'Kinderen mogen niet nodeloos drop-out worden'
1
Internationaal erkend fairplay-onderzoek: bevorderen van sportiviteit bij jeugdsport
J i ,.,-v
Milde sfeer
Nieuws uit de
verenigingen
Lezing NBPV
De das
CH/r
in
praktisc
-roorzaa
udig is
•e ervari
dat
n een
Ie gevolg
affer hee
en van
als prak
d gevolg
offer op
beleeft
itoffers
bben
krijger
ien kenis
llachtoft
Leusden
informj
rhulp
die u
et bure
WOENSDAG 14 NOVEMBER 1990
interview
IXUSDEN - Zijn kinderen gemeen in het spel? Of hebben ze
eigenlijk helemaal geen scheidsrechter nodig en lossen ze de
problemen zelf wel op? Hebben ze recht op evenveel speeltijd
of is het normaal dat de besten steeds in het veld staan?
Allemaal vragen, die in het fair play onderzoek van drs. Albert
Buisman aan de orde komen. Hij is docent bij de vakgroep
kinderstudies aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. De Leusde-
naar leidt een aantal jaren het project 'Jeugdsport en fair play'.
Zijn onderzoeken hebben dit jaar internationale erkenning
gekregen, in de vorm van een Unesco award in Parijs.
3eleid
garant«
eld
;n zuidt
in metd
ommiss
Voorlid
egint 01
Fair play kent verschillende di-
mensie's. Een daarvan is de vraag
of het fair is kinderen in de sport
zwaar te belasten. „Ik ben niet te
gen topsport voor kinderen. Het 25
uur per week trainen op Papendal
met turnen hoeft niet negatief voor
hen te zijn. Er moet echter wel op
cruciale punten worden gelet. De
oefeningen mogen bijvoorbeeld
met gevaarlijk zijn, het moet echt
hun eigen motivatie zijn om te trai
nen en niet door druk van buitenaf.
Ik ben niet tegen intensieve wed
strijdsport, alleen de voorwaarden
zijn vaak moeilijk te realiseren."
Albert Buisman is al jaren bezig
met zulke onderzoeken over sport
en kinderen. In 1982 is hij begon
nen met het jeugdsportonderzoek,
wat in 1984 leidde tot het boek
Jeugd en sportvereniging*. In 1985
begon het grote project over fair
play, waar ook enkele boeken over
zijn uitgeven.
Buisman is zich gaan bemoeien
Imet sport en kinderen, omdat daar
|ajn hart ligt. Vroeger heeft hij veel
aan atletiek en tafeltennis gedaan.
„Ik ben een pedagoog. Mijn taak is
voorstellen te doen de opvoedings
praktijk te verbeteren. De sport is
een belangrijk pedagogisch veld.
Kinderen beleven veel plezier aan
het sporten. Jeugdsport heeft een
geheel eigen structuur en die kan
worden verbetert. Die zit anders in
elkaar dan die van de topsport.
zide gek Knelpunten moeten worden onder-
>m plaoz
zocht, zoals waarom kinderen een
sportclub verlaten. Op deze manier
kan de sportpraktijk attractiever
worden gemaakt."
Drop-out
Kinderen mogen met nodeloos
een drop-out van de vereniging
worden." Buisman wil dat de sport
Ibeter op het kind wordt afgestemd.
Zo verlaten veel kinderen het tur
nen, omdat zij niet aan de wed-
strijdvorm kunnen meedoen. Het
aanbod is te eenzijdig, terwijl zij het
wel een leuke sport vinden. Het is
mogelijk om kinderen meer vrij te
laten in wat zij zelf leuk vinden om
te doen. „De sport is vaak te weinig
wendbaar. Er worden dictaten van
trainers en bestuurders opgelegd.
Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurders dat de sporters zich
happy voelen. Ikzelf deed op mijn
dertiende oefeningen op de lange
mat. Ik moest er niet aan denken
om ook iets op de brug te doen. Die
vereniging was heel veelzijdig en
iedereen kon doen wat hem lag."
Vaak wordt er bij een discussie
over fair play over het grove ge
weld op het veld gesproken. En
dan het liefste bij voetbal. Maar er
zitten meer kanten aan fair play en
voetbal is niet de enige harde
sport. De regelementen en de
structuur van de sport tellen ook
mee. Buisman vindt het vier tegen
vier spelen in het jeugdvoetbal zon
der scheidsrechter een goed ini
tiatief voor een beter spel. „De
druk is eraf. Bij een elftal komen er
zo vijf nooit aan de bal. Bij een
kleiner veld moet er wel worden
overgespeeld. Niet alleen het ge
weld wordt aangepakt, maar ook
het overspelen wordt zo spelen
derwijs aangeleerd. Ik vind dat een
positieve benadering van de voet
balbond. Faire sport betekent hier
elkaar de kans geven mee te
doen."
