Als je de intentie hebt om te
i/villen dansen kun je het leren'
\k hoor het licht het zonlicht pizzicato'
.Leusder Krant.
Kleine Ballade
(voor Lucebert)
Liggen in de zon
CULTUUR
- \mersfoortse studeert als danseres in India af
ezing over het werk van de dichter Hans Andreus
O toensdag 28 oktober 1992
Pagina 11
MERSFOORT - Om twee uur
woensdag 24 juni stapte
hitaJoeglal, leerlinge 6 Athe-
»um van het Schothorst Col-
ge, in het vliegtuig naar In-
Met anderhalf uur verfra
ai ng zat ze voor de eerste keer
in haar leven in de lucht. Uit-
tzwaaid door familieleden en
iendinnen. Ze was diep on-
de indruk. Vond het een
tvveldige belevenis. Ook al
n{ adat ze voor het eerst zonder
jar ouders op reis was. Haar
rares Liesbeth Bennink uit
trecht vergezelde haar. Half
Indiase tijd landden ze in
ladras. Vijf uur rijden was het
iar het hotel.
e eigenaar van het hotel ver-
elkomde de beide Neder-
ndse dames met veel harte-
kheid. Hij was dan ook een
er goede bekende. Het was
aja Deckshitar, de man van
.esbeth die zo nu en dan naar
ederland over komt. Terwijl
lesbeth op gezette tijden naar
idia vliegt. Liesbeth heeft
:h gedurende veertien jaar
kwaamd in de Indiase dans-
inst die ze nu in Nederland
ag onderrichten
iostuums
dag na aankomst togen
hita en Liesbeth er op uit om
affen te kopen voor de dans-
stuums. Ze zochten een
eermaker die de schitterende
eding kon maken. Ghita met
n stralende glimlach: Alles
oest nog gemaakt worden,
at was een hele klus omdat de
eermakers er moeite mee
bben om op de afgesproken
d de dingen klaar te hebben,
aar het lukte. En toen ver-
ikken we naar Chidamba-
m waar de grote tempel is.
aar ik zou moeten afdansen
iar kwamen we om twee uur
ochtends aan. Dat was echt
rmoeiend."
,,Na een paar dagen begon ik
met mijn lessen. Die lessen wa
ren bij Liesbeth Bennink. Eén
dans had ik nog niet af. Die
moest ik nog bijschaven zeg
maar. Daar kwam Kanaka
Ambujan de Indiase lerares
van mijn lerares bij. Een week
later heeft ze mij les gegeven.
Zij was ook mijn zangeres op
mijn afdansen
„Zij heeft heel veel voor me
gedaan. Veel lessen gegeven.
Poses gemaakt voor bepaalde
dansen. Elke dag moest ik drie
keer naar haar huis komen. Ik
ben toen in een ander hotel
gaan logeren. Waar ik eerder
zat zaten allemaal beesten. Dat
vond ik erg eng. Dat laatste
hotel was erg schoon. Daar was
ik niet bang."
„Drie keer per dag ging ik
oefenen bij Kanaka Ambujan.
Die zong dan ook voor me. 's
Morgens had ik opwarmoefe-
ningen. 's Middags had ik trai
ning of adavus. Adavus bete
kent trainen, èls maar trainen,
hard trainen, 's Avonds deed ik
alle dansen die ik moest uit
voeren. Elke avond moest ik
die dansen herhalen en weer
opnieuw oefenen Ik was per
dag zes uur in de benen met
dansen. Dat is heel lang en heel
vermoeiend ook. De andere
uren vergingen met studeren,
eten en slapen. Ik had helemaal
geen tijd over voor iets an
ders
„Ik moest 's morgens vroeg
opstaan en studeren. Boeken
lezen waarover de dans gaat,
en dat moest ik kunnen vertel
len. Ik was echt heel intensief
bezig daar. Als je een optreden
hebt vertel je waar de dans
over gaat Je zegt iets over de
achtergrond en over de inhoud.
Voor de duidelijkheid. De dag
dat ik moest afdansen hoefde
dat niet. De mensen die mij
moesten beoordelen, de grote
goeroe's of leraren, weten ui
teraard waar de dansen over
gaan. Ze kijken naar jou, hoe jij
ermee omgaat, en hoe jij die
dansen uitvoert."
