Ik heb steeds geprobeerd vorm en inhoud tot eenheid te brengen'
I
letisrten krant
Lieve Vrouw en Studio Baf
organiseren Media Kunst
'Days of Thunder'
flaamse dichter Eddy van Vliet opent seizoen bij Poëziekring
WOENSDAG 26 SEPTEMBER 1990
AMERSFOORT - De eerste dichter die in het nieuwe seizoen
poeziekring Eemland uit eigen werk komt voorlezen is de
fining Eddy van Vliet. Hij zal op vrijdag 28 september bij het
ibliek worden ingeleid door Ans Schuurman. In Theater De
eve Vrouw om 20.00 uur.
Eduard Léon Juliaan van Vliet
»id op 11 september 1942 in Ant-
jpen geboren. Hij doctoreerde
de rechten m Brussel, en behaal-
daamaast het licentiaat in zee
luchtrecht. In Antwerpen is hij
ins advocaat. Als dichter heeft hij
h afzijdig gehouden van uitge-
folcen stromingen en groepenn-
Hij was redacteur bij de tijd
ritten Yang. Kentering, Nieuw
iams Tijdschrift, en werkte mee
onder andere Bzzlletin, De
is. Raster en Tirade. Hij is één
de meest bekroonde dichters
de generatie na de Vijftigers,
kreeg hij onder andere voor zijn
Kiel Duel in 1967 de Reina Prin-
Geerlingsprijs, en in 1975 de
Campertprijs voor Het grote
driet.
/anaf zijn debuut in 1964 had hij
tut echt voeling met de Vlaamse
étische traditie. Toen hij begon
dichten was de poèzie van de
ftigers heel sterk aanwezig met
liopers als Hugo Claus en Luce-
1, en een legioen van epigonen,
oral Claus gebruikte voor zijn
lichten een zeer barokke taal,
ed dat goed en met veel verve.
J)e experimenten van de Expe-
lentelen werden echter in
anderen véél sterker doorgezet
tin Nederland", vertelt hij terwijl
thee drinken rond de open
ird in één van de weidse hoogge-
fonde vertrekken van zijn huis
een allure die je alleen in'het
den aantreft. „In Vlaanderen is
traditie dat barokke, kleurrijke
plastische taal wordt gebruikt."
Nederlandse Vijftigers, mis
ken met uitzondering van Luce-
bert, zijn veel soberder in hun taal
gebruik, hanteren minder surrea
listische beelden.
Mijn grote kritiek op de Vlaamse
poèzie van die dagen, en soms nog,
is dat er een té barokke taal werd/
wordt gebruikt, en dat de beeld
spraak er één was die nergens
meer op de werkelijkheid sloeg.
De beelden waren vaak hol en ge
zwollen, en je zou ze allemaal door
andere beelden kunnen vervan
gen. Het was gratuit, zou je kunnen
peggen.
Vandaar mijn reactie: het moet
allemaal eenvoudiger, het moet
dichter bij de spreektaal liggen. Er
moet een verhoging van de com
municatiemogelijkheden tussen
dichter en lezer komen. Vandaar
ook dat ik meer geïnteresseerd
was in de Nederlandse poèzie,
waar ondertussen ook met de'op
komst van De Nieuwe Stijl, Vaan
drager en Buddingh, een reactie
ontstond tegen de Nederlandse
Vijftigers."
HELDER
Van Vliet benadrukt, en dat geldt
zowel voor poèzie als proza, dat het
veel moeilijker is om helder dan
om duister te schrijven. Duidelijk
schnjven, dat heeft hem altijd voor
ogen gestaan. Zo kwam er in zeke
re zin een breuk tot stand, die in
1978 uitgroeide tot een rel tussen
hem en veel Vlaamse schrijvers,
toen hij samen met Buddingh de
bloemlezing Poèzie is een daad van
bevestiging maakte. Een titel geko
zen naar een bekend gedicht van
Remco Campert.
Hij werd onterecht aangevallen
als zou hij meer aandacht aan de
Nederlandse dan aan de Vlaamse
poèzie besteden. Kenschetsend
voor de Vlaamse mentaliteit was
dat in verschillende artikelen over
hem gesproken werd als collabo
rateur.
Een fijn lachje speelt op zijn ge
zicht als hij zegt: „Wij in Vlaande
ren zijn in zekere zin bezet door
Nederland, en jij werkt daaraan
mee", verweten ze me.Jij bent een
landverrader, omdat je meer in de
richting van Nederland dan van
Vlaanderen ziet." Dat is absoluut
niet het geval: ik vind dat Vlaande
ren zo goed mogelijk moet protes
teren, maar het werk moet wèl
kwaliteit hebben. Enfin, ondertus
sen is er wel het een en ander
veranderd gelukkig."
Hoewel het niet makkelijk valt
om kritiek op eigen gelederen te
velen, zeker niet als die kntiek
midden in het tijdperk van de lite
raire malaise wordt geuit, komt
men nu in Vlaanderen langzamer
hand tot de conclusie dat de 70ei
jaren in de literatuur een inzinking
betekenden. In beschouwingen er
kent men schoorvoetend dat er
dichters zijn die al vóór de 70er
jaren volop bezig waren en die nog
steeds goed werk produceren,
maar dat er een hele generatie van
de jaren '70 totaal verdwenen is.
Vanaf het eind van de 70er jaren is
er weer nieuw leven gekomen,
constateert men met voldoening.
VERDRIET
Na zijn bundels Het Lied van ik
(1964), Duel (1967), Columbus te
vergeefs (1969). Van bittere tranen,
kollebloemen en andere blozen
de droefheden (1971) en De Vier
schaar (1973) publiceerde Eddy
van Vliet in 1974 Het grote verdriet,
dat bij Nijgh Ditmar verscheen en
nadien bij De Bezige Bij in licht
gewijzigde herdruk uitkwam. Het
grote verdriet beschouwt hij als
een overgangsbundel, waarna er
een nieuwe soort poëzie is ont
staan, zowel wat vorm als inhoud
betreft.
„Ik heb steeds getracht om vol
gens de oude poëtische norm vorm
en inhoud tot eenheid te brengen.
Vooral de laatst genoemde cyclus
bestaat uit ready-mades, vondsten,
soms humoristisch ironisch, en
koele notities. Vanaf Het grote ver
driet (1974) is het meest relative
rende eruit gelaten. De vorm is veel
klassieker geworden dan ten aan
zien van wat ik voordien schreef. Er
is meer beeldspraak in gekomen.
De gedichten zijn ook „barokker"
dan in vorige bundels. Het grote
verschil qua inhoud is dat het prac-
tisch voor negentig procent be
trekking heeft op eigen problema
tiek, terwijl deze in de vorige bun
dels nauwelijks of veel minder aan
bod kwam.
De bundel betrof enerzijds een
persoonlijk verdriet, maar ander
zijds een meer algemeen verdriet.
Het gaat ook over de mislukking
van de jaren '60, waar veel schrij
vers mee te kampen hebben ge
had. De naïeve overtuiging: „We
zullen de wereld veranderen door
middel van het woord, door middel
van onze kunst", is verdwenen. Het
gaat ook om die neerslachtigheid:
het is tevergeefs geweest, het is
allemaal een illusie geweest.
Een andere persoonlijke proble
matiek zal sterk tot uiting komen in
Na de wetten van Afscheid Herfst
(1978) en vooral in Jaren na maart
(1983). Het is de persoonlijke pro
blematiek rond de vaderfiguur.
Ook in de binnenplaats (1987) zit
duidelijk diezelfde autobiografi
sche lijn, vanaf de geboorte tot nu.
Met als hoofdthema de zoon-vader-
relatie. Het gaat eigenlijk om het
Het circus is weer in Amersfoort. Maandag was het een drukte van belang op het terrein aan de
Abraham Kuyperlaan/Prins Frederiklaan, want het Frans Nationaal Circus Alexis Gruss sloeg er
zijn tenten op. Een heel bijzonder circus, want dit familiebedrijf komt elk jaar weer met een nieuw
programma met telkens een ander thema. Het Franse chanson staat dit keer centraal. De voorstel
ling is een eerbetoon aan 15 beroemde Franse zangers en zangeressen. Elk onderdeel wordt ingeleid
met een chanson en wordt gevolgd door een speciaal arrangement van het orkest. Zo wordt 'De
vliegende trapeze' voorafgegaan door Xe bon Dieu' van Jaques Brei en wordt het paardennummer
muzikaal omlijst met het lied Xa Cavalerie' van Julien Clerc. De voorstelling bestaat uit 15
nummers. Het Franse circus is tot zondag 30 september in Amersfoort. Er is tot en met zaterdag 29
september elke dag een avondvoorstelling, die om 20.00 uur begint. De matinees zijn op woensdag
26, zaterdag 29 en zondag 20 september om 15.00 uur.