Buisman ziet grote voordelen in
een spel zonder scheidsrechter in
de jeugdsport. Als voorbeeld
noemt hij een onderzoek uit Cana
da, waar sport- en spelgroepen zijn
geobserveerd. „Op een gewoon
veldje, ergens in een wijk wordt
gevoetbald. Kinderen maken daar
bij vaak ruzie, maar vaak gaat het
ook goed omdat het spel in stand
moet worden gehouden. Met grote
zelfstandigheid regelen ze alles
zelf. De spelregels worden moei
teloos aangepast. In de sportver
eniging worden kinderen van het
begin tot het eind betutteld. De zelf
standigheid wordt ingeleverd. Dat
is treurig, er zitten veel meer mo
gelijkheden in. Ondanks dat een
trainer het goed meent, kunnen de
kinderen te afhankelijk van hem
worden. Er gaan lauwe reacties
ontstaan. En iedereen begint te kla
gen dat de kinderen niet meer te
motiveren zijn. Zonder mensen,
waar ze de verantwoording op kun
nen afschuiven, kunnen kinderen
best. Ja, zijn ze zelfs beter af."
Gemeen
Tijdens de onderzoeken is er
veel naar kinderen en jongeren
geluisterd. Wat vinden zij sportief
dan wel onsportief? Er zijn over de
honderd groeps interviews gehou
den. De kinderen kwamen uit tien
verschillende takken van sport en
uit het hele land. „Ik denk dat kin
deren, net als volwassenen, ook
gemeen kunnen zijn m de sport. Ze
zijn wel veel meer onbevangen dan
volwassenen. Uit de interviews
bleek dat jonge kinderen een so
ciale betekenis geven aan sportief.
Zij zien dat het nodig is de bal over
te spelen. Bij ouderen gaat het
steeds meer om de punten. 'Als de
scheidsrechter het maar niet ziet.'
In het belang van de wedstrijd is er
veel geoorloofd. Jonge kinderen
hebben wel impulsen en worden
kwaad, maar ze hebben nog niet de
getructheid, die ouderen door de
sport hebben geleerd." Buisman
ziet dit ook als een algemeen maat
schappelijk verschijnsel: Er moet
worden gepresteerd.
Jongens en meisjes reageren in
de teamsporten in de praktijk het
zelfde: hun instelling is gelijk en ze
maken dezelfde overtredingen. In
een gesprek over fair play zijn
meisjes toch anders. Meisjes zien
toch meer de sociale betekenis van
de sport. Zij kunnen zich ook beter
in de tegenstander verplaatsen. In
het algemeen denkt Buisman dat er
te weinig over fair play wordt ge
sproken. „Er zijn meer groepsge
sprekken over de sport nodig. Kin
deren zijn goed te motiveren over
fair play te spreken. Dat vinden ze
geen gezeur. Als ze wat meer gaan
nadenken over de spelregels, in
plaats die als een gegeven aan te
nemen, komen er goed suggesties
van kinderen. Zij moeten er meer
bij worden betrokken."
Alben Buisman: „Ik denk dat kinderen, net als volwassenen, gemeen kunnen zijn in de spon."
In het project over jeugdsport en
fair play zijn de onderzoekers sa
men gaan werken met drie sport
bonden: waterpolo (NCS), handbal
(NHV) en turnen (KNCGV). Er zijn
structurele verantwoordelijkheden
in een fair play-discussie, maar kin
deren kunnen ook persoonlijk wor
den aangesproken op hun gedrag.
Zo moeten ze zich zo goed mogelijk
inspannen, zorgen om de eigen ge
zondheid en die van anderen, na
denken over de regels, zelfbeheer
sing. Dit is een greep uit de zaken,
wat kinderen voor hun sport moe
ten over hebben.
De sportpraktijk kan worden
verbeterd. Buisman is enthousiast
over een nieuw spel voor de water-
polojeugd in de leeftijd tussen tien
en dertien. „In het nieuwe spel
spelen vijf kinderen samen. Jon
gens en meisjes spelen samen in
een team. Iedereen gaat even lang
het water in, zodat er niemand op
de bank zit. Er mag permanent
worden gewisseld. Als iemand de
bal heeft, mag die niet onder water
worden geduwd. Dit nieuwe spel
bevordert de sportiviteit. Het fysie
ke element wordt teruggedrongen
en de kinderen krijgen evenveel
speeltijd."
