Leusden honderd jaar geleden
.Leusder Krant.
L E U S D E N
Politie
Onderwijs
Het weer
Geschil met Woudenberg
Woensdag 8 januari 1992
Pac
Het jaar 1891 ging honderd jaar
geleden in Leusden niet de ge
schiedenis in als een jaar met we
reldschokkende gebeurtenissen.
De burgemeester, Mr H.J.H. ba
ron van Boetselaar van Ooster-
houd werd opnieuw benoemd op
3 januari en op 9 januari legde hij
de vereiste eed af in handen van
de Commissaris des Konings in
de provincie Utrecht. Onze ge
meente telde op 1 januari van dat
jaar 1969 inwoners. De burge
meester kreeg al dadelijk met
een probleem te maken:
De trein 204 van Amsterdam naar Nijme
gen werd tijdelijk opgeheven, terwijl de
volgende trein 212 niet in Leusden stopte.
Daardoor was het niet mogelijk om voor
tien over twee 's middags post te verzen
den en evenmin te ontvangen. Om dit eu
vel te verhelpen stelde de burgemeester
voor aan de directeur der posterijen een
bodeloop in te stellen. De bode moest dan
om kwart over acht uit Leusden naar
Amersfoort vertrekken om daar de post te
halen. Hij kon daar aankomen om kwart
over negen, om daar dan om half tien te
vertrekken en dan was de post om half elf
in Leusden. De directeur kan zich daarmee
verenigen en zo werd een dagelijkse bode
loop ingesteld van Leusden naar Amers
foort en terug.
Johan Antonie van Apeldoorn had het jaar
daarvoor, op 29 november, toen hij met
groot verlof de militaire dienst verliet zijn
uitrusting en kleding in Amsterdam inge
leverd. Vanwege de strenge koude was
hem toegestaan zijn kapotjas (lange solda
tenjas) aan te houden onder voorwaarde
die jas, bij aankomst in zijn woonplaats,
onmiddellijk terug te zenden of wel deze
bij de burgemeester zijner woonplaats ter
terugzending te deponeren. Aangezien dat
kledingstuk op 28 januari nog niet terug
was ontvangen kreeg de burgemeester het
verzoek zo spoedig mogelijk aan de last
van terugzending te voldoen.
De burgemeester begreep er niets van
want op 24 december had hij de jas terug
gezonden en dat liet hij de commandant
weten. Maar die beweerde dat de jas nog
altijd niet was ontvangen en wilde wel
eens weten met welke gelegenheid de jas
was verzonden. Dat was met de Centraal
Spoorweg Maatschappij en de burgemees
ter ging zelf maar eens bij Spoorwegen in
formeren. Daar kreeg hij te horen dat het
pak in Amsterdam was aangeboden maar
dat geweigerd was het in ontvangst te ne
men omdat daarvoor 0,35 kosten voor
moesten worden betaald. Wie tenslotte de
35 centen heeft betaald wordt niet ver
meld.
De politie had honderd jaar geleden in
Leusden niet veel te doen. Inbraken, roof
overvallen, bankroof, tasjesdieverij,
brandstichting, verkeersongelukken en
vernieling waren toen nog onbekende be
grippen. De wetsovertreding was van een
geheel andere aard. Zo werd door Piet
Knoppers procesverbaal opgemaakt tegen
Dirk Zondervan en Rijk Hienekamp uit
Amersfoort wegens diefstal van bladeren.
(Het betrof hier de in de herfst afgevallen
dode bladeren, die werden gebruikt voor
mestbereiding).
Willem Koestapel, schaapherder, ging op
de bon omdat hij zonder vergunning zijn
schapen had doen weiden in een eikenbos.
Jan Beijer, een arbeider van 24 jaar werd
gepakt toen hij door middel van een strik
een fazant had gevangen. Hij werd ver
oordeeld tot een boete van 5,- (een be
drag waarvoor hij minstens een week
moest werken) of een hechtenis van 2 da
gen. Daarenboven werd de gevangen fa
zant verbeurd verklaard. Frans Hofman
en Teus van de Brink werden betrapt toen
ze bezig waren met diefstal van takken
bossen langs de Dodeweg, die daar ge
plaatst waren ter kering van stuifzand.
De toestand van het onderwijs kunnen we
niet beter weergeven dan door gebruik te
maken van het poëtisch verslag, opge
maakt door de hoofdonderwijzer van de
openbaar lagere school te Leusbroek, de
Heer J M. van der Heul.
"Zo is dan weder een jaar in het graf zijner
voorgangers bijgezet. Gewis heeft ook dit
jaar op elk gebied zijn machtige invloed
doen gelden. Daarom waren bijna allen op
de uitvaart tegenwoordig om elkander nog
eens bij de groeve in herinnering te bren
gen wat tal van veranderingen de overle
dene tijdens zijn leven heeft teweegge
bracht. Die wisselingen elkander van
mond tot mond nog eens voor de geest te
roepen is evenwel niet voldoende; zij moe
ten in schrift gebracht worden, anders zul
len zij spoedig der vergetelheid prijsgeven
zijn. (Zou hij ooit gedacht hebben dat, hon
derd jaar later, zijn verslag in de krant zou
verschijnen?) En vandaar in de eerste da
gen van de nieuwe tijdkring ook op onder
wijsgebied zoveel pennen in beweging, ter
uiteenzetting van de voor- en achteruit
gang van een gewichtig volksbelang; het
onderwijs.
Van die taak moet ook ondergetekende
zich als hoofd van de openbare school al
hier kwijten, en als zodanig heeft hij de eer
het volgende omtrent zijne school ter ken
nis en Uwe Geachte College te brengen.
In het eerste kwartaal van het verschene
jaar stonden als werkelijk schoolgaande
kinderen bekend 55 jongens en 50 meisjes.
Dan volgen enige minitieus bijgehouden
tabellen van alle kinderen, hun leeftijden
en andere bijzonderheden voor elk kwar
taal appart Hieruit blijkt dat het jaar
werd afgesloten met 56 jongens en 44 meis
jes. Het betreft hier uiteraard alleen de
school van Leusbroek.
Dan vervolgt hij:
"Overziet de ondergetekende van tijd tot
tijd de tabellen van het schoolverzuim in
andere gemeenten dan kan hij toch nog ge
rust zeggen, dat de buurtschap alhier
daarop een gunstige uitzondering maakt.
Weliswaar was de opkomst in januari, fe
bruari, October en november niet zoals an
ders, maar dat was iets tijdelijks; beide
eerste maanden meer een gevolg van een
heersende ziekte, in de beide laatste meer
van het regenachtige weder en de daar
mede in verband staande afstanden dan
wel van andere redenen. Maar met een an
dere soort schoolverzuim zag 't er evenwel
niet zo rooskleurig uit: het te vroeg verla
ten der school, want een euvel is het, beter
bekend onder de naam van volstrekt
schoolverzuim, wint tegenwoordig veel
veld. Bij herhaling blijkt het nu, dat velen
vooral van de meisjes, wanneer zij elf jaar
zijn en dikwijls nog voor die tijd de school
verlaten. De aanleiding daartoe is in de
meeste gevallen dat zij bij anderen in
dienst kunnen komen, of door de ouders
zelf, wel te verstaan de gegoeden, in dienst
genomen worden. Maar wat is dan toch ei
genlijk de reden dat de laatsgenoemden
hunne kinderen zo vroeg aan het onderwijs
onttrekken. Ze behoeven het immers niet
om den brode te doen? Eenvoudig niets an
ders dan de mindere bloei waar zich in de
laatste jaren de landbouwstad bevindt en
als een gedeeltelijk gevolg daarvan de
zucht om zodra het enigzins kan de dienst
boden buiten de deur te houden. Worden
dus kinderen om welke reden dan ook
reeds zo vroeg geexloiteerd dan is het dui
delijk dat van hen de opgedane ontwikke
ling te gering is om duurzaam vruchten te
dragen en het geleerde zelfs spoedig ver
vliegt. Teneinde het doel te bereiken moe
ten de leerlingen minstens alle klassen
ener gewone lagere school hebben doorlo
pen. Bovendien moet dan ook het onder
wijs degelijk en niet te vluchtig zijn,
vooral in de laatste klasse. Gaat men te
spoedig vooruit, geen rekening houdende
met de minder ontwikkelden, dan bouwt
men op een zandgrond, en kan daardoor
het peil van de gehele school op den duur
aanmerkelijk doen dalen. En deze bevin
ding heeft de ondergetekende zijns on
danks helaas in de laatste jaren maar al te
zeer opgedaan. Dat de resultaten van het
onderwijs onder die omstandighedenn niet
bevredigend waren is voor een ingewijde
gemakkelijk maar voor een leek moeilijk
te begrijpen. Doch daarom de toekomst
niet te donker ingezien. Komt tijd komt
raad.
