Veel te zien in Frans Halsmuseum:
Een wandeling door Haarlem
Leusder Krant
L E U S D E N
Woensdag 18 november 1992 p.„:n3(1
Nog nooit was ik in Haarlem geweest. Achteraf stel je je dan de vraag:
'Waarom eigenlijk niet? Waarom wel Elburg, Wijk bij Duurstede, Franeker,
Schoonhoven en Amerongen?' Tja, als ik had geweten, dat Haarlem eigenlijk
nog meer te bieden heeft dan bovengenoemde, stuk voor stuk leuke en
interessante stadjes, dan was ik vast wel eerder gegaan. Want het is nog
makkelijk te bereiken ook. Vanuit Amersfoort gaan met de regelmaat van de
klok treinen naar Amsterdam en daar is eveneens een prima verbinding met
Haarlem. Je bent er binnen het uur en het VW is naast het station. Daar is
allerlei informatie te verkrijgen over het veelzijdige Haarlem.
Je krijgt er onder andere een vrij duidelijke plattegrond waarop twee
stadswandelingen staan aangegeven. Eigenlijk is het het handigst om dan ter
plekke even te gaan zitten om één en ander goed te bekijken en door te lezen.
Dat wil zeggen, als je echt geïnteresseerd bent in de historische
bijzonderheden die al wandelend te zien zijn. Je weet dan een beetje waar je
op moet letten en komt niet achteraf tot de ontdekking, dat er nogal wat aan je
aandacht ontsnapt is. Bovendien is het toch wel moeilijk om leuk te lopen en
te lezen, vooral als het waait.
Voor iemand die niet zo veel geeft om bouw
kundige en historische details, is Haarlem
ook een enige stad om te wandelen. Je werpt
dan wat blikken op het grote geheel en komt
tot de conclusie: er heerst hier een prima
sfeer. Het is een oude stad maar toch leven
dig. Historische monumenten, maar toch af
en toe ook wat slordigheid. En er is een zeer
aantrekkelijk winkelcentrum, autovrij.
Maar voor we echt gaan wandelen, toch nog
even een stukje geschiedenis.
Tiende eeuw
De naam Haarlem komt voor het eerst voor in
een dokument van het bisdom Utrecht uit de
tiende eeuw. De naam is vermoedelijk afge
leid van het oud-germaanse Harulahem,
woonplaats op een smalle zandrug.
De graven van Holland zagen al vroeg het
strategisch belang van de nederzetting tus-
sen de veenrivier Spaarne - waterweg tussen
IJ en Haarlemmermeer - en de landweg die
evenwijdig aan de kust noord met zuid ver
bond. Haarlem kreeg in 1245 stadsrechten
van graaf Willem II, rooms koning, d.w.z.
kandidaat voor het Duits keizerschap.
De 80-jarige oorlog bracht voor Haarlem het
bloedige beleg en de bezetting van de stad
door de Spanjaarden (1573), een hevige
stadsbrand in 15 7 6 en de 'Haarlemse noon' in
1578, toen kerken en kloosters werden ge
plunderd.
Haarlem deelde in de welvaart, die de 17e
eeuw bracht. De belangrijkste vormgever
aan het stadsbeeld was in die periode de
stadsbouwmeester Lieven de Key (die naam
kom je veel tegen in Haarlem), een naar En
geland gevluchte Vlaming, die in 1593 in
Haarlem werd benoemd. Hij bouwde tal van
herenhuizen in de stad, de toren van de Nieu
we Kerk, en de Vleeshal op de Grote Markt.
In de periode 1620-1622 verrees naar zijn
ontwerp de stadhuis-vleugel langs de Zijl
straat.
Eén van de stadswandelingen wordt 'de
Vlaamse Wandeling' genoemd. Een toepas
selijke naam want de route voert de wande
laar langs de materiële cultuur van de
Vlaamse emigi anten uit de 16e en 17e eeuw.
Ook de latere werken van Vlaamse bouw
meesters komen terloops aan bod.
Haarlem, dat door het beleg van Alva in
1572/1573 veel inwoners verloor, zag de
Vlaamse emigranten graag komen. Het was
de calvinistische bovenlaag van Vlaanderen,
die omwille van de vrije handel en nijverheid,
naar het noorden vertrok vanwege de reli
gieuze vervolging.
Diverse Hollandse steden concurreerden
driftig met elkaar om maar zoveel mogelijk
van deze rijke emigranten binnen de muren
te halen. Haarlem slaagde daar zeer goed in:
in 1621 was 51% van de bevolking Vlaming.
Volgens de routebeschrijving begint deze
wandeling op de Grote Markt. Het moet niet
er een heldere en vaak humoristische uitleg
bij de schilderijen werd gegeven Bijvoor
beeld dat een schedel en een anemoon op een
stilleven aUes te maken hebben met de dood
en de vergankelijkheid van het leven. En dat
mensen die een spel trie trac spelen eigenlijk
zeggen: pas op, het kan verkeren. (Bij dit spel
kunnen de kansen namelijk heel snel wisse
len).
Dit jaar staat de wandeling door het Frans
Halsmuseum in het teken van huwelijk en
liefde en geeft daarom speciale uitleg over
schilderijen die daarop betrekking hebben.
Een aardig detail bij een schilderij van een
echtpaar: Wilhelmina van Braeckel draagt
haar trouwring om de wijsvinger van haar
rechterhand. In de 17e eeuw was er nog geen
vaste vinger voor de trouwring. Vader Cats
echter pleitte voor het dragen van de trouw
ring aan de pink (de ringvinger), omdat naar
zijn zeggen, er een speciale ader liep van die
vinger naar het hart.
Voor mannen was het dragen van een trouw
ring ongewoon: de trouwring was een teken
van onderworpenheid en dienstbaarheid van
de vrouw aan de man!
Na afloop kun je heerlijk even uitrusten in de
fraai aangelegde tuin met 18e-eeuwse bu-
xushagen.
Omdat het al laat was geworden, liet ik het
bij de wandeling en het bezoek aan het Frans
Halsmuseum. Toen ik bijna bij het station
was, ontdekte ik dat ik mijn jas in het mu
seum had laten liggen dus, van de nood een
deugd makend, liep ik weer door allerlei an
dere straten heen en terug Ontdekte tot slot
nog een leuke tentoonstelling in de 'Visuele
dependance' van het Frans Halsmuseum in
de Vishal aan de Grote Markt. Deze tentoon
stelling is genaamd 'Taal en Teken' en geeft
een overzicht van al het werk van de tekenaar
Theo van den Boogaard, onder andere be
kend van de strips van Sjef van Oekel. Voