:egionale samenwerking op milieugebied :omt met horten en stoten van de grond 'Bescheiden ouderen doen zichzelf tekort' I leusder Hrnnt Wissel-AOWer weer terug Kandidaten Seniorenraad Matthaüs Passion Onderzoeken in Eemland leiden tot sterk afwijkende conclusies BUGM van VROM Burgemeester Van Wanroy: I WOENSDAG 4 APRIL 1990 fSDEN - Op de afdeling Milieuzaken van de gemeente is tot td 1991 een extra ambtenaar nodig, om de achterstanden op gebied van de hinderwetvergunningen, vergunningen voor 4e afvoer van chemische afvalstoffen, vergunningen voor lo- Kgen op de riolering en het toezicht op ondergrondse olie tanks in te lopen. In die behoefte kan worden voorzien, door het Entract van een ambtenaar, die op tijdelijke basis al werk- (dea iaam is op de afdeling, met een jaar te verlengen. Dat is de jere|elim9Tijkste conclusie van een gemeentelijke notitie, waarin de pogingen van Leusden om in regionaal verband de milieu- Epoblemen aan te pakken, worden beschreven. „Uit die conclusie mag je gerust liden dat Leusden de laatste ja- seneus werk gemaakt heeft de milieuproblemen. In verge- ig met andere gemeenten, kijk roorbeeld maar eens naar lersfoort, zijn we eigenlijk aar- op niveau." Aan het woord is van Beurden, sinds kort werk- op de afdeling milieuzaken. De afdeling is na de ambtelijke organisatie en als gevolg van het meentelijk milieubeleidsplan wethouder Corri Verduin uctureel uitgebreid met twee ar beidsplaatsen. Verduin conclu deerde in dat plan dat gezien de omvang van de problemen in Leus den uitbreiding van het aantal ar beidsplaatsen hard nodig was. In het verleden vormde de uitvoering van de gemeentelijke milieutaken sluitpost op de gemeentelijke be groting. Met de komst van het nieu we college, dat ruim twee jaar gele den aantrad, werd het milieu een belangrijk bestuurlijk item. Met name de verzuring van het buiten gebied door overbemesting en de achterstand op het gebied van de De historie van het Bijdxa- genbesluit Uitvoering Ge meentelijk Milieubeleid (BUGM) dateert van halver wege de jaren tachtig. Grote gemeenten, waaronder Eind hoven, klaagden bij het mi nisterie over gebrek aan geld voor het uitvoeren van mi lieutaken. Het ministerie van VROM gaf naar aanleiding daarvan het bureau Beren schot de opdracht de tekor ten te becijferen. Berenschot meende dat er landelijk vijf tig miljoen geïnvesteerd zou moeten worden om de ach terstanden ongedaan te ma ken. Vrom reageerde op deze conclusies, door een regeling (de zogenaamde 'Beren- schot'-gelden) in het leven te roepen, waarop gemeenten zich zouden kunnen beroe pen, als men serieus werk wilde maken met de uitvoe ring van het milieubeleid. Daar waren echter wel eisen aan verbonden, zoals een mi nimum inwonertal van 70.000. Kleinere gemeenten zouden hierdoor worden ver plicht samenwerking te zoe ken met anderen. Een andere eis was dat de samenwerking een structureel karakter zou dragen. Op basis van een plan en een uitvoeringsprogramma, kunnen deelnemende ge meenten of samenwerkende gemeenten geld krijgen uit de regeling. Op het Burgemeester Buirungpark werd m december van het vorig jaar vervuilde grond afgegraven. De vervuiling werd veroorzaakt door een lekkende olietank. De gemeente spant zich momenteel in om achterstan den op dat gebied in te lopen, door in regionaal verband subsidie aan te vragen. hinderwetvergunningen bleken in Leusden knelpunten. NIETVOLDOENDE De extra mensen, die de raad vrij maakte voor de afdeling milieu, bleken echter nog niet voldoende. Met name om de achterstanden weg te werken was er behoefte aan extra mankracht. Die behoefte kwam aan het licht bij onderzoe ken, die door het bureau Beren schot en het raadgevend inge nieursbureau DHV werden ver richt. Hoewel beide bureau's de behoefte opmerkelijk verschillend kwantificeerden, werd de behoef te aan meer mensen (al dan niet tijdelijk) duidelijk. En dat is een andere conclusie, die uit