„Zo af en toe eens weg te kunnen is voor mij een basisbehoefte" Leusdenaar E.J. Baljet hoofdvlootpredikant Dan denk je weieens: Reisbureau 'Het Rijk' heeft het weer prima georganiseerd" i DONDERDAG 28 DECEMBER 1989 plaatselijk nieuws LEUSDEN - Hij werd geboren op 18 mei 1938 te Zaandam als jongste van zes kinderen. Hij bezocht de lagere school van 1944 tot 1951. Het laatste jaar vormde de voorbereiding op de mid delbare opleiding van het Gereformeerd Gymnasium te Am sterdam. Tot eind 1965 studeerde hij aan de Vrije Universiteit. Tijdens zijn theologiestudie volgde hij bij het zendingscentrum van de Gereformeerde Kerken te Baarn gedurende twee jaar een zendingscursus. Hij huwde op 22 mei 1965 met Irene Leger stee. Hij is vader van drie kinderen. Op 16 september 1970 werd hij bevestigd als vlootpredikant. De familie Baljet verhuisde naar Den Helder. Gaandeweg was hij diepgaand overtuigd geraakt van de noodzaak en mogelijkheden de Kerk in de krijgsmacht, c.q. de marine te dienen. Eugenius Joseph Baljet is sinds kort Hoofdvlootpredikant bij de Nederlandse Marine. Tegenwoordig woont hij al weer zo'n acht jaar in Leusden. Hij vertelde medewerker Jaap Riewald over zijn verleden, zijn kijk op de samenleving en zijn werk. Door Jaap Riewald „Ik ben sinds 1 december hoofd vlootpredikant en geef leiding aan een groep van maximaal achttien vlootpredikanten. Op het ogenblik rijn er twee vacatures voor vloot predikanten, terwijl er ook twee sollicitanten gereageerd hebben. Hopelijk lukt het ons om over een half jaar weer voltallig te zijn. Hier vóór ben ik gedurende negentien jaar werkzaam geweest als vloot predikant. Op 25 september 1966 deed ik mijn intrede als gerefor meerd predikant van Wons en Pingjum-Zurich in Friesland. In en vanuit die gemeenten heb ik vier ;aar met vreugde gewerkt. Op ge geven ogenblik werd ik door de Kerken gevraagd om knjgsmacht- gredikant te worden bij de Land- nacht voor de periode van één aar. Ik zou dus „jaarling' worden, :oals dat heet. Eigenlijk had ik daar iolstrekt geen zin in: het sprak me uet in het minst aan. Maar toen toen le Kerken volhardden in hun vraag lan mij, heb ik uiteindelijk toege- itemd, maar dan met de mogelijk- leid om vlootpredikant te worden." MARINE ck Wat brengt iemand er toe om uist voor de manne te kiezen? Wat s er zo bizonder aan deze tak van iet leger? Bij Dominee Baljet is het iigenlijk eenvoudig aan te geven: Ik ben in Zaandam geboren aan le haven. Als kind ben ik aan het vater opgegroeid. Vlak na de oor- og kwamen daar voor het eerst net hout geladen zeeschepen uit le Scandinavië. Dat was fascine- rend om te zien. Het maakte diepe ndruk op me. Het was mijn speel- errein. Met een stel vrienden wa- en we eigenlijk altijd wel te vinden lan het water of aan boord van die ichepen." „Zo af en toe eens weg te kunnen s een basisbehoefte. Daar tegen- ver staat de andere behoefte om ok weer eens thuis te kunnen ko nen. Het spanningsveld dat be- taat tussen weggaan en thuisko men is iets heel moois. Je kunt het -ergelijken met het gevoel van een werver te willen zijn. Nu kun je ligenlijk bij de marine twee soor- en zeereizen onderscheiden. De ine soort heeft meer het karakter an een oefening; dan is de be- loefte om weer naar huis te willen laan sterker. De andere reis heeft neer als doel het aanlopen in een luitenlandse haven: je krijgt de logelijkheid om in vreemde om- ;evingen te komen. Dat is natuur- jk erg interessant. Eigenlijk denk dan soms, dat reisbureau Het lijk alles weer prima georgani- eerd heeft." Het leven van een matroos is chter wat gecompliceerder dan je o op het eerste gezicht zou den- en. Hoofdvlootpredikant Baljet reet dat uit eigen ervaring: ,Je de loet voor een aantal jaren een bin- de mg aangaan; je kunt te maken iwo- ebben met partners die daar \oeite mee hebben of knjgen. de