Gletschers en zandstormen maken Leusden Leusder Krant De nieuwe woningnood in Leusden Eerste aflevering in een serie over de laatste Ijstijden Lisiduna Zandstormen Eerste bewoners isdag 3 juli 1991 Pagina 7 USDEN - Ruim een jaar geleden veroorzaakte de provinciale notitie 'Sporen naar de toekomst' e nodige deining in Lcusden. Daarin werd gesteld dat Utrecht tot het jaar 2015 nog ruimte zal oeten vinden vooreen kleine 100.000 nieuwe woningen, waarvan enkele tienduizenden in de gio Amersfoort. Leusden werd genoemd als mogelijke groeikern, waar 10.000 tot 20.000 huizen zouden kunnen worden gebouwd. Slechts weinigen in Leusden leken van die gedachte gecharmeerd. Het gemeentebestuur stelde toch een onderzoek in naar mogelijke ruimte voor extra woningbouw. De politiek concludeerde, op basis van dat onderzoek, dat die ruimte er auwelijks meer is en ging over tot de orde van de dag. De provincie deelde de Lcusdense visie en richtte de blik in 'De Toekomst getekend', in een andere richting. Er kwam echter een ander probleem boven water. Leusden blijkt slecht in staat de woningzoekenden te huisvesten. Bepaalde groepen (de sociaal zwakkeren) stoten in de eigen oonplaats hun neus. De nood is zelfs zo hoog, dat op dit moment slechts de zeer urgente gevallen kunnen worden geholpen. In september wordt dit vraagstuk extra actueel, als het Volkshuisvestingsplan wordt behandeld. „De regio moet onze problemen nu maar eens oplossen", zegt wethouder Verduin. „Leusden moet de problemen van de eigen bevolking zelf oplossen", zegt de VVD. „Er moeten huizen komen voor senioren", zegt D66. „De ruimte in Leusden is op, maar starters moeten geholpen worden", zegt Leusden'90. „Er moeten meer woningen in de sociale sector komen", zegt de PvdA. In de komende weken in de Leusder Krant een serie artikelen over deze problemen en hun oorzaken. Een zoektocht naar de geschiedenis van Leusden, alsmede naar antwoorden op vraagstukken in de ruimtelijke ordening. Vandaag de eerste aflevering: Het ontstaan van Leusden. ctl linon \/Qn oon ne/^oictoH Boerderij aan de Treekerweg, op de rand van De Utrechtse Heuvelrug (Den Treek) en de Gelderse Vallei. In deze OlUIUt?[ I VClI I Ot/I I U 1 U 10 IClU omgeving vestiqden zich de eerste boeren Tekst: Daan Bleuel Foto's: Hans Verhorst tl de hele ontstaansgeschiedenis van de de, die miljoenen jaren heeft geduurd, [ft het klimaat voortdurend flinke veran- [ïngen ondergaan. Zo zijn er tijden ge kst dat het in Europa tropisch warm was, [op de breedtegraad waar Nederland zich [bevindt. Maar er zijn ook tijden geweest Nederland aan de rand van de Noordpool [met een vergelijkbaar klimaat. |e schommelingen in de temperatuur (die l overigens nog steeds voordoen) namen |rme perioden in beslag. Tussen het ene jrste en het andere lagen vele honderdui- den jaren Die temperatuursverschillen Iden grote gevolgen voor het uiterlijk van aarde. Met name de verhouding tussen d en zee veranderde voortdurend en in- ipend. In de warmere perioden bijvoor- ld, toen grote delen van de ijskappen op de smolten, steeg het niveau van de zee izienlijk en kwamen grote delen van de de onder water te staan. In de koude pe len daarentegen vielen grote stukken zee- lem droog, omdat het waterniveau daalde grote hoeveelheden bevroren. Ter verge- rng, in 'onze' tijd leven we klimatologisch ens tussen die twee uitersten in Volgens logische theorieën hebben we een periode i extreme koude achter de rug (compleet t ijstijden, waarin Nederland zelfs een r grotendeels bedekt is geweest met lan- en begon de temperatuur zo'n 10.000 r geleden weer langzaam op te lopen. )e afwisseling in klimatologische omstan- heden zijn voor het ontstaan van Neder- d, en daarmee het gebied waar bijvoor- Id Leusden zich nu bevindt, van enorm ang geweest. Wie z'n ogen goed de kost ft, kan vandaag de dag nog zien wat giet ers, landzeeën, woeste rivieren, zandstor- n en wat dies meer zij tienduizenden jaren eden hebben aangericht. Dat natuurge- ld heeft voor een belangrijk deel bepaald ar de mens zich in het gebied kon vestigen een redelijke overlevingskans te hebben. Ve verplaatsen de scene naar een tijd, cir- 200.000 jaar geleden. Geologen noemen de matologische periode die dan begint het rstoceen. Dat tijdvak wordt voornamelijk tenmerkt door het voorkomen van ïjstij- i, waarvan er zeker drie geweest zijn Pas (eveer tienduizend jaar geleden begon de nperatuur langzaam maar zeker weer op te ten. Die periode (door geologen het Holo- n genoemd) duurt nog steeds voort. Ie eerste