\lan boerengehucht tot moderne forensenstad
.Leusder Krant.
De nieuwe woningnood in Leusden
REPORTAGE LEUSDEN
Derde aflevering in een serie over de laatste
stuipen van een groeistad Iek,t:DaanB,e„el
Annexatie-angst
Voorbereidingen
Groeipool
Hoog tempo
gnsdag 31 juli 1991
Pagina 7
IJUSDEN - Ruim een jaar geleden veroorzaakte de provinciale notitie 'Sporen naar de toekomst'
de nodige deining in Leusden. Daarin werd gesteld dat Utrecht tot het jaar 2015 nog ruimte zal
moeten vinden vooreen kleine 100.000 nieuwe woningen, waarvan enkele tienduizenden in de
tgio Amersfoort. Leusden werd genoemd als mogelijke groeikern, waar 10.000 tot 20.000 huizen
zouden kunnen worden gebouwd. Slechts weinigen in Leusden leken van die gedachte
gecharmeerd. Het gemeentebestuur stelde toch een onderzoek in naar mogelijke ruimte voor
extra woningbouw. De politiek concludeerde, op basis van dat onderzoek, dat die ruimte er
auwelijks meer is en ging over tot de orde van de dag. De provincie deelde de Lcusdense visie en
richtte de blik in 'De Toekomst getekend', in een andere richting.
Er kwam echter een ander probleem boven water. Leusden blijkt slecht in staat de
woningzoekenden te huisvesten. Bepaalde groepen (de sociaal zwakkeren) stoten in de eigen
oonplaats hun neus. De nood is zelfs zo hoog, dat op dit moment slechts de zeer urgente gevallen
kunnen worden geholpen. In september wordt dit vraagstuk extra actueel, als het
Volkshuisvestingsplan wordt behandeld. „De regio moet onze problemen nu maar eens
oplossen", zegt wethouder Verduin. „Leusden moet de problemen van de eigen bevolking zelf
oplossen", zegt de VVD. „Er moeten huizen komen voor senioren", zegt D66. „De ruimte in
Leusden is op, maar starters moeten geholpen worden", zegt Leusden'90. „Er moeten meer
woningen in de sociale sector komen", zegt de PvdA.
In de komende weken in de Leusder Krant een serie artikelen over deze problemen en hun
oorzaken. Een zoektocht naar de geschiedenis van Leusden, alsmede naar antwoorden op
vraagstukken in de ruimtelijke ordening.
Vandaag de derde aflevering: De ontwikkeling van een boerendorp tot moderne forensenstad.
De Eurowoningen stonden model voor het nieuwe Leusdenkwalitatief hoogwaardige woningen in een omgeving
waaraan veel aandacht is besteed
Foto's: Hans Verhorst
e ontwikkeling van de gemeente Leus-
zoals we die nu kennen, is de laatste 20 a
jar in een fikse stroomversnelling terecht
jmen. Tot en met de jaren '50 waren de
rikkelingen in de kernen, die nu deel
laken van Leusden, min of meer op na-
lijke wijze en langs de weg der geleide-
leid verlopen.
amersveld vertoonde de kenmerkende
ken van een lintdorp, typerend voor
irisch gebied dat op veengronden is ont-
n. Het bestond uit een hoofdweg (de Ha-
sveldseweg), waaraan de boerderijen
gen waren. De bouwlanden, vaak lang-
kte kavels, stonden haaks op de hoofd-
waarvandaan de ontginningen begon-
Voor de jaren zestig van deze eeuw vond
lamersveld een eerste voorzichtige uit-
ding plaats. In de hoek tussen Hamers-
Iseweg en Burgemeester de Beaufortweg
ees een wijkje, waar niet uitsluitend
iriërs woonden.