de ge meentelijke notitie kan worden af geleid, namelijk het feit dat de Leusdense gemeenteraad in okto ber 1989 op nogal dubieuze gron den heeft ingestemd met plannen voor regionale samenwerking op milieugebied. Vanuit het ministerie werd de mogelijkheid gelanceerd subsidie te krijgen, als gemeenten of samenwerkingsverbanden van gemeenten, plannen ontwikkelden om bestaande achterstanden op het gebied van de uitvoering van diverse milieutaken ongedaan te maken. Een eerste onderzoek, uit gevoerd door Berenschot, leerde dat Leusden bij samenwerking in de regio Eemland financieel garen zou spinnen. De verdeelsleutel van de subsidiegelden zou voor Leus den (en de meeste andere ge meenten in het gewest Eemland) dermate gunstig uitvallen, dat de inkomsten uit de subsidie de kos ten voor het inhuren van extra man kracht zouden overtreffen. Alleen in het eerste jaar zou Leusden in geringe mate toe moeten leggen op de kosten. Daarna zou Leusden jaarlijks ruim dertigduizend gulden overhouden aan de subsidierege ling van het rijk. Mede op basis van die conclu sies zei de gemeenteraad in okto ber 'ja' tegen het plan, waann de gemeenten uit het gewest Eemland met elkaar zouden samenwerken. In het onderzoek, dat Berenschot voor het gewest verrichtte, kwam het bureau tot de conclusie dat voor het gewest samenwerking volgens het 'consulentenmodel' de meest aangewezen weg zou zijn. Het ge west zou daarbij een 'pool' vormen, bestaande uit twee consulenten en 3,5 technische ambtenaren, waaruit de gemeenten naar behoefte amb telijke ondersteuning zouden kun nen putten. ADDERTJE In het mooi klinkende verhaal bleek toch een addertje onder het gras schuil te gaan. Toen de ge meenten van het gewest Eemland, die allemaal de bevindingen van 'Berenschot' onderschreven, bij het rijk voor subsidie aanklopten, ging het ministerie met het rapport niet akkoord. De plannen waren te wei nig onderbouwd, vond de minister, zodat het huiswerk overgedaan moest worden. Die klus werd uit besteed aan het Amersfoortse in genieursbureau DHV. DHV kwam tot heel andere conclusies, die een stuk minder positief uitvielen voor de betrokken gemeenten. De oor zaak van het verschil in de gecon stateerde behoefte aan extra amb tenaren was vooral gelegen in de becijfering van de hoeveelheid werk. Het ministerie hanteerde als grondslag voor de subsidieverle ning een systeem, dat in de praktijk van bijvoorbeeld de gemeenten in het gewest Eemland niet hanteer baar bleek. Van Beurden licht dat toe: „Om de werkdruk te bereke nen, moeten er bepaalde normen worden gehanteerd. Zo kun je bij voorbeeld in het algemeen zeggen dat je voor een hinderwetvergun ning voor een bakkerij twee uur nodig hebt, maar voor een spuiterij bijvoorbeeld acht uur. Als je nou maar precies weet wat voor bedrij ven er in een gemeente zijn, kun je zo globaal uitrekenen hoeveel tijd er nodig is om een achterstand in te lopen. Dat systeem heeft Beren schot gebruikt om de behoefte m Eemland te becijferen. Maar dat systeem bleek in de praktijk niet te kloppen. Men is bij het bepalen van die getallen uitgegaan van een effi ciënt georganiseerde, volledig toe geruste ambtelijke afdeling, zon der achterstanden. De praktijk is echter weieens anders en dat geldt zeker ook voor de gemeenten in het gewest. DHV stelde zich op het standpunt dat de werkelijke werk druk moest worden vastgesteld, om jezelf niet voor de gek te hou den. Dat leidde tot heel andere conclusies, dan die van Beren schot." HOGER Daar kwam nog bij dat DHV con cludeerde dat het totaal aantal hin- derwetplichtige bedrijven in het gewest hoger lag, dan Berenschot becijferde en dat de termijn waar op de achterstanden dienden te worden ingelopen een jaar korter was. Het verschil was opmerkelijk: Waar Berenschot de extra behoef te voor alle aangesloten gemeen ten bepaalde op 5,5 arbeidsplaats, kwam DHV tot een getal van 19,8. Voor Leusden viel de situatie