laar er speelt ook een simpel larktmechanisme mee; het be- njfsleven betaalt vaak méér." ERESTROIKA De wereld is sinds kort getuige an een enorme politieke omwen- iling. De Berlijnse Muur is zo goed !s omgehaald. De bereidheid om itaal anders te denken en leven an de andere kant van het nu ïn- üddels historische IJzeren Gordijn groter dan ooit. Welke conse- uentie ziet dominee Baljet? ,Ja- enlang was het van belang voor de eestehjke verzorging om te luiste- sn naar mensen in de krijgsmacht oe zij met vijandsbeelden ener- jds omgingen en anderzijds hoe j die beelden creëerden. Welke ehoefte schuilde er achter om die 1 eelden in stand te houden' Het jkt misschien wel werk voor een sycholoog. Maar ik denk dat van nis uit theologen dit soort specia- smen m huis hadden. Echter er is en diversiteit van belang ontstaan ie meer gespecialiseerde studie wenselijk maakte. Maar aan boord gaat nu eenmaal geen psycholoog mee. Je bent daarentegen wél de eerste praatpaal voor de mensen, óók de eerste luisterpaaL Je func- tionneert als het ware als een soort snuffelpaal. Je bent er voor om te luisteren naar wat er in mensen leeft. Ook m een leef- en werkge meenschap als op een marineboot is het belangrijk dat er iets is van welzijn en geestelijke gezondheid. Dat kim je niet los maken van gods dienst: godsdienst is er zelfs op gericht. Van huis uit wil God men sen dienen; dat is primair. Daarna komt, dat wij God willen dienen. God wil mensen dienen om hun aan hun welzijn te helpen, om ze ge zond te laten zijn." „Ik denk dat we gekomen zijn in een tijd waarin het geloven zich vrijer heeft gemaakt van het gezag en de macht van instituten. Vroeger werden mensen gehoorzaam ge maakt, om het maar zo te zeggen. Er is op dat punt veel aan het veran deren. De mensen zijn veel vrijer geworden en dat is maar goed ook. Mensen willen persoonlijk verant woordelijk zijn." KRACHT UITSTRALEN „Wat betekent de aanwezigheid van de Kerk in de krijgsmacht in een wereld die gekenmerkt wordt door zich veranderende politieke omstandigheden?" Baljet: „Het is nog een hele kunst om met elkaar mens te zijn, samen te leven en samen te werken. Je kunt om aller lei redenen vijand van elkaar zijn; als de reden voor vijandschap echter wegvalt, is de kans groot, dat er een andere voor terugkomt. Onze Lieve Heer heeft gezegd: 'Je kunt de duivel uitdrijven, maar je moet er rekening mee houden, dat er zeven andere voor in de plaats kunnen terug komen.' Ik denk, dat stevigheid voor een land met on belangrijk is. Dat betekent niet, dat je oorlogszuchtig moet zijn. Maar een land moet toch een zekere kracht uitstralen. Dat geldt trou wens voor mensen precies zo. Een bepaald type mens wordt 'gepakt' door anderen. Waarom? Omdat ze kennelijk te pakken zijn. Het is een of ander mechanisme in de mensen dat zwakken gepakt worden. Dat is natuurlijk een signaal voor de ster ken. Maar natuurlijk ook voor de zwakken om zich wat weerbaarder te maken. De zwakke moet leren wat meer met kracht om te gaan, terwijl de sterke meer met zwakte moet leren omgaan. Het zwakke noch het sterke is goed, maar bei de vormen wel de polen van ons bestaan. Nederland heeft het voor recht een klein land te zijn. Wij bewegen ons, denk ik, midden tus sen de uitersten van sterk en zwak." ZEEMAN „Over het algemeen kun je stel len, dat marinemensen niet anders zijn dan gewone Nederlanders. Be zou bijna zeggen, dat ze iets meer evenwichtig zijn. Anders zouden ze zich niet kunnen waarmaken en het ook niet kunnen uithouden in zo'n vorm van leven aan boord van een schip. Martinemensen zijn in het algemeen vrij uitgebalanceerde mensen. Allicht worden zij bepaald door de traditie, natuur, aard en doelstellingen van het bednjf. Die brengen een stelsel van gezagsver houdingen met zich mee. Tegelij kertijd hebben marinemensen een groot