Je bent nooit te oud om te leren" Leusder Krant Achtervelder Anton Brunia (91is pas sinds zijn 68ste kunstenaar „Ik combineerde mijn liefde voor kunst en techniek met het leraarschap" „Van zelf doen leer je meer dan van geploeter intheorieboeken" „Om ruzie te voorkomen over welk kunstwerk ze krijgen, laat ik de kinderen meestal lootjestrekken" ACHTERVELD Als het gezegde „Je bent nooit te oud om te leren" ergens op slaat, dan is het in ieder geval op Anton Brunia van toepassing. Hij is onlangs 91 jaar oud geworden, woont in Achterveld en is pas sinds zijn 68ste kunstenaar. Zijn schilderijen, houtsnijwerken, etsen, plastieken en bronswerken hangen of staan intussen her en der in Nederland en zijn zelfs in Duitsland te bewonderen. Ook zijn aanleuningwoning achter bejaardentehuis Sint Jozef is volgepakt met kunstwerken. „Toch maak ik er niet zoveel meer als enkele jaren geleden, want op je 91ste wordt het toch tijd om het iets rustiger aan te gaan doen. Mijn vrouw ziet niet meer zo goed en die wil ik niet de hele dag alleen laten zitten, dus nu werk ik meestal een uurtje voor en na het eten en niet meer de hele dag." Brunia is op 12 juni 1900 geboren in Croos- wijk, niet de meest bedeelde buurt in Rotter dam. Als zestienjarige jongen meldde hij zich bij de cavalerie, omdat dat voor hem de enige kans was om nog „iets" te worden Na een basisopleiding werd hij opgenomen in de hoefsmidschool. „Daar leidden ze je niet op tot een gewone smid. Je zou het kunnen ver gelijken met een leerbewerker ten opzichte van een schoenmaker. We leerden alles over paarden en - al zeg ik dat niet graag over mezelf - ik was één van de beste leerlingen." Dat had tot gevolg dat Brunia als zeven tienjarig broekje zelfstandig hoefsmid werd bij de cavalerie in Soesterberg. Na de mobili satie in 1918 kwam er een einde aan zijn loopbaan als hoefsmid. Hij trouwde met Ma ria „Mama" Mazarek, kreeg vier kinderen en begon aan een avondstudie. „Ik smeedde nog wel in die eerste jaren," vertelt Brunia. „Mijn schoonvader was kerk meester in de Kruisherenkerk in Rotterdam en in die kerk is nog veel handgesmeed ko perwerk van mij te zien. Zo hangen er drie kruizen, waarvan de grootste 650 kilo weegt en de twee kleinere ieder 450 kilo." Langzamerhand smeedde Brunia steeds minder en wijdde zich meer aan zijn nieuwe vak: leraar. Zijn vrouw: „Hij bleef maar doorgaan met het behalen van actes, tot aan electronica toe." Brunia combineerde zijn liefde voor kunst en techniek met het leraar schap De kroon op zijn loopbaan kwam toen hij directeur werd van een technische school in Brunssum, Limburg. Hij bleef daar tot aan zijn pensionering en verwierf een herkenbare plaats in de Brunssumse gemeenschap. Op school kwam hij voor het eerst in aan raking met kunst. De school wilde enkele kunstwerken in de gebouwen hangen en zocht daarvoor enkele kunstenaars. Er kwam onder meer een sculptuur, een bronzen beeld en een glas-in-lood-raam. Het raam werd gemaakt door een jonge kunstenaar, ene Die- mers. Brunia: „De architect vond dat maar niets. Het was een oudere man die de voor keur gaf aan oudere kunstenaars, terwijl ik nu juist een jonge kunstenaar eens de kans wilde geven. Ik heb met het schoolbestuur gepraat en de jonge kunstenaar kreeg uitein delijk ook de opdracht en maakte een prach tig glas-in-lood-raam." „Van die ene opdracht kor. hij niet leven," gaat Brunia verder, „dus bezorgde ik hem een baantje op school als leraar vormgeving. Als schoolbestuur wilden we namelijk de technische jeugd ook met kunst in aanraking laten komen. Zo waren we bijvoorbeeld de eerste school in Nederland met een toneel. Diemers heeft nog heel wat jaartjes aan de school les gegeven, maar werd op een gege ven moment door de gemeente gevraagd of hij er niets voor voelde om directeur te wor den van een school voor hobby en kunst. Toen ik met pensioen ging en niet meer zoveel om handen had, dacht ik aan hem en heb me bij zijn school ingeschreven „Helaas heb ik niets van hem geleerd," vervolgt Brunia „Hij vond alles wat ik maakte even prachtig en was niet in staat opbouwende kritiek te leveren, ondanks dat ik hem duidelijk had gemaakt dat ik zijn leerling was en niet meer zijn chef. Ik heb uiteindelijk een andere kunstenaar - Drum men - gebeld, die een plastiek voor de techni sche school had gemaakt Hij wilde best eens een praatje komen maken en ik liet hem en kele schetjes zien die ik bij Diemers had ge maakt. Toen ik vroeg wat hij er van vond vroeg hij eerst of ik tegen kritiek kon. Ik zei ja en zijn antwoord luidde dat ik aanleg en fantasie had, maar er geen pest van bakte! En daar had hij gelijk in. Als werktuigbouwkun dige kon ik best een beetje tekenen, maar alles was veel te stijf en te strak. Vervolgens ben ik een half jaar bij hem in de leer gegaan en dat ging zo leuk dat hij me er af en toe van verdacht dat ik hem belazerde." Het meeste heeft Brunia echter geleerd van Drummens dochter Annelies. „Ik kwam met haar in aanraking toen Drummen eens een linoleumsnede van mij aan zijn dochter liet zien Annelies, die een kunstopleiding aan de Stads- en Jan van Eyk Academie had gevolgd en bovendien de kunststadspnjs van Maas tricht in de wacht had gesleept - dus ze was niet zo maar iemand - vond hem prachtig en vroeg of ze hem mocht houden Inmiddels was Annelies lerares aan de Stadsacademie van Maastricht geworden en begon Brunia bij haar colleges te volgen. was hij handig genoeg. Via via kwam hij aan een oud emaille oventje. Het eerste uitsmel ten deed hij met zijn lasbrander. „Mijn eerste beeldje was niet zonder fouten, maar ik heb het nog. Het was goed genoeg om door te zetten. Daarna heb ik een electnsche oven gebouwd, om was uit te smelten. Eigenlijk moet zo'n oven 1.100 graden kunnen worden, maar de mijne kon maar tot 700 graden, dus ik deed wat langer over het smelten. Het was ook maar een hobby," zegt Brunia. Een hobby overigens, waarin Brunia steeds bekwamer werd. Zodra hij eenmaal regelmatig werk kon verkopen, ging hij het heel vervelend vinden „amateur" genoemd te worden. .Alleen maar omdat het op mijn leeftijd mijn broodwinning niet meer hoeft te zijn, of omdat ik geen kunstacademie heb doorlopen. Ik heb er echter geen droog brood van hoeven te eten, want de werken hebben voor een aardige aanvulling op mijn pensioen gezorgd. Noem me dus liever een auto-di- daet, want mijn prijzen horen bij de prijzen die redelijk goede kunstenaars vragen." En terecht. De bronzen beelden van Brunia zijn sierlijk. Vooral de houdingen zijn goed getroffen. In de huiskamer in Achterveld staan diverse beeldjes van balletdansers, paarden, naakten en penningen. Op zolder - zijn atelier - hangen schilderijen van zijn dochters, zijn vrouw en een zelfportret en staan diverse gipsen en bronzen plastieken. In de berging staat een anderhalve meter grote levensboom en een zonnebloem. Ook de slaapkamer bevat enkele van zijn werken. Allemaal in een herkenbare stijl. Natuurlijk heeft Brunia ook veel van zijn kunstwerken weggeven aan familie en vrien den. „Zo ruim je de rotzooi op," grapt hij. „Het huis staat vol en dan geef je zo af en toe eens wat weg. Dat valt overigens niet mee, want voor je het weet maken de kinderen er ruzie om. Ik laat daarom meestal de kinderen nummers trekken uit een hoed, die corres ponderen met kunstwerken die boven op zol der staan genummerd. Ze weten vantevoren dus niet wat ze krijgen en als ze wat anders willen, moeten ze maar met elkaar zien te ruilen." Daarnaast heeft Brunia intussen heel wat werken verkocht. Van de meeste heeft thuis nog een kleine replica staan. Zo laat een modern brons werkje zien (zie foto), een bakker in Brunssum in het groot (1 m< 20) heeft gekocht. „De moeder van dieb ker kreeg een nieuw huis met een mooie gi tuin en daarvoor zocht hij een mooi be Omdat zijn ouders ook in de bakkerij hadi gewerkt, heb ik met gips een beeld van bakker met zijn vrouw, allebei buigend o de oven, gemaakt. 'Een mooi ding', vond bakker. Ik had het al bijna laten gieten, t hij opeens liever iets abstracts wilde, w daar hield zijn moeder meer van. Ik heb da na een tekening in klei gemaakt, zodat ongeveer kon zien wat het zou worden, ontwerp leek hem wel wat. Nu lijkt heti eindelijke beeld veel mooier dan een stul elkaar gesmeten klei en hij vond het bi dan ook prachtig. Hij begreep alleen nieti het voorstelde. Ik heb er maar een verhaal verzonnen, want het was duidelijk dat man niets begreep van abstracte kunst vertelde hem dat de twee bladeren het le betekenden. Het linkerblad stelde zijn va voor en de rechter zijn moeder. De be bladeren zijn door een prisma met elk verbonden en die prisma stelt het licht v< 'En dan die voetbal', zei hij wijzend naar bolletje in het midden. Ik legde hem uit 'die voetbal' een bol was, het symbool vam grote inhoud. Hij begreep er natuurlijk i niets van, dus vertelde ik dat zijn ouders l een grote inhoud mee hebben gegeven eni licht en kleur in zijn leven hebben gebracl gniffelt Brunia nog na over het voorval Zijn inspiratie vindt Brunia overal. „W neer ik op straat een leuk figuurtje zie.i maak ik dat graag na. Ik garandeer niet het gezichtje lijkt, maar het figuurtje in ie geval wel," lacht hij over het speels gem per van zijn vrouw heen. Zo heel veel beelden maakt Brunia nul meer. Zeven jaar geleden verruilde het e< paar de ruime woning in Brunssum vooi kleine aanleunwoning in Achterveld, moest daardoor zijn spullen waarmee brons goot wegdoen. Hij deed dat met s want hij gaf ze aan een jonge kunstenaar Achterveld kan hij daardoor niet meer gieten. „Ik ben vooral minder beelden g maken door de angst van mijn vrouw dat een keer mis gaat. Als ik de ruimte hadd' ik het echter nog." Toch geeft hij berusti toe dat ook zijn leeftijd een rol speelt hoge temperaturen en de zware gewich belemmeren het gieten. Dit betekent ecl niet dat het helemaal afgelopen is met bet jes maken. Hij brengt ze nu alleen naar: gieter. Ik vind houtsnijden en schilderen leuk, beeldhouwen aardig, maar bronsgieten het allerleukste. „Dat deed ze heel leuk. Ik was in het begin een beetje bang dat Annelies - ze was toen pas 23 - dacht van wat moet ik met zo'n opa van 70 in mijn klas. Ik heb echter heel veel van haar opgestoken. Ze heeft me de durf bijgebracht om iets te produceren en als ik er niet meer uitkwam en op een dood spoor belandde, dan hielp ze me verder. Van zelf doen heb ik meer geleerd dan van al dat geploeter in theorieboeken." Verder heeft Brunia nog les gehad van Ap- pie Drielsma, een bekende Limburgse beeld houwer die eveneens is afgestudeerd aan de Stads- en Jan van Eyk Academie en nu ook als docent verbonden is aan de Stadsacade mie van Maastricht en van Felix van de Beek, een Limburgse kunstenaar die als docent Kunst en Vormleer werkt aan de Hoge Tech nische School in Heerlen Vanaf die tijd vloog hij vooruit en twee jaar later had hij al zijn eerste tentoonstelling. Al heel snel begreep Brunia dat hij hout snijden en schilderen leuk vond, beeldhou wen aardig, maar bronsgieten het allerleuk ste. „Niet dat mij dat geleerd werd, maar ik ben nu eenmaal een metaalman De theorie van het gieten kende hij en voor de praktijk Een modem bronzen werkje van Brunia.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1991 | | pagina 8