overi gens nog relatief gunstig uit. De huidige bezetting van 3 ambtena ren bleek alleen m 1991 te weinig. Dat tekort zou kunnen worden op gevangen door een ambtenaar, die nu al op tijdelijke basis op het ge meentehuis werkzaam is, langer te laten blijven. Financieel zijn de ge volgen ook nog wel te overzien, al is het geraamde overschot veran derd in een tekort. De nieuwe conclusies van DHV zijn in bepaalde gemeenten binnen het gewest Eemland wel hard aan gekomen (Amersfoort, met name). Toch is het voor de deelnemers geen aanleiding geweest af te zien van regionale samenwerking. Eind februari hebben de deelnemende verenigingen op basis van de nieu we cijfers plannen ingediend bij het ministerie, die uiteindelijk de subsidie zal moeten verstrekken. De gemeentelijke notitie wordt vanavond besproken in de raads commissie voor milieu. Hij is weer terug in Leusden. Hij is onze „wissel-AOWer". Zo'n tien jaar geleden probeer de ik mijn geluk bij het Rad van Avontuur in de Til. Ik meen me te herinneren dat het de Zon nebloem was die op deze ma nier geld bij elkaar zocht voor haar activiteiten. Och, een gokje wagen vind ik wel leuk en als een goed doel naar vo ren wordt gebracht, krijgen mijn vage bezwaren tegen gokken geen kans. Ik had geluk: op mijn plank je stond een winnend nummer. Met veel zwier kreeg ik van de man achter de microfoon een beeldje overhandigd. Het bleek een gipsen spaarpot te ajn in de vorm van een kaal mannetje in een schommel stoel. Een afgezakt brilletje op zh neus en een pijp in z'n mond. Op z'n met een roze overhemd bedekte buik een boek met daarop de tekst „Le ve de AOW". Waf moesf ik met zo'n kreng van een ding? Als beroeps-be waarder kon ik het ding niet weggooien, dus verdween het ergens in onze garage tussen andere niet goed bruikbare spullen. Zes jaar geleden werd m'n oudste broer 65. En, u raadt het *1- bij het zoeken naar een ca deautje moest ik ineens den kon aan die in de garage rus tende AOWer. Na erug gezoek vond ik hem. Als „wissel-AOWer" heb ik het mannetje op 6 juli 1984 °verhandigd aan deze broer n?ef als voorwaarde dat dit ke teltje steeds aan de volgende "roer of zus wordt doorgege ven wanneer die 65 jaar wordt, tn zo geschiedde. Een kleine drie weken gele den was ik aan de beurt om 65 te worden. De Wissel-AOWer is smds 1984 zesdehands ge worden. Hij, onze Wissel-AO Wer is na omzwervmgen in Eindhoven, Indonesië, Den Helder, Zuid-Scharwoude en Heemstede terug in Leusden. Mijn veertien maanden oudere zus overhandigde mij de van oorsprong Leusdense AOWer. En hij wordt deze keer niet verbannen naar de garage maar hij mag ruim twee en een half jaar m de woonkamer te pronk staan, als bewijs dat ik de 65 heb gehaald. In 1992 moetik hem doorgeven aan de volgende AOWer in ons gezin en het kereltje zal póls rust krij gen wanneer m de volgende eeuw, om precies te zijn op 29 november 2002, mijn jongste zus AOW krijgt. We hebben, mede door het stralende weer, mijn 65e ver jaardag op uitstekende wijze gevierd, zodat ik een uiterst prettige herinnering heb aan mijn overgang naar een „nieu we levensfase", zoals dat wel genoemd wordt. Eerlijk ge zegd vind ik dat veel te zwaar klinken. Ik kreeg een dezer dagen de vraag „Hoe voelt dat, 65 jaar worden?" Alsof ik een sportprestatie heb geleverd, want dan krijgen die sporters nogal eens dezelfde vraag voorgelegd. Ik heb niet het idee, dat ik door 65 te worden een prestatie heb geleverd. Mijn antwoord was dan ook: „Het voelt helemaal niet". Als ik toch moet weergeven wat het betekent, dan kan ik zeggen: ik ben van „oudje" een Jonkie" geworden. Was ik tot voor kort een van de oudsten m de categorie 55 tot en met 64 jaar, nu hoor ik bij de jongsten van de categorie 65 tot en met 74-jangen. Mijn VUT-periode is voorbij en dus is de ondertekening van mijn column of, zoals u wilt, mijn cursiefje met VUTter met meer juist. Ómdat mijn verdere leven volgens mij niet