Over het onderwijs in de handwerken kan
de ondergetekende wegens onbekendheid
met dat leervak weinig zeggen. Het bezoe
ken dier lessen liet naar hij hoorde soms
wel te wensen over.
Opgemaakt 30 januari 1891
J.M. van der Heul.
Ofschoon er het vorig jaar al goedkeuring
was verkregen van Gedeputeerde Staten
van Utrecht om een derde school te stich
ten in de buurtschap Oud-Leusden, zat er
in de uitvoering nog niet veel schot. Het
door de Heer de Beaufort beschikbaar ge
stelde stuk grond, was door G.S. afge
keurd vanwege de, in hun ogen, te hoge
erfpacht. Nadat hierover overeenstem
ming was verkregen, de Heer de Beaufort
bood het terrein te koop aan voor 200 gul
den, werd de oop door G.S. weer afgekeurd
om de voorwaarden die daaraan werden
gesteld. Die voorwaarden hielden in dat er
altijd een school voor Openbaar Lager On
derwijs zou staan die voor geen andere
doeleinden gebruikt zou mogen worden.
G.S. meende dat, als de bevolking in die
buurt af zou nemen, om wat voor reden
dan ook, de school toch zou moeten blijven
bestaan al had deze maar twee leerlingen.
Die voorwaarden hielden tevens in dat er
geen raadsvergadering in mocht worden
gehouden of gebruikt zou worden voor het
inleveren van stembriefjes, of het plaatsen
van een gebouwtje voor het bergen van een
brandspuit.
Toen tenslotte de grond door de Heer de
Beaufort werd geschonken en de voor
waarden drastisch waren verminderd
werd de goedkeuring door G.S. gegeven.
Die voorwaarden hielden nu in dat:
1 ste. dat het gemeentebestuur op het ter
rein zal bouwen en onderhouden een Open
bare school.
2 de. dat de bomen langs de grintweg
staande niet tot het terrein behoren.
3 de. dat het terrein behoorlijk moet wor
den afgescheiden en die afscheiding in
goede staat moet worden gehouden.
Op 9 juni werd de schenking in dank aan
vaard en kon met de aanbesteding en de
bouw van de nieuwe school worden begon
nen. De school was gereed op 12 december.
Op 30 november was reeds een oproep ge
daan voor een hoofdonderwijzer, op welke
post Pieter Keete 11 december werd be
noemd, die echter het ontslag uit zijn vo
rige betrekking pas kan worden verleend
op 1 maart volgend jaar.