Zeven jaar
Toen Ghita zeven jaar was be
gon ze met dansen in Amers
foort. Haar zus van dertien
danste in die tijd vaak. Op In
diase muziek. Hun moeder
hielp hen. De beide meisjes
verstonden in het begin de ge
zongen woorden niet. Me
vrouw Joeglal vertaalde en leg
de uit. Zij was het ook die de
meisjes de eerste dansbewe
gingen bijbracht Ze was wel
geen danseres, maar ze had het
gevoel ervoor. Kon de bewe
gingen bij de meisjes er goed in
brengen.
Ghita zat op ritmisch
gymnastiek, en was daardoor
heel jong al erg lenig. Als voor
beeld nam ze de dansers uit de
Hindi films. De Indiase films
waar ze graag en veel naar
keek. Het filmdansen berust op
improviseren. Zo klein als ze
was kon ze die dansen heel
frappant imiteren. Haar moe
der had een rok voor haar ge
maakt, waaronder ze een lange
broek droeg. Op een kort
bloesje droeg ze een sjaal. Om
de enkels banden met belletjes.
De familiekring genoot.
Op een gegeven moment wil
de Ghita graag zelf gaan optre
den. Ze zei tegen haar ouders
dat ze serieus met de dans be
zig wilde gaan. En dat ze klas
sieke Indiase dans wilde stude
ren. Ze had genoeg van dat im
proviseren met de filmdans.
Ghita kreeg als dertienjarige
twee keer per week privéles
klassieke Indiase dansen in
Utrecht bij Liesbeth Bennmk.
Ghita: „Als je een snelle leer
ling bent en je neemt privéles-
sen zoals ik heb gedaan doe je
er tweeëneenhalf jaar over.
Dan moet je aanleg hebben, en
moet je aanpoten. Met groeps
lessen kan het wel zes jaar du
ren. Dan duurt het net zo lang
tot de langzaamste leerling er
ook aangekomen is."
„Er zijn verschillende dans
vormen. Ik doe Bharat Na-
tyam, een Zuid-Indiase dans
vorm. Bha betekent emotie. Ra
is melodie Ta is ritme, en Na-
tyam is dans. Ooit kreeg een
Indiase man een soort ingeving
van Brahma, de Schepper van
de mens. En van Sjiwa, de
Schepper van de dans Want
Bharat is de oudste dansvorm.
Meer dan drieduizend jaar
oud. Vroeger werd de dans al
leen in de tempel uitgevoerd
Later kreeg de dans een slechte
naam en dreigde te verdwij
nen Toen ging men de dans op
het podium bregen, en zo is
deze bewaard gebleven. Heel
veel stukken zijn verdwenen,
maar er is toch nog aardig wat
van overgebleven gelukkig
„Behalve religie en amuse
ment heeft de dans ook een an
der doel. Dat is het overbren
gen van rust en geestelijke
vreugde (ananda) aan de toe
schouwer
Vormen
Ghita vertelt dat er drie onder
delen van de Bharat Natyam
zijn. De technisch abstrakte
dansvorm met de bewegingen.
De dansvorm met de expressie
van emoties. En de dansvorm
met de hand-, hoofd- en nekbe-
wegingen. Er zijn 28 soorten
éénhandige, 40 soorten twee
handige bewegingen. Om af te
dansen moest ze een dansre-
pertoire van 7 standaarddan-
sen beheersen In de openings-
dans wordt de danseres van
een knop tot een bloem. Na een
abstrakt gedeelte volgt een
Prijslied aan de goden.
De danseres kan dan de ge
liefde van of gewoon een toege
wijde aan de goden zijn. De
afsluitingsdans is heel strak.
Ghita: „Soms beeld je uit hoe
de (zeshoofdige god van de)
lotusbloem is ontstaan Maar
méér dans je als in een liefdes
lied Toe, kom nou hier. Waar
om ben je weg? Kom toch bij
mij terug! Als de zangeres
woorden op een melodie inzet
moet de danseres iets van ex
pressie uitbeelden Zodra ze
strakke taal gaat gebruiken
ben je bezig met abstracte be
wegingen"
Afdansen
Na zes weken India was het zo
ver dat Ghita kon afdansen. Ze
repeteerde één keer samen met
de muzikanten. Zuid-Indiase
fluit, slaginstrument, bekkens,
harmonium, 's Morgens deed
ze een ochtendgebed. Voerde
acht dansen in de tempel van
Chidambaram uit 's Avonds
trad ze met de muzikanten op
in De Duizend Pilaren.