'''IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIfÊ
thema dat je nooit de dreiging ziet
die er boven je hoofd hangt.
TSJERNOBYL
Je kunt het heel goed vergelijken
met de ramp in Tsjernobyl. Het is
prachtig weer, je zit in de tuin. Alles
is goed, je voelt je gelukkig, maar
ondertussen is het gras waarop je
zit radio-actief, maar je weet het
niet.
In de bundels van de 60er, 70er
jaren kun je vele gedichten onder
de noemer brengen van sociaal
politiek geëngageerd dichten,
maar er zit tevens een kern in die
ook in mijn latere gedichten terug
blijft komen. Ik denk namelijk dat
mensen nooit de ramp willen zien,
die eraankomt. Afgezien van en
kelen dan, die zeggen: Let op, het
gaat gebeuren! Men noemt deze
mensen onheilsprofeten en wil ze
niet geloven. Schrijvers voorvoelen
dit soort dingen vaak sneller en
scherper, en signaleren ze in hun
werk.
Ik ben helaas geconfronteerd
geweest met de dood van mensen
van wie ik veel hield. Ik besefte
achteraf dat zij al jaren ziek waren
geweest, en dat niemand dat wist.
Dat is wat mij fascineert en niet
gelukkiger maakt. In De binnen
plaats (1987) gaan twee gedichten
over Joden. Als je de holocaust be
ziet is het zo ongelooflijk dat die
mensen de vernietiging niet besef
ten en niet wilden zien. Er is één
gedicht dat gebaseerd is op een
verhaal van Sal Santen, wiens oom
in Canada woont en die alsmaar
brieven schrijft: het gaat mis, kom
toch naar Canada. Sals broer krijgt
een opleiding als schoenmaker, en
om allerlei pietluttige redenen ook
in verband met die opleiding gaat
die broer toch maar niet naar Cana
da, en eindigt natuurlijk in het con
centratiekamp.
Je ziet het ook op andere gebie
den. Ecologisch bijvoorbeeld.
Costaud zei al vijfentwintig jaar ge
leden: het gaat verkeerd, onze
zeeën zullen kapot gaan. Niemand
wilde het geloven, en nu nóg niet!
Men wil wèl graag het goede
nieuws geloven!"
Eddy van Vliet protesteert hevig
als men hem een pessimist noemt.
Eddy van Vliet: „Men noemde mij een landverrader.
Hij hecht zo veel waarde aan het
leven en zou zo gelukkig willen zijn,
dat de droefheid juist bij hem op
komt omdat dat geluk met te ver
wezenlijken valt. Zijn verdriet is
louter een reactie op het geluk dat
zich niet kan verwezenlijken.
„Soms denk je: hoe is het mogelijk
dat mensen zo dom zijn en elkaar
maar steeds weer de hersens in
slaan! Zodra een groepje mensen
anders is dan anderen zal men
trachten dat groepje te vernietigen.
Vandaar ook al die raciale proble
men. Het ligt zo eenvoudig: ieder
zou zichzelf moeten kunnen zijn! En
met elkaar zouden we naast elkaar
moeten kunnen leven!
Maar neem nou de afstand Ne
derland-Vlaanderen. Antwerpen is
op het ogenblik erg in trek bij de
Nederlanders. Dat vindt de Ant
werpse bevolking maar niets. Er
zijn veel te veel Nederlanders in
Antwerpen: die moeten eruit! Ik
denk dat deze gevoelens soms
heel primitief liggen: als iemand
een beetje anders praat dan wij
hoort hij er niet bij!"