Het weer in 1891 was niet bepaald gunstig
te noemen, vooral niet voor de boeren. In
het voorjaar hadden late nachtvorsten al
voor de nodige schade gezorgd en daarbo
ven hadden de vruchtbomen veel te lijden
gehad van een rupsenplaag. De zomer was
nat en koud met weken aanhoudende re
gen. Veel aan de beken liggende landen
waren overstroomd waardoor de hooi
oogst nogal geleden had. De schade werd
wel op tweeduizend gulden geschat. Viel
de oogst van rogge en haver al met al nog
niet tegen, anders was het met de aardap
pels. Door de nattigheid kwam daarin veel
ziekten voor en konden, ook al door de
overvloedige regen, veel te laat worden ge
rooid Hierdoor kon de spurrie, een nage-
was, ook niet op tijd worden gezaaid waar
door ook die oogst zeer slecht was.
Een lopend geschil met de gemeente Wou
denberg, dat al dateerde van april 1889,
hield de gemoederen in beide gemeenten
nog steeds in beweging. Het geschil was
ontstaan toen de gemeenschappelijke
gronden van de Marke waren verdeeld en
er in de gemeente Leusden een regeling
was getroffen welke wegen en watergan
gen bestemd werden voor de openbare
dienst. Uiteraard, hoe minder wegen hoe
minder onderhoud. Zes wegen werden aan
de openbare dienst onttrokken waaronder
de Vieweg vanaf de Rode Brug tot de koet
sierswoning van de Treek en de Vieweg of
ook wel Utrechtseweg genoemd, vanaf de
koetsierswoning over de Leusderberg tot
aan de Provinciale Grintweg. Ook het ge
deelte van de Treekerweg vanaf Ooie
vaarshorst tot Bavoort werd eigendom
van den Treek. De heide en Oud-Leusden
waren alleen nog langs openbare weg te
bereiken via de Buurtweg. Waarschijnlijk
omdat de Vieweg over het terrein van de
buitenplaats liep, had de Heer de Beaufort
het gedeelte, vanaf de Rode Brug, voor het
verkeer gesloten. Voor de Leusdenaren
had een en ander weinig gevolgen maar
voor de Woudenbergers betekende het nu
dat, wanneer zij richting Bavoort wilden,
zij nu gebruik moesten maken van de
Rijksweg en dientengevolge bij de Mof tol
moesten betalen.
Toen verschillende protesten en een uitge
breide briefwisseling tussen beide ge
meenten geen gevolg had gehad, besloten
enkele inwoners van Woudenberg een re
quest in te zenden bij de Gedeputeerde
Staten. Deze vroegen de gemeente Leus
den om opheldering. Het antwoord van
Leusden luidde: "....betreffende afsluiting
van de Vieweg....is door ons met de Heer
W.H. de Beaufort in overleg getreden en
kan B. en W. het volgende antwoorden. Uit
uw schrijven blijkt dat er door ingezetenen
van Woudenberg bezwaren zijn gemaakt
tegen de afsluiting van de Vieweg en die
bezwaren gegrond zijn dat de Vieweg vroe
ger verbinding verschafte aan de ingezete
nen van Woudenberg met de Beek, de
Leusderberg, Oud-Leusden en het Heet-
veld. Zoals U bekend is kan deze weg niet
langer dienen voor de gemeenschap met de
Leusderberg en Oud Leusden daar zijn
verlenging, aanvangende bij de koetsiers
woning van den Treek en ook de Utrecht
seweg genaamd, niet meer openbaar is
daar deze aan de openbare dienst onttrok
ken is bij besluiten van de Raad van 27 de
cember 1888 en heeft de Vieweg alleen zin
als gemeenschap met het Heetveld. Wij
zijn wel bereid onze medewerking te verle
nen de Vieweg weder aan de openbare
dienst terug te geven op voorwaarde dat
daarop tolgeld mag worden geheven, vol
doende ter voorkoming van het omrijden
van de tol aan de Mof. Wij kunnen echter
niet begrijpen waarom men van Wouden
berg de voorkeur geeft aan de langere weg
langs de beek als de kortere weg langs de
Griftdijk. Zij zullen dus moeten kiezen
want het heeft geen zin om voor die ver
binding twee wegen te onderhouden. Wij
zijn er van overtuigd dat de bewoners van
het Heetveld zullen kiezen voor verbin
ding over de Griftdijk die korter is als
over de Vieweg, vooral als men daarvoor
tol zal moeten betalen."