Ze kreeg leuke reakties van
de deskundigen, zegt ze be
scheiden. Iemand uit India zei:
„Ik wou eerst niet komen want
ik dacht: heeft dié les gehad
van een Nederlandse lerares7
Hoe is dat mogelijk? Nou, je
hebt het goed gedaan' You are
well-trained!" Hij heeft Ghita
zelfs uitgenodigd om mee te
doen aan zijn dansfestival m
maart 1993. Een andere In-
diaer zat helemaal mee te ge
nieten. Hij zei: „Als je zó'n
dansexpressie hebt kun je heel
ver komen!" Hij complimen
teerde haar niet weinig.
Een diploma heeft Ghita in
India niet gekregen Dat is on
gebruikelijk. „Het is daar van
zelfsprekend dat als je de dan
sen uitvoert je zo ver bent Dus
er wordt geen certificaat gege
ven. Het gaat allemaal monde
ling. Je krijgt wel een titel. Ik
ben nu Kumari. Dat komt voor
mijn naam te staan. Het is de
titel van een ongetrouwde dan
seres. Een getrouwde danseres
als Liesbeth is Shrinatie."
Ghita wil nu verder lesne-
men en zelf les gaan geven
Binnenkort begint ze bij
SWAGTAM. Ze gaat ook les
geven op het Schothorst Colle
ge in het kader van de buiten
schoolse aktiviteiten. Vandaag
vertoonde ze daar haar video
opnamen van India. Enkele
leerlingen hebben zich al opge
geven. Iedereen kan de tech
niek van de Indiase dansen le
Ghita Joeglal in vol ornaat, (fotoFoto Fortgens, G.J Weggeman)
ren. De expressie moet elke
danser er zelf inbrengen.
„Als je de intentie hebt om te
willen dansen kun je het leren
Er is een opbouw in de dans
vormen. Je leert echt eerst heel
makkelijke dmgen. Als je die
goed beheerst leer je pas de
dansen. Ja hoor, ook Nederlan
ders kunnen er goed in zijn.
Dat zie je wel aan mijn lerares!
In het begin gebruik je ook de
Indiase klanken niet.
„Meer Eén-twee-drie Pas
als de dansers de beginfase
goed kennen ga je tussendoor
de Indiase klanken en woorden
gebruiken. Dan merken ze het
vaak niet eens Want ze weten
precies wat ze moeten doen
Elke beweging kennen ze dan.
Daarom moet je voordat je les
kunt geven boeken lezen Je
moet alles kunnen vertellen en
uitleggen. Je moet alle vragen
van de dansers kunnen beant
woorden
Donderdag 29 oktober treedt
Ghita om 20 30 uur op m het
Tropenmuseum in Amsterdam
Wie informatie over lessen bij
of het optreden van Ghita
Joeglal wil kan haar bellen on
der nummer 033- 75 30 90.
Anco Mali
efflto
UERSFOORT - Vrijdag 30
tober organiseert Poëzie-
ing Eemland een avond over
werk van de dichter Hans
idreus. Aan de hand van een
ntal gedichten bespreekt
;erlandicus Jef van de Sande
boeiende ontwikkeling die
idreus' poëzie tc zien geeft,
naf zijn lichtvoetige debuut
luziek voor kijkdieren'
'51) tot en met zijn indruk-
kkende 'Laatste gedichten,
posthuum verschenen in
77. De besproken gedichten
)rden met medewerking van
jj is Schuurman en ondergete-
nde, voorgedragen. Plaats:
ilerie 't Juffersgat, Korte
acht 21, Amersfoort. Aan-
ng: 20.00 uur. Toegangsprijs
1,50. Reserveren wegens be-
rkte plaatsruimte bij: Ans
buurman 033 - 756507 of
len de Jong 033 - 615003.
erlandicus Jan van der Vegt
breef een biografie over
ins Andreus. In het literair
dschrift Bzzlletin zegt Van
Vegt: „Elke dichter, elke
^rijver leidt tenminste twee
ens: in zijn werk en m zijn
rsoonlijk bestaan De ver-
idingen tussen die beide le
ns liggen bij elke schrijver
ders. Soms moet men er diep
ar graven, als men wil laten
hoe het werk gevoed
cn'Jirdt vanuit het leven van de
ijver Maar niet elke au-
schermt zijn persoonlijk
en zorgvuldig af voor de
kken van zijn lezers. Er zijn
teel m
er ook die het lijken aan te bie
den."
„Ze schrijven autobiografi
sche romans, ze voorzien hun
hoofdpersoon van hun eigen
naam en plaatsen hem in hun
eigen levensomstandigheden.