Bij handbal is er een video feed
back experiment gedaan in Arh-
nem en Bemmel. Video biedt goe
de mogelijkheden om te laten zien
dat het argument 'zij begonnen'
vaak flauwekul is. De uitvoering
geeft echter nog wel problemen.
„De trainers deden er weinig mee.
Er moet met de kinderen na afloop
worden overlegd. Dat vereist enige
oefening. Wat laat je van de video
zien en wat bespreek je? Dat is een
taak van de trainers, maar die had
den niet geleerd een discussie te
leiden. Het bleef bij een aardig ex
periment."
Mensen kunnen persoonlijk
worden aangesproken, maar de
sportbonden ook. Buisman pleit
bijvoorbeeld voor een systeem met
voetbal, waarbij iedere rode kaart
een punt van de competitiestand
afhaalt. „De regels van topvoetbal
moeten gewoon anders. Een Deens
onderzoek heeft uitgewezen dat
wanneer er permanent kan worden
gewisseld dat het aantal blessure's
afneemt. Mensen hoeven niet meer
tot het uiterste te gaan. Fair play
heeft direct met gezondheid te ma
ken."
„Het instellen van een fair play-
trofee helpt geen fluit, de structu
ren moeten veranderen. Bestuur
ders kunnen worden aangespro
ken als er een eindstand van 26-1
uitkomt. Dan klopt er iets niet. Bij
een veranderde structuur, zitten
teams van dezelfde speelsterkte m
een competie. Mensen komen
meer aan de bal en de sportiviteit
gaat omhoog."
De resultaten van het onderzoek
zijn minder dan verwacht. De enige
sport waar het langzaam de goede
kant uit gaat is waterpolo. Het nieu
we spel wordt steeds meer ge
speeld. „Het effekt op lange ter
mijn is daarbij moeilijk te bepalen.
Bij handbal is er niet zoveel veran
derd. Er is door het project wel een
nieuwe impuls gegeven aan het
mini-handbal." Het turnen heeft
geen verbetering ondergaan. „Wij
hopen het nog eens te kunnen her
halen. De bond schnkt ervoor te
rug multifunctioneel te zijn. Voor
een kleine vereniging zijn de con
sequenties ook met eenvoudig."
Parijs
Het Comité International pour le
Fair Play (CIFP) heeft Albert Buis
man op 5 november een 'diploma'
uitgereikt. Gewoonlijk krijgen bij
deze gebeurtenis alleen sportieve
topsporters een onderscheiding.
Mensen ,die iets voor de sport heb
ben betekend. Nu is dat verbreed
naar sportjournalisten en onder
zoekers. „Het is voor mij erken
ning. Het is een teken dat het werk
aan structurele veranderingen po
sitief wordt gewaardeerd. Ook
Duitsland en Pelgië zijn geïnteres
seerd in nieuwe spelvarianten."
Eind 1991 wordt er in Praag een
symposium gehouden over fair
play. Ook het Oostblok wordt erbij
betrokken. Het is de bedoeling dat
mensen, die programma's maken
voor scholen of voor trainingen,
worden uitgenodigd. „Het is pret
tig dat er internationaal ook be
langstelling is voor Gi jeugdsport
en sportiviteit."
Buisman heeft zijn onderzoeken
nog lang niet afgerond. Hij gaat de
komende jaren verder met het in
troduceren van nieuwe spelvor
men en hij gaat zich bezighouden
met de vraag hoe kinderen sport
ervaren. „Pas na jaren van onder
zoeken in de praktijk kan er iets
veranderen. Kinderen moeten het
spel spelen wat ze aankunnen en
dan veranderd er mischien in de
toekomst ook wel wat aan de vol-
wassenensport."
door Jan Versteeg:
Voor de skiërs en de
schaatsers is het te hopen dat
de weergoden geen kwar
taal-abonnement nemen op
de huidige en de berekende
drukverdeling voor de ko
mende dagen. In dat geval
zullen vele Alpenweiden
rond de Kerstdagen, maar
ook daarna er groen uitzien
en krijgen de sloten en kana
len geen ijsvloer.