Gedeputeerde Staten was het echter in het
geheel niet eens met deze uiteenzetting. Zij
waren van mening dat het afsluiten van de
Vieweg ten onrechte was geschied en be
slisten dat die weg weer voor het verkeer
moest worden opengesteld. De verbinding
met Oud-Leusden kon dan via de nieuwe
openbare Buurtweg geschieden. Wat be
treft de tolheffing konden G.S. geen beslis
sing nemen. Daarvoor was een Koninklijk
Besluit nodig. Over het onderhoud van de
twee verbindingen: de Vieweg en de Grift
dijk moesten zij overleg plegen met hun
ambtgenoten uit Woudenberg.
Woudenberg, dat waarschijnlijk hetzelfde
schrijven had ontvangen van G.S stelde
een conferentie voor en liet aan Leusden
de beslissing van tijd en plaats. Deze had
tenslotte plaats op neutraal terrein en wel
in Amecitia te Amersfoort op 9 juni.
Nu konden de beide gemeenteraden wel
een overeenkomst sluiten omtrent het af
sluiten of weer openstellen van de Vieweg
maar zij konden uiteraard niet om de me
dewerking van de eigenaar van de weg, de
Heer de Beaufort heen. Maar deze ant
woordde op een gedaan verzoek:
"Ik heb de eer U te melden dat bij mij geen
geneigdheid bestaat om mee te werken tot
het weder aan de openbare dienst terug te
geven het gedeelteweg van de Rode brug
tot aan de gemeenteweg van Leusden bij
den Treek. Als men daarnaast ook de
Griftdijk als openbare weg wil behouden
heeft deze weg voor niemand waarde dan
alleen voor hen die de Rijkstol bij de Mof
willen misrijden. Als commissaris van de
geldlening voor dien weg, geroepen om
voor de belangen dier houders van obliga
ties in die geldlening te zorgen, acht ik mij
verplicht zoveel mogelijk tegen te houden
het openen van een weg die, naar mijn me
ning en zeker naar die van allen die met de
toestand bekend zijn, enkel en alleen zal
gebruikt worden om geen tolgeld te beta
len. Ik acht mij tevens verplicht U reeds
vooraf te melden zo door de Provinciale of
Rijksregering de weg wederom aan de
openbare dienst zal worden teruggegeven,
dat zij door de weigering om aan de leggers
verandering te brengen, hetzij door vernie
tiging het door uw gemeenteraad genomen
besluit, het mijn voornemen is de weg van
Ooievaarshorst naar Bavoort voor alle
niet ingezetenen der gemeente Leusden te
sluiten teneinde op die wijze de ontdui
king der tolgelden te bemoeilijken, terwijl
ik in dat geval ook bezwaar zou moeten
maken om mijnerzijds, voorzover i)'
medeeigenaar hiertoe zou moeten irJJ
werken, toestemming te verlenen to:„c
brengen van de Griftdijk op de leggen
openbare wegen van Leusden. :nt
Het komt mij voor, en naar mijn me v
zal dit door uw bestuur ook worde-*"
kend, dat indien het gemeentebestuur
Leusden de Griftdijk op de leggei*z
openbare wegen brengt zich wederoirf
reid verklaart bij te dragen in het oi
houd van de Rode brug en zich van de,rjj
van de ingezetenen uwer gemeente
van die van Woudenbergse ingezeten isp.