ijstijd, door geologen de Saale- hjd genoemd, was meteen de hevigste en d voor Nederland grote gevolgen. Voor die lijd losbarstte, was Nederland het domein n grote rivieren, zoals Maas en Rijn. Enigs- is vergelijkbaar met de huidige situatie, fen lag het stroomgebied veel noordelij- f Zo liep de Maas voor de eerste ijstijd or de huidige Gelderse Vallei en stroomde Rijn door wat wij nu het IJsseldal noemen. Door de toenemende koude, groeide de ijs- P op de Noordpool langzaam, maar ge- 'ag aan. Dat nam zelfs zulke vormen aan, Ide gletschers op een bepaald moment tot lverwege Nederland reikten. De meest idelijke tongen van het landijs drongen de len van Maas en Rijn binnen. De ijskap tplaatste zich met zoveel bruut geweld er het land, dat grote hoeveelheden steen gruis meegenomen werden Dat materiaal ïrd samengeschoven en omhooggedrukt tot genaamde stuwwallen, die nog steeds :htbaar in het landschap aanwezig zijn. De 'angnjksten zijn de Hondsrug (in Drente), Veluwe en de Gooische Heuvelrug (nabij Romeinse Rijk vormt, vrij te houden van menselijke bebouwing. Het gebied rond Leusden, dat binnen deze zone gelegen is, verwilderde daardoor weer sterk. De door agrarische activiteit ontstane heidevelden op de Heuvelrug en de akkers en weiden langs de randen daarvan veranderen langzaam weer in bos. (Datzelfde gebeurde eigenlijk deze eeuw opnieuw in Den Treek). Toen de Romeinen eenmaal uit deze stre ken vertrokken waren, namen Frankische stammen het gebied opnieuw in gebruik. Ze troffen een leeg, grotendeels bebost gebied aan, net als de eerste bewoners vele eeuwen daarvoor. De naam 'Leusden' dook voor het eerst op in een oorkonde uit het jaar 777. In die tijd moet in de buurt van het huidige Oud-Leus den een zogenaamde 'Villa' hebben gelegen Deze villa, een overblijfsel uit het laat-Ro- meinse tijdperk, stond centraal in een 'Hof' Een hof bestond uit een centraal gebouw en de gronden daaromheen. Op dat land werk ten de boeren, die goederen en diensten moesten leveren aan de meestal afwezige grootgrondbezitter Die reisde zijn hoven langs om de pacht in ontvangst te nemen Rond 777 was Karei de Grote de eigenaar van de villa. In een oorkonde uit 777 werd de 'Villa Lisiduna' door hem geschonken aan de Sint Maartenskerk in Utrecht Algemeen wordt aangenomen dat de oorsprong van de naam 'Leusden' hier ligt De Hof (Villa), de boerderijen en de bouw landen lagen in het huidige Oud-Leusden, op de flanken van de Heuvelrug. Omdat de Heu velrug hoger lag dan de omgeving, was het daar droger en geschikt voor bewoning Het vee zocht zijn voedsel in de bossen en de hei, op de hogere, drogere plekken werd enige akerbouw bedreven en de lagere natte delen werden gebruikt als hooiland. Omstreeks de negende eeuw echter vesti gen de eerste mensen zich weer in de Vallei. Grote delen van die Vallei waren vochtig en moerassig, maar door de aanwezigheid van zandheuvels waren er ook plekken waar het droger was. De ietwat boven het terrein uit stekende zandruggen werden dan ook als eerste weer in gebruik genomen. Aan de plantengroei waren die plekken goed te her kennen. Op de drogere plekken groeiden na melijk eikenbossen, terwijl in de natte, moe rassige delen vooral elzen voorkwamen. In het bos werd een open plaats gekapt, waarna er een huis werd neergezet. De naam voor een dergelijke open plaats in het bos, een Laar, is tegenwoordig nog steeds herken baar aanwezig in namen van boerderijen (Daatselaar, Emelaar, Ramselaar en derge lijke). Later werden ook langs de beken stuk ken grond in cultuur gebracht Afhankelijk of de plaats die men uitzocht werd uitgehakt in het struikgewas of zich bevond bij een doorwaadbare plaats, kregen de boerderijen namen met uitgangen als 'horst' struikge was) of 'voorde' doorwaadbare plaats) Voorbeelden hiervan zijn nog steeds in het landschap terug te vinden (Hakhorst, Krak- horst, Ooievaarshorst, Lockhorst of Bavoort, Amesforde Amersfoort). De laagstgelegen moerassige delen, waar zelfs de elzen zich niet konden handhaven, bleven voorlopig nog onbewoond. Daar groeide het veenmos en bouwde aan een dik veenpakket. Volgende week: Het gebied rond Leusden wordt ontgonnen en verder in gebruik geno men. Hilversum) en de Utrechtse Heuvelrug. De aanwezigheid van enorme rotsblokken, die nu vaak een toeristische attractie vormen (de Amersfoortse Kei, de Hunebedden in Drente) getuigen van het natuurgeweld uit die tijd Zij reisden mee met de gletschers en kwa men, duizenden kilometers van huis, terecht in dit gebied Onder invloed van