I
:obert Hoffmann de slimste in
-erhitte Ronde van Achterveld
:lltijd rekenen, daar
rord ik doodmoe van'
)uderen kunnen niet tegen hun verlies'
finst Ermeloër betwist door medevluchters
fH -
I WOENSDAG 18 JULI 1990
[CHTERVELD - In eerste instantie was de reactie verbeten,
ig haast en klonk als een 'gestolen overwinning1, de
ïerkind van een van de gebroeders Paardekooper uit Zoe-
foade na afloop van de door de Ermeloer Robert Hoffmann
fonnen Ronde van Achterveld. 'Hij heeft er niets aan ge-
n; wij hebben het zware werk moeten doen in de wedstrijd
op het laatste moment gaat hij met de eer strijken', brieste
aangeslagen Frans Paardekoper, die met zijn broer Stan
oegen moesten nemen met een tweede en derde plaats,
maar Hoffmann: 'Jullie moeten eerst maar eens leren fiet-
Ik heb de hele wedstrijd hard gewerkt',
ater, toen de boze buien waren gezakt en de bloemen en
dailies waren uitgereikt, werd de vete pedalerend over het
laten circuit toch maar bijgelegd. De heren ontmoeten el-
i vroeg of laat toch weer ergens aan de startlijn en je weet in
metier immers nooit hoe je elkaar in een koers nodig kunt
ben.
Feit blijft dat de strijd in deze
Ronde van Achterveld voor een
belangrijk deel is bepaald door de
beide renners uit Zoeterwoude. Dat
was dan met name het geval in het
tweede gedeelte van de wedstrijd,
want halfweg koers hadden de
Paardekoopers zich nauwelijks la
ten zien in de voorste frontlinie. Dat
was wel het geval met mannen als
Marcel Kamerling uit de hoofdstad,
Arie van Wijk uit Vreeland en Hans
van Dijk uit Nieuwegein. Vooral de
Amsterdammer toonde deze mid
dag de nodige vechtlust; in de loop
van de strijd zou evenwel blijken
dat hij in de beginfase te veel van
zijn krachten had verbruikt.
Ed Dijkhuizen uit Leusden reed
glorieus voorop bij de eerste pas
sage, maar zou later terug moeten
vallen. De Achtervelder Jan Dijkhof
zou weinig vreugde aan de ronde
m zijn eigen woonplaats beleven;
Door een onhandige manoeuvre
van een voor hem rijdende coureur
kwam hij reeds in de zesde ronde
ten val en moest helaas de strijd
staken. Pech ook voor zijn teamge
noot Paul Ossendrijver, die on
danks een uitstekend gereden
koers niet in staat was om zonder
verdere hulp de strijd met de hefti
ge concurrentie voldoende het
hoofd te kunnen bieden. Zijn titel
zou hij dus deze middag moeten
inleveren.
Wie vooral m de eerste twintig
ronden wel sterk de aandacht op
eiste was de latere winnaar Robert
Hoffmann, kort geleden nog de
belangrijkste rivaal van Ossendrij
ver in de door de Leusdenaar ge
wonnen ronde in zijn eigen woon
plaats. Rondenlang was hij te vin
den m de voorste gelederen.
Het tweede gedeelte van de
wedstrijd na ruim drie kwartier
koersen over vijfendertig kilome
ter werd voor het belangrijkste
deel bepaald door het optreden
van Stan Paardekooper, die zich
aanvankelijk via een geslaagde
ontsnapping losreed van het pelo
ton en beurtelings gezelschap
kreeg van zijn broer Frans, Paul
Ossendrijver, de eveneens sterk
rijdende Wessel Kerkhof en een
verbeten jagende Teus Kers uit Lo-
pik. Paardekooper noteerde op
tweederde van de wedstrijd samen
met Ossendrijver en Hoffmann een
voorsprong van bijna vijftien se-
konden, maar de vluchters werden
vijftien ronden voor het emde te
ruggehaald.
Ondanks de hoge temperatuur
bleef de vechtlust groot waardoor
het toch nog vrij talrijke pubhek
getuige kon zijn van een interes
sant strijdverloop met venijnige de
marrages en verbeten premie
sprints. Toen er nog tien van de
zestig ronden waren te rijden
scheurde het peloton uiteen; er
werd een kopgroepje geformeerd
met de gebroeders Paardekooper,
Robert Hoffmann en Jan-Willem
van Soest uit Hou*°n. r»it viertal nam
wat later de beslissende voor
sprong zou blijken te worden.
