is de kans groot,
dat er een andere voor terugkomt.
Onze Lieve Heer heeft gezegd: 'Je
kunt de duivel uitdrijven, maar je
moet er rekening mee houden, dat
er zeven andere voor in de plaats
kunnen terug komen.' Ik denk, dat
stevigheid voor een land met on
belangrijk is. Dat betekent niet, dat
je oorlogszuchtig moet zijn. Maar
een land moet toch een zekere
kracht uitstralen. Dat geldt trou
wens voor mensen precies zo. Een
bepaald type mens wordt 'gepakt'
door anderen. Waarom? Omdat ze
kennelijk te pakken zijn. Het is een
of ander mechanisme in de mensen
dat zwakken gepakt worden. Dat is
natuurlijk een signaal voor de ster
ken. Maar natuurlijk ook voor de
zwakken om zich wat weerbaarder
te maken. De zwakke moet leren
wat meer met kracht om te gaan,
terwijl de sterke meer met zwakte
moet leren omgaan. Het zwakke
noch het sterke is goed, maar bei
de vormen wel de polen van ons
bestaan. Nederland heeft het voor
recht een klein land te zijn. Wij
bewegen ons, denk ik, midden tus
sen de uitersten van sterk en
zwak."
ZEEMAN
„Over het algemeen kun je stel
len, dat marinemensen niet anders
zijn dan gewone Nederlanders. Be
zou bijna zeggen, dat ze iets meer
evenwichtig zijn. Anders zouden ze
zich niet kunnen waarmaken en het
ook niet kunnen uithouden in zo'n
vorm van leven aan boord van een
schip. Martinemensen zijn in het
algemeen vrij uitgebalanceerde
mensen. Allicht worden zij bepaald
door de traditie, natuur, aard en
doelstellingen van het bednjf. Die
brengen een stelsel van gezagsver
houdingen met zich mee. Tegelij
kertijd hebben marinemensen een
groot vermogen om dingen te rela
tiveren.
Nederland maakt deel uit van het
NAVO-bondgenootschap. Dat
geeft legerpredikanten en aalmoe
zeniers de gelegenheid om op in
ternationaal niveau informatie en
ervaringen uit te wisselen. Soms
betreft dat informatie met een sterk
profetisch karakter. Baljet daar
over: „Onze marine werkt samen
met andere marines. Regelmatig
hebben we ook contacten met
geestelijk-verzorgers van andere
landen. In mijn nieuwe functie zal ik
ook in aanraking komen met de
meer leidinggevenden op interna
tionaal niveau, bijvoorbeeld met de
Chief Chaplain van de Amerikanen
in Europa, de Head Chaplain van
Hoofdvlootpredikant Baljet: Wij hebben van onze kant aangeboden, dat wij heel graag op het pad der oecumene
verder gaan met de aalmoezeniers.(Fotografie Jan Verhoeff).
het Engelse leger en met zijn Fran
se ambtgenoot. Eén maal per jaar
ontmoeten deze mensen elkaar.
Het lijkt me buitengewoon interes
sant, zéker gezien ook alle veran
deringen waar we voor komen te
staan."
„Mijn functie zal waarschijnlijk
ook met zich meebrengen, dat ik
één maal per jaar de gast zal zijn
van de Wereldraad van Kerken.
Enige tijd geleden hebben zij het
initiatief genomen om krijgsmacht
pastores uit te nodigen, vergezeld
van een top-mihtair. Op deze wijze
kunnen uitermate hoog gekwalifi
ceerde militairen de gelegenheid
krijgen kennis te nemen van wat er
leeft bij de legerpastores. Bij die
bijeenkomsten zijn ook ooit verte
genwoordigers van de Russisch
Orthodoxe Kerk geweest. Zij
brachten, een paar jaar geleden al
informatie die destijds nooit be
kend is gemaakt, maar die be
schouwd kon worden als een voor
aankondiging van de Perestroika-
gedachte en zéker van het wegval
len van de Berlijnse Muur en het
IJzeren Gordijn. Tegelijkertijd de
den zij het verzoek aan het Westen
om him de nodige ruimte te gunnen
en de kans om grip te kunnen blij
ven houden op het vernieuwings
proces."
