Ik heb steeds geprobeerd vorm en inhoud tot eenheid te brengen' I letisrten krant Lieve Vrouw en Studio Baf organiseren Media Kunst 'Days of Thunder' flaamse dichter Eddy van Vliet opent seizoen bij Poëziekring WOENSDAG 26 SEPTEMBER 1990 AMERSFOORT - De eerste dichter die in het nieuwe seizoen poeziekring Eemland uit eigen werk komt voorlezen is de fining Eddy van Vliet. Hij zal op vrijdag 28 september bij het ibliek worden ingeleid door Ans Schuurman. In Theater De eve Vrouw om 20.00 uur. Eduard Léon Juliaan van Vliet »id op 11 september 1942 in Ant- jpen geboren. Hij doctoreerde de rechten m Brussel, en behaal- daamaast het licentiaat in zee luchtrecht. In Antwerpen is hij ins advocaat. Als dichter heeft hij h afzijdig gehouden van uitge- folcen stromingen en groepenn- Hij was redacteur bij de tijd ritten Yang. Kentering, Nieuw iams Tijdschrift, en werkte mee onder andere Bzzlletin, De is. Raster en Tirade. Hij is één de meest bekroonde dichters de generatie na de Vijftigers, kreeg hij onder andere voor zijn Kiel Duel in 1967 de Reina Prin- Geerlingsprijs, en in 1975 de Campertprijs voor Het grote driet. /anaf zijn debuut in 1964 had hij tut echt voeling met de Vlaamse étische traditie. Toen hij begon dichten was de poèzie van de ftigers heel sterk aanwezig met liopers als Hugo Claus en Luce- 1, en een legioen van epigonen, oral Claus gebruikte voor zijn lichten een zeer barokke taal, ed dat goed en met veel verve. J)e experimenten van de Expe- lentelen werden echter in anderen véél sterker doorgezet tin Nederland", vertelt hij terwijl thee drinken rond de open ird in één van de weidse hoogge- fonde vertrekken van zijn huis een allure die je alleen in'het den aantreft. „In Vlaanderen is traditie dat barokke, kleurrijke plastische taal wordt gebruikt." Nederlandse Vijftigers, mis ken met uitzondering van Luce- bert, zijn veel soberder in hun taal gebruik, hanteren minder surrea listische beelden. Mijn grote kritiek op de Vlaamse poèzie van die dagen, en soms nog, is dat er een té barokke taal werd/ wordt gebruikt, en dat de beeld spraak er één was die nergens meer op de werkelijkheid sloeg. De beelden waren vaak hol en ge zwollen, en je zou ze allemaal door andere beelden kunnen vervan gen. Het was gratuit, zou je kunnen peggen. Vandaar mijn reactie: het moet allemaal eenvoudiger, het moet dichter bij de spreektaal liggen. Er moet een verhoging van de com municatiemogelijkheden tussen dichter en lezer komen. Vandaar ook dat ik meer geïnteresseerd was in de Nederlandse poèzie, waar ondertussen ook met de'op komst van De Nieuwe Stijl, Vaan drager en Buddingh, een reactie ontstond tegen de Nederlandse Vijftigers." HELDER Van Vliet benadrukt, en dat geldt zowel voor poèzie als proza, dat het veel moeilijker is om helder dan om duister te schrijven. Duidelijk schnjven, dat heeft hem altijd voor ogen gestaan. Zo kwam er in zeke re zin een breuk tot stand, die in 1978 uitgroeide tot een rel tussen hem en veel Vlaamse schrijvers, toen hij samen met Buddingh de bloemlezing Poèzie is een daad van bevestiging maakte. Een titel geko zen naar een bekend gedicht van Remco Campert. Hij werd onterecht aangevallen als zou hij meer aandacht aan de Nederlandse dan aan de Vlaamse poèzie besteden. Kenschetsend voor de Vlaamse mentaliteit was dat in verschillende artikelen over hem gesproken werd als collabo rateur. Een fijn lachje speelt op zijn ge zicht als hij zegt: „Wij in Vlaande ren zijn in zekere zin bezet