Leusden heeft belangrijkste groei achter de rug GIRO6868 Misschien zegt u "ja, voor het goede doel". Maar achter dat "goede doel" gaan bij het Rode Kruis talloze gezichten schuil. De gezichten van hen die vragen om hulp. Dan praten we in Nederland alleen al over enkele tienduizenden mensen Mensen die dringend hulp, aangepast vervoer of hulp in de thuissfeer nodig hebben. Mensen die alleen met hulp van anderen op vakantie kunnen of het contact met de buitenwereld kunnen behouden. Ook buiten Nederland wordt het Rode Kruis dagelijks geconfronteerd met wanhopige gezichten. Er zijn ontelbaar velen die het slachtoffer zijn van natuurgeweld, mensen die in conflictgebieden leven en slachtoffer worden van oorlogsgeweld: mensen die honger lijden. Ook zij vragen om hulp. Al deze mensen rekenen erop dat er anderen zijn die zich hun lot aantrekken, die willen en kunnen helpen. Zij rekenen op u en ons. Voor hen vraagt het Rode Kruis u om een gift, bijvoorbeeld door een accept- giroformu- lier in te vullen of, als u een giftenenvelopje ontvangt, uw bijdrage daarin te doen. U kunt ook, voor zover van toepassing, intekenen op een lijst of gewoon iets in een collectebus stoppen. Alvast bedankt1 Zeer sterken Vrijgezellen Scheidingen Buitenlanders BEVOLKING NAAR BURGERLIJKE STAAT 1 januari 1989 LEEFTIJDSOPBOUW per 1 JANUARI 1990 gemeente Leusden leeftijd in jaren GEVESTIGDE en VERTROKKEN PERSONEN gemeente Leusden gemeente Leusden Nederland WOENSDAG 30 MEI 1990 LEUSDEN - Lensden is nog steeds een "jonge' gemeente, maar begint demografisch langzamerhand in de pas te lopen met de rest van Nederland. Dat blijkt uit cijfers uit het Statistisch jaarboek, dat de gemeente Leusden onlangs publiceerde. Zo ligt het geboorte-overschot met 7,7 per 1000 inwoners nog steeds royaal boven dat van Nederland (4,2) en de rest van de provincie Utrecht (5,2), maar het verschil loopt terug. De nivel lering blijkt ook uit de terugloop van het aantal geboorten, dat overigens nog steeds hoger ligt dan in de rest van de provincie en Nederland, en uit het aantal sterfgevallen, dat procentueel toeneemt. De cijfers maken duidelijk dat Leusden de belangrijkste groei achter de rug heeft. De forse uit breidingen in de jaren zeventig wa ren er de oorzaak van dat de ge meente wat betreft de bevolkings opbouw een sterk afwijkend beeld vertoonde ten opzichte van de rest van Nederland. De nieuwbouw trok veel jonge mensen, wat tevens tot gevolg had dat er relatief veel geboorten te noteren vielen en pro centueel weinig sterfgevallen. De stabilisatie die de laatste jaren ken merkte, begint ook in de cijfers tot uitdrukking te komen. De groei van de gemeente kwam voornamelijk tot stand in de jaren zeventig, toen Leusden, na de sa menvoeging van Leusden en Stou- tenburg in 1969, verdubbelde. Tel de Leusden in 1970 10.031 inwo ners, in 1980 was dat aantal ge groeid tot 20.272. Daarna ging de groei langzamer en in januari van dit jaar telde Leusden 27.272 inwo ners, precies zevenduizend meer als tien jaar geleden. Een jaar eer der, in 1989, overigens was Leus den groter: 27.303 mwoners. Vanaf 1960 was er in de ontwik keling van de bevolkingsomvang in de gemeente een aantal opval lende momenten. Bijvoorbeeld de jaren '76-77, toen de groei van Leusden plotseling stagneerde. Be droeg het migratiesaldo (het posi tieve verschil tussen nieuwkomers en vertrekkers) in 1975 nog 1.444 en de totale bevolkingstoename (migratiesaldo geboorte-over schot) 1.635, in 1976 was die som nog slechts 298. En dat aantal moest zelfs nog voor een belangrijk deel aan geboorten worden toege schreven (overschot van 206). In 1977 sloeg de balans door naar het negatieve. Per saldo was Leusden in dat jaar 29 inwoners kleiner dan een jaar eerder. Er vestigden zich minder mensen in de gemeente dan er vertrokken en dat beeld kon slechts gedeeltelijk worden bijge steld door het geboorte-overschot dat jaar. Overigens was 1975, een jaar dat het nog de goede kant opging, ook al de negatieve ten dens merkbaar. De netto-bevol- kingsgroei van de gemeente lag met 1.635 al beduidend lager dan het topjaar 1974, toen maar liefst netto 2.380 meuwe Leusdenaren (verhuizers en babies) ingeschre ven konden worden. Vanaf 1977 ging groei weer m opwaartse rich ting. Een vergelijkbare statistische golfbeweging deed zich ook in de jaren tachtig voor. Toen was het jaar 1983 een absolute uitschieter. Er kwamen 2.949 mensen in Leus den wonen en een dergelijk aantal werd alleen in 1974 (3.161) over troffen. Netto hield de gemeente dat jaar 2.072 nieuwe inwoners over en daarmee neemt 1983 op de eeuwige ranglijst een tweede plaats in, achter 1974 (2.380). Vanaf 1983 werd de trend omgebogen en dat leidde in het afgelopen jaar tot een nieuw dieptepunt in de ontwik keling van de bevolking, in 1990 telde Leusden 31 inwoners minder dan in 1989. Dat kwam vooral om dat er relatief veel mensen uit Leus den vertrokken. Met 1.548 waren dat er veel meer dan er kwamen wonen (1.283). Het geboorte-over WEET U VOOR WIE U GEEFT? De collecteperiode loopt van 28 mei t/m 10 juni 1990. T.N.V. HIT NEDERLANDSE RODE KRUIS DEN HAAG Het Nederlandse Rode Kruis Postbus 28120 2502 KC 'S-GRAVENHAGE "tsr- een kwart van de Leusdense bevol king is 0-19 jaar oud. Kinderen in de studentenleeftijd verlaten Leusden kennelijk nog al eens, getuige het feit dat er in de leeftijd 20-29 jaar plotseling een knik komt in de gra fiek. (De cijfers zijn ontleend aan het Statistisch jaarboek van de meente Leusden. Belangstel!, den kunnen op het gemeente^ een exemplaar inzien.) schot van 234 kon die tendens maar gedeeltelijk keren. Afgezet tegen de hoeveelheid mensen die er m de gemeente woonden op een bepaald moment, moet 1973 als het absolute topjaar m de groei van Leusden worden beschouwd. Op elke 1.000 inwo ners van de gemeente, kwamen er in dat jaar ruim 149 bij. Op die wijze berekend geldt 1983 ook nog steeds als een topjaar in het laatste decennium, maar blijft met bijna 90 meuwe inwoners (netto) op elke 1.000 die er al woonden, bedui dend achter bij de uitschieters in de jaren zeventig (1971: 130,1; 1972: 120,7; 1973: 113,9). het feit dat Leusden als een rela tief jonge gemeente moet worden gekwalificeerd, blijkt ook uit de leeftijdsopbouw van de bevolking. Bijna 28% van de bevolking is 30 tot 44 jaar oud. Daarvan nemen de 30- 34-jangen de belangrijkste plaats in. Die groep wordt op de voet gevolgd door de kinderen, van peuter tot adolescent. Ongeveer In de gemeente Leusden woont een aantal mensen dat de leeftijd der zeer sterken heeft bereikt. Per 1 januari woonden er in Leusden 79 mensen van 90 jaar en ouder. 315 Leusdenaren waren 80- 84 jaar en 162 inwoners van de gemeente waren 85-89 jaar. Het aantal vrouwen is in die leeftijd, in overeenstem ming met het landelijk beeld, veruit in de meerderheid. 664 Vrouwen waren in januari 1990 75 jaar of ouder, terwijl op datzelfde moment 348 mannen in die leeftijd in Leusden woonden. De kans om erg oud te wor den is in Achterveld het grootst, waar in januari 1990 0,9 van de vrouwen ouder was dan 90. De mannen kwa men op 0,5 Voor de gehele gemeente liggen die cijfers respectievelijk op 0,4 en 0,1 Vanaf het 59-ste levens jaar gaan de mannen in Leus den sneller dood dan de vrou wen. In de categorie 55-59 jarigen zijn de mannen nog in de meerderheid (555 om 521), maar daarna wordt de groep vrouwen steeds groter. Bij de alleroudsten (90 jaar en ou der) zijn er in Leusden in ja nuari 1990 nog maar 19 man nen, tegen maar liefst 60 vrouwen. Het aantal vrijgezellen in de gemeente Leusden neemt ge staag af. Was in 1980 nog 49,6% van de mannen en 44,7% van de vrouwen vrij gezel, in 1990 waren die cij fers teruggelopen tot respec tievelijk 46,3 en 41,5 Het aantal gehuwde mannen liep in het laatste decennium op van 48,3 tot 49,6 Bij de vrouwen was daarentegen een lichte daling merkbaar. Was in 1980 nog 49,1 van de vrouwen gehuwd, in 1990 was dat aantal teruggelopen tot 48,8 Het aantal wedu wen en weduwnaren bleef in die periode nagenoeg con stant: van 1,1 in 1980 tot 1,2 in 1990. Ten opzichte van de rest van Nederland kende Leus den in 1980 nog een relatief groot aantal vrijgezelle man nen (47,1 om 49,6 In 1989 was dat beeld omge keerd: 47,0% om 46,8%. In het laatste jaar nam het aan tal vrijgezelle mannen in Leusden verder af tot 46,3 (landelijk cijfer nog niet be kend). Voor wat betreft de vrou wen heeft Leusden nog steeds een relatief groot aan tal vrijgezellen, al neemt de hoeveelheid ten opzichte van de rest van Nederland wel af. In 1980 was het ver schil bijna 4% (40,8 om 44,7), maar in 1989 was dat al ge corrigeerd tot 40,1% (NL) en 41,8% (Leusden). In Leusden liep het aantal vrijgezelle vrouwen verder terug tot 41,5% van de bevolking. In Leusden lopen de laatste tien jaar in toenemende mate huwelijken op de klippen maar vergeleken met de rest van Nederland is het gemid delde Leusdense huwelijk niet erg slecht. In 1980 liet 1,0% van de mannen en 1,8% van de vrouwen zich van hou partner scheiden. Landelijk lagen die cijfers toen op res pectievelijk 1,9% en 2,5%. h, 1989 waren die cijfers opge lopen tot 2,7% van de man nen (NL: 3,6%) en 3,6% van de vrouwen (NL: 4,5%). Li totaal liep in 1980 1,4% van de Leusdense huwelijken op de klippen (NL: 2,2%) en in 1989 3,2% (NL: 4,0%). In Leusden wonen relatief weinig buitenlanders. Op elke 1.000 inwoners van de gemeente zijn er 13,1 van buitenlandse afkomst. Lan delijk ligt dat cijfer ruim drie keer zo hoog (42,1). Dat getal vertoont relatief zelfs een daling, waar in het land een lichte stijging door de jaren heen merkbaar is. In 1984 waren nog 14,3 inwoners van Leusden op elke 1.000 van buitenlandse afkomst (NL: 38,4). In 1988 woonden rela tief de minste buitenlanders in Leusden (12 op elke 1.000), Daarna nam dat aantal weer toe. De meeste buitenlanders, die in 1989 Leusden woon den, kwamen uit Duitsland (31), Turkije (33), Engeland (49), Marokko (27) en Ameri ka (31). procentuele verdeling 1400 aantal personen O -5-10 - 15-20-25-30-35-40-45-50-65-60-65-70-76-80-B6-«0 e.O. I mannen I vrouwen J500 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 8! per jaar gevestigde personen vertrokken personen ongehuwd ongehuwd gehuwd 49,2 gehuwd 46,7 gescheiden 3.2 gescheiden 4 verweduwd 3.4

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1990 | | pagina 8