VORMINGSWERK
,Je kunt misschien wel stellen,
dat ons werk voor een groot ge
deelte ook uit vormingswerk op
kerkniveau bestaat. Vormings
werk dat als doel heeft mensen
bewust te maken van wat er aan de
hand is en om hun eigen positie te
bepalen m het geheel van de zich
veranderende wereld. Het gaat
natuurlijk ook over de vraag of al
lerlei vooronderstellingen, allerlei
zekerheden die men vanouds her
in zijn rugzak meekreeg, nog wel
zo terecht zijn. Bezinning, meditatie
of - zoals het m de R.K. Kerk ge
noemd wordt - retraite zal in de
toekomst hard nodig zijn. Met als
doel om één en ander wat beter te
laten verlopen, hebben de diverse
protestante kerken zich gevonden
in een samenwerkingsverband, het
CIO.
Dat staat voor interkerkelijk
contact met de overheid. Overi
gens de R.K. kerk doet ook mee
aan deze samenwerking. Een der
gelijke overleg- c.q. samenwer
kingsvorm bestaat er bijvoorbeeld
ook bij het departement van justi
tie. De protestante subcommissie
aangaande de krijgsmacht, het
CIOM, heeft mijn naam geventi
leerd naar de samenwerkende
protestantse kerken. Een en ander
werd geaccordeerd, waarna het
CIOM mij heeft voorgedragen ter
benoeming aan de Koningin. Bij de
katholieke kerk gaat dat wat een
voudiger: de vlootaalmoezeniers
kiezen met elkaar de opvolger,
waarna hij benoemd wordt door de
bisschop, in ons geval Mgr. Bar.
Met hem hebben we trouwens als
protestant een uitstekende samen
werking; en dat niet in het minst
omdat hij van huis uit ook protes
tant is, maar hij is bijvoorbeeld ook
hoofdluchtmachtaalmoezenier ge
weest; hij kent dus het bedrijf heel
goed. Al heel lang bestaat er een
zeer intensieve samenwerking tus
sen aalmoezeniers en leger- c.q.
vlootpredikanten. De oecumene
heeft daar natuurlijk een zeer be
langrijke rol in gespeeld."
OECUMENE
Wie mocht denken, dat marine
schepen tegenwoordig nog een
grote bevolking meevoeren aan
personeel, komt bedrogen uit. De
moderne techniek heeft er voor
gezorgd, dat de bemanning steeds
verder verkleind kon worden. Al
lerlei taken zijn op het ogenblik
geautomatiseerd.
Baljet: „Een doorsnee schip telt
tegenwoordig zo'n tweehonderd
bemanningsleden. Dan is het niet
slim om zowel een aalmoezenier
als een predikant mee te laten va
ren. Wij maken derhalve afspraken
om onze aanwezigheid over de
vloot goed te verdelen. Ons werk is
dus van nature erg oecumenisch
van aard. Dat hebben wij ook be
vestigd tijdens mijn benoemings
plechtigheid in de Kloosterkerk te
Den Haag. Als nog ooit iemand op
het idee mocht komen een ge
schiedschrijving te maken over de
oecumene, dan moet hij zeker zijn
oor te luister leggen bij de Manne.
Hij moet goed kijken wat er op
praktisch gebied gebeurd is bij de
samenwerking tussen vlootpredi
kanten en -aalmoezeniers. Hij zou
kunnen ervaren, wat er allemaal
voor nodig geweest is om allerlei
vooroordelen, bameres en misver
standen te overwinnen. Hij zou kun
nen horen van het verdriet en ook
de vreugde die mensen hebben
bezig gehouden."