door Nederland, en jij werkt daaraan mee", verweten ze me.Jij bent een landverrader, omdat je meer in de richting van Nederland dan van Vlaanderen ziet." Dat is absoluut niet het geval: ik vind dat Vlaande ren zo goed mogelijk moet protes teren, maar het werk moet wèl kwaliteit hebben. Enfin, ondertus sen is er wel het een en ander veranderd gelukkig." Hoewel het niet makkelijk valt om kritiek op eigen gelederen te velen, zeker niet als die kntiek midden in het tijdperk van de lite raire malaise wordt geuit, komt men nu in Vlaanderen langzamer hand tot de conclusie dat de 70ei jaren in de literatuur een inzinking betekenden. In beschouwingen er kent men schoorvoetend dat er dichters zijn die al vóór de 70er jaren volop bezig waren en die nog steeds goed werk produceren, maar dat er een hele generatie van de jaren '70 totaal verdwenen is. Vanaf het eind van de 70er jaren is er weer nieuw leven gekomen, constateert men met voldoening. VERDRIET Na zijn bundels Het Lied van ik (1964), Duel (1967), Columbus te vergeefs (1969). Van bittere tranen, kollebloemen en andere blozen de droefheden (1971) en De Vier schaar (1973) publiceerde Eddy van Vliet in 1974 Het grote verdriet, dat bij Nijgh Ditmar verscheen en nadien bij De Bezige Bij in licht gewijzigde herdruk uitkwam. Het grote verdriet beschouwt hij als een overgangsbundel, waarna er een nieuwe soort poëzie is ont staan, zowel wat vorm als inhoud betreft. „Ik heb steeds getracht om vol gens de oude poëtische norm vorm en inhoud tot eenheid te brengen. Vooral de laatst genoemde cyclus bestaat uit ready-mades, vondsten, soms humoristisch ironisch, en koele notities. Vanaf Het grote ver driet (1974) is het meest relative rende eruit gelaten. De vorm is veel klassieker geworden dan ten aan zien van wat ik voordien schreef. Er is meer beeldspraak in gekomen. De gedichten zijn ook „barokker" dan in vorige bundels. Het grote verschil qua inhoud is dat het prac- tisch voor negentig procent be trekking heeft op eigen problema tiek, terwijl deze in de vorige bun dels nauwelijks of veel minder aan bod kwam. De bundel betrof enerzijds een persoonlijk verdriet, maar ander zijds een meer algemeen verdriet. Het gaat ook over de mislukking van de jaren '60, waar veel schrij vers mee te kampen hebben ge had. De naïeve overtuiging: „We zullen de wereld veranderen door middel van het woord, door middel van onze kunst", is verdwenen. Het gaat ook om die neerslachtigheid: het is tevergeefs geweest, het is allemaal een illusie geweest. Een andere persoonlijke proble matiek zal sterk tot uiting komen in Na de wetten van Afscheid Herfst (1978) en vooral in Jaren na maart (1983). Het is de persoonlijke pro blematiek rond de vaderfiguur. Ook in de binnenplaats (1987) zit duidelijk diezelfde autobiografi sche lijn, vanaf de geboorte tot nu. Met als hoofdthema de zoon-vader- relatie. Het gaat eigenlijk om het Het circus is weer in Amersfoort. Maandag was het een drukte van belang op het terrein aan de Abraham Kuyperlaan/Prins Frederiklaan, want het Frans Nationaal Circus Alexis Gruss sloeg er zijn tenten op. Een heel bijzonder circus, want dit familiebedrijf komt elk jaar weer met een nieuw programma met telkens een ander thema. Het Franse chanson staat dit keer centraal. De voorstel ling is een eerbetoon aan 15 beroemde Franse zangers en zangeressen. Elk onderdeel wordt ingeleid met een chanson en wordt gevolgd door een speciaal arrangement van het orkest. Zo wordt 'De vliegende trapeze' voorafgegaan door Xe bon Dieu' van Jaques Brei en wordt het paardennummer muzikaal omlijst met het lied Xa Cavalerie' van Julien Clerc. De voorstelling bestaat uit 15 nummers. Het Franse circus is tot zondag 30 september in Amersfoort. Er is tot en met zaterdag 29 september elke dag een avondvoorstelling, die om 20.00 uur begint. De matinees zijn op woensdag 26, zaterdag 29 en zondag 20 september om 15.00 uur. '''IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIfÊ thema dat je nooit de dreiging ziet die er boven je hoofd hangt. TSJERNOBYL Je kunt het heel goed vergelijken met de ramp in Tsjernobyl. Het is prachtig weer, je zit in de tuin. Alles is goed, je voelt je gelukkig, maar ondertussen is het gras waarop je zit radio-actief, maar je weet het niet. In de bundels van de 60er, 70er jaren kun je vele gedichten onder de noemer brengen van sociaal politiek geëngageerd dichten, maar er zit tevens een kern in die ook in mijn latere gedichten terug blijft komen. Ik denk namelijk dat mensen nooit de ramp willen zien, die eraankomt. Afgezien van en kelen dan, die zeggen: Let op, het gaat gebeuren! Men noemt deze mensen onheilsprofeten en wil ze niet geloven. Schrijvers voorvoelen dit soort dingen vaak sneller en scherper, en signaleren ze in hun werk. Ik ben helaas geconfronteerd geweest met de dood van mensen van wie ik veel hield. Ik besefte achteraf dat zij al jaren ziek waren geweest, en dat niemand dat wist. Dat is wat mij fascineert en niet gelukkiger maakt. In De binnen plaats (1987) gaan twee gedichten over Joden. Als je de holocaust be ziet is het zo ongelooflijk dat die mensen de vernietiging niet besef ten en niet wilden zien. Er is één gedicht dat gebaseerd is op een verhaal van Sal Santen, wiens oom in Canada woont en die alsmaar brieven schrijft: het gaat mis, kom toch naar Canada. Sals broer krijgt een opleiding als schoenmaker, en om allerlei pietluttige redenen ook in verband met die opleiding gaat die broer toch maar niet naar Cana da, en eindigt natuurlijk in het con centratiekamp. Je ziet het ook op andere gebie den. Ecologisch bijvoorbeeld. Costaud zei al vijfentwintig jaar ge leden: het gaat verkeerd, onze zeeën zullen kapot gaan. Niemand wilde het geloven, en nu nóg niet! Men wil wèl graag het goede nieuws geloven!" Eddy van Vliet protesteert hevig als men hem een pessimist noemt. Eddy van Vliet: „Men noemde mij een landverrader. Hij hecht zo veel waarde aan het leven en zou zo gelukkig willen zijn, dat de droefheid juist bij hem op komt omdat dat geluk met te ver wezenlijken valt. Zijn verdriet is louter een reactie op het geluk dat zich niet kan verwezenlijken. „Soms denk je: hoe is het mogelijk dat mensen zo dom zijn en elkaar maar steeds weer de hersens in slaan! Zodra een groepje mensen anders is dan anderen zal men trachten dat groepje te vernietigen. Vandaar ook al die raciale proble men. Het ligt zo eenvoudig: ieder zou zichzelf moeten kunnen zijn! En met elkaar zouden we naast elkaar moeten kunnen leven! Maar neem nou de afstand Ne derland-Vlaanderen. Antwerpen is op het ogenblik erg in trek bij de Nederlanders. Dat vindt de Ant werpse bevolking maar niets. Er zijn veel te veel Nederlanders in Antwerpen: die moeten eruit! Ik denk dat deze gevoelens soms heel primitief liggen: als iemand een beetje anders praat dan wij hoort hij er niet bij!" We komen nog even terug op de zekerheden in het leven, die naar mate de jeugd verstrijkt steeds meer afnemen, om uit te monden bij de zekerheid dat er geen zeker heden bestaan. „Ik heb een heel gelukkige jeugd gehad. Men zegt wel eens: een slechte jeugd is het goud van een schrijver. Ik denk dat het om gekeerde ook het geval is. Als je een gelukkige jeugd hebt gehad, en door bepaalde gebeurtenissen komt daar een breuk in, dan denk ik dat dat ook vrij sterk aankomt. Dat is het hoofdthema van mijn bun del Jaren na maart. Maart is de breuk. Mijn grootmoeder voor wie ik een grote liefdé had is na een vrij lange ziekte gestorven en zes we ken later is mijn vader van het ene op het andere moment thuis weg gegaan. Dat samen werkte dramatisch. Ik was toen dertien jaar. Het heeft van 1955 tot 1978 geduurd voor ik daar over kon schrijven. Je leeft in de cocon van een veilig beschermd milieu, en plotseling vinden die twee dingen plaats die je heel per soonlijk raken. Dat heb ik willen uitschrijven in de bundels Na de wetten van Afscheid Herfst en Jaren na maart. In Jaren na maart wordt over de wrok geschreven, maar er is ook sprake van een an der proces. Naarmate je ouder wordt wordt de toenadering tot de vader steeds groter, en de verhou ding is op het ogenblik zeer goed zelfs, omdat je alles begint te be grijpen. Je hebt dezelfde leeftijd die je vader toen had, en je ziet ook weer parallellen tussen jezelf en die vader. Er komt een verzoenen de houding. De bundel De binnen plaats is in zekere zin ook opge bouwd rond dat thema. De binnen plaats is duidelijk het symbool voor beschermd leven. In het gedicht met dezelfde titel moeten in de winter twee geliefden afscheid van elkaar nemen. De vogel die fluit geeft de illusie dat het lente is, maar die vogel zit in een kooi. De gelief den luisteren naar het fluiten, en blijven daardoor iets langer bij el kaar, maar ze moeten toch uit el kaar. Het is het sleutelgedicht van de bundel: bescherming is schijn, er is niets zeker!" AMERSFOORT - Filmtheater De Lieve Vrouw en galerie Studio BAF brengen onder de titel Me dia Kunst in de periode van 1 t/m 10 oktober 1990 een uitgebreid programma waarin het gebruik van audio, video, computer en film als beeldende kunst-uiting centraal staat. In De Lieve Vrouw en Studio BAF wordt gedurende de gehele perio de werk tentoongesteld van de vol gende kunstenaars: Loes Heebink; Jos Smink; Det Bazelmans; Mare Burkett; Harry Heyink; Lita van der Kaay; J. Will E. Pass. Daarnaast zijn videotapes te zien van Loes Heebink, Mare Burkett, Harry Heyink en van studenten Beeld/Mediatechnologie van de HK Utrecht. Ook wordt vertoond de leader van de Bart Peeters Show (Veroni ca), een 3D animatie die direkt is afgeleid van het decor. Een ma quette van het decor (NOB) zal eveneens te bezichtigen zijn. De toegang tot de tentoonstelling in De Lieve Vrouw en Studio BAF is gratis. Openingstijden: De Lieve Vrouw, maandag 12.00-22.00 uur. Dinsdag t/m zondag 12.00-01.00 uur. Studio BAF, maandag t/m vrijdag 13.00-16.00 uur. Tentoonstelling: in Theater de Lieve Vrouw en Studio Galerie BAF (Arnhemseweg 177 A). Installaties, sculpturen en videotapes, penode 1 t/m 10 oktober. Performences: kleine zaal, za terdag 6 en zondag 7 oktober Fred Kolman - „Kolman's Kube". Henri van Zanten - „I never understood Hamlet". Demonstratie: kleine zaal, zater dag 6 en zondag 7 oktober Lita v.d. Kaay en J. Will E. Pas tonen hoe hun gedigitaliseerde fotografie tot stand komt. Videotapes: filmzaal, zaterdag 6 en zondag 7 oktober, selektie 10 jaar Nederlandse Kunstvideo; se