vermogen om dingen te rela tiveren. Nederland maakt deel uit van het NAVO-bondgenootschap. Dat geeft legerpredikanten en aalmoe zeniers de gelegenheid om op in ternationaal niveau informatie en ervaringen uit te wisselen. Soms betreft dat informatie met een sterk profetisch karakter. Baljet daar over: „Onze marine werkt samen met andere marines. Regelmatig hebben we ook contacten met geestelijk-verzorgers van andere landen. In mijn nieuwe functie zal ik ook in aanraking komen met de meer leidinggevenden op interna tionaal niveau, bijvoorbeeld met de Chief Chaplain van de Amerikanen in Europa, de Head Chaplain van Hoofdvlootpredikant Baljet: Wij hebben van onze kant aangeboden, dat wij heel graag op het pad der oecumene verder gaan met de aalmoezeniers.(Fotografie Jan Verhoeff). het Engelse leger en met zijn Fran se ambtgenoot. Eén maal per jaar ontmoeten deze mensen elkaar. Het lijkt me buitengewoon interes sant, zéker gezien ook alle veran deringen waar we voor komen te staan." „Mijn functie zal waarschijnlijk ook met zich meebrengen, dat ik één maal per jaar de gast zal zijn van de Wereldraad van Kerken. Enige tijd geleden hebben zij het initiatief genomen om krijgsmacht pastores uit te nodigen, vergezeld van een top-mihtair. Op deze wijze kunnen uitermate hoog gekwalifi ceerde militairen de gelegenheid krijgen kennis te nemen van wat er leeft bij de legerpastores. Bij die bijeenkomsten zijn ook ooit verte genwoordigers van de Russisch Orthodoxe Kerk geweest. Zij brachten, een paar jaar geleden al informatie die destijds nooit be kend is gemaakt, maar die be schouwd kon worden als een voor aankondiging van de Perestroika- gedachte en zéker van het wegval len van de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn. Tegelijkertijd de den zij het verzoek aan het Westen om him de nodige ruimte te gunnen en de kans om grip te kunnen blij ven houden op het vernieuwings proces." VORMINGSWERK ,Je kunt misschien wel stellen, dat ons werk voor een groot ge deelte ook uit vormingswerk op kerkniveau bestaat. Vormings werk dat als doel heeft mensen bewust te maken van wat er aan de hand is en om hun eigen positie te bepalen m het geheel van de zich veranderende wereld. Het gaat natuurlijk ook over de vraag of al lerlei vooronderstellingen, allerlei zekerheden die men vanouds her in zijn rugzak meekreeg, nog wel zo terecht zijn. Bezinning, meditatie of - zoals het m de R.K. Kerk ge noemd wordt - retraite zal in de toekomst hard nodig zijn. Met als doel om één en ander wat beter te laten verlopen, hebben de diverse protestante kerken zich gevonden in een samenwerkingsverband, het CIO. Dat staat voor interkerkelijk contact met de overheid. Overi gens de R.K. kerk doet ook mee aan deze samenwerking. Een der gelijke overleg- c.q. samenwer kingsvorm bestaat er bijvoorbeeld ook bij het departement van justi tie. De protestante subcommissie aangaande de krijgsmacht, het CIOM, heeft mijn naam geventi leerd naar de samenwerkende protestantse kerken. Een en ander werd geaccordeerd, waarna het CIOM mij heeft voorgedragen ter benoeming aan de Koningin. Bij de katholieke kerk gaat dat wat een voudiger: de vlootaalmoezeniers kiezen met elkaar de opvolger, waarna hij benoemd wordt door de bisschop, in ons geval Mgr. Bar. Met hem hebben we trouwens als protestant een uitstekende samen werking; en dat niet in het minst omdat hij van huis uit ook protes tant is, maar hij is bijvoorbeeld ook hoofdluchtmachtaalmoezenier ge weest; hij kent dus het bedrijf heel goed. Al heel lang bestaat er een zeer intensieve samenwerking tus sen aalmoezeniers en leger- c.q. vlootpredikanten. De oecumene heeft daar natuurlijk een zeer be langrijke rol in gespeeld." OECUMENE Wie mocht denken, dat marine schepen tegenwoordig nog een grote bevolking meevoeren aan personeel, komt