„Wij hebben van onze kant aan
geboden, dat wij heel graag op het
pad der oecumene verder gaan
met de aalmoezeniers. Dat wilden
wij graag met een handdruk be
vestigen. De hoofdvlootaalmoeze-
nier kwam toen naar voren; wij
schudden elkaar de hand. En toen
klonk er m die letterlijk barstens
volle kerk een oorverdovend, niet
geregisseerd maar wel oprecht ge
meend applaus. De mensen heb
ben kennelijk het gevoel gehad,
dat deze gedachte gehonoreerd
moest worden."
„Wij zijn eigenlijk erg blij, dat de
aalmoezeniers tegenwoordig ver
sterkt zijn met pastoraal werkers.
Dat zijn vaak gehuwde mensen met
een onderwij sachtergrond en een
heel goede theologische opleiding.
Liturgisch zijn zij natuurlijk wat min
der geschoold dan de priesters.
Maar het mooie is trouwens, dat in
de marine de aanspreektitel voor
een predikant 'dominee' is, terwijl
sinds jaar en dag de aalmoezenier
met 'pater* aangesproken wordt.
Dat komt, omdat de eerste vlootaal
moezeniers allemaal paters waren.
Het mooie is nu, dat er „Goedemor
gen, pater!" tegen een gehuwd aal
moezenier wordt gezegd."
CELIBAAT
„Ik kan mij overigens heel goed
de problematiek voorstellen waar
in de katholieke kerk tegewoordig
verkeert. Er zijn veel te weinig
priesters en priesterwijdingen. Het
mooiste zou natuurlijk zijn, wan
neer alle vlootaalmoezeniers méér
dan een diakonale wijding kregen.
Het is jammer dat er geen vrijheid
bestaat om gehuwd priester te zijn.
Ik hoop dat die ruimte in de katho
lieke kerk zal komen. Ik vind het
celibaat een achterhaalde zaak. Er
zijn meer rollen te bedenken waar
er een spanning aanwezig is tussen
de rol van een functionaris die én
kostwinner voor zijn gezm is én
werknemer in een bednjf is. Dui
delijk is natuurlijk dat er een prijs
betaald moet worden. Soms ligt die
prijs in het werk, soms m het gezin."
„Gelukkig is het in ons gezm
goed gegaan. Ik was vaak voor
langere tijd afwezig. Mijn vrouw
stond dan overal voor; zij moest
heel vaak alleen de kastanjes uit
het vuur halen. Zij moest voor de
kinderen zorgen, óók als zij ziek
waren. Gelukkig zijn wij altijd om
ringd door veel aardige mensen,
zodat alles toch goed op zijn
pootjes terecht kwam. Maar moei
lijk was het vaak wel. Als ik alleen
bijvoorbeeld denk aan post, die
veel te laat aankwam... De meest
vreemde dingen konden zo gebeu
ren. Gelukkig is het tegenwoordig
mogelijk om rechtstreeks vanaf elk
marineschip te telefoneren mid
dels satelietverbindingen. Als do
minee ben ik trouwens niet eens in
die beroerde omstandigheden ge
weest als marinemensen die na
tuurlijk veel meer tijd op zee door
brengen. Dat komt natuurlijk omdat
wij ook aan de wal allerlei ver
plichtingen hebben"
RELATIES
In een marinemaatschappij
werken als overal mensen. Mensen
die ook met hun tijd meeleven.
Mensen die dezelfde behoeften
kennen als anderen. Toch zal de
marine mogelijk beperkingen op
stellen, vooral waar het gaat om
menselijke relaües. Dominee Bal
jet: „Heel nadrukkelijk wordt er
van verschillende kanten een be
roep op ons gedaan wat dit soort
problematiek betreft. Zo kennen
wij binnen de krijgsmacht méér en
meer mensen die er voor uit willen
komen, dat zij homofiel zijn en als
zodanig ook met een homofiele
partner willen leven. Zij willen
daarom niet gediscrimineerd wor
den. Dat is in beweging; daar heb
ben ze zich zelf sterk voor gemaakt;
het proces is nog steeds in volle
gang en is er op gericht dat er een
acceptatiehouding gaat ontstaan
bij de anderen. Voor sommige
mensen zal dat misschien gaan be
tekenen, dat ze de bijbel nog eens
ter hand zullen gaan nemen, of dat
zij een stuk van hun traditie op
nieuw gaan eiken. Dat is een heel
moeilijke weg voor verschillende
mensen. Regelmatig worden wij
gevraagd om te komen luisteren
naar de visies van deze groep.
