„Iedere alcoholist is een genie in het verbergen van zijn probleem" Afvalverwerking Leusden staat op eenzame hoogte Echtpaar overwon met de SOHA Henri's alcoholisme Ree doodgereden Reekalf plaatselijk nieuws DONDERDAG 7 JUNI 1990 LEUSDEN - Het afvalbeleid van de gemeente Leusden staat provinciaal gezien op eenzame hoogte. Dit blijkt uit het ont werp van het tweede Afvalstoffenplan 1991-1995 van de pro vincie Utrecht en tonnage-cijfers. Het voorgenomen beleid van de provincie gaat vergezeld van een milieu-effectrapportage (MER). Uit zowel het ontwerp-plan van de provincie als uit de MER-studie I blijkt dat de gemeente aanzienlijke bestuurlijke en organisatorische in spanningen dienen te verrichten. Ook dient elke gemeente een voorlichtings- en educatiepro gramma vast te stellen. De beoog de activiteiten nopen elke ge meente de afvalstoffenverordening aan te passen. Wanneer de gemeenteraad vol gens plan emd 1991 het Gemeente lijk Afvalstoffenplan vaststelt, dan is het niet ondenkbaar dat in 1992 de reinigingstaken worden uitge voerd op het streefniveau van het jaar 2000. Deze verwachting is niet onrealistisch omdat de burgers nu al dertig procent minder huisvuil naar de vuilverbranding laten ver voeren dan de huishoudens in ver gelijkbare gemeenten als Maars- sen, De Bilt en Ronde Venen (Wil- nis e.o.). Landelijk gezien is Leusden toonaangevend met een aantal acti viteiten die de afvalstroom ombui- gen en een nuttig hergebruik I bevorderen. De voorzieningen als I tuingroenplaatsen en het te ver plaatsen station voor het geschei den brengen van grof huisafval ge ven Leusden een voorbeeldfunctie. Ook is er geen enkele gemeente in ons land die dne bedrijven betrekt bij het gesorteerd inzamelen van hoogwaardig afval als tuin groen, groente- en fruit, glas en papier/ karton. Het ontwerp van het provinciaal afvalstoffenplan en het meest mi lieuvriendelijke alternatief, samen gesteld door het TNO-Centrum voor Milieu-effectonderzoek (CMEO), wensen uitbreiding en intensivering van het beleid. Voor de Leusdense huishoudens kan dit betekenen: - een regelmatige inzameling van het klein chemisch afval dat apart gehouden kan worden in een gif bak; - sorteercontainers in wijkparkjes (vgl. tuingroenplaatsen) glas, tex tiel, kunststof; - glasbakken op loopafstand (zie boven); - inzameling van metaal en hout bij inzameling papier/karton; - inzameling organisch afval (groene en fruit) bij hoogbouw; - nadere uitselectie van grof huis afval op het centraal station; - regelmatige voorlichting; - informatie over thuis-composte- ring. Voor de Leusdense bedrijven voorziet de provincie in: - een haalsysteem voor klein che misch afval; - het gescheiden aanbieden van bedrijfsmatig ontstaan afval; - inzameling van kunststoffen, groente en fruit naast glas, papier/ karton; - een hergebruikconsulent; - inzameling van steenwol, naast landbouwplastic - gescheiden inzameling van marktafval; papier/karton, groente en fruit; - overleg met containerbednjven over gescheiden inzameling van het bouw- en sloopafval. Voor het Leusdense plantsoenaf val en particulier groen is een lo kale compostering een geschikte vorm van afvalbeheer. Uit de sa- ACHTERVELD - Op de Finselaar- seweg m Achterveld heeft een au- menvatting van het provinciaal ont- werp-plan blijkt dat de CMEO-stu- die, met het meest milieuvriende lijkst alternatief, in 1995 het meest positief is. Ook ten aanzien van de kosten die nodig zijn voor verbran ding én nuttige toepassing (herge bruik) door een scala van