bedrogen uit. De moderne techniek heeft er voor gezorgd, dat de bemanning steeds verder verkleind kon worden. Al lerlei taken zijn op het ogenblik geautomatiseerd. Baljet: „Een doorsnee schip telt tegenwoordig zo'n tweehonderd bemanningsleden. Dan is het niet slim om zowel een aalmoezenier als een predikant mee te laten va ren. Wij maken derhalve afspraken om onze aanwezigheid over de vloot goed te verdelen. Ons werk is dus van nature erg oecumenisch van aard. Dat hebben wij ook be vestigd tijdens mijn benoemings plechtigheid in de Kloosterkerk te Den Haag. Als nog ooit iemand op het idee mocht komen een ge schiedschrijving te maken over de oecumene, dan moet hij zeker zijn oor te luister leggen bij de Manne. Hij moet goed kijken wat er op praktisch gebied gebeurd is bij de samenwerking tussen vlootpredi kanten en -aalmoezeniers. Hij zou kunnen ervaren, wat er allemaal voor nodig geweest is om allerlei vooroordelen, bameres en misver standen te overwinnen. Hij zou kun nen horen van het verdriet en ook de vreugde die mensen hebben bezig gehouden." „Wij hebben van onze kant aan geboden, dat wij heel graag op het pad der oecumene verder gaan met de aalmoezeniers. Dat wilden wij graag met een handdruk be vestigen. De hoofdvlootaalmoeze- nier kwam toen naar voren; wij schudden elkaar de hand. En toen klonk er m die letterlijk barstens volle kerk een oorverdovend, niet geregisseerd maar wel oprecht ge meend applaus. De mensen heb ben kennelijk het gevoel gehad, dat deze gedachte gehonoreerd moest worden." „Wij zijn eigenlijk erg blij, dat de aalmoezeniers tegenwoordig ver sterkt zijn met pastoraal werkers. Dat zijn vaak gehuwde mensen met een onderwij sachtergrond en een heel goede theologische opleiding. Liturgisch zijn zij natuurlijk wat min der geschoold dan de priesters. Maar het mooie is trouwens, dat in de marine de aanspreektitel voor een predikant 'dominee' is, terwijl sinds jaar en dag de aalmoezenier met 'pater* aangesproken wordt. Dat komt, omdat de eerste vlootaal moezeniers allemaal paters waren. Het mooie is nu, dat er „Goedemor gen, pater!" tegen een gehuwd aal moezenier wordt gezegd." CELIBAAT „Ik kan mij overigens heel goed de problematiek voorstellen waar in de katholieke kerk tegewoordig verkeert. Er zijn veel te weinig priesters en priesterwijdingen. Het mooiste zou natuurlijk zijn, wan neer alle vlootaalmoezeniers méér dan een diakonale wijding kregen. Het is jammer dat er geen vrijheid bestaat om gehuwd priester te zijn. Ik hoop dat die ruimte in de katho lieke kerk zal komen. Ik vind het celibaat een achterhaalde zaak. Er zijn meer rollen te bedenken waar er een spanning aanwezig is tussen de rol van een functionaris die én kostwinner voor zijn gezm is én werknemer in een bednjf is. Dui delijk is natuurlijk dat er een prijs betaald moet worden. Soms ligt die prijs in het werk, soms m het gezin." „Gelukkig is het in ons gezm goed gegaan. Ik was vaak voor langere tijd afwezig. Mijn vrouw stond dan overal voor; zij moest heel vaak alleen de kastanjes uit het vuur halen. Zij moest voor de kinderen zorgen, óók als zij ziek waren. Gelukkig zijn wij altijd om ringd door veel aardige mensen, zodat alles toch goed op zijn pootjes terecht kwam. Maar moei lijk was het vaak wel. Als ik alleen bijvoorbeeld denk aan post, die veel te laat aankwam... De meest vreemde dingen konden zo gebeu ren. Gelukkig is het tegenwoordig mogelijk om rechtstreeks vanaf elk marineschip te telefoneren mid dels satelietverbindingen. Als do minee ben ik trouwens niet eens in die beroerde omstandigheden ge weest als marinemensen die na tuurlijk veel meer tijd op zee door brengen. Dat komt natuurlijk omdat wij ook aan de wal allerlei ver plichtingen hebben" RELATIES In een marinemaatschappij werken als overal mensen. Mensen die ook met hun tijd meeleven. Mensen