Maar niet alleen marinemensen,
maar ook wij als predikanten en
aalmoezeniers zien bij ons zelf een
veranderingsproces. Onze jongere
collegae staan veel opener tegen
over dit soort zaken; misschien ook
omdat ze voor hun nauwelijks ver
anderingen inhouden: ze zijn er
mee opgegroeid. Ook van de kant
van het Ministerie van Defensie
wordt onze mening gevraagd via
de Maatschappelijke Raad voor de
Krijgsmacht, een adviesorgaan met
een zekere vaste staf. Deze raad
laat zich adviseren door allerlei
mensen uit de Nederlandse sa
menleving. Wij hebben deze raad
op de hoogte gebracht van hetgeen
wij waarnemen met betrekking tot
homosexualiteit in het leger en ook
wat wij dienaangaande waarne
men bij ons zelf. Over enige tijd zal
de Maatschappelijke Raad een
rapport uitbrengen over deze zaak.
Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat
daar in staat, hoewel een en ander
natuurlijk toch wel voorspelbaar
VROUWEN
„Ook wat betreft de rol van de
vrouw in de samenleving is er een
veranderingsproces gaande bin
nen de marine. Eigenlijk vind ik dat
men bij de marine bepaald niet
achterlijk is op dit punt. Er wordt
ook veel aandacht besteed aan et
nische minderheden bijvoorbeeld.
Van tijd tot tijd krijgt een marine
schip bezoek van een vrouwelijk
lid van de Emancipatieraad om in
de praktijk te zien hoe het met de
vrouwelijke inbreng in de praktijk
geregeld is. Veranderingen van
maatschappelijke aard hebben
vaak te maken met veranderingen
van fysisch karakter."
„Waar je echter mee te maken
krijgt, is een vreselijk trage besluit
vorming. De marine is zó'n conglo
meraat van belangen en belangen
tegenstellingen. Maar met de vrou
wenemancipatie gaat het goed. Dat
hoor ik ook van collega's die regel
matig meevaren aan boord van een
schip. Van bijvoorbeeld honderd
vijfenzeventig personen aan boord
zijn er zo'n vijfentwintig vrouw. En
dat blijkt pnma te werken. Deze
ontwikkeling heeft in ieder geval
als positief gevolg gehad dat men
mensvriendelijker met elkaar om
gaat in de marine."
De staat is werkgever. Bij de ma
rine heb je met ongeveer vijfenne
gentig procent met beroepsmen
sen te maken. Hoe is de verhou
ding tussen die werkgever en de
predikanten geregeld? Baljet: „De
vraag van mensen om werknemer
te worden in dit soort bedrijf en met
deze doelstellingen zou een pro
bleem met zich mee kunnen bren
gen. Maar gelukkig is de staat zich
hiervan terdege bewust. Zij meent,
dat ze de verplichting heeft om
mensen die uit hun gezinssituatie
vaak voor langere tijd worden weg
gehaald iets aan te bieden op het
terrein van maatschappelijke en
geestelijke verzorging. Inhoudelijk
zijn wij volkomen vrij, maar formeel
moeten een paar voorwaarden
geëerbiedigd worden. Zo moeten
wij bijvoorbeeld in de marine her
kenbaar zijn als zodanig. Kerken
danwel zendingsgenootschappen
zijn verder volledig vnj. Wij kun
nen eigenlijk tegen de staat zeg
gen: .Jullie hebben ons niets te be
velen." Totaal anders dan destijds
de stelhngname van Michiel de
Ruyter, die er van uit ging dat de
Staten hèm slechts te bevelen had
den. Wij zijn niet geroepen om aan
dacht te besteden aan werkne
mers, maar aan mensen die terwille
van hun leven werknemer moeten
zijn. Mensen moeten zo ontplooid
mogelijk kunnen leven. In het span
ningsveld dat bestaat tussen werk
nemers die een zó vak- en proce-
duregencht leven leiden èn de vol
heid van hun persoon en mens zijn,
zien wij een belangrijke taak voor
ons weggelegd. Wanneer de ar
beidsomstandigheden optimaal
zijn, is de mens wel bereid om een
tijdje een pnjs daarvoor te betalen.