bepaald wordt door de AOW zal ik van nu af ondertekenen met SENIOR HILVERSUM/LEUSDEN „Vaak wordt er problematisch gedaan over de toename van het aantal onderen. Maar vergrijzing betekent ook toename van het aantal actieve ouderen die géén zorg nodig hebben. Die midden in een actieve samenleving willen blijven staan. Die willen blijven participeren in allerlei maat schappelijke organisaties. En die zich met hand en tand zullen ver zetten tegen welke vorm van leeftijdsdiscriminatie dan ook." D 'e duidelijke stellingname van vam van minister D'Ancona van WVC op 15 maart tijdens het symposium over „Gemeentelijk Ouderenbeleid" dat de Urne van Katholieke Bonden van Ouderen (KBO) in Hilversum had georgani seerd. De KBO heeft meer dan tweehonderdduizend leden van 55 jaar en ouder. De minister benadrukte sterk „ouderenbeleid is méér dan alleen zorgbeleid. Het ouderenbeleid, zo wel op landelijk als op plaatselijk mveau, moet uitgaan van de zelf standige, actieve oudere. Het res pecteren van die zelfstandigheid dient uitgangspunt te zijn. Ook in situaties waarbij dat moeilijk is, bijv. wanneer intensieve zorg ge boden moet worden." Het is de heer W. Uiterwaal, voorzitter van de Leusdense KBO, die dit symposium bezocht, opge vallen, dat de minister geen blad voor de mond nam en ook een aan tal kritische opmerkingen maakt. „Zo gaf zij aan, dat ze het onjuist vond dat zij de enige vrouw was, toen zij onlangs een gesprek had met de besturen van de ouderenor- ganisaties. Ook riep zij de bonden en het COSBO (waarin de bonden samen werken) op om de plannen en pro gramma's op elkaar af te stemmen, zodat competentie-kwesties wor den vermeden." Bijzondere aandacht had Uiter waal, gezien de komst van een Se niorenraad in Leusden, voor de in leiding van drs. W. P Bertels, be leidsmedewerker van de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over het gemeentelijk be leid voor de oudere inwoners. Bertels noemde vier uitgangs punten welke in bijna elke ge meentelijke nota ouderenbeleid voorkomen. De voorwaarden scheppende taak; het is een alge meen beleid (gebruik maken van bestaande voorzieningen); maat werk „met de ouderen moeten zich richten naar het aanbod van de in stellingen, maar juist andersom" en tenslotte: het aanbod van de instel lingen moet perfect op elkaar afge stemd zijn. Uitgaande van „voorkomen is beter dan genezen" sprak Bertels over „voorzorg", alles wat er op gericht is de emancipatie van de ouderen te stimuleren. .Juist op dit terrein kunnen de gemeenten veel betekenen." Bij het tot stand ko men van de Leusdense Nota Oude renbeleid is het woord „emancipa tie" volledig geschrapt. Over deze „voorzorg" zegt Uiter waal: „Bertels gaf aan dat het ge meentelijk personeelsbeleid aan dacht moet besteden aan de oude re werknemers en met moet den ken dat jong altijd synoniem is met dynamisch. Als andere voorbeel den van „voorzorg" noemde hij scholing, meedoen van ouderen in allerlei ontspannende en conditie verbeterende voorzieningen, het flankerend beleid, kwijtschelding van gemeentelijke belastingheffin gen. stimulering van vrijwilligers werk door ouderen en een goed informatiepunt." In het gemeentelijk ouderenbe leid kunnen, volgens Bertels, de ouderen echter de dupe worden vein een veel voorkomende „machtstrijd" tussen de traditionele en oerhollandse machtsblokken: verzekeraars, huisartsen, intramu rale zorg, kruiswerk, gezinszorg en gecoördineerd ouderenwerk." Dit werd ook geconstateerd door de inleider van Werkgroep 2000: „Er is een welig tierend circuit ontstaan van mensen en organisaties die zorgen voor ouderen. En die dus ook menen te weten wat goed is voor ouderen." Mede om machtsstrijd te vermij den ontvouwde de beleidsmede werker van de VNG een uitge werkt organisatiemodel waarin de Ouderenbonden en een Advies raad en een Coördinatiebureau een duidelijke plaats innemen. Ui terwaal: „Dat vraagt om inschake ling van