We komen nog even terug op de
zekerheden in het leven, die naar
mate de jeugd verstrijkt steeds
meer afnemen, om uit te monden
bij de zekerheid dat er geen zeker
heden bestaan.
„Ik heb een heel gelukkige
jeugd gehad. Men zegt wel eens:
een slechte jeugd is het goud van
een schrijver. Ik denk dat het om
gekeerde ook het geval is. Als je
een gelukkige jeugd hebt gehad,
en door bepaalde gebeurtenissen
komt daar een breuk in, dan denk
ik dat dat ook vrij sterk aankomt.
Dat is het hoofdthema van mijn bun
del Jaren na maart. Maart is de
breuk. Mijn grootmoeder voor wie
ik een grote liefdé had is na een vrij
lange ziekte gestorven en zes we
ken later is mijn vader van het ene
op het andere moment thuis weg
gegaan.
Dat samen werkte dramatisch. Ik
was toen dertien jaar. Het heeft van
1955 tot 1978 geduurd voor ik daar
over kon schrijven. Je leeft in de
cocon van een veilig beschermd
milieu, en plotseling vinden die
twee dingen plaats die je heel per
soonlijk raken. Dat heb ik willen
uitschrijven in de bundels Na de
wetten van Afscheid Herfst en
Jaren na maart. In Jaren na maart
wordt over de wrok geschreven,
maar er is ook sprake van een an
der proces. Naarmate je ouder
wordt wordt de toenadering tot de
vader steeds groter, en de verhou
ding is op het ogenblik zeer goed
zelfs, omdat je alles begint te be
grijpen. Je hebt dezelfde leeftijd
die je vader toen had, en je ziet ook
weer parallellen tussen jezelf en
die vader. Er komt een verzoenen
de houding. De bundel De binnen
plaats is in zekere zin ook opge
bouwd rond dat thema. De binnen
plaats is duidelijk het symbool voor
beschermd leven. In het gedicht
met dezelfde titel moeten in de
winter twee geliefden afscheid van
elkaar nemen. De vogel die fluit
geeft de illusie dat het lente is, maar
die vogel zit in een kooi. De gelief
den luisteren naar het fluiten, en
blijven daardoor iets langer bij el
kaar, maar ze moeten toch uit el
kaar. Het is het sleutelgedicht van
de bundel: bescherming is schijn,
er is niets zeker!"
AMERSFOORT - Filmtheater
De Lieve Vrouw en galerie Studio
BAF brengen onder de titel Me
dia Kunst in de periode van 1 t/m
10 oktober 1990 een uitgebreid
programma waarin het gebruik
van audio, video, computer en
film als beeldende kunst-uiting
centraal staat.
In De Lieve Vrouw en Studio BAF
wordt gedurende de gehele perio
de werk tentoongesteld van de vol
gende kunstenaars: Loes Heebink;
Jos Smink; Det Bazelmans; Mare
Burkett; Harry Heyink; Lita van der
Kaay; J. Will E. Pass.
Daarnaast zijn videotapes te zien
van Loes Heebink, Mare Burkett,
Harry Heyink en van studenten
Beeld/Mediatechnologie van de
HK Utrecht.
Ook wordt vertoond de leader
van de Bart Peeters Show (Veroni
ca), een 3D animatie die direkt is
afgeleid van het decor. Een ma
quette van het decor (NOB) zal
eveneens te bezichtigen zijn.
De toegang tot de tentoonstelling
in De Lieve Vrouw en Studio BAF is
gratis.
Openingstijden: De Lieve
Vrouw, maandag 12.00-22.00 uur.
Dinsdag t/m zondag 12.00-01.00
uur.
Studio BAF, maandag t/m vrijdag
13.00-16.00 uur.
Tentoonstelling: in Theater de
Lieve Vrouw en Studio Galerie BAF
(Arnhemseweg 177 A). Installaties,
sculpturen en videotapes, penode
1 t/m 10 oktober.
Performences: kleine zaal, za
terdag 6 en zondag 7 oktober Fred
Kolman - „Kolman's Kube". Henri
van Zanten - „I never understood
Hamlet".
Demonstratie: kleine zaal, zater
dag 6 en zondag 7 oktober Lita v.d.
Kaay en J. Will E. Pas tonen hoe hun
gedigitaliseerde fotografie tot
stand komt.