De overheid zal zich er van bewust
moeten zijn dat er mensen schuilen
achter de werknemers. Alles wat
de overheid doet of nalaat zal die
mensen raken. We zijn er blij mee
dat dit soort zaken door de werk
gever steeds serieuzer worden op
gepakt. Tal van scholingsprogram
ma's op het gebied van luistervaar
digheid en communicatieve moge
lijkheden zijn er tegenwoordig. Wij
hebben een goed contact met de
mensen die dit soort cursussen ge
ven; we assisteren ze ook regelma
tig."
FEESTDAGEN
Wat zou hoofdvlootpredikant
Baljet zijn gelovigen zou willen
vertellen, wanneer hij dit jaar, zo
tijdens de feestdagen voor had
moeten gaan op één der Neder
landse marineschepen? „Op het
ogenblik ligt er slechts één manne
schip onder stoom. Ook bij ons
hebben zoveel mogelijk mensen
een rustige tijd, zoals overal in de
maatschappij. Dat éne schip ligt in
de Nederlandse Antillen. Hoe dan
ook er zal een vlootaalmoezenier of
-predikant op die boot zijn. Er is
een kerstfeest gehouden met de
hele bemanning of althans voor zo
veel mogelijk mensen aan boord.
Een muziekgroep heeft zich dan al
tijden lang druk gemaakt met het
instuderen van kerstmuziek. De
bedoeling is het karakter zeer oe
cumenisch te laten zijn."
,Ja, wanneer ik het zelf zou mo
gen doen, dan zou ik ze iets vertel
len - en dat komt nu fantastisch te
pas m dat hele gebeuren rond de
ontwapening en met name de poli
tieke veranderingen in de pere-
stroikasfeer - ik zou vertellen, dat
er iets in de geschiedenis werk
zaam is, dat niet door mensen te
plannen is noch te beheersen. Een
kennis van me die tot voor kort
bevelhebber van de Nederlandse
Marine was, zei: „Als je mij een jaar
geleden gezegd had, dat de Ber
lijnse Muur neer zou gaan, had ik
gereageerd met de opmerking, dat
ik nu geen tijd had om daarover te
praten." Wij als mensen zijn niet in
staat om de geschiedenis te be
heersen. Die geschiedenis zélf
doet heel sterk denken aan de zee.
In de bijbel kun je daar allerlei
beelden van terugvinden. De zee is
het ene ogenblik volkomen rim
pelloos om dan volkomen onver
wacht te veranderen in een woest
kolkende massa. Nu proberen po
litici en machthebbers wel greep te
krijgen op alles wat er gebeurd.
Iedere keer echter merken we
weer, dat dit ons niet als mens ge
geven is. En als ik dan kijk naar het
Kerst evangelie van Lucas, dat be
gint met de woorden: „In de dagen
van Keizer Augustus" geeft dèt het
voor nuj precies aan: een man die
de wereld wilde beheersen, waar
tussendoor speelt het verhaal van
een klein kind, dat overigens wél
een man werd, dat een invloedrijk
verhaal zou worden. De mensen
hebben hun waarden, en ze den
ken alles te kunnen beheersen.
Maar dat is slechts betrekkelijk.
We zijn letterlijk op hoop van zegen
overgeleverd in de handen van
God."
„Dat zou ongeveer mijn bood
schap zijn. Want ik geloof in een
levende God die een God van de
geschiedenis is. Permanent is hij
met ons bezig. Wij doen niets an
ders dan antwoord geven op wat
Hij ons voorhoudt. Geloven is voor
mij onlosmakelijk verbonden met
het leven. Het is het leven zélf."