reden tot rechtmatig bezwaar kan besi
De gemeenschap tussen woudenberg -e
Leusdense buurtschap het Heetveld
geheel verzekerd langs de kortste en
weg. Niemand toch die van Wouder.HOI
naar het Heetveld wil gaan zal de i
keur geven aan een omweg over-tei
Treek." eei
De gemeenteraad van Leusden zat iiSp
moeilijk parket tussen drie vuren. C!nt
trachten alle partijen enigszins tevred^e
stellen zonden zij aan G.S. en B. en
Woudenberg het volgende voorstel:
1 ste. de Griftdijk op de legger der w,ju,
onzer gemeente te brengen op voorwa,
dat het uiteinde van die dijk, onder h si
denberg gelegen, eveneens op de ltde
dier gemeente werden gebracht of ;vai
daarop reeds mochten voorkomen s:—
daarop zullen blijven.
2 de. De Rode brug weder op de besta.™
voet voor gemeenschappelijke rekeni|l
onderhouden.
Om Woudenberg enigszins onder dn
zetten werd een afschrift van het schr;us
van de Heer van Beaufort meegezondeBV
Nu werd Woudenberg pas echt boos vet
in uw schrijven genoemde voorsti.'leen
door ons bezwaarlijk als een 'voojffl
worden aangemerkt daar het slechts s'm'
tot bestendiging van de onbillijke'-
stand door de afsluiting van de Vi,^
veroorzaakten lieten tevens weti 1
geen enkele manier het voorstel in ovi
ging te willen nemen en in geen gev
deze toestand te berusten. Ze kwamei
ter wel met een alternatief: als dan df
weg op geen manier meer voor het u
baar verkeer kon worden opgestelc^X'
daar altijd nog de "Akkerse steeg, lop
vanaf de Griftdijk, over de hofstede ,De
lom en aansluitend nabij de wonir.^,,
Zandschulp' aan de thans openbaar gi bi<
den weg door het Heetveld". Ze liet'jrsi
vens doorschemeren dat ze misschieten
geneigd waren om eventueel een jaar""-'
bijdrage in het onderhoud van de :hat
willen bijdragen. 'f.e£
De Heer de Beaufort, ook eigenaar \iJPf
Akkerse steeg, maakte geen bezwa^j,
deze weg voor het openbaar verkeer,
te stellen, mits het onderhoud niet tebpi
lasten zou komen en er ook geen eisein d
den worden gesteld ten opzichte vsDoo
houtgewas waarmee de weg was bep!®"<
Nu zou men denken dat alle partijen' K'a
den waren gesteld maar Leusden vei"
aan deze oplossing nog wel enkele ber"®^
gen aan Woudenberg; de Griftdijk n n
op Woudenbergs gedeelte openbaa:„-sai
ven. Woudenberg moest zich verbind, pi
le dragen voor de helft in het ondeifc b
van de Rode brug en een jaarlijkse vit
ding van 25 gulden voor het onderras-
van de wegen over den Treek. Woude'*
vond echter 25 gulden teveel aanf
men van Woudenberg niet met 5^®
vrachten van deze wegen gebruik kcv^e
ken en deed een bod van 15 gulden Z/ze„
den tevens de voorwaarde dat de wtp-j,
sen Ooievaarshorst en Bavoort, onde>r b
male omstandigheden, niet voor Wois te
bergers gesloten kon worden. se"
Na nog veel heen en weer schrijver'"7':
pietluttigheden werd tenslotte op pr'
cember de gehele overeenkomst op 1
gezet met de bijvoeging aan de beijd
dat Woudenberg 15 gulden jaarlijk/((^
bijdragen aan het onderhoud van -unis
gen: "...kunnende ingeval van opz£) voc
of weigering van de zijde van Woudde vo
om daaraan te voldoen, door de gerat we
Leusden worden overgegaan tot tolMÏ® 1
en wel nabij de woning 'de Zandschi 'en
plaatse waar de Akkerse steeg toega*^®
de bovenbedoelde wegen verleent" d g
Waarin een kleine gemeente groc Pjv
zijn.
Goos van Lef f
i