de gletschers konden grote rivieren als Rijn en Maas hun oorspron kelijke beddingen niet meer gebruiken en bogen daardoor voor het ijs naar het westen af» Ze kregen daarmee in grote lijn de huidige richting. Nu is het niet zo dat de temperatuur in het Pleistoceen altijd zo verschrikkelijk laag was Integendeel, na afloop van de eerste ijstijd (zo'n 100 000 jaar geleden) begon de temperatuur <weer te stijgen. Het ijs smolt weer, de zeespiegel begon weer te stijgen. In deze contreien waren de sporen van het landijs echter goed zichtbaar. De Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe staken hoog boven het omringende land uit, de Gelderse Vallei daar tussenin was door het ijs juist diep uit gesleten Zo diep, dat het stijgende zeewater in de warmere periode (100 000 jaar tot 70.000 jaar geleden) bezit nam van het ge bied. Door bezinking werd de Vallei gedeel telijk opgevuld met klei en zand. De Heuvel rug en de Veluwe waren in die periode sterk aan erosie onderhevig en sleten behoorlijk af. Zo'n 70.000 jaar geleden kondigde een nieuwe ijstijd zich aan, het Weichsel Op nieuw hoopten zich in die tijd zulke hoeveel heden water op in de vorm van ijs, dat de zeespiegel tientallen meters daalde De Noordzee viel dientengevolge grotendeels droog; de Britse eilanden maakten deel uit van het Europese vasteland. Het landijs kwam in die periode echter niet meer tot onze omgeving. Wel was het zo koud, dat de bo dem permanent bevroren was De begroeiing was onder die barre klimatologische omstan digheden minimaal, waardoor de wind vrij spel had. Het gevolg was het optreden van geweldige zandstormen. Hierdoor werden diepe dalen voor een belangrijk deel gevuld met zand, voornamelijk afkomstig van de bodem van de drooggevallen Noordzee. De Gelderse Vallei werd .voor een belangrijk deel gevuld met zand en ook op de flanken van de Heuvelrug werden dekzanden afge zet. Toen het zo'n 10 000 jaar geleden weer wat warmer werd, was de Gelderse Vallei zover opgevuld met zand, dat de zee er niet op nieuw bezit van kon nemen Ook kreeg de vegetatie onder de verbeterde klimatologi sche omstandigheden een nieuwe kans Achtereenvolgens konden diverse planten soorten, berken, dennen, hazelaars en andere boomsoorten het weer in deze streken uit houden. Als één van de laatste boomsoorten verscheen zo'n 3500 jaar geleden de beuk weer Zowel Heuvelrug als de Gelderse Vallei bestonden vlak na de laatste ijstijd voor een belangrijk deel uit zand. Alleen kon in de Vallei, met het stijgen van de waterspiegel, in de periode daarna op grote schaal veen ont staan. Veenvorming vond plaats doordat af gestorven plantenresten in het water terecht kwamen en daar verrotten. Het huidige Leusden-Centrum en Leusden-Zuid waren bijvoorbeeld oorspronkelijk veenontginnin- gen. Dit in tegenstelling tot Achterveld, waar de veenvorming geen kans kreeg doordat het hoger lag. Langs de beken, die door het ge bied stroomden, werd klei over de zandlagen afgezet. De kleiddeeltjes werden door het water meegevoerd en werden op rustige plekken afgezet Van de oudste bewoners van deze streek is weinig bekend. Vast staat echter wel dat er reeds in het Stenen tijdperk sprake is ge weest van menselijke activiteit in dit gebied Op de Heuvelrug bevindt zich onder andere een vuurstenenwerkplaats uit de Midden- Steentijd (8.000 - 4 000 jaar voor Christus). Ook uit de Bronstijd zijn restanten overgele verd, in de vorm van twee grafheuvels in Den Treek. Ook in de Gelderse Vallei zijn sporen aan getroffen, die duiden op bewoning vanaf de Midden-Steentijd. In de laatste ijstijd waren in de Vallei paraboolvormige duinen ont staan, die nog steeds boven het omliggende terrein uitstaken. Daardoor waren deze plekken minder drassig dan de omgeving en trokken om die reden mensen aan. Na de prehistorie, schrijven met name de Romeinen, aan het begin van onze jaartel ling, een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het gebied rond Leusden Het hoogte punt van de Romeinse beschaving was, we schrijven inmiddels 9 na Christus, al flink op zijn retour Dat kwam onder meer tot uit drukking in een desastreus verlopen slag in het Teutoburger Woud in Duitsland. Keizer Augustus wilde de noordgrens van het Ro meinse Rijk laten samenvallen met de Elbe, maar werd vernietigend verslagen Na die slag werd bevolen dat een strook van 50 mijl langs de Rijn, dat dan de noordgrens van het Boerderij Ooievaarshorst aan de Ooievaarshorsterweg

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1991 | | pagina 7