Bas van de Moolen
wint alles bij
zeepkistenrace!
iacht aan een zaal vol zieke kinderen!"
)ie neemt Cindy
te grazen
mtttmrnmrnim
je's wens vervuld: een bezoek aan een ziekenhuis
krant
IBDAG 3 MEI 1990
plaatselijk nieuws
het ziekenhuis doordat ze een been
braken. Met een gebroken been
moet je in bed blijven. Vaak met je
been hoog hangend in een takel.
Veel andere kinderen blijven maar
een paar nachten in het ziekenhuis.
De dag voor de dag van - en de
dag na de operatie. Wie geope
reerd gaat worden of net is, mag
met uit bed. Veel ondersteken zijn
dus nodig. Ze gaan allemaal in de
'afwasmachine'. Geen gewone af
wasmachine maar een speciale,
waarin alles met alleeen schoon
maar ook gedesinfecteerd wordt.
Dat betekent dat alle mogelijke
ziektekiemen die in de po zaten,
daarin doodgemaakt worden.
In het slob wordt ook de vuile
was bewaard voordat deze naar de
grote wasserij gaat. Naast het SLOB
is de keuken. Hier staat het drin
ken, dat vaak door bezoekers voor
de zieken wordt meegenomen m
de koelkast. Hier wordt koffie ge
zet, fruit klaargemaakt en de 'klei
ne' afwas gedaan. De 'grote' afwas
van het warme eten gaat naar de
'grote' keuken die ergens anders in
het ziekenhuis is.
OPNAME
Sjoukje kreeg precies te horen
wat er gebeurt wanneer je in het
ziekenhuis komt. Zelfs als je op
straat een ongeluk hebt gehad,
kom je niet onverwachts. Vanuit de
ambulance is naar het ziekenhuis
gebeld. Daardoor weet de zieken
auto in welk ziekenhuis een bed
vrij is en in het ziekenhuis weten ze
wie er komt en wat er ongeveer aan
de hand is. Wanneer iemand op de
kinderafdeling binnekomt wordt
hem eerst een heleboel gevraagd.
Bijvoorbeeld hoeveel boterham
men hij wil eten. Anita, de team
leidster, vertelde; „Al wil je er zes,
dan krijg je ze hier". Daarna wordt
je gewogen en gemeten. Sjoukje
dacht dat dit gebeurde om te weten
of je in het bed past en er niet door
heen zal zakken. Dat was niet zo.
Lengte en gewicht zijn belangrijk
voor de hoeveelheid medicijnen
en, bij een operatie, narcose die
iemand moet hebben. Onder nar
cose slaap je heel, heel diep. Zo
diep dat je niets voelt en niet wak
ker kunt schrikken. Vaak wordt
ook een beetje bloed gepnkt. Anita
„In bloed kun je al zien of iemand
griep krijgt, voordat iemand zich
ziek voelt. En wie griep heeft of
krijgt kan niet geopereerd wor
den."
Direkt na de opname gaan de
kinderen die niet ziek zijn en geen
ongeluk gehad hebben, niet direkt
naar bed. Ze gaan naar de speelka
mer. De speelkamer is een grote
gezellige ruimte met kasten vol
speelgoed. De eerste ochtend mo
gen vaders of moeders daar ook
komen. Later niet meer. Hedwig,
de spelleidster, legde uit waarom;
„Hier spelen alle kinderen die
geen besmettelijke ziekte hebben.
Veel kinderen, die een gebroken
been hebben of zo, komen hier met
bed en al. Wanneer alle moeders
hier zouden komen werd het veel
te vol. Bovendien is het niet leuk
voor de kinderen waarvan de moe
ders niet de hele dag kunnen ko
men. Want vaders en moeders mo
gen hier de hele dag komen. Zelfs
's nachts blijven als een kind echt
niet wil gaan slapen zonder. Maar
als ze komen moet het patiëntje in
zijn kamertje blijven." In die ka
mertjes is het een stuk minder ge
zellig wanneer de mede-patientjes
allemaal in de speelkamer zijn. Met
als gevolg dat heel wat kinderen
hun moeder vragen alsjeblieft niet
de hele dag op bezoek te komen,
want anders kunnen ze nooit leuk
meespelen. Bij mooi weer mogen
LETJSDEN-ZU1D- Bas van de Moolen (12) won niet alleen, omdat
hij de mooiste zeepkistenkar had. Hij reed er ook het verste
mee. Bovendien maakte zijn kar het meeste lawaai. Kortom Bas
van de Moolen won alles wat er maar te winnen viel tijdens de
zeepkistenrace, op Koninginnedag in Leusden-Zuid.