De wat naïeve lezer zal al gauw
geneigd zijn voetstoots aan te
nemen, dat alles echt gebeurd
is. Maar wie minder goedgelo
vig is zal er achter komen dat in
zulke gevallen van feit en fictie
een sluier is geweven waar het
echt gebeurde zich geraffi
neerd onder verbergt
„Zo'n sluier is een autobio
grafische mythe. Bij weinig
schrijvers tekent zo'n autobio
grafische mythe zich zo duide
lijk af als bij Hans Andreus.
Wie alles leest wat hij geschre
ven heeft ziet niet alleen dat
het probleem van de identiteit
een kernthema in zijn werk is,
maar ook dat er een levensver
haal verteld wordt waarbij de
schrijver in allerlei schijnge
stalten zoekt naar wat zijn
waarheid is. Dat hij tot het
eind toe blijft zoeken zonder
dat hij pretendeert DE waar
heid gevonden te hebben,
maakt zijn werk alleen maar
boeiender."
Biografie
Hans Andreus, pseudoniem
van Johan Wilhelm van der
Zant (Amsterdam 1926-Putten
1977) schreef in de jaren '40 al
gedichten en was bevriend met
de latere dichter Lucebert. Hij
debuteerde met poëzie in 1947
in het blad 'Centaur'. Twee
jaar later verschenen gedich
ten van hem in 'Podium' en
werd hij redacteur van dat
tijdschrift, waarin hij vooral
de experimentele dichters als
Lucebert en Vinkenoog intro
duceerde. In 1951 verscheen
zijn eerste dichtbundel.
„In dat jaar vertrok hij naar
Parijs, waar hij enkele jaren
woonde. Daarna ging hij naar
Italië, maar moest terug naar
Nederland omdat hij in een
geestelijke crisis zat. Woonde
een tijdje in Den Haag en in
Amsterdam Hij ging ook kin
derboeken schrijven waarvan
het eerste in 1956 uitkwam.
Later ging hij met zijn gezin in
Putten wonen.
„Daar stierf hij aan kanker.
de ziekte die hij noemt in het
'Laatste gedicht', waarmee hij
vlak voor zijn dood zijn oeuvre
afsloot. Voor zijn werk kreeg
hij verscheidene prijzen, onder
andere de Jan Campertprijs
voor 'Natuurgedichten', De
Henriëtte Roland Holstprijs
(posthuum) voor zijn laatst
verschenen bundels.
Oeuvre
Hans Andreus heeft een om
vangrijk en veelzijdig oeuvre-
28 gedichtenbundels, twee ro
mans, een toneelstuk, vele
hoor- en televisiespelen en lite
raire kritieken. Verhalen en
gedichten voor kinderen en een
aantal vertalingen van zeer
uiteenlopend werk. Als dichter
werd hij een van de bekendste
van zijn generatiegenoten door
wat hij aan poëzie publiceerde,
vooral door 'De sonnetten van
de kleine waanzin', die een
hoogtepunt m zijn werk vor
men.
Ook al door zijn debuutbun
del 'Muziek voor kijkdieren',
met gemakkelijk aanspreken
de, muzikale verzen. Maar zijn
grootste populariteit heeft An
dreus te danken aan zijn boe
ken voor kinderen en dan voor
al aan de sene verhalen over
Meester Pompelmoes Hans
Andreus hoort tot de Vijftigers,
de dichtersgeneratie die om
streeks 1950 de Nederlandse
poëzie een modernistische im
puls gaf.
Voor een deel kan zijn werk
tot de experimentele poëzie ge
rekend worden, voor het overi
ge kiest hij een eigen weg. An
dreus debuteerde in 'Centaur'
met een traditioneel sonnet.
Muziek voor kijkdieren' is
door het toepassen van rijm en
strofenbouw en door een muzi
kale taalbehandeling ook vrij
traditioneel Veel gedichten
lijken op een liedje, wat ook in
zijn latere werk voorkomt.
Vooral in 'Italië' en in 'De
taal der dieren' ontwikkelt zijn
poëzie zich in een experimen
tele richting. De meest indruk
wekkende interpretatie van
het 'sonnet' geeft Andreus m
'De sonnetten van de kleine
waanzin'(1957). Later zet zich
in zijn poëzie een versobering
van taalgebruik en vormgeving
door. Tot een uiterst simpele,
haast ijle versvorm komt An
dreus in de '12 liefdesgedich
ten' in 'De witte netten van zon
en maan' (1974).
