Van ontginningen, kastelen en buitenplaatsen
Leusder Krant
De nieuwe woningnood in Leusden
Tweede aflevering in een serie over de laatste
stuipen van een groeistad Tekst:paanBieuei
Bossen
ensdag 24 juli 1991
Pagina 7
jEUSDEN - Ruim een jaar geleden veroorzaakte de provinciale notitie 'Sporen naar de toekomst'
de nodige deining in Leusden. Daarin werd gesteld dat Utrecht tot het jaar 2015 nog ruimte zal
moeten vinden vooreen kleine 100.000 nieuwe woningen, waarvan enkele tienduizenden in de
regio Amersfoort. Leusden werd genoemd als mogelijke groeikern, waar 10.000 tot 20.000 huizen
zouden kunnen worden gebouwd. Slechts weinigen in Leusden leken van die gedachte
gecharmeerd. Het gemeentebestuur stelde toch een onderzoek in naar mogelijke ruimte voor
extra woningbouw. De politiek concludeerde, op basis van dat onderzoek, dat die ruimte er
nauwelijks meer is en ging over tot de orde van de dag. De provincie deelde de Leusdense visie en
richtte de blik in 'De Toekomst getekend', in een andere richting.
Er kwam echter een ander probleem boven water. Leusden blijkt slecht in staat de
woningzoekenden te huisvesten. Bepaalde groepen (de sociaal zwakkeren) stoten in de eigen
ivoonplaats hun neus. De nood is zelfs zo hoog, dat op dit moment slechts de zeer urgente gevallen
kunnen worden geholpen. In september wordt dit vraagstuk extra actueel, als het
Volkshuisvestingsplan wordt behandeld. ,,De regio moet onze problemen nu maar eens
oplossen", zegt wethouder Verduin. „Lensden moet de problemen van de eigen bevolking zelf
oplossen", zegt de VVD. „Er moeten huizen komen voor senioren", zegt D66. „De ruimte in
Leusden is op, maar starters moeten geholpen worden", zegt Leusden'90. „Er moeten meer
woningen in de sociale sector komen", zegt de PvdA.
In de komende weken in de Leusder Krant een serie artikelen over deze problemen en hun
oorzaken. Een zoektocht naar de geschiedenis van Leusden, alsmede naar antwoorden op
vraagstukken in de ruimtelijke ordening.
Vandaag de tweede aflevering: De invloed van de mens op het gebied rond Leusden.
1 Foto s: Hans Verhorst
)e eerste ontginningen in De Vallei zijn
idelijk herkenbaar. De kavels vertonen
ig steeds) een onregelmatig patroon (Ach-
veld. bijvoorbeeld). Dat kwam. omdat de
nvezigheid van het water bepalend was
ir de ontginningen. De latere ontginnm-
i van het veel drassiger, lager gelegen ge
il, zoals in Hamersveld en Leusbroek
usden-Centrum en Leusden-Zuid), verto-
leen heel ander patroon. Het patroon van
zogenaamde 'cope', een typisch Neder-
dse vorm van ontginning die plaats vond
Ier leiding van, meestal, een klooster of
i een andere grootgrondbezitter. Na een
beterde ontwatering werd vanaf een cen-
al door het gebied lopende weg systema-
:h en loodrecht op de hoofdweg stukken
nd ontgonnen De boerderijen liggen ook
estal aan de weg, in plaats van verpreid,
Is op de zandontginningen
)e Hamersveldseweg is zo'n hoofdas,
irlangs de ontginning van het veengebied
;on De eerste activiteiten in die richting
i in de dertiende eeuw begonnen De Ha-
rsveldseweg ligt op een natuurlijke lichte
hoging in het terrein. Zowel naar het oos-
als naar het westen loopt het terrein
wandaan af De sloten werden dus ook in
t-west richting gegraven. Omdat de slo-
niet rechtstreeks op de beken konden
ateren (die werden omsloten door een
;e oeverwal), werden weteringen gegra-
i, zoals de Hamersveldse wetering die
jeveer bij Krakhorst uitkwam in de Mod-
beek. In het westen werd de Grift gegra-
I, die bij Hohorst in de Lunterse- of Heili-
ibergerbeek uitmondde.
)e noordelijke grens van Hamersveld
gde gedeeltelijk de Modderbeek. de
delijke grens werd wat nu de Zuidwindse
ut heet.
)p eenzelfde wijze als Hamersveld werd
;r Leusbroek in gebruik genomen, met de
isbroekerweg als centrale as. Alleen loopt
verkaveling hier loodrecht op ontginning
Hamersveld Ook dat patroon is hier en
'r nog goed herkenbaar. Delen van dat
ued, ten zuiden van de Leusbroekerweg
kend als de Nieuwe Vrede) werden pas in
vorige eeuw goed ontwaterd,
laarna werden nog een paar Testgebieden
lebruik genomen Ten oosten van Hamers-
d. lopend tot aan de Modderbeek (bekend
Taayland). een gebied tussen Ooievaars-
■st en Den Treek (Veltschoren) en een ge
il tussen Ooievaarshorst en Ruitenbeek
i boerderij De Bieshaar (het huidige Leus-
i-Zuid).
)e ontginningen hebben waarschijnlijk
ir het grootste deel allemaal plaatsgevon-
i voor de veertiende eeuw. Tijdens die
iw werd Europa namelijk geteisterd door
i agrarische crisis van enorme omvang
ar bovenop kwam nog een een builenpes-
ndemie (de Zwarte Dood), die ook in deze
itreien vele slachtoffer maakte. In derge-
omstandigheden was de animo om te
ginnen vanzelfsprekend niet groot. Hier-
mag geconcludeerd worden dat om-
eeks 1300 heel Leusden bewoond was.
laast boerderijen ontstonden er in de loop
tijden ook in de omgeving van Leusden
lersoortige bouwwerken als vestingen,
tenplaatsen en kastelen. Middeleeuwse
telen stonden in Leusden onder meer in
voort (bij het huidige restaurant) en Lock
's! Het kasteel Lockhorst is in de 18e eeuw
ebroken De erbij horende boerderij
wde echter uit tot een landhuis. Hel hui-
Ie huis is gebouwd in de negentiende eeuw
de plaats van de vroegere boerderij. Er-
tst is een nieuwe boerderij neergezet
kastelen hadden in de Middeleeuwen een
'delijke militaire functie. Vindingen als
De Hessenweg, nu van minder grote betekenis, heeft een rijkehistorie
laatste jaren pogingen gedaan de schaarse
nog aanwezige heide te conserveren en tegen
verdere achteruitgang te beschermen.
Wegen hadden vroeger over het algemeen
slechts lokale betekenis. Het grootste deel
van de bevolking bestond uit boeren en die
hoefden maar weinig weg. Ze gingen op zon
dag naar de kerk, soms moesten ze naar de
markt en natuurlijk af en toe naar de molens.
Behalve rosmolens (waaraan boerderij de
Rosmolen nog herinnert), waren er in Leus
den twee wind-korenmolens. Eén daarvan
stond in Bavoort. Deze werd in 1917 afgebro
ken. De tweede stond in Santbrinck en werd
al in 1477 genoemd. In de vorige eeuw werd
de molen vervangen door één die daartoe
werd aangekocht in Amsterdam. Deze werd
in de '40-'45 door oorlogshandelingen ver
nield.
Hoe weinig belangrijk wegen waren moge
ook blijken uit het feit dat er eeuwen geen
verbinding heeft bestaan tussen de Hamers
veldseweg en de Leusbroekerweg. Nadat de
boer van De Zuidwind herhaaldelijk had ge
weigerd mensen over zijn erf te laten, werd
tussen deze boerderij en de Leusbroekerweg
de Hekkersteeg aangelegd. Naast deze wegen
was er een aantal veedriften, waarover de
schapen naar de heide werden gebracht. Pas
in de vorige eeuw kwamen grote wegen tot
stand, zoals de straatwegen van Amersfoort
naar Arnhem (omstreeks 1827) en Doorn
(omstreeks 1840).