Zijn zusje Karen van tien, werd op alle fronten, goede tweede.
Nou was dat eerlijk gezegd, niet zo heel moeilijk. In tegenstel
ling tot vorige jaren, was Bas de enige die met een zelfgebouw
de racekist aan de start kwam.
Vonge jaren stonden er soms
mooie karren aan de start. Het en
thousiasme van een paar goede
bouwers nam waarschijnlijk af
door de leeftijd en misschien ook
wel doordat een paar modellen om
veiligheidsredenen werden afge
keurd. Want de organisatoren van
de race en de helling, blijven aan
de veiligheid denken.
De jongeren van de jongeren
vereniging Juid, bouwen al jaren
lang met veel plezier een twee me
ter hoge helling. Wie daar van af
durft moet een helm dragen en een
kar hebben die stevig is en voor
zien is van goede remmen. Bas van
de Moolen zijn kar voldeed aan alle
eisen. Hijzelf had alles aan de skel
ter gedaan behalve het lassen.De
skelter was langer geworden, de
zitting had venng gekregen. De
meest doordachte toevoeging
kwam van Bas zelf. Dat was de
beer, vastgebonden als mascotte
voor het stuur.
„Daardoor kan ik niet naar bene
den en dus zo hard mogelijk gaan",
verklapte hij zijn strategie. Achter
in zat ook een geheim wapen. Dat
bestond uit een accu waarmee
door een simpel drukje op een
knop aan het stuur een enorme si
rene ging loeien. Het leek asof al
leen daardoor de snelheid al toe
nam. De skelter was op snelheid
gebouwd. Met kennersoog bekeek
Bas de skelter van de Juid-jonge-
ren. Daarom mochten kinderen on
der de acht jaar onder begeleiding
en oudere kinderen in hun eentje
naar beneden. Tot hoever ze kwa
men werd nauwkeurig gemeten
door een 'baancommissaris' waar
na de behaalde afstand met behulp
van een walkie-talkie werd door
gegeven
Voordat Bas aan de beurt was,
was 74 meter het record. Bas dacht
wel verder te komen. „Ik heb gro
tere voorwielen, die stuiteren beter
als die kleine wieltjes van de Juid-
car. Bovendien rollen mijn grote
smalle achterbanden beter." Voor-
Sjouke ziet hoe po's worden gereinigd.
zien. De allereerste vraag van
Sjoukje was hoe oud je moest zijn
om op de kinderafdeling te komen.
Het antwoord was: „Alle kinderen
vanaf vier weken oud tot ongeveer
dertien jaar. Kinderen groter dan
één meter zestig, passen niet in de
bedjes die hier staan. En grotere
bedden mogen hier niet staan van
de brandweer. Bij brand zouden
we die grote bedden niet snel ge
noeg uit de kleine kamertjes kun
nen rijden." De kinderafdeling
bleek niet uit zalen te bestaan, zoals
Sjoukje gedacht had, maar uit ka
mertjes en zaaltjes. Vier hele kleine
kamertjes „Die kamertjes zijn voor
kinderen die heel veel rust moeten
hebben omdat ze erg klein of ziek
zijn, en voor de kinderen die een
besmettelijke ziekte hebben",leg
de Anita uit. De kleinste kamertjes
vormden een kant van de kinderaf
deling. De kant die uitkijkt op de
kinderboerderij. Wie naar buiten
kijkt kan uit zijn bed geitjes, kippen
en konijnen zien.