die dezelfde behoeften kennen als anderen. Toch zal de marine mogelijk beperkingen op stellen, vooral waar het gaat om menselijke relaües. Dominee Bal jet: „Heel nadrukkelijk wordt er van verschillende kanten een be roep op ons gedaan wat dit soort problematiek betreft. Zo kennen wij binnen de krijgsmacht méér en meer mensen die er voor uit willen komen, dat zij homofiel zijn en als zodanig ook met een homofiele partner willen leven. Zij willen daarom niet gediscrimineerd wor den. Dat is in beweging; daar heb ben ze zich zelf sterk voor gemaakt; het proces is nog steeds in volle gang en is er op gericht dat er een acceptatiehouding gaat ontstaan bij de anderen. Voor sommige mensen zal dat misschien gaan be tekenen, dat ze de bijbel nog eens ter hand zullen gaan nemen, of dat zij een stuk van hun traditie op nieuw gaan eiken. Dat is een heel moeilijke weg voor verschillende mensen. Regelmatig worden wij gevraagd om te komen luisteren naar de visies van deze groep. Maar niet alleen marinemensen, maar ook wij als predikanten en aalmoezeniers zien bij ons zelf een veranderingsproces. Onze jongere collegae staan veel opener tegen over dit soort zaken; misschien ook omdat ze voor hun nauwelijks ver anderingen inhouden: ze zijn er mee opgegroeid. Ook van de kant van het Ministerie van Defensie wordt onze mening gevraagd via de Maatschappelijke Raad voor de Krijgsmacht, een adviesorgaan met een zekere vaste staf. Deze raad laat zich adviseren door allerlei mensen uit de Nederlandse sa menleving. Wij hebben deze raad op de hoogte gebracht van hetgeen wij waarnemen met betrekking tot homosexualiteit in het leger en ook wat wij dienaangaande waarne men bij ons zelf. Over enige tijd zal de Maatschappelijke Raad een rapport uitbrengen over deze zaak. Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat daar in staat, hoewel een en ander natuurlijk toch wel voorspelbaar VROUWEN „Ook wat betreft de rol van de vrouw in de samenleving is er een veranderingsproces gaande bin nen de marine. Eigenlijk vind ik dat men bij de marine bepaald niet achterlijk is op dit punt. Er wordt ook veel aandacht besteed aan et nische minderheden bijvoorbeeld. Van tijd tot tijd krijgt een marine schip bezoek van een vrouwelijk lid van de Emancipatieraad om in de praktijk te zien hoe het met de vrouwelijke inbreng in de praktijk geregeld is. Veranderingen van maatschappelijke aard hebben vaak te maken met veranderingen van fysisch karakter." „Waar je echter mee te maken krijgt, is een vreselijk trage besluit vorming. De marine is zó'n conglo meraat van belangen en belangen tegenstellingen. Maar met de vrou wenemancipatie gaat het goed. Dat hoor ik ook van collega's die regel matig meevaren aan boord van een schip. Van bijvoorbeeld honderd vijfenzeventig personen aan boord zijn er zo'n vijfentwintig vrouw. En dat blijkt pnma te werken. Deze ontwikkeling heeft in ieder geval als positief gevolg gehad dat men mensvriendelijker met elkaar om gaat in de marine." De staat is werkgever. Bij de ma rine heb je met ongeveer vijfenne gentig procent met beroepsmen sen te maken. Hoe is de verhou ding tussen die werkgever en de predikanten geregeld? Baljet: „De vraag van mensen om werknemer te worden in dit soort bedrijf en met deze doelstellingen zou een pro bleem met zich mee kunnen bren gen. Maar gelukkig is de staat zich hiervan terdege bewust. Zij meent, dat ze de verplichting heeft om mensen die uit hun gezinssituatie vaak voor langere tijd worden weg gehaald iets aan te bieden op het terrein van maatschappelijke en geestelijke verzorging. Inhoudelijk zijn wij volkomen vrij, maar formeel moeten een paar voorwaarden geëerbiedigd worden. Zo moeten wij bijvoorbeeld in de marine her kenbaar zijn als zodanig. Kerken danwel zendingsgenootschappen zijn verder volledig vnj. Wij kun