Videotapes: filmzaal, zaterdag 6
en zondag 7 oktober, selektie 10
jaar Nederlandse Kunstvideo; se
lektie uit World Wide Video Festi
val 1990; selektie Internationale
Kunstvideo.
Film: Speaking Parts van Atom
Egoyan. Ma. 8 t/m do. 11 Speaking
Parts.
SPEAKING PARTS
Speaking Parts. Aanvang 20.00
uur. Datum: vr. 5 en ma. 8 t/m 11
oktober 1990. Vr. 5 ook om 23.00
uur. Filmtheater De Lieve
Vrouw.
Deze film vormt de filmische
omlijsting van de Mediakunst Ma
nifestatie. Na Family Viewing
(1987) brengt Egoyan ook in Spea
king Parts de teloorgang van men
selijke relaties in verband met een
alomvattende beeldcultuur. In
Speaking Parts heeft het beeld op
alle niveaus de plaats ingenomen
van de relatie. Een jonge vrouw is
verliefd op een collega, maar om
dat hij haar ontwijkt moet ze zich
tevreden stellen met zijn beeld: ze
huurt doorlopend video's van zijn
films waarin hij figureert. Een ande
re, iets oudere vrouw kijkt in een
mortuarium naar een video-opna
me van haar overleden broer. Het
beeld is hier opnieuw een vervan
ging van echt contact, van verlan
gen. Egoyan speelt met de (video
beelden, het menselijk lichaam
valt uiteen in een sene elektroni
sche impulsen, een verzameling
punten en strepen. Speaking Parts
is sterk gericht op grensoverschrij
dingen van het beeld. Egoyan
schept een bizaire, kunstmatige
werkelijk, die een verontrustende
afspiegeling vormt van de heden
daagse wereld. Zijn film is een gave
en intelligente constructie met een
enorme rijkdom aan betekenis,
zonder dat dat ten koste gaat van
het verrassende verhaal.
De actrice en haar fantoom.
Filmtheater De Lieve Vrouw: da
tum: vrijdag 28 september t/m
donderdag 4 oktober 1990. Aan
vang 20.00 uur. Filmtheater de
Lieve Vrouw.
Je hoeft niet in China geweest te
zijn om een film uit dat land naar
waarde te schatten en dat is nou het
leuke van film. In Huang Shu Qins
film De actrice en haar fantoom is
de vorm van essentieel belang. De
regisseuse, die al een paar kinder
films op haar naam heeft staan vraagt
nogal wat van de kijker. Het zou dan
een voordeel geweest zijn als je
wat thuis was m de Chinese kuituur,
maar wat is er op tegen om je een
beetje meer dan gebruikelijk in te
spannen?
Voor Qui Yun, de jonge heldin uit
de actnce en haar fantoom is de
figuur van Zhong Kui van levens
belang. Zhong Kui is een persona
ge uit de Chinese legende die de
strijd tegen het kwaad symboli
seert. Achter een prachtig, doch
angstaanjagend masker gaat een
groot, goed hart schuil. Hij is sterk
en zwak tegelijk. Voor Qui Yin
wordt hij een alter ego die haar
helpt om zelfstandig te worden en
zware tijden in haar leven te door
staan. Als dochter van acteurs bij
een rondtrekkend theater treedt
Qui Yun onvermijdelijk in de voet
sporen van haar ouders. Als blijkt
dat ze talent bezit wordt ze door
haar vader opgeleid tot actrice. Op
zekere dag gaat haar moeder er
met een andere man vandoor en
Qui Yun ontdekt dat de man van
wie zij dacht dat hij haar vader was,
niet haar biologische vader is
waardoor haar bewondering voor
hem nog toeneemt. Door haar moe
der verlaten en door jongetjes hier
om gepest manifesteert zich in haar
een wil om zich in een ander te
verplaatsen. Het theater biedt die
uitkomst. Op een dag laat de vader
haar zijn (vroegere) rol spelen, die
van Zhong Kui, die traditioneel al
leen voor mannen is gereserveerd.
Zowel voor Qui Yun als voor het
publiek is dit een openbaring.