voorzie ningen en een geïntegreerde inza meling van hoogwaardige compo nenten en milieuschadelijk afval. Het ontwerp-plan en het MER-rap- port is vorige week donderdag be sproken door de commissie Milieu van de Provinciale Staten. Het provinciaal afvalstoffenplan 1991-1995 wordt naar verwachting dit najaar definitief vastgesteld en ter goedkeuring voorgedragen aan de kroon. Ook zullen dan de even tuele inspraakreacties worden ver meld. De Stichtse Milieufederatie liet telefonisch weten om in de maand september een informatie bijeenkomst te houden. Volgens het CMEO is het een uitdaging om een zo hoog mogelijk milieurendement te halen tegen zo laag mogelijke kosten en inspan ningen. Als kanttekening vermeldt de MER-studie de moeilijk kwanti ficeerbare inspanning om de in houdelijke kennis te vergroten op het terrein van afvalpreventie en hergebruik om te komen tot imple mentatie van het afvalbeleid. tomobilist dinsdagmorgen om streeks elf uur een overstekend ree aangereden. Het dier overleefde de botsing met. De auto werd aan de voorzijde zwaar beschadigd. De automobilist bleef ongedeerd. waarbij de dokter hem het gebruik van jenever verbood. „Jenever zat m van die kleine glaasje. Ik had er niet zo'n erg in dat hij flinke hoe veelheden dronk. Maar toen hij overstapte op de wijn kreeg een steeds gruwelijker hekel aan de drank. Toch haalde ik het, bang als ik was voor zijn boosheid en scher pe tong." Dat er iets aan het veranderen was bij Lia bleek toen Henri, een paar jaar later opmeuw als niet-lo- pend patiént thuis kwam uit het ziekenhuis kwam. Ze weigerde drank te halen. Henri ging, terwijl hij nauwelijks op zijn benen kon staan, zelf. Lia zocht hulp maar stuitte op een muur van onbegrip en ongeloof. „Het was zo frustre rend. Ik hep op alle fronten vast." De huisdokter van toen zei volgens Lia: „Maar uw man zegt dat hij niet drinkt." Henri nu: „Iedere alcoho list is een genie in het verbergen van zijn drinkgewoonte. Ik kon ie dereen, inclusief mezelf, overtui gen dat ik niet aan de drank ver slaafd was. Ach, af en toe een glaasje wijn kon toch geen kwaad." De huisdokter opmeuw: „Zelfs als er sprake zou zijn van een pro bleem dan nog kunt u het wel aan. U bent daar flink genoeg voor." En enige tijd later toen het probleem wel duidelijk lag: „Uw man is zich dood aan het drinken. Hooguit nog een jaar dan bent u er van af. U moet nog even volhouden." PROBLEEM Het probleem sudderde ruim tien jaar door. Henri werd gepen sioneerd. Dat betekende meer tijd. De drankjes buitenshuis met colle ga's vervielen en moesten thuis worden ingehaald. Bovendien dook het oorlogsverleden steeds klemmender op. Vooral in de we ken voor vier mei stond het gezin onder spanning. Henri nu: „De me dia rakelen ook alles op. Bijvoor beeld het slaan van de etensbak ken tegen de verwarmingspijpen. Dat deden we wanneer jongens werden afgevoerd. We wisten offi cieel van niks maar begrepen van alles. Die etensblikken maakten een geweldige herrie. Wanneer ik dat geluid weer hoor krijg ik het nog moeilijk." Lia, de flinke vrouw die zo goed voor haar moeder had gezorgd, zoveel jonge mensen m de studie begeleid had en thuis altijd klaar stond voor man en kinderen, trok onbewust een streep. Tot hier en niet verder. Op 16 december 1987 werd haar eindpunt bereikt. „Het is een datum die ik nooit vergeten zal. Ik kon met meer. Ik ben naar de huisarts gelopen, dezelfde die me nooit geholpen had en ik heb ge zegd hier sta ik, ik kan niks meer. Daarna ben ik naar mijn zoon ne- gaan