De oorzaak is een hoge-
drukgebied, dat zich boven
het zuiden en oosten van Eu
ropa heeft genesteld. Samen
met Oceaandepressies, die
zich uitleven nabij IJsland
wordt een zuidelijke tot zuid
westelijke stroming in stand
gehouden, waarin de ther
mometerbuis uitstekend za
ken doet. Het kwik wijst in de
nacht ongeveer 8 graden aan
en overdag wordt het een
graad of twaalf.
De aanbidders van milde
sferen komen dus goed aan
hun trekken en de winter-en-
thousiasten moeten het
voorlopig doen met berich
ten over koude prikacties
van Koning Winter in Zwe
den en Finland. Daar wees de
kwikdraad gisterochtend op
enkele plaatsen lagere waar
den aan dan -15 graden, zeer
strenge vorst dus. Die kou
breidt zich nog wel iets naar
het zuiden uit, maar kan ons
niet bereiken. Daarvoor zou
zich boven Scandinavië een
krachtig hogedrukgebied
moeten ontwikkelen en zou
de druk boven het zuiden van
Europa juist laag dienen te
zijn, zodat een noordoostelij
ke stroming de vrieslucht in
beweging kan zetten. Daar
zijn voorlopig echter geen
aanwijzingen voor.
Nadelig in het heersende
weerbeeld was de nevel en
mist. Maandagochtend was
het zicht op sommige plaat
sen zeer slecht en het duurde
tot diep in de ochtend eer het
wat lichter werd. Gelukkig
paste het verkeer zich dit
maal goed aan.
De zon kregen we de laat
ste dagen praktisch niet te
zien. Het was dan ook somber
en enigszins saai weer.
Gisteren werd het nog
zachter. We kwamen in de
warme sektor van een de
pressie. In die lucht steeg het
kwik maandag in Dublin tot
18 graden en dat mag je com
pleet voorjaarsachtig noe
men.
In de tweede weekhelft
komt er geleidelijk iets meer
beweging in de atmosfeer.
Fronten van depressies na
deren met neerslag. Daarbij
zal de wind geleidelijk in
kracht toenemen, zodat no
vember iets meer in herfst-
stijl zal komen. Het blijft ech
ter de gehele week zacht tot
zeer zacht. In het weekeinde
zal het waarschijnlijk wissel
vallig zijn en de temperatuur
gaat geleidelijk in de rich
ting van meer normale waar
den van ongeveer 9 graden.
De eerste decade van no
vember hebben we achter de
rug. De gemiddelde tempera
tuur voor de Bilt ligt op onge
veer 7.1 graden. In Leusden
werd over de eerste tien da
gen een gemiddelde etmaal-
temperatuur van 5.8 graden
gemeten, ietsje onder nor
maal derhalve. Erg nat was
de periode niet. In Leusden
werd 15 mm afgetapt.
Afgelopen weekeinde
werd de wat koudere lucht,
die vorige week aanwezig
was, verdreven. Dat ging
niet geheel zonder nattig
heid. In de nacht van zater
dag op zondag viel er onver
wachts veel regen. In Ach
terveld werd 8 mm in de me
ter opgevangen. Langs het
Veluwemeer en in delen van
Friesland viel tussen 15 en 25
mm.
Natuurwandeling
LEUSDEN - De afdeling Amers
foort van het instituut voor natuur
beschermingseducatie (IVN)
houdt zondag 18 november een na
jaarswandeling door het landgoed
Den Treek-Henschoten. De wan
delaars vertrekken om 14.00 uur
aan het eind van de Waterlooweg,
een zijweg van de Doornseweg.
Voor meer informatie kunnen be
langstellenden contact opnemen
met: 723141.
LEUSDEN - De afdeling Leusden
van de Nederlandse Bond van
Plattelandsvrouwen (NBPV) houdt
dinsdag 20 november een lezing
over het restaureren van schilderij
en en kleurenleer. Kunstschilder
Jan Albers uit Apeldoorn zal de
lezing verzorgen. De bijeenkomst
wordt gehouden in 't Vooronder, in
de kelder van het gemeentehuis
aan de Burgemeester Van der
Postlaan 2. De avond begint om
20.00 uur.
Creatieve avond
LEUSDEN - De afdeling Leus-
den-Zuid van de Nederlands
Christen Vrouwenbond (NCVB)
houdt dinsdag 13 november een
creatieve avond in 't Trefpunt, Arn-
hemseweg 75 in Leusden-Zuid. Me
vrouw Bom uit Scherpenzeel zal de
techniek 'Pergamano' uit Colombia
uit de doeken doen. Met behulp
van die techniek kunnen bijvoor
beeld kerstkaarten gemaakt wor
den op perkamentpapier. De bij
eenkomst begint om 20.00 uur.