Aan de tweede kant zijn de ne
gen grotere baby kamertjes te vin
den. Weer een hoek om en je komt
bij het ene kleine kamertje waar
een groter kind dat rust moet heb
ben of besmetterlijk is, kan liggen
en de vier kamertjes waar drie
bedden in passen. Deze kamers
kijken uit op de weide van de pony.
In de laatste hoek ligt de speelka
mer die grenst aan de speelweide.
Alle kamertjes hebben glazen wan
den. Daardoor kun je vanuit je bed
veel zien; de gang zodat je de dok
ter kunt zien aankomen of de zuster
of de bezoekers. Je kunt in de an-
staan de medicijnen, telefoons en
liggen de gegevens van alle pa
tiëntjes. Iedere patiënt heeft een
eigen 'status'. Een sta nis is een map
waarin alles staat wat de dokter
heeft gezegd, gedaan en voorge
schreven. Ook de zusters schrijven
in een map, bijvoorbeeld of de pa
tiënt goed of slecht geslapen heeft.
SLOB
Achter het kantoortje ligt 'het
SLOB'. Wat SLOB betekent kon nie
mand ons vertellen in het Elisabeth
ziekenhuis. Wat het was, wisten ze
allemaal. Slob doet een beetje den
ken aan slobberen en dat weer aan
vies. Dat klopt. In het SLOB wordt
schoongemaakt. Sjoukje kwam er
al snel achter dat alles in een zie
kenhuis schoon, heel schoon moest
zijn. Van vies kun je ziek worden en
daarvoor is een ziekenhuis met de
plaats.
In het SLOB staat een grote af
wasmachine. Daar gaan geen bor
den en kopjes in maarpo's en
urinaals. Een urinaal is een soort
fles waar jongens in kunnen plas
sen. Meisjes moeten altijd op de po
of 'ondersteek'. Vervelend maar
lieve zusters willen de rand van het
metalen ding eerst wel even warm
wnjven. Sjoukje was verbaasd over
het aantal ondersteken. Ze had zich
niet gerealiseerd dat heel veel van
de kinderen die in het ziekenhuis
moeten blijven, niet uit bed kun
nen. Heel veel kinderen komen in
Herbie is een
n. Het staat in Soest.
p^y Punt. Cindy is 11
Herbie wordt op 1
ftbie heeft zijn naam te
|tef kleine eigenwijze
p een paar films dwaze
Eigenwijs is
krbie ook, klein niet
|i" de wei lijkt hij haast
paard waar hij bij
IdeJials en de benen is
[jog heel jong is. Te
J fi fe worden maar
lom de baas over de
staaf te spelen. Cin-
I kar vader te danken
['■aar paard mag noe-
>der houdt veel van
[8springruiter en heeft
in die sport ge-
|Paard van haar vader
®?kon Cindy's vader
Kemmy dat Bamora
zijn blijdschap
een veulentje.
loonlcerbruine hengst
1 «ein kopje" volgens
I Herbie kreeg was
"iden oud. De eer-
l stond hij nog met
Ne wei Maar kleine
snel groot. Toen
IJJJ half jaar oud was
v°or zijn moeder,
zelfs een stuk uit
ging terug naar de
■:bie kreeg gezel-
jPonjr en een ander
pony was het
&ns. Die duwde
Herbie eens zo hard tegen het prik
keldraad dat het veulen gewond
raakte. Dat was eens maar nooit
weer. Herbie staat sindsdsien zijn
mannetje en is de pony nu volledig
de baas. Zodra Cindy de wei in
loopt, komen alle drie de paarden
naar haar toe. Ha lekkere hapjes,
denken ze duidehjk. De fotograaf
en Cindy's moeder hebben grote
moeite om de snoeperds uit elkaar
te houden zodat Cindy met Herbie
op de foto kan.
Dat kost appels. Mensen denken
vaak dat paarden suikerklontjes
mogen, maar suiker is helemaal
niet goed voor deze paarden. „Ik
hoop dat Herbie een goed spring
paard wordt en die mogen niet dik
zijn. Paarden die zwaar werk moe
ten doen wel, maar deze niet. Ik
geef hem gras en paardenbrokjes,
platgemaakte haver, wortels en ap
pels. Dat is beter.