waarna de huisarts opname in een herstellingsoord regelde." In het herstellingsoord werd ze opgevangen en begeleid door een psycholoog. Die zag maar een goe de oplossing. Ze moest maar gaan scheiden. Ze vroeg echtscheiding aan. „Ik wist dat het zo met verder kon. Ik zag geen uitweg mee Scheiden wilde ik eigenlijk niet. Ondanks alles hield ik nog steeds van hem. Maar wat moest ik dan?" Ze luisterde naar dat wat haar werd voorgeschreven zoals ze altijd ge luisterd had naar wat haar opge dragen werd. Ondertussen had ze wel wroeging en medelijden met de man die nu zo 'van God en alle mensen verlaten alleen thuis zat' en zelf zijn drank moest halen. Henn: „Achteraf kun je zeggen dat een heleboel factoren toen een rol gin gen spelen. Dat ze weg zou lopen had ik nooit van haar verwacht Ik wilde het niet. Ik hield toch van haar. Bovendien begon ik zelf te begrijpen dat ik wel erg veel dronk. Ik nam mij steeds opnieuw voor minder te gaan drinken. Dat hield ik hooguit éen a twee dagen vol. Ik begon me af te vragen waar om ik dit niet vol hield. Meestal als ik iets wil dan gebeurt het ook." SOHA Via Lia's psycholoog en de huis arts werd de SOHA ingeschakeld. Met als gevolg dat op de woensdag voor de maandag waarop de schei ding zou worden uitgesproken er twee heren aan de deur bij Henn stonden. Ze zeiden dat ze namens de huisarts kwamen, die zich heel ongerust zou maken. Henri zou een drankprobleem hebben. Henn trok zijn smoezentrommel open. Hoe kwamen ze erbij dat hij een drankprobleem had?! „Toen gebeurde het", herinnert Henri zich als de dag van gisteren: „Ze prikten al mijn argumenten door. Het waren ervaringsdeskun digen die mij op alles lik op stuk wisten te geven." Henri, wiens ei genwijsheid niet onder drankge bruik geleden heeft, weet nog steeds waardering op te brengen voor die eerste aanpak. „Nu doe je het zelf precies zo bij mensen die hun problemen met willen toege ven" verklaart Lia trots. „Ik denk wel eens, wanneer ik toen ik in de problemen zat, iemand had getrof fen zoals jij nu bent, wat zou ik dan geholpen zijn geweest." De SOHA regelde een 'relatie- gesprek'. Lia: „Ik zei dat er van een relatie geen sprake meer was. Ze zeiden, dan maken we er een rela tie-evaluerend gesprek van." Lia ging zonder hoop. Het was maart. Ze had haar man, op één keer na toen hij de psycholoog zo ongeveer omver had weten te praten, gezien. Dat hij kwam, was de grote stap. „Zoals hij daar in zijn eentje in dat kamertje zat en hoe er op hem werd ingepraat. Hij kreeg geen kans om ze te overbluffen." Henri: „Ik ben er altijd van uitgegaan dat aanval de beste verdediging is. Ik heb verkoopervaring, daarbij is het belangrijk het heft m handen te houden. Bij mijn drankgebruik ging het net zo. Na de erkenning dat ik misschien wat meer dan verstandig was dronk, kwam de overtuiging dat ik daar zelf wel iets aan doen kon. Ik had daarvoor niemand no dig en zeker geen SOHA." Maar aan het einde van het gesprek was hij omgedraaid als een blad van een boom. Lia had, misschien on bedoeld, haar sterkste troef uitge speeld. de volgende dag zou ze uit het herstellingsoord ontslagen worden. SOHA-mensen stelden haar voor opnieuw naar huis te gaan „Nee", zei ze vastberaden en zette daarmee iedereen op het ver keerde been. Henri besloot opge nomen te willen worden wanneer dit de volgende dag zou kunnen, zodat zijn vrouw thuis kon komen in zijn afwezigheid. Dat lukte. „Het was met zo dat ik van de drank af wilde en me daarom op liet nemen. Ik wilde, als het dan