Belangstellenden kunnen voor
meer informatie bellen met 940733.
Hoewel de das geen inwoner
is van onze gemeente wordt
hij hier wel van tijd tot tijd
gesignaleerd. Een reden om
deze interessante en be
dreigde diersoort eens nader
te bezien.
Dassen zijn leden van de
marterfamilie. Het zijn
zwaargebouwde dieren met
gespierde poten die door hun
dikke pels korter lijken dan
ze zijn. De staart is korter dan
bij de andere leden van de fa
milie. Ze hebben duidelijk
getekende zwart met witte
gezichtsmaskers die sterk af
steken tegen het onopval
lende grijs van hun ovrige
pels.
De das leeft gezellig in een
zogenaamde burcht die
steeds bewoond blijft en door
opeenvolgende generaties
steeds groter wordt. Zo'n
burcht bestaat uit een uitge
breid netwerk van tunnels en
gangen van soms wel 30 me
ter lang, die naar verschil
lende kamers voeren. Die ka
mers zijn met een laag bla
deren of droog gras bekleed.
Naar gelang van de grootte
van de burcht kunnen er tien
tallen in- en uitgangen zijn,
maar in de regel worden
slechts twee of drie regelma
tig gebruikt. De gangen die
het dichtst bij de oppervlakte
liggen zijn voorzien van ver
ticale ventilatieschachten
waardoor er steeds een frisse
atmosfeer heerst in de
burcht. De das is erg gesteld
op een frisse en schone wo
ning en 's avonds wordt vaak
de bekleding van de be
woonde kamers naar buiten
gebracht en daar uitgespreid
om te luchten. Het bekle
dingsmateriaal wordt met de
neus voor zich uitgeduwd of
met de voorpoten vastgehou
den, terwijl het dier op elle
bogen en achterpoten voort-
schuifelt. Niet alleen houden
dassen hun ondergrondse
burcht schoon maar ze gra
ven bovendien ondiepe kui
len in de omgeving waarin de
mest wordt gedeponeerd.
Vroeger waren boeren niet
erg gelukkig met een dassen-
burcht in de omgeving. Men
meende dat waar dassen wa
ren, ook vossen voorkwa
men. Het komt inderdaad wel
voor dat een vos een onge
bruikt gedeelte van een das-
senburcht kraakt. Als dat ge
deelte voor de dassen van
geen belang meer is dan ma
ken ze geen bezwaar tegen
die inwoning. Alleen maken
ze bezwaar tegen de geur die
de minder frisse vos mee
brengt. De verbindingsgan
gen tussen de dassenburcht
en het door de vos bewoonde
gedeelte wordt dan ook door
de dassen zorgvuldig afge
sloten.
Bij de dassen zijn de manne
tjes iets groter dan de wijfjes.
Ze hebben een lengte van tus
sen de 70 en 100 cm en een
gewicht van 10-25 kg, afhan
kelijk van het seizoen. In de
herfst hebben ze een flinke
vetlaag. Ze paren gewoonlijk
in de lente of in de loop van
de zomer maar de ontwikke
ling van het embryo begint
pas in de late herfst. De twee
tot vier jongen worden in fe
bruari of maart geboren. Ze
zijn blind en blijven ver
scheidene weken in de nest
kamer.
De das is een alleseter en het
voedsel omvat een uitge
breide de collectie plant
aardig en dierlijk materiaal
dat, al naar gelang van hc4
seizoen en de plaats een
grote variatie vertoont.
Vruchten van alle soorten en
afmeting, mais, tarwe en
paddestoelen. Het dierlijk ge
deelte van zijn menu bestaat
uit veldmuizen, egels, mol
len, kikkers, slakken en ke
vers. Maar het hoofdgedeelte
van zijn voedsel bestaat toch
wel uit aardwormen. Doordat
daarvan uiteraard een
enorme hoeveelheid moet
worden gezocht zal de das
over een groot gebied de be
schikking moeten hebben.
Toegangen tot de verschil
lende jachtgebieden worden
de laatste jaren door de aan
leg van wegen en andere uit
breidingen voor de das afge
sloten en uiterst gevaarlijk
gemaakt. En daar ligt voor
namelijk de oorzaak waarom
de das uit ons land dreigt te
verdwijnen.
G. van Leeuwen
I -\
(USlSaJ'f 1
i -f