Cindy mag niet op Herbie njden.
Dat mag pas als hij vier jaar oud is.
Cindy kan wel rijden maar ze geeft
er niet zo om. „Ik kijk graag naar
paarden en knuffel of borstel ze.
Paarden zijn toch onze huisdieren
dus ik hou heel veel van ze. Je kunt
gewoon tegen ze aan gaan staan en
ze hjken alles te begrijpen wat je
zegt of denkt.
Cindy houdt van Herbie en Her
bie geeft Cmdy 'een neusje'. „Her
bie is een deugniet hoor" zegt Cin
dy best een beetje trots op haar
lieveling. „Hij houdt bijvoorbeeld
van voetballen. Wanneer in zijn wei
een tennisbal terecht komt (er is
een tennisbaan in de buurt) of een
oude voetbal, neemt Herbie de bal
in zijn mond, gooit hem omhoog en
gaat er weer achteraan. "Dat is heel
bijzonder, vooral omdat niemand
het hem geleerd heeft.
Bas van de Moolen in z'n zeepkist.
Sjoukje Del Rijcke wilde de kinderafdeling van een
zien. Ze was nog nooit in een ziekenhuis geweest. Ja
>er. Maar toen was ze zo klein dat ze zich er niets
lerinneren kan. Sjoukjes wens werd vervuld. Ze
zien en kreeg een complete uitleg alsof ze de
jg geopereerd moest worden. Sjoukje dacht voordat
ien kreeg, dat alle kinderen in een grote zaal zouden
rtig tegelijk of zo, allemaal in pyama en in bed en
x konden spelen met speelgoed dat ze zelf hadden
it." Het bleek heel anders te zijn. Alleen de zusters
('waren precies zo als Sjoukje zich had voorgesteld.
met bed en al op weg kon gaan.
„Hoe kom je dan de trap op als je
naar boven moet?" vroeg ze. Met
de lift natuurlijk. We gingen kijken
of in de liften wel een bed paste.
Dat bleek makkelijk te gaan, er
konden zelfs nog mensen bij!
Op de kinderafdeling werden
we ontvangen door Anita. Anita is
daar teamleidster. Zij zorgt dat ie
dereen weet wat hij of zij moet we
ten, krijgt wat hij of zij moet krijgen
en doet wat gedaan moet worden.
Anita liet Sjoukje de kinderafdeling
dere kamertjes precies in de gaten
houden wie daar is en wat die daar
aan het doen is. Terwijl buiten de
dieren staan. In het midden van dit
vierkant van kamertjes, zijn de
ruimtes voor de mensen die hier
werken. Vooraan bij de babyka
mers is het kantoortje. Daarin zit
dag en nacht minstens één zuster.
Niet altijd dezelfde natuurlijk. Zus
ters werken in wisseldiensten, de
ene keer 's nachts, de volgende
week overdag. In het kantoortje
wordt het schrijfwerk gedaan,
I bedacht dat bij zie-
bloemetjes horen.
e twee vazen vol zelf-
»men bij zich, toen ze
nhuis ging. Maar wei-
zullen zo blij geweest
indelijk' naar het zie-
k iten als Sjoukje, vori-
m nsdag. Logisch wan-
m ft dat ze niet ziek was
n zieken kende. Ze
1/ het Elisabeth zieken-
IH in' op de kinderafde-
R ie kwam. Sjoukje was
M ig vast en zeker het
it binnen kwam alsof
uwacht uitje naar een
oren die automatisch
keek ze niet zo erg
kende ze. Natuurlijk
oren makkelijk voor
net knikken lopen of,
met handen vol bloe-
naüsch open-en slui-
zijn echter vooral
zieken die met bed
andere afdeling wor-
ïn kijk., daar had
ir niet aan gedacht,
verbaasd naar de
de bedden en kon
voorstellen hoe je
ze zelfs buiten spelen! Sjouke's
oren leken te klapperen! Tussen de
middag wordt in de speelkamer
warm gegeten. Daarna gaan alle
kinderen, ziek of niet ziek, een uur
tje rusten en dan is het al weer
bezoekuur. Kinderen onder de
twaalf mogen niet komen. De kans
dat ze een kinderziekte meebren
gen, is daarvoor te groot. Daarna
weer spelen tot de avond-boter
ham en dan verder spelen in het
eigen kamertje. In het kamertje zit
een televisie-aansluiting. De televi
sies van het ziekenhuis zijn echter
zo oud dat het beter is er zelf voor
een te zorgen.