Als Qui Yuns talent wordt opge
merkt, verruilt zij het provincie
theater voor de hogeschool van de
opera en wordt binnen enkele ja
ren een internationale, beroemde
actrice. In eerste instantie blijkt zij
mannenrollen te spelen. Pas als zij
voor het eerst verliefd wordt werpt
ze de toneelbaard - het symbool
voor mannelijkheid - af, om voor
taan vrouwenrollen te vertolken.
Liefde, huwelijk en een hoogstaan
de carrière doen haar Zhong Kui
vergeten. Als wij haar terugzien is
zij op de top van haar roem en in
haar dieptepunt van haar huwe
lijksleven met een nietsnut, die
drinkt en gokt. Nog een keer speelt
zij dan Zhong Kui, namelijk als zij
terugkeert naar het dorp waar haar
oude vader woont.
In de actrice en haar fantoom
lopen twee verhalen door elkaar
heen: het realistische levensver
haal van Qui Yun aan de ene kant
en de wereld van de illusie aan de
andere kant. Dit gesteund door ont
roerend acteerwerk in een visueel
sterk spektakel, dat niet bang is
voor syrnboliek. De originele Chi
nese titel luidt: vrouw - duivel -
mens, gevangen m het eerste shot
van drie schminkverfbakjes: wit,
zwart en rood.
AMERSFOORT - Harry Hogge
was een geniale autobouwer en
teammanager. Hij was de beste.
En hij was keihard. Maar toen
zijn vaste coureur Buddy Bre-
therton tijdens een race om
kwam, was hij niet hard genoeg.
Hogge gaf zichzelf de schuld van
het ongeluk met Bretherton. Na
jaren in de racerij stopte hij er
mee. Hij werd boer in Charlotte,
North Carolina. Een van de beste
race-vrienden van Hogge was
Tim Daland. Altijd bezig met geld
verdienen, altijd in de weer om
groter, machtiger en rijker te
worden. Op een moment loopt de
zakenman Daland tegen een ze
kere Cole Trickle op. Cole
Trickle is een soort hippie, een
eigenzinnig figuur die niet veel
zegt, maar alles denkt. Hij rijdt
wel wat in racewagens, maar
door gebrek aan geld komt hij
nooit erg ver. Volgens Daland is
Trickle het grootste race-talent
van de laatste tien jaar. En Da
land weet maar al te goed hoe hij
dat talent moet uitbuiten.
Zet hem in een goede racewa
gen, geef hem een topmanager en
Cole Trickle gaat races winnen.
Met uiteraard alle positieve publi
citeit voor sponsor Daland van
dien. Daland beseft dat zijn ontdek
king nog onervaren is. Hij wil daar
om de meest doorgewinterde
teammanager om Trickle op te lei
den in het harde vak van professio
neel coureur. En dat kan niemand
anders dan Harry Hogge zijn. Met
pijn en moeite weet Daland hem
over te halen aanwezig te zijn bij
een testrit van Cole Trickle met een
NASCAR-auto. Hogge gaat ten
slotte akkoord, hij wil ook wel eens
lachen. Maar het lachen vergaat
hem als Cole Trickle met zijn mo
torfiets de pits binnenrijdt. Dat is
geen coureur, dat is een studentje!
En tot overmaat van ramp geeft
Trickle toe dat hij nog nooit in een
NASCAR-auto gereden heeft.
„Maar ik heb wel alle NASCAR-ra-
ces op de TV gezien en daar leer je
veel van", voegt Trickle er bloed
serieus aan toe. Hogge vindt dat de
testnt maar moet worden afgebla
zen. Tnckle bezweert hem om hem
in ieder geval een paar rondjes te
laten rijden. Hogge geeft toe: „Oké,
even dan, maar rustig aan." Cole
Trickle scheurt weg uit de pitslane
alsof hij nooit iets anders gedaan
heeft en draait direct een snellere
rondetijd dan de vaste coureur van
de auto! Cole Trickle is een super
snelle coureur en vastbesloten de
Daytona 500 te winnen. Niet allen
zet hij daarmee zijn eigen leven op
het spel, maar ook de liefde van zijn
mooie vriendin, Claire Lewicki, De
vraag is nu: Is hij ook zo supersnel
als er dertig andere auto's op het
circuit meerijden?