ouderen die op diverse terreinen deskundig zijn." Hierbij sluit aan wat de burge meester van de gemeente Wanroy in zijn schets van een gemeentelijk ouderenbeleid zei: „Mijn advies aan de ouderen is altijd: zorg dat u er bij bent; als de gemeente niet uit zichzelf naar u toe komt, dan moet u naar de gemeente toe. Met be scheidenheid doet u zichzelf te kort. Als we zorg op maat willen leveren, dan zul je de vragers moeten kennen." Tot slot merkt de voorzitter van de Leusdense KBO-afdeling op: „We zullen, samen met de andere ouderenbonden, zeker verder gaan met onze inbreng in een goed ouderenbeleid in Leusden. Een dergelijk beleid is zeker mogelijk nu we straks naast de inbreng van de ouderenbonden en naast de vereniging Welzijn Ouderen Leus den (WOL) een Seniorenraad zul len hebben die zich bezighoudt met adviezen aan de gemeente raad." De Vutter is sinds kort AO W-er geworden. LEUSDEN - Donderdagmiddag 19 april om 14.00 uur vergadert de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) afdeling Leusden in de koffiekamer van verzorgingshuis 't Hamersveld in Leusden-centrum. Als belang rijkste agendapunt komt aan de orde de voordracht van twee kandidaten voor de Senioren raad. Nu het college van B&W de voor stellen van de Initiatiefgroep Senio renraad praktisch volledig heeft overgenomen en eind april, begin mei de installatie van een Senio- ren-advies-raad volgens artikel 61 van de Gemeentewet een feit zal worden, kan de ANBO overgaan tot het voordragen van twee kandida ten voor deze Seniorenraad. De KBO en de PCOB kunnen ook elk twee kandidaten voordragen en de Nederlandse Bond van Gepensio neerden mag één kandidaat stel len. Samen brengen zij een onafhan kelijke kandidaat als voorzitter naar voren. B&W kunnen, in over leg met zojuist genoemde perso nen, nog twee mensen kandideren, die geen directe binding hebben met de ouderenbonden, zodat ook de niet-georganiseerde ouderen van Leusden in de Seniorenraad vertegenwoordigd zijn. Tijdens de ANBO-ledenverga- dering zal het bestuur twee kandi daten aan de leden voorstellen en de goedkeuring vragen voor deze kandidaatstelling. De andere agen dapunten worden nog tijdig mee gedeeld aan de leden. „We groeien nog steeds", zegt voorzitter E. Boshuis. „Het ziet er naar uit, dat ANBO-Leusden op 19 april het honderdste ANBO-lid kan verwelkomen. Kennelijk krijgen steeds meer senioren door, dat het belangrijk is dat wij ouderen ons goed organiseren, waarbij ook het aantal leden dat een bond heeft van belang is." Informatie en opgave als lid van de ANBO kan bij secretaris H. Meij er, Albast 5, tel. 944935. Voor de KBO kan men zich opgeven bij secr. M. Oude Egberink-v.d. Veen, Toermalijn 15, tel. 942301, voor de PCOB bij secretaris mevr. E. van Klinken-Venema, Bergroos 5, tel. 944440. LEUSDEN - Afdeling Leusden van de Protestants Christelijke Ouderenbond (PCOB) komt vrij dag 6 april om 14.30 uur bijeen in de koffiekamer van verzorgings huis 't Hamersveld, Albert Bui- ninggaarde 34 in Leusden. Op het programma van deze middag staat de Matthaus Passion. Hoewel Johann Sebastian Bach meer lijdensverhalen muzikaal heeft verwerkt, blijft toch het meest uitgevoerde en beluisterde lijdens verhaal zijn Matthaüs Passion. De voorzitter van de PCOB-Leusden. F. Warmenhoven, heeft zich zeer veel I verdiept in deze Matthaus Passion. Hij zal vrijdagmiddag een uitge breide toelichting geven op dit be roemde muziekstuk. Ter sprake komt het passief on dergaan of acüef beluisteren. Hij zal enkele markante gedeelten uit dit muziekstuk via cd-opnamen la ten horen en de aanwezigen enigs zins wegwijs maken m dit prachti ge, maar toch ook ingewikkelde werk van Bach. Hij zal ook een vergelijking maken met de Mes sias van Handel. Zowel leden van de PCOB als andere belangstellenden zijn wel kom op vrijdag 6 april om 14.30 uur in 't Hamersveld.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1990 | | pagina 7