De volgende ochtend om half ze
ven worden de patiënten wakker
gemaakt. Iedereen krijgt een ther
mometer in zijn mond. Tegenwoor
dig zijn dit een soort kunststof
stripjes waarop balletjes verkleu
ren. Sjoukje kreeg er een in haar
mond, mocht een minuut niets zeg
gen en bleek gelukkig precies
goed 37 graden te hebben. Kinde
ren die geopereerd worden krij
gen geen ontbijt. Stel je voor dat
iemand tijdens de operatie begint
over te geven of te plassen. Vieze
boel, dus dat kan niet.
Net als een operatie-patiëntje
krijgt Sjoukje van Hedwig de spel
leidster precies uitgelegd wat er bij
ten eerst alle kinderen onder de
acht, een keertje naar beneden.
Bas keek nauwkeurig toe wat de
anderen fout deden.
Voor het zijn beurt was wist hij
hoe hij rijden moest „zo min moge
lijk sturen, met door de put en om
de bolling in het asfalt heen." Het
werkte. Toen Bas de helling af
ge toeter luid aan, leek er geen
eind aan zijn afdaling te komen. Het
meetlint van de baancommissaris
was te kort. Bas zijn kar reed 104
meter. Zijn zus Karen poogde zijn
prestatie nog te verbeteren maar
kwam net zes meter te kort. Zij
werd een goede tweede. Nog altijd
24 meter verder dan de eerste
een operatie gebeurd. Daarvoor
heeft Hedwig een pop. De pop
heeft een blauwe jurk en witte kou
sen aan en een groene muts op.
Iedereen die geopereerd wordt
krijgt net zo's uitrusting. Witte sok
ken niet alleen om vieze voeten van
de tafel te houden,ook tegen koude
tenen. Een blauwe jurk zonder las
tige knopen, elastieken of boorden
en een groene muts ook al voor de
hygiëne. Daarbij hoort een bandje
om de nekel, waarop de naam van
de patiënt staat. De chirurg moet
voor hij begint wel zeker weten of
hij de blindedarm bij de goede pa
tiënt weghaalt en wie slaapt kan
zijn naam niet meer zeggen. Nog op
de kinderafdeling krijg een kind
voor de operatie een prikje of pil
letje om rustig te worden Daarna
moet de patiënt m bed blijven an
ders zou hij om kunnen vallen Een
uurtje later gaat het echt beginnen.
Met bed en al wordt de patiënt naar
boven gereden.
Bij de lift moeten de ouders af
scheid nemen. Boven wordt de pa
tiënt van het bed, op een tafel getild
door mensen in groene jassen en
mutsen. Dan weer een prikje of
even door een kapje op je neus
ademen en voor je het weet, slaapt a
de patiënt. Om na de operatie wak
ker te worden in de uitslaapkamer
en daarna weer terug naar de kin
derafdeling te gaan. Sjoukje heeft
aandacht geluisterd en het speciale
boek bekeken waarin alles wat er
gebeuren kan voor een operatie,
precies te zien is. Extra leuk blijkt
het dat Sjoukje het meisje dat voor
patiënt op de foto's speelt, kent.
Susan; het fotomodel uit Leusden.
Vol van alles wat ze gehoord en
gezien heeft, verlaat Sjoukje het
ziekenhuis. Nog even van buitenaf
naar de couveuse babietjes geke
ken. Sjoukje weet het zeker. Naar
een ziekenhuis moeten is niet leuk,
maar eenmaal er in is het een stuk
leuker dan zij altijd gedacht had.