lektie uit World Wide Video Festi val 1990; selektie Internationale Kunstvideo. Film: Speaking Parts van Atom Egoyan. Ma. 8 t/m do. 11 Speaking Parts. SPEAKING PARTS Speaking Parts. Aanvang 20.00 uur. Datum: vr. 5 en ma. 8 t/m 11 oktober 1990. Vr. 5 ook om 23.00 uur. Filmtheater De Lieve Vrouw. Deze film vormt de filmische omlijsting van de Mediakunst Ma nifestatie. Na Family Viewing (1987) brengt Egoyan ook in Spea king Parts de teloorgang van men selijke relaties in verband met een alomvattende beeldcultuur. In Speaking Parts heeft het beeld op alle niveaus de plaats ingenomen van de relatie. Een jonge vrouw is verliefd op een collega, maar om dat hij haar ontwijkt moet ze zich tevreden stellen met zijn beeld: ze huurt doorlopend video's van zijn films waarin hij figureert. Een ande re, iets oudere vrouw kijkt in een mortuarium naar een video-opna me van haar overleden broer. Het beeld is hier opnieuw een vervan ging van echt contact, van verlan gen. Egoyan speelt met de (video beelden, het menselijk lichaam valt uiteen in een sene elektroni sche impulsen, een verzameling punten en strepen. Speaking Parts is sterk gericht op grensoverschrij dingen van het beeld. Egoyan schept een bizaire, kunstmatige werkelijk, die een verontrustende afspiegeling vormt van de heden daagse wereld. Zijn film is een gave en intelligente constructie met een enorme rijkdom aan betekenis, zonder dat dat ten koste gaat van het verrassende verhaal. De actrice en haar fantoom. Filmtheater De Lieve Vrouw: da tum: vrijdag 28 september t/m donderdag 4 oktober 1990. Aan vang 20.00 uur. Filmtheater de Lieve Vrouw. Je hoeft niet in China geweest te zijn om een film uit dat land naar waarde te schatten en dat is nou het leuke van film. In Huang Shu Qins film De actrice en haar fantoom is de vorm van essentieel belang. De regisseuse, die al een paar kinder films op haar naam heeft staan vraagt nogal wat van de kijker. Het zou dan een voordeel geweest zijn als je wat thuis was m de Chinese kuituur, maar wat is er op tegen om je een beetje meer dan gebruikelijk in te spannen? Voor Qui Yun, de jonge heldin uit de actnce en haar fantoom is de figuur van Zhong Kui van levens belang. Zhong Kui is een persona ge uit de Chinese legende die de strijd tegen het kwaad symboli seert. Achter een prachtig, doch angstaanjagend masker gaat een groot, goed hart schuil. Hij is sterk en zwak tegelijk. Voor Qui Yin wordt hij een alter ego die haar helpt om zelfstandig te worden en zware tijden in haar leven te door staan. Als dochter van acteurs bij een rondtrekkend theater treedt Qui Yun onvermijdelijk in de voet sporen van haar ouders. Als blijkt dat ze talent bezit wordt ze door haar vader opgeleid tot actrice. Op zekere dag gaat haar moeder er met een andere man vandoor en Qui Yun ontdekt dat de man van wie zij dacht dat hij haar vader was, niet haar biologische vader is waardoor haar bewondering voor hem nog toeneemt. Door haar moe der verlaten en door jongetjes hier om gepest manifesteert zich in haar een wil om zich in een ander te verplaatsen. Het theater biedt die uitkomst. Op een dag laat de vader haar zijn (vroegere) rol spelen, die van Zhong Kui, die traditioneel al leen voor mannen is gereserveerd. Zowel voor Qui Yun als voor het publiek is dit een openbaring. Als Qui Yuns talent wordt opge merkt, verruilt zij het provincie theater voor de hogeschool van de opera en wordt binnen enkele ja ren een internationale, beroemde actrice. In