Op het hierboven geschetste beeld bestaat
één belangrijke uitzondering. Al eeuwen
loopt namelijk enige kilometers noordelijk
van Hamersveld (door Stoutenburg) een in
ternationale verkeersroute, de Hessenweg
Eeuwen geleden al vond verkeer plaats over
land van de havens aan de kust naar het
binnenland van Duitsland. Vooral dure en
bederfelijke goederen gingen over land De
routes van Antwerpen en Amsterdam naar
Leipzig en van hamburg en Lübeck naar
zuid-Duitsland kruisten elkaar in Waldka-
pel in Hessen. Vooral uit dit Waldkapel en
omgeving kwamen vrachtrijders. Zowel hun
wagens (hessenkarren). als de wegen waar
van ze gebruik maakten, werden genoemd
naar de streek waar ze vandaan kwamen
Hessen.
Aanvankelijk was de route van Duitsland
naar Antwerpen het belangrijkst. Nadat deze
stad aan het eind van de zestiende eeuw zijn
positie verloor ten gunste van Amsterdam,
werd de weg Bocholt, Gendringen, Doesburg
(later Arnhem), Deelen, Voorthuizen. Ter-
schuur, Stoutenburg, Amersfoort belangrijk
Van Amersfoort naar Amsterdam ging het
vervoer vaak per schip verder.
De -Hessenwegen hadden in die tijd een
bijzonder karakter. Wegen waren niet meer
dan karresporen. Een karrespoor dat door
een bepaald soort wagen intensief bereden
werd, sleet zo diep uit, dat wagens met een
andere asbreedte niet meer van zo'n route
gebruik konden maken. De Hessenwagens
(enorme wagens met vier of vijf paarden er
voor), maakten een voor Nederlandse begrip
pen zeer breed spoor. Zij waren daardoor
vrijwel de enigen die van deze wegen gebruik
maakten.
Met het teruglopen van het belang van de
Amsterdamse haven nam ook het verkeer
over land naar Duitsland af. Het Hessische
wegenverkeer kreeg definitief de genadeslag
door de spoorwegaansluiting Arnhem -
Oberhausen in 1856. Aan het belang dat de
weg eens had herinnert nu alleen nog de
naam.
Volgende week: Van boerengehucht tot mo
derne forensenstad.
het buskruit maakte de burchten echter als
verdedigingswerk waardeloos.
De kille, tochtige kastelen met de kleine
ramen werden dan ook langzamerhand ver
vangen door geriefelijke buitenplaatsen, ter
wijl de verdedigende functie werd overgeno
men door onder andere de Hollandse Water
linie, waarvan restanten nog in de vorm van
de Liniedijk in het Leusden van vandaag zijn
terug te vinden. De dijk is omstreeks 1742
aangelegd, als versterking van de Waterlinie.
Pas in de laatste oorlog, met de komst van de
vliegtuigen, verloren ook deze verdedigings
linie hun militaire waarde grotendeels.
Van de buitenplaatsen zijn, in tegenstel
ling tot de kastelen, voorbeelden bewaard
gebleven Heiligenberg, gesticht als klooster,
verviel na hervormingen aan de Staten van
Utrecht, die het in 1644 aan particulieren
verkochten. In 1769 verliet de toenmalige
eigenaar het huis wegens bouwvalligheid en
liet aan de overzijde van de weg een nieuw
huis bouwen (Hevligenbergzicht). Tussen
1807 en 1843 werden beide huizen afgebro
ken en werd het middenstuk van het huidige
huis neergezet. Ook het Zwanen water werd
in die tijd gegraven. In 1872 kreeg het huis
zijn huidige vorm, 11a de bouw van de beide
■zijvleugels.
De bouw van Heyligenberg in de zeven
tiende eeuw stond bepaald niet alleen. In de
periode 1650-1700 is een groot aantal heren
huizen gebouwd, de meesten omringd door
een gracht (overigens meer voor het gezicht
dan voor de beveiliging).