i Leusbroek (het huidige Leusden-Zuid)
d de Maanweg bebouwd en de Kerke
rt, in de directe nabijheid van de Arn-
seweg. Van recenter datum is de eerste
e uitbreiding, waarbij het gebied tussen
inweg en de Kerkebuurt volgebouwd
d met hoogwaardige nieuwbouwwonin-
(ruim twintig jaar geleden). Het ïnwo-
al van de woonkernen, die het huidige
sden vormen, bedroeg op dat moment een
ne 8.000 inwoners.
ich zijn die uitbreidingen niets vergele-
met datgene wat in de jaren zestig aan
inen voor Leusden werd ontwikkeld De
malige gemeenten Hamersveld en Stou-
mrg (bestaande uit kerkdorpen en huurt
ippen als Achterveld, Leusbroek, Heet-
L Bavoort, Musschendorp en dergelijke)
den als slapende prinsessen uit hun al
rai durende rust wakker gekust door
inenmakende prinsen, die het Leusdense
sten op te stuwen in de vaart der volke-
i het begin van de jaren zestig nam de
eenteraad van Hamersveld een besluit
er een kern gevormd moest worden en dat
inwonertal fors moest groeien. Twee be-
(njke argumenten lagen aan die overwe-
(en ten grondslag. Allereerst vond men
belangrijk dat bij een toenemend inwo-
ial het voorzieningenpakket op peil ge-
:ht zou kunnen worden. Belangrijker is
schien nog wel de vrees geweest dat de
rgemeente Amersfoort wel eens een be
ll oogje op Leusdens grondgebied zou
nen laten vallen, om daar uit te breiden
ir wilde men zich tegen wapenen. Hele-
il ten onrechte lijkt die annexatie-angst
te zijn geweest. De gemeentegrenzen van
trsfoort vielen in die tijd praktisch samen
de bestaande stadsgrenzen en met de
temende woningbehoefte had Amers-
1 nauwelijks ruimte om daarin te voor-
i In ieder geval lijkt de strategie, die
sden in die tijd volgde, vrucht te hebben
tegen: de gemeente is nog steeds zelfstan-
'erwijl Amersfoort de blik noordwaarts
itte. Hoogland en Hooglanderveen wer-
tn de slaap verrast en vormen nu en
tahet hart van grootschalige Keistedelij-
"tbreidingen.
I'ar behoud van eigen identiteit en zelf-
tdigheid of niet, als het aan de plannen-
iers van het eerste uur had gelegen, was
sden toch veranderd in een enorm verste
kt gebied dat in omvang en inwonertal
gemak had kunnen wedijveren met
eerste fase werd daarna dan ook met voort
varendheid ter hand genomen. Zelfs de wijk
Groenhouten, dat oorspronkelijk deel uit
maakte van de zogenaamde tweede fase, kon
in de planperiode tot 1975 al worden afge
rond. Met een snelheid van 200 tot 400 wo
ningen per wijk per jaar verrezen achtereen
volgens Rossenberg (1970-1971), Rozendaal
(de Eurowoningen: 1970-1973), Alandsbeek,
De Wetering en Rozenboom (allen in '72-'73)
en Groenhouten (1973-1974). Ook de infra
structuur werd aangepast aan de nieuwe
schaal van de gemeente. In 1970 werd de
Burgemeester De Beaufortweg gerecon
strueerd en in 1971 werd de Heiligenberger-
weg onder de naam Noorderinslag verbon
den met de wijken Rozenboom en Alands
beek In 1972 werden verbindingen doorge
trokken naar de wijk de Wetering en in 1972
en '73 werd de weg van Leusden-Zuid naar
Groenhouten verbeterd (Groene Zoom) De
wegen werden voorzien van fietspaden en de
tracé's waren breed genoeg om de wegen in
de toekomst tot vierbaans uit te breiden.
Inmiddels waren de voorbereidingen voor
de uitbreidingen in de tweede fase ter hand
genomen. Maar dat verliep minder voorspoe
dig dan de bestuurders van dat moment zich
wel wensten. Rond de presentatie van het
ontwerp bestemmingsplan 'Tweede fase' in
1973 barstte groot tumult los Het college
wilde de realisering van de plannen versneld
ter hand nemen, omdat Leusden groeikern
was geworden en omdat prognoses een ver
snelde toename van de woonbehoefte in de
regio Eemland voorspelden Na de tweede
fase. die in 1985 zou moeten zijn afgerond,
zou Leusden in de visie van B&W 46 000
inwoners moeten tellen.
Vooral de plannen om het Valleikanaal te
overschrijden stuitte ineens op grote weer
stand bij de bevolking. Dat leidde tot de
oprichting van een actiegroep 'Knalgroen'
(Komité voor Natuurbehoud en Autobeper
king Leusden) genaamd. De in november
1971 opgenchtte actiegroep publiceerde in
1973 het rapport 'Grenzen aan Leusdens
groei', dat veel impact zou hebben. In korte
tijd werden 3.800 bezwaarschriften tegen het
ontwerp-plan ingediend
De belangrijkste bezwaren van de actie
groep tegen de plannen van de gemeente wa
ren dat Leusden met de duurdere woningen
bepaald niet bouwde voor de groep waar de
woningnood het hoogst was (de laagstbetaal
den). Bovendien zou bouwen ten oosten van
het Valleikanaal ten koste gaan van een ui
terst waardevol landschappelijk gebied Het
overschrijden van die Tens zou daarmee ook
de weg openen naar nog veel grootschaliger
ontwikkelingen op de langere termijn. Het
gebied zou vogelvrij worden. Ook de School
steegbosjes moeten in de visie van de actie
voerders buiten de bouwplannen gelaten
worden. 'Knalgroen' eiste een bijstelling van
de groeidoelen tot 25.000 inwoners en stelde
zich op het standpunt dat voor die hoeveel
heid gemakkelijk grond gevonden kon wor
den binnen de bestaande grenzen van de be
bouwde kom. (Knalgroen werd in datzelfde
jaar omgedoopt tot het Comité Milieuzorg
Leusden, dat als een adviesorgaan voor de
gemeente moet gaan werken)
Volgende week: De strijd om het Valleika
naal.
Amersfoort. In het nieuwe Leusden, dat na de
bestuurlijke samenvoeging van Hamersveld
en Stoutenburg ruim 6 000 hectare zou gaan
meten, werd een woonstad voorzien voor
90.000 a 100.000 inwoners. Die getallen wer
den in de eerste helft van de jaren zestig
genoemd in het zogenaamde plan 'De Ranitz'
(genoemd naar de belangrijkste opsteller van
het plan). Dat was een soort structuurschets
voor de regio, waarbij de makers een groei
voor het totale gebied voor ogen stond. Jonk
heer ïr. J. de Ranitz uit Rotterdam was een
stedebouwkundig adviseur, die in oktober
1963 een studie publiceerde voor een struc
tuurplan voor Groot-Amersfoort Daarin
werd richting gegeven aan plannen voor ver
gaande verstedelijking van het gebied, geba
seerd op toenmalige groeiprognoses.
Gewijzigde inzichten omtrent de bevol-
kingsgroeiprognoses en de gevolgen voor
natuur en landschap waren er de oorzaak van
dat het plan De Ranitz gedeeltelijk weer in de
kasten verdween. Het had echter wel tot ge
volg dat Hamersveld en Stoutenburg samen
gingen in een gemeente die Leusden zou gaan
heten (we schrijven 1968). Stoutenburg en
Achterveld behielden daarbij hun eigen
naam, maar Hamersveld en Leusbroek wer
den omgedoopt tot respectievelijk Leusden-
Centrum en Leusden-Zuid (raadsbesluit van
22 april 1970).