eerste instantie blijkt zij mannenrollen te spelen. Pas als zij voor het eerst verliefd wordt werpt ze de toneelbaard - het symbool voor mannelijkheid - af, om voor taan vrouwenrollen te vertolken. Liefde, huwelijk en een hoogstaan de carrière doen haar Zhong Kui vergeten. Als wij haar terugzien is zij op de top van haar roem en in haar dieptepunt van haar huwe lijksleven met een nietsnut, die drinkt en gokt. Nog een keer speelt zij dan Zhong Kui, namelijk als zij terugkeert naar het dorp waar haar oude vader woont. In de actrice en haar fantoom lopen twee verhalen door elkaar heen: het realistische levensver haal van Qui Yun aan de ene kant en de wereld van de illusie aan de andere kant. Dit gesteund door ont roerend acteerwerk in een visueel sterk spektakel, dat niet bang is voor syrnboliek. De originele Chi nese titel luidt: vrouw - duivel - mens, gevangen m het eerste shot van drie schminkverfbakjes: wit, zwart en rood. AMERSFOORT - Harry Hogge was een geniale autobouwer en teammanager. Hij was de beste. En hij was keihard. Maar toen zijn vaste coureur Buddy Bre- therton tijdens een race om kwam, was hij niet hard genoeg. Hogge gaf zichzelf de schuld van het ongeluk met Bretherton. Na jaren in de racerij stopte hij er mee. Hij werd boer in Charlotte, North Carolina. Een van de beste race-vrienden van Hogge was Tim Daland. Altijd bezig met geld verdienen, altijd in de weer om groter, machtiger en rijker te worden. Op een moment loopt de zakenman Daland tegen een ze kere Cole Trickle op. Cole Trickle is een soort hippie, een eigenzinnig figuur die niet veel zegt, maar alles denkt. Hij rijdt wel wat in racewagens, maar door gebrek aan geld komt hij nooit erg ver. Volgens Daland is Trickle het grootste race-talent van de laatste tien jaar. En Da land weet maar al te goed hoe hij dat talent moet uitbuiten. Zet hem in een goede racewa gen, geef hem een topmanager en Cole Trickle gaat races winnen. Met uiteraard alle positieve publi citeit voor sponsor Daland van dien. Daland beseft dat zijn ontdek king nog onervaren is. Hij wil daar om de meest doorgewinterde teammanager om Trickle op te lei den in het harde vak van professio neel coureur. En dat kan niemand anders dan Harry Hogge zijn. Met pijn en moeite weet Daland hem over te halen aanwezig te zijn bij een testrit van Cole Trickle met een NASCAR-auto. Hogge gaat ten slotte akkoord, hij wil ook wel eens lachen. Maar het lachen vergaat hem als Cole Trickle met zijn mo torfiets de pits binnenrijdt. Dat is geen coureur, dat is een studentje! En tot overmaat van ramp geeft Trickle toe dat hij nog nooit in een NASCAR-auto gereden heeft. „Maar ik heb wel alle NASCAR-ra- ces op de TV gezien en daar leer je veel van", voegt Trickle er bloed serieus aan toe. Hogge vindt dat de testnt maar moet worden afgebla zen. Tnckle bezweert hem om hem in ieder geval een paar rondjes te laten rijden. Hogge geeft toe: „Oké, even dan, maar rustig aan." Cole Trickle scheurt weg uit de pitslane alsof hij nooit iets anders gedaan heeft en draait direct een snellere rondetijd dan de vaste coureur van de auto! Cole Trickle is een super snelle coureur en vastbesloten de Daytona 500 te winnen. Niet allen zet hij daarmee zijn eigen leven op het spel, maar ook de liefde van zijn mooie vriendin, Claire Lewicki, De vraag is nu: Is hij ook zo supersnel als er dertig andere auto's op het circuit meerijden?

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1990 | | pagina 9