zonodig was om mijn huwelijk te redden, mijn drankgewoonte con troleerbaar maken. De verslaving opgeven maar het lekkere houden. De redenatie van veel verslaafden. Het is jeremste kolder. Af en toe een drankje lukt niet. Ik moet de eerste nog tegen komen. Ik liet me opnemen met het idee: bevalt het met dan verdwijn ik weer." Hij bleef, drie lange maanden. Lia kreeg vanaf die tijd begeleiding door de SOHA. De scheiding werd opgeschort en zou uiteindelijk nooit doorgaan. „Pas door deze be geleiding ontdekte ik dat ik ook met een paar frustraties zat. Ik leer de voor mezelf opkomen. Mijn me deleven en verantwoordelijkheids gevoel voor mijn medemens ging ten koste van mezelf. Ik leerde op komen voor mijn eigen belangen. De SOHA leerde mij dit op een hele discrete manier. Ze schreven niet voor. Ze lieten me praten en vroe gen af en toe waarom ik iets dacht, of deed en of het ook op een ande re manier zou kunnen. Ze braken het muurtje van mijn enthousiaste, lieve, vrolijke ik af', zegt ze op meuw heel enthousiast, vrolijk en lief maar vooral weerbaar. Niet dat na de opname ineens alles koek en ei was. Henn: „Ik kreeg de hele dag begeleiding en was de hele dag met de problemen bezig. Zij had een uurtje per week en moest zich voor de rest zien te redden. Ook tegenover de buitenwereld die vroeg naar haar 'zieke man'. Wanneer ik thuis kwam, in het weekend, moest ik ontdekken dat zij aan veel nog niet toe was, wat ik al verwerkt had." BANG Lia bekend „Ik was bang voor hem. Bang dat alles opmeuw zou beginnen. Maar tegelijkertijd ont ving ik hem met lekkere hapjes en al'.es zo gezellig mogelijk. Maar hij moest niets meer van mij willen. Daar walgde ik van. We hadden tijd nodig om een nieuwe relatie op te bouwen. We hadden het geluk dat de fundamenten van ons huwe lijk nog intact waren. Onze liefde voor elkaar bleef de basis waar vanuit we verder konden." Eenmaal thuis verklaarde Henri zichzelf voor genezen. Zijn vrouw bleef een jaar lang de partner- groep van de SOHA bezoeken. Henn wilde niet mee. „Kijk, de SOHA geeft het gereedschap. De klus moet je zelf klaren", zei hij. Na emge bewerking stemde hij in één keer mee te gaan naar een bijeen komst waarbij ook verslaafden aanwezig zouden zijm „Aanvanke lijk zei ik nee. Ik had een streep onder mijn verslaving gezet. Dat boek was uit. Dan moet je met blij ven doorzeuren. Ik heb het uitein delijk toch gedaan omdat ik ver moedde met mijn ervaringen ande ren van dienst te kunnen zijn." Sindsdien is hij aktief vrijwilliger, onder andere bij de telefoon-hulp- dienst. Lia: „het gebeurt zo vaak dat ik andere mensen hun ervaringen hoor vertellen en dat het is alsof ik m een spiegel kijk. Wanneer ik dan mijn mening zeg. lijkt het alsof ik deze ook tegen mij zelf zeg. Daar heb ik veel aan." Henn stelt zich, zoals te verwachten, minder afhan kelijk op. „Tegenwoordig praten we veel. Oppotten is niet goed. De ervaringen met praatgroepen heb ben mij geleerd hoe belangrijk het mtspreken van gedachten en pro blemen is." Beide: „Dankzij de SOHA kunnen wij nu andere men sen helpen. We voelen ons niet ouder of wijzer. Misschien is het juist onze kwetsbaarheid, onze open opstelling, waardoor mensen met hun problemen bij ons komen en wij met problemen bij hun kun nen komen. Daar zijn we intens dankbaar voor." Hij was verslaafd. Zij ging er aan kapot. Vijfjaar later lijkt de rust weergekeerd. Wat overigens nog niet hetzelfde is als een terugkeer naar de oude situatie. Beide zijn ze veranderd. Hij drinkt geen alcohol meer