Thematiek
Ondanks verscheidenheid is de
poëzie van Andreus homogeen
door de eenheid van thematiek.
Het bekendst daarvan is het
'licht', dat verweven is met
liefde en dood. met schuld en
Ik loop maar in mijzelf
verzonken met mijzelf
de wegen zijn van glas
de hemel is van ijzer.
Ik weet niet wie ik ben
ik weet niet wie ik was
ik loop alleen maar men
wordt nooit van iets iets wijzer
Er hangt een mist van licht
ik loop met mijn gezicht
mijn kleren en mijn huid
het leven in en uit.
het zoeken naar eigen identi
teit. In 'Muziek voor kijkdie
ren' staat de zintuiglijke erva
ring centraal: 'Ik hoor het
licht'. Het gedicht dat met deze
woorden begint ('Liggen in de
zon') drukt het allesbeheersen
de van de lichtervaring uit: 'ik
lig weer monomaan weer mo
nodwaas van licht' De lichter
varing krijgt een overweldi
gend karakter in de bundel I-
talie':'het licht is er een totali
taire staat'.
In 'Variaties op een afscheid'
spelen tegenstrijdigheden in
eigen wezen een rol en plaatst
Andreus schuld en onschuld
tegenover elkaar In het leven
van Hans Andreus zijn er cri
sismomenten geweest, waar
van de neerslag in zijn poëzie
duidelijk merkbaar is. Het
meest navrant en indrukwek
kend in 'De sonnetten van de
kleine waanzin', waaarin het
vergeefse zoeken naar een ei
gen identiteit in erotische poë
zie gestalte krijgt en waarin hij
de aard van het schuldgevoel
onderzoekt.
Vormgeving moet hier de
kracht van de emoties beteu
gelen.'Ik ben die liefde en ik
ben die haat', 'en jij bent die ik
ben' schrijft hij in het 16de
sonnet Andreus blijft zoeken
naar een rustpunt in 'Zoon van
Eros' en in 'Al ben ik een reizi
ger'. Hij stelt de liefde als een
nieuwe ervaring voor in deze
bundels, 'liefde is een vorm van
bestaan waarin de tijd opgehe
ven kan worden'.
In 'Klein boek om het licht
heen' (1964) geeft Andreus
weer de volle aandacht aan dat
belangrijke thema uit zijn eer
ste bundels Nu echter is de
ervaring van het licht verdiept,
het doortrekt heel het bestaan,
'ik grens/aan alle kanten/aan
het licht'. In 'Holte van licht'
(1976) schrijft Andreus over de
onrust die hem bevangt bij de
gedachte aan een zwart gat
waarm het licht kan verdwij
nen. Het raakt zijn existentie,
hij wil dat er antwoord 'uit los
breekt' In Andreus' laatste
bundels is het licht verbonden
met een religieus besef. God.
Deze God blijft hem fascine
ren en hij ziet in de naam 'Eén
in het Ene' de gelijkenis met
het licht dat aan zichzelf
grenst. Tot in het 'Laatste ge
dicht' blijft de relatie tussen
God en het licht Andreus be
zighouden, zodat hij zijn poë
zie afsluit met de vraag of God
hem het uiteindelijke woord
voor het licht in de dood zal
geven God toesprekend, 'of
schoon ik me nauwelijks daar
iets bij voorstel', zegt hij:
hoe moet het nu, waar blijf ik
met dat licht
van mij, van jou, wanneer het
vallen, weg in
het onverhoeds onnoemelijke
begint7
Of is het dat jij me er een onver-
dicht
woord dat niet uitgesproken
hoeft voor vindt?
In deze laatste regels heeft An
dreus zijn gerichtheid op het
licht en de existentiële waarde
die dat voor hem heeft, tref
fend samengevat.
Ellen de Jong-de Wilde
Jef van de Sande houdt een lezing over de dichter Hans Andreus Ans Schuurman en Ellen de Jong lezen gedichten voor.
Ik hoor bet licht het zonlicht pizzicato
de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht
ik lig weer dat gaat zo maar niet dat gaat zo
ik lig weer monomaan weer monodwaas van licht.
Ik lig languit lig in mijn huid te zingen
lig zacht te zingen antwoord op het licht
lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen
te zingen van bet licht dat om en op mij ligt.
Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder
te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil
ik weet alleen het licht van wonder boven wonder
ik weet alleen maar alles wat ik weten wil.