Eén van de eerste activiteiten van het nieu
we gemeentebestuur was het ontwikkelen
van een structuurplan voor het grondgebied,
waarbij de groeidoelstelling nog steeds een
voorname plaats innam. Het structuurplan
Hamersveld werd op 27 februari 1969 door
de raad aangenomen en dat plan voorzag in
een groei van de gemeente naar 65.000 inwo
ners. Leusden zou daarbij een rol kunnen
spelen in de opvang van regionale woonbe
hoefte (bijvoorbeeld van Amersfoort). De
groei van Leusden wordt op 15 juli van dat
jaar in het provinciale streekplan Utrechtse
Vallei en Eemland bevestigd
Het oude Hamersveld werd in de plannen
tot de grootste groeipool verheven met groot
schalige uitbreidingen De groei zou zich in
vier fasen moeten gaan voltrekken, waarbij
de afronding rond het jaar 2000 gepland
werd. De eerste fase omvatte een uitbreiding
van de bestaande kern met 2.900 woningen,
waar een kleine 9 500 mensen zouden kun
nen wonen Globaal ging het om het gebied
ten noorden van de huidige Noorderinslag en
het Valleikanaal (ter vergelijking: de huidige
wijken Rossenberg, De Wetering, Alands
beek, Rozendaal, Rozenboom) Dat gedeelte
zou tussen 1968 en 1973 gerealiseerd moeten
worden
In de tweede fase moest in de gedachten
van de plannenmakers ten zuiden van de
Noorderinslag een aantal wijken worden ge
bouwd, met in totaal ruim 4 300 woningen
voor ruim 14.000 nieuwe Leusdenaren Die
fase valt voor een belangrijk deel samen met
de huidige wijken Groenhouten, Akkerhoe
ve, Zwanenburg, Claverenblad/Wildenburg,
Noordwijck, Munnikhove, Langenbeek en
Bosveld Die wijken zouden in de jaren
1974-1982 (bijgesteld tot '76-'85) gestalte
moeten krijgen.
De derde en vierde fase uit het structuur
plan waren het omvangrijkst en moesten sa
men nog eens ruim 40.000 mensen een plaats
gaan bieden. Die uitbreidingen waren voor
namelijk in oostelijke richting gepland (over
het Valleikanaal in de richting van Achter
veld). Deze plangebieden zouden halverwege
de jaren '80 in ontwikkeling genomen kun
nen worden, om in de periode 1995-2000 te
worden afgerond De plannen waren mooi,
maar zouden in de politieke praktijk van
alledag nog op een paar belangrijke punten
moeten worden bijgesteld, terwijl grote de
len van het structuurplan zelfs regelrecht
naar de prullenbak werden verwezen.
De uitbreidingsplannen van Leusden wa
ren ook op Rijksniveau gehonoreerd en in de
Tweede Nota op de Ruimtelijke Ordening,
die in 1966 verscheen, werd de groeibehoefte
van het gebied rond Amersfoort erkend en
verheven tot rijksbeleid In de Tweede Nota
stond de zogenaamde 'gebundelde decon
centratie' centraal. De bedoeling was de druk
op de grote steden in de Randstad te vermin
deren door in de periferie plaatsen aan te
wijzen, waar de bevolkingsoverschotten een
nieuwe woonplaats zouden kunnen vinden
(de groeikernen). Dat beleid werd mede door
de toegenomen mobiliteit van de bevolking
(het groeiend autobez.it, kwaliteit van het
openbaar vervoer en dergelijke) mogelijk ge
maakt
Leusden kreeg in de als groeipool aange
duide regio 'Amersfoort' een voorname
plaats, die mede door een intensieve lobby
van het toenmalige gemeentebestuur werd
afgedwongen. De bouw van de wijken in de
Hoewel de wijken van later datum minder ruim werden opgezeten de huizen minder groot werden, bleef de aandacht
voor de leefomgeving, zoals hier in Claverenblad/Wildenburg (Kuperssmgel).