sinds hij begrepen heeft, hoe dierbaar de dingen waren, die hij aan het kapot maken was. Van een stille drinker met een scherpe tong veranderde hij in een 'ervaringsdeskundige' die een ander graag van zijn informatie laat profiteren. Zij heeft leren opkomen voor zichzelf, voor haar interesses leren kiezen. Samen hebben ze leren praten. Mede dankzij de SOHA. De Stichting Opvang en Herstel van Alcoholici. Zondag 10 mei is in Nederland uitgeroepen tot 'Verslavings-bestrijdings- dag'. Om het belang van instanties als de SOHA te onder strepen willen Henri en Lia hun verhaal aan de krant kwijt. Gedeeltelijk anoniem want „Anders kunnen we wel een bord in de voortuin zetten met: Ik was verslaafd er op." Maar ook omdat ieder verhaal persoonlijk is maar met heel veel herkenbare streken. Een openhartig interview. flJSDEN - Henri is bijna 68 jaar oud. Gepensioneerd leidingge- ende van een bedrijf dat technische produkten in het buiten- uid verkocht. Zijn functie vereiste veel en lange reizen, het jjwonen van congressen, vergaderingen en beurzen. Daarbij wrden de vele directe contacten waarbij het bijna een indi kte arbeidsvoorwaarde was om er goed bij te drinken. Henri gt nu: „Soms was het nodig om een wat lossere sfeer te «ken. Wanneer mensen vrijuit praten krijg je meer informa- t, Drank doet de mensen makkelijker praten, je hoorde dan eel. Een wijntje bij een lekkere maaltijd, na de vergadering en i onderschrijving van de plezierige contacten, doet soms onderen." Langzaam maar zeker kon Henn dineer zonder. Om te onderstre- ic dat zijn werk er nooit onder Jeden heeft verklaart hij met op leven vinger „Maar nooit over- g. Nooit voor vijf uur." Zijn vrouw nnikt en vult aan: „Daarbij moet je voorstellen dat je op zaterdag shalf vijf met hoefde te vragen of jrek had in thee. Hij keek dan op shorloge en weigerde want pre ss om vijf uur kwam de fles op fel" Ljn vrouw Lia „Ik had een hekel s drank. Altijd gehad. Maar hij d dat hij er recht op had. Het ■ft lang geduurd voordat ik m i dat drank een probleem aan [worden was. Zelfs als mijn zoon lerop wees dat zijn vader te veel onk, ontkende ik het. Henri was slotte veel en lang weg. Jaren- g wachtte ik met zijn eten in een metje op het lichtje. Dan kwam j thuis met de mededeling al ge- ten en gedronken te hebben en :g 'doodmoe' naar bed. Hij zei citveel. Ik klaagde niet. We had- 3 weinig contact in die tijd." ORLOG langzaam maar zeker ging de ink een andere rol spelen. Van cuddelaar naar slaapmiddel, sri is in 1942 opgepakt door de -tsers vanwege verzetswerk. 5 bijna vijf jaar later kwam hij "tg uit de kampen en gevange nen. Vooral de tijd van voor zijn têstatie begon hem parten te den. „Ik moest als knaap van tper twintig beslissingen nemen ileven en dood. Ik begon me steeds meer af te vragen of ik de goede beslissingen had genomen. De twijfel bleef wroeten. Het was toen chaos. Je kon in de eerste oorlogstijd op memand terugval len. Er waren geen regels. Het ver zet was met georganiseerd. Er ge beurden simpelweg dingen waar van ik als jonge knul dacht dat kan niet, dat moet niet mogen, daar doe ik wat aan. De keuze was voor of tegen. Daar tussendoor lopen is volgens mij niet mogelijk." Met de laatste woorden tekent Henri zich zelf. Wat hij doet, doet hij met overtuiging en achteraf niet zeuren. Dat het toch bleef zeuren wilde hij niet erkennen. Drank verdoezelde de problemen. Thuis werden de problemen langzaam maar zeker groter. Lia lijkt het prototype van iemand die is opgevoed met het idee dat dienst