In verband met de slechte gang van zaken
in de landbouw was grond goedkoop. Rijke
kooplieden kochten boerderijen en bouwden
naast de pachterswoning een landhuis. Voor
beelden in Leusden zijn naast Heiligenberg,
Vlooswijk, Wijnbergen, Zwanenburg, Brink
horst en Ooyevaarshorst. Van het laatste is de
gracht nog steeds te zien.
Minder welvarende grootgrondbezitters
lieten een boerderij van één van hun pachters
uitbreiden met een herenkamer (Groot
Zandbrink, Driftakker). Zo'n herenkamer
werd in de eerste helft van de achttiende
eeuw toegevoegd aan de hoeve Den Treek
Dit was het begin van een buitenplaats, die
aanzienlijk werd uitgebreid. In verband met
een bouwverbod was het niet mogelijk om
aan nieuwe bouwmaterialen te komen. Daar
om kocht de toenmalige eigenaar een buiten
plaats aan de Vecht, liet het huis afbreken en
gebruikte de materialen om het eigen huis
mee te verfraaien.
Uit de laatste eeuw dateren nog de huizen
De Boom (gebouwd rond 1880), het Leusder
End (nu Don Bosco) en Schutterhoef
Vanaf de tijd dat de eerste mensen zich
blijvend in de omgeving van Leusden vestig
den, werd het bos teruggedrongen. Aan het
eind van de Middeleeuwen was daar nog
maar weinig van over. Van de eens zo dichte
en uitgestrekte bossen in de Gelderse Vallei
restten nu nog slechts namen als Renswoude
en Woudenberg. De Schoolsteegbosjes in
Leusden geven waarschijnlijk een aardig
beeld van de bossen, zoals die in de natte
delen van de Vallei op grote schaal voorkwa
men
De bossen die we nu kennen zijn voor een
belangrijk deel ontstaan rond de in Leusden
voorkomende buitenplaatsen, die zich om
ringden met parken en parkbossen Den
Treek, De Boom, Heiligenberg, Lockhorst en
Schutterhoef zijn daar duidelijke voorbeel
den van Daarnaast was er ook nog enig pro-
duktiebos
Hakhout diende in 1815 alleen nog voor
brandhout. Met de toegenomen vraag naar
rijshout voor de Zuiderzeewerken werden
drassige percelen ingeplant met essen en el
zen. De Schoolsteegbosjes zijn op die wijze
ontstaan
In Den Treek werd bos aangeplant op de
voormalige heide. Met de komst van land-
bouwverbeteringen zoals de verbouw van
klaver en knolgewassen, werd het houden
van schapen om de mest onnodig De uitge
strekte heidevelden, in eigendom van een
aantal in een marke verenigde hoeven, verlo
ren hun waarde. Vanaf 1872 werd de heide
verhuurd voor schietoefeningen. In 1886
werd het gebied ten westen van de weg
Doorn-Amersfoort aan het Rijk verkocht
Dit kwam daarna geheel ter beschikking van
het leger. Kort daarop werd de rest van de
heide onder de eigenaren van de in de marke
verenigde hoeven verdeeld. Een aantal ka
vels verviel aan leden van de familie De
Beaufort, die tesamen een groot aantal van
de hoeven binnen de marke bezat.
Door ruil en aankoop kregen die ook de
overige stukken in handen. Daaruit ontstond
het landgoed Den Treek, sinds 1919 een N V.
Op de hei werd veel produktiebos aange
plant
In de twintigste eeuw verloor de heide
steeds meer terrein, door gebrek aan onder
houd, aan het zich uitzaaiende bos. Zelfs de
Leusderhei werd kleiner, ondanks (of dank
zij?) het immer voortrazende militaire ver
keer. Dat het bos inderdaad sterk oprukte,
moge blijken uit woningnamen als 'Heihuis'
(Trekerweg) en 'Heidezicht' (Buurtweg). Bei
de huizen zijn nu omringd door bos. Onder
invloed van natuurbescherming worden de
Huize Den Treek, nu een hotel/restaurant, is een van de bekendste landgoederen in Leusden