nen eigenlijk tegen de staat zeg gen: .Jullie hebben ons niets te be velen." Totaal anders dan destijds de stelhngname van Michiel de Ruyter, die er van uit ging dat de Staten hèm slechts te bevelen had den. Wij zijn niet geroepen om aan dacht te besteden aan werkne mers, maar aan mensen die terwille van hun leven werknemer moeten zijn. Mensen moeten zo ontplooid mogelijk kunnen leven. In het span ningsveld dat bestaat tussen werk nemers die een zó vak- en proce- duregencht leven leiden èn de vol heid van hun persoon en mens zijn, zien wij een belangrijke taak voor ons weggelegd. Wanneer de ar beidsomstandigheden optimaal zijn, is de mens wel bereid om een tijdje een pnjs daarvoor te betalen. De overheid zal zich er van bewust moeten zijn dat er mensen schuilen achter de werknemers. Alles wat de overheid doet of nalaat zal die mensen raken. We zijn er blij mee dat dit soort zaken door de werk gever steeds serieuzer worden op gepakt. Tal van scholingsprogram ma's op het gebied van luistervaar digheid en communicatieve moge lijkheden zijn er tegenwoordig. Wij hebben een goed contact met de mensen die dit soort cursussen ge ven; we assisteren ze ook regelma tig." FEESTDAGEN Wat zou hoofdvlootpredikant Baljet zijn gelovigen zou willen vertellen, wanneer hij dit jaar, zo tijdens de feestdagen voor had moeten gaan op één der Neder landse marineschepen? „Op het ogenblik ligt er slechts één manne schip onder stoom. Ook bij ons hebben zoveel mogelijk mensen een rustige tijd, zoals overal in de maatschappij. Dat éne schip ligt in de Nederlandse Antillen. Hoe dan ook er zal een vlootaalmoezenier of -predikant op die boot zijn. Er is een kerstfeest gehouden met de hele bemanning of althans voor zo veel mogelijk mensen aan boord. Een muziekgroep heeft zich dan al tijden lang druk gemaakt met het instuderen van kerstmuziek. De bedoeling is het karakter zeer oe cumenisch te laten zijn." ,Ja, wanneer ik het zelf zou mo gen doen, dan zou ik ze iets vertel len - en dat komt nu fantastisch te pas m dat hele gebeuren rond de ontwapening en met name de poli tieke veranderingen in de pere- stroikasfeer - ik zou vertellen, dat er iets in de geschiedenis werk zaam is, dat niet door mensen te plannen is noch te beheersen. Een kennis van me die tot voor kort bevelhebber van de Nederlandse Marine was, zei: „Als je mij een jaar geleden gezegd had, dat de Ber lijnse Muur neer zou gaan, had ik gereageerd met de opmerking, dat ik nu geen tijd had om daarover te praten." Wij als mensen zijn niet in staat om de geschiedenis te be heersen. Die geschiedenis zélf doet heel sterk denken aan de zee. In de bijbel kun je daar allerlei beelden van terugvinden. De zee is het ene ogenblik volkomen rim pelloos om dan volkomen onver wacht te veranderen in een woest kolkende massa. Nu proberen po litici en machthebbers wel greep te krijgen op alles wat er gebeurd. Iedere keer echter merken we weer, dat dit ons niet als mens ge geven is. En als ik dan kijk naar het Kerst evangelie van Lucas, dat be gint met de woorden: „In de dagen van Keizer Augustus" geeft dèt het voor nuj precies aan: een man die de wereld wilde beheersen, waar tussendoor speelt het verhaal van een klein kind, dat overigens wél een man werd, dat een invloedrijk verhaal zou worden. De mensen hebben hun waarden, en ze den ken alles te kunnen beheersen. Maar dat is slechts betrekkelijk. We zijn letterlijk op hoop van zegen overgeleverd in de handen van God." „Dat zou ongeveer mijn bood schap zijn. Want ik geloof in een levende God die een God van de geschiedenis is. Permanent is hij met ons bezig. Wij doen niets an ders dan antwoord geven op wat Hij ons voorhoudt. Geloven is voor mij onlosmakelijk verbonden met het leven. Het is het leven zélf."

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1989 | | pagina 7