baarheid het hoogste goed is. Zij stond klaar. Ze houdt van boeken maar: „Als ik het over kon doen zou ik biologie gaan studeren of iets medisch."Bovenal houdt ze van mensen. „Ik kan niet tegen ruzie of kwaaiigheid. Dan word ik heel ver drietig en ga ik maar weg." Haar eigen zorgen was ze gewend niet te tellen. Ze stond klaar en 'iedereen' vond haar flink, altijd vrolijk. De man waarvoor ze ooit met zoveel overtuiging gekozen had was ie mand geworden die weg of moe was. Wanneer hij wat zei was het meestal snijdend scherp. Hij ver toonde geen dronkemansgedrag, werd niet agressief, alleen chagrij nig. Zij diende de drank in huis te halen. Wijn hoorde er bij. Sinds Henri hartklachten had gehad Het is weer de tijd dat de reekalfjes worden geboren en bet gebeurt nog ieder jaar dat handelaars een „van de moe der verlaten jong" vinden. Dit hardnekkig misverstand blijkt, niettegenstaande alle voor lichting, nog steeds te bestaan. Het is voor de reeémoeder, de zogenaamde reegeit, volko men normaal om haar kalfje op *en verdekt plaatsje te ver- Soppen, af te leggen, zeggen de boswachters. De lichte bekken van het jonge dier ge- ?en het een prachtige camou flage. De reegeit is nooit ver uit de buurt en zal bij dreigend jjevaar, met doodsverachting, ^aar kroost verdedigen tegen 7°s, das, havik, boommarter eri hermelijn. Alleen mensen, die hun jongen belagen, durft niet aan te vallen. En zo bomt het dat er ieder jaar weer zeekalfjes, met de beste be doelingen, in een kistje of ^dje jammerlijk omkomen. Het kan natuurlijk voorko men dat het nodig is te probe ren een reekalf groot te bren gen, als bijvoorbeeld de moe der is omgekomen. Ga dan nooit zelf dokteren maar laat het over aan de vakmensen. Het is namelijk voor de leek onmogelijk en voor deskundi gen, zoals boswachters, heel moeilijk. De enige melk, die voor het kalfje de nodige af- weerstoffen bevat, is reeëmelk en die is niet verkrijgbaar m de supermarkt. De eerste week al gaan ze knabbelen aan gras sen en kruiden. Dat is met be doeld als voeding, maar is no dig om de darmflora op gang te brengen, die nu eenmaal nodig is om het eten te verte ren. Met dat doel eten ze ook wel keuteltjes van de moeder, om de bacteriën uit haar inge wanden binnen te knjgen. Mocht het al gelukt zijn een kalfje groot te brengen, dan komt nog de moeilijkheid het terug te zetten m de natuur. Het kalfje moet, tijdens de opfok- periode, zo mm mogelijk met mensen in aanraking komen om zijn schuwheid niet te ver liezen. Dat is enige jaren gele den nog gebleken toen ie mand een grootgebrachte bok m de bossen losliet. Het beest was niet bang voor mensen en viel wandelaars en fietsers lastig, tot er iemand flink werd toegetakeld. Met een geweer kwam toen een einde aan de geschiedenis. Dan is er nog zo'n baker praatje dat de wereld uit moet. Je hoort vaak beweren dat een reegeit haar kalfjes in de steek laat als er een mensengeur aan zit. In de praktijk is het tegen deel bewezen, er zijn zelfs ree geiten geweest die hun kalf uit gevangenschap trachtten te bevrijden. Dat is natuurlijk geen vrijbrief om een gevon den reekalfje maar eens lek ker te knuffelen. Afblijven en wegwezen; reeen houden niet van verstoring. Het is dus het beste om een kalfje, dat ie mand heeft meegenomen, zo spoedig mogelijk terug te brengen naar de plek waar het is gevonden. De moeder zal namelijk, bij vermissing, nog enige tijd de omgeving blijven afzoeken. G. van Leeuwen

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1990 | | pagina 7