Hoffmann bleek in de eindsprint na
zeventig kilometer de snelste, zeer
tot ongenoegen aanvankelijk van
de Zoeterwoudse gebroeders, die
meenden dat het werkzaam aan
deel van de winnaar te gering was
geweest. Commentaar van Hoff
mann: 'Met mijn twintigjarige erva
ring als wielrenner weet ik best
hoe ik een koers moet rijden'.
PLOEGENRIT
Aan de Ronde van Achterveld,
die per traditie geldt als de proloog
Het peloton dendert door de straten van Achterveld.
Microfonist Ton Rademaker spreekt het peloton hefhebbers/veteranen moed in voor het vertrek van de
Ronde van Achterveld.
van de Tour de Junior, ging een
ploegenachtervolging vooraf. Zes
teams van elk vier renners, waar
onder een damesploeg van het be
drijf Jan van Luttikhuizen, kwamen
uit in de voorronden. De drie snel
ste teams kregen een plaats m de
finale; het werden de ploegen van
café De Roskam, het njwielbedrijf
Blom uit Leusden en het aanne
mersbedrijf MIHA. De Roskam met
de renners Piet Wassenaar, Marco
Kooyman, Gerwin Berendsen en
Jaap Bogaard werd winnaar in de
tijd van 8.05.18. Blom eindigde als
tweede met Tom van Ruitenbeek
en de gebroeders Dirk-Jan, Gerrit
en Albert van Ramshorst in 8.06.53;
derde werd MIHA met de coureurs
Jos van de Burgwal, Adne van Mid
delaar, Jan Bensdorp en Guus
Meyeringh, tijd 8.34.93.
Uitslag:
1. Robert Hoffmann, Ermelo, 1 uur, 31
min, 27 sek., 2.Frans Paardekooper,
Zoeterwoude, 3. Stan Paardekooper,
Zoeterwoude, 4 Jan-Willem van Soest,
Houten. 5. Ab ten Have, Elburg. 6. Nick
Toussaint, 7. Piet van Gelooven, Wad-
dinxveen. 8. Ane van Wijhe. Vreeland.
9 Teus Kers, Lopik, 10. John Spek. Pols
broek, 11. Johan Verwey, Lopik, 12.Dirk
Sassen, Uithoorn, 13. Alex Bosch, Hui
zen. 14. Kris de Roos, Hierden, IS. Jan
van de Bnnk, Veenendaal, 16. Paul Os
sendrijver, Leusden, 17 Dick Anesen,
Rhenen, 18. Ron den Hild, Culemborg.
De gemiddelde snelheid bedroeg
ondanks de hoge temperatuur ruim 47
kilometer per uur
m vW,
"V "Y M Vlh
\/%/I 11 1
ïioren-deskundige:
IJSDEN - In veel publikaties over ouder worden komen
dzakelijk allerlei mogelijke ziekten aan de orde. Dikwijls
ta de lezers al bijna van te voren wat hen te wachten staat
zij aanvangen met lezen. De gepensioneerde professor
hels blijkt echter in staat om verrassende accenten te
;en als hij over ouder worden spreekt. In dit artikel worden
s uitspraken van Michels naar voren gehaald.
toe het maar rustig aan," zegt
ider van de ouderengymnas-
fegen de deelnemers. „Ik wou
fcjeen beetje opschoot," denkt
el volwassen zoon als zijn ou-
vader met hem aan het kaar-
t Bij het ouder worden neemt
tempo duidelijk af. Michels
h daarover op: „Ik sta met later
saar ik kom wel een stuk later
beneden. En als ik een treinkaartje
of postzegels moet hebben, kijk ik
wel eerst in welke rij oude mensen
staan. Dan sluit ik aan bij een ande
re rij." Het uithoudingsvermogen
van ouderen wordt ook gennger.
Dit vermogen wordt echter sterk
beïnvloed door de interesses die
men heeft: „Mijn vrouw heeft een
groot uithoudingsvermogen als zij
gaat winkelen, maar ik ben (net als
veel andere mannen) een winkel-
uithoudingsinvalide." Vaak is ook
het ophoudingsvermogen aange
tast en moet men goed uitrekenen
hoe lang men de plas kan vasthou
den om ongelukken te voorkomen.
Opvallend is, dat veel ziekten
naar een latere leeftijd verschui
ven. Dat geldt zeker voor verschil
lende vormen van kanker. Zo steeg
de aanvangsleeftijd van longkan
ker bij mannen van 63,8 jaar in 1975
naar 66 jaar in 1985. Men kan zich
afvragen: plukken de ouderen nu
de vruchten van de oorlogsjaren?
Toen aten zij weinig, rookten en
dronken zij niet of weinig, waren
veel in beweging en deden alles te
voet. Als deze vraag met ja wordt
beantwoord, dan heeft dat beteke
nis voor de gezondheidstoestand
van ouderen na 2010, dus van de
jeugd uit de jaren zestig.
Het denkproces blijft intact, al
gaat het wat trager. Het vermogen
om te oordelen is, mede door de
grote ervaring die men heeft,
meestal uitstekend. Michels: „In de
directe discussie met jongeren
verliezen de ouderen het nogal
eens op grond van het afgenomen
tempo in denken en reageren.
Maar voor een goed advies kan
men echter heel goed bij ouderen
aankloppen."
Men verwijt sommige ouderen
terecht dat zij niet meegroeien, al
lerlei meuwe ontwikkelingen afwij
zen. „Juist door de aanvaarding en
hantering van nieuwe technische
hulpmiddelen wordt de validiteit in
hoge mate bevorderd en in stand
gehouden." Denk alleen al aan de
verbeterde gehoorapparaten, de
pacemakers en de afstandbedie
ning van televisie. Wel wordt, niet
alleen voor ouderen, steeds be
langrijker dat men naast technisch
hoog ingewikkelde bedieningsap-
paratuur ook eenvoudige appara
ten op de markt brengt.
FAALANGST
Michels wijst op een merkwaar
dig fenomeen: ouderen krijgen een
toenemende behoefte aan privacy.
Deze sterker wordende behoefte
aan privacy berust op het voor iets
niet uit willen komen. Men wil niet
aan anderen laten merken, dat men
angst heeft voor nieuwe situaties,
dat men zijn glas niet zonder beven
naar de mond kan brengen, dat
men iets niet goed begrijpt, dat
men eigenaardiger wordende ge
woontes krijgt, dat men niet meer
zo vlot uit een stoel kan komen. „Ik
durf te beweren," zegt professor
Michels, „dat deze toenemende
behoefte aan privacy berust op
faalangst. De oudere wil niet er
kennen dat de jongeren het beter
en in ieder geval vlugger doen. Hij
kan niet tegen zijn verlies." Hij kan
eigenlijk niet accepteren dat het
arbeidsproces in de moderne
maatschappij eisen stelt waaraan
hij niet meer (goed) kan voldoen.
Als men deze angst om te falen
onder ogen durft te zien, zegt Mi
chels „zal de meerderheid van de
ouderen prima zelfstandig kunnen
leven en nog volop, zij het niet in
het arbeidsproces, van betekenis
kunnen zijn voor de maatschappij."
)W te laag voor oudere vrouwen
MSDEN - Een groot deel van de oudere vrouwen in Neder-
dt in een achterstandspositie. Het merendeel van hen is
ioeer) gehuwd. Van de alleenstaande vrouwen van 65 jaar
ider moet 57 procent leven van alleen of vrijwel alleen
zel Daardoor zijn zij uiterst kwetsbaar en steeds aangewe-
ten op voorzieningen. Deze constatering kan men lezen in
n^! chillende rapporten o.a. van de Landelijke Raad voor het
denbeleid, van de Emancipatieraad en van het ministerie
Wc.
heb de krant moeten opzeg-
Het enige abonnement, dat ik
^b, is een abonnement op een
*pblad." Dat zegt een Leus
alleenstaande oudere (68j)
Bij haar krijgt de inhoud van
si rapporten een concreet ge-
iere alleenwonende vrouwen
tn zich, vergeleken met ou
dere mannen, in een achterstand
situatie. Deze achterstand is al
vroeg ontstaan. Zij hebben geen
pensioen kunnen opbouwen. Met
het gevolg, dat zij nu moeten zien
rond te komen van alleen AOW,
hoogstens aangevuld met een ma
ger pensioentje van soms maar en
kele honderden guldens per jaar.
En als je dan in een aangepaste
nieuwbouwwoning voor ouderen
zit, met hoge woonlasten per
maand (huur en vaak hoge service
kosten) dan gaat daann al bijna de
helft van het AOW-inkomen zitten.
Huursubsidie vangt maar een ge
deelte van de uitgaven op.
Daar komt bij, dat veel alleen
staande oudere vrouwen zich niet
of minder veilig voelen in hun eigen
huis of in de omgeving van hun
huis. Als oudere vrouw „ga je niet
zo gauw 's avonds alleen de deur uit
ergens naar toe."
Twee alleenwonende oudere
vrouwen zijn, met enige aarzeling,
bereid om iets meer te vertellen
over hoe hei is om met bijna alleen
AOW te moeten leven. „Ik had tot
een jaar geleden nog een auto.
Geen nieuwe hoor. Hij was acht jaar
oud, dus was er nogal wat onder
houd aan. Die kon ik rijden, omdat
de ene zoon het hele onderhoud
betaalde en de andere zoon de be
lasting. Toen zij dat niet meer kon
den volhouden, heb ik die auto
moeten wegdoen. Ik heb van het
geld, dat ik voor die auto kreeg, nu
zo'n fiets met een motortje eraan
gekocht. Ik vond het vreselijk die
auto kwijt te raken, want daarmee
kon ik nog eens makkelijk naar
familie en kennissen. Nu moet ik
dikwijls een beroep doen op ande
ren." Zij voegt daar aan toe: „Al
betaalden zij graag het onderhoud
en de belasting, toch ben ik ook
weer blij dat dat nu over is. Ik voel
me nu vrijer." Beide vrouwen willen
zo min mogelijk afhankelijk zijn van
hun kinderen.
GEEN VRIJSTELLINGEN
„Wat ik soms wel eens zou wil
len: een keer wat luxere kleding
kopen. Maar dat zit er beslist niet
m. Er komt elke maand maar 1113
gulden en 41 centen binnen. En je
houdt je groot, ook als een zoon
komt logeren. Ze kunnen in de Li-
belle wel mooi schrijven, dat je in
mijn situane zo'n loge kostgeld
moet laten betalen. Maar dat kan ik
niet. Al moet ik het na 3 weken
logeren van hem wel bezuren. Het
vakantiegeld, dat ik bij de AOW
kreeg, is dan praktisch meteen op."
Een buitenstaander denkt gauw
maar de AOW is toch niet zo lang
geleden verhoogd? Dat is waar,
maar tegelijk is de bijdrage aan het
ziekenfonds ook omhoog gegaan.
Huursubsidie wordt eveneens
door velen gezien als een reden
waarom mensen met alleen AOW
met mogen klagen. Die huursubsi
die is zeker een belangrijke tege
moetkoming in de kosten. Maar
staan blijft, dat alleenwonende
vrouwen dan nog maar een scha
mel netto inkomen hebben. „Ver
geet met, dat allerlei vrijstellingen,
die wij eerst hadden, niet meer
worden gegeven. Sinds 1989 moe
ten wij ook weer volledig reini
gingsrechten en onroerend-goed-
belastmg betalen."
Voor bijzondere kosten kan men
een beroep doen op de Bijzondere
Bijstand. Maar dat geldt alleen voor
kosten die men met kan vermijden
en die buiten het normale beste
dingspatroon vallen, zoals een aan
gepaste stoel, taxikosten als men
slecht ter been is. Bovendien moet
men dan een „drempelbedrag" zelf
betalen. „De bijstand heeft een
keer een koelkast voor mij betaald,
maar dat moest ik wel in gedeeltes
terugbetalen. Dat hoort bij de ge
wone kosten van bestaan en die
moet ik allemaal betalen van mijn
AOW. Zo moet ik steeds wat opzij
leggen, om straks een nieuwe stof
zuiger te kunnen kopen. En ook de
kussens van mijn stoelen worden
helemaal slap, maar waar ik het
geld vandaan moet halen om die te
vernieuwen weet ik niet." Zij pro
beert elke maand 50 gulden te spa
ren, maar „deze maand red ik dat al
niet want ik moet nog zoveel beta
len, dat ik geen cent overhoud
Het ergste vinden zij, dat zij altijd
moeten rekenen. „Zodra het geld
op mijn rekening komt, ga ik aan
het rekenen wat ik eraf moet halen
om licht, gas en andere zaken te
betalen en dan weet ik hoeveel ik
in die maand heb te verteren. Ik
weet nu al. dat ik aan het eind van
de maand zeker geen vijftig gulden
opzij kan leggen."
Ondanks dit „uitgerekende" be
staan zijn veel alleenwonende
vrouwen toch meestal niet chagrij-
Wachtende mannen
Ik kreeg een tamehjk groot
stuk plastic in mijn hand ge
duwd. Het was van geel hard
plastic en er zaten een paar
gaten in. Ik kon het met m mijn
broek- of jaszak stoppen; daar
was het te groot voor. Dit over
kwam mij vorige week in de
winkel van C&A in Heerlen.
Een paar dagen er tussen uit
en dus moest er gekeken wor
den naar de „alle pnjzen ver
pletterende opruiming". Het
bleef niet bij kijken, dus kwa
men we m de fase van het pas
sen. Als hefhebbende man hep
ik mee naar de afdeling paska
mertjes. Dat ging niet zomaar.
Als bewijs, dat ik bij een pas
sende vrouw hoorde en dus
mee mocht in die afdeling,
kreeg ik dat plastic plankje.
Ik was niet de enige man
daar. Voor verscheidene gor
dijntjes van pashokjes zaten
jonge en oudere mannen, die
met min of meer hjdzaamheid
of gespeelde belangstelling
wachtten totdat zij hun ant
woord mochten/moesten ge
ven op de vraag van vriendin
of vrouw: „Wat vind jij? Hoe
staat het me?" Als de pas- en
beoordelingsceremonie afge
lopen was, konden we - tegen
inlevering van de plastic
plankjes - de pasafdelmg ver
laten.
Opvallend is, dat de enige
winkels waar je praktisch altijd
wachtende mannen vindt, kle
dingzaken zijn. Soms zie je een
man heel nadrukkehjk staan
wachten; zo van: Neem me
niet kwalijk, dat ik, een man,
hier in deze vrouwenwinkel
sta: zij moet nu eenmaal zo no
dig en als echtgenoot kom ik
daar niet onder uit.
Toch zijn er van deze win
kels, die goed weten in te spe
len op wachtende mannen Zo
dra het winkelpersoneel ziet,
dat het ernst dreigt te worden
met het zoeken naar „iets
leuks" door de vrouw, stevent
er een aantrekkehjk uitziende
winkeldame op je af en vraagt
of meneer soms een kopje
koffie bheft. Ik zeg dan nooit
„nee". Meestal kun je dan lek
kere koffie drinkend de
wachttijd aangenaam door
brengen. En wie weet, ben ik
dan wat positiever gestemd
om een instemmend oordeel te
geven over de voorgestelde
aankoop. Zoals ik graag het
oordeel van mijn vrouw hoor
over mijn kledingaankopen, zo
stelt zij gelukkig ook prijs op
wat ik vind van haar keuze.
Of mijn opmerkingsvermo
gen correct is, weet ik niet he
lemaal zeker, maar ik meen
dat er nogal wat vrouwen zijn
die gauw zeggen: „Ik heb niks
om aan te trekken.Je moet
dan niet zeggen dat heb ik wel
geleerd): „Nou, daar heb ik
geen moeite mee.Dat wordt
niet altijd op prijs gesteld. Wat
ook meer vrouwen zeggen, als
ze tijdens de opruimmg iets
kopen, wat is afgeprijsd: „Co.
we hebben 50 gulden ver
diend" of „Ik heb wel 80 gul
den gespaard.En de reactie
„Dat is onzin, want je gaat wel
60 of 90 gulden uitgeven voor
iets, waarvan ik me afvraag of
je dat eigenlijk wel nodig hebt"
komt meestal niet zo goed
over.
Een volgende keer zit of sta
ik, eerlijk gezegd niet tot mijn
verdriet, weer als wachtende
man in een damesmodezaak.
Hopehjk wordt dat wachten
verlicht door een smakelijk
kopje koffie.
SENIOR
mg, maar weten ze een bewonde
renswaardige levenshouding te
vinden. „Al mis ik sommige dingen
wel eens, toch ben ik bijna nooit
jaloers op andere mensen, die veel
meer kunnen doen. Daar schiet ik
tluuvvc.no 1UCIO 11 ICC up.
Achter de prachtige volzinnen
en bijbehorende cijfers in de vele
rapporten over de „Ongewenste
Achterstand" gaan duizenden al
leenwonende oudere vrouwen
schuil, die wel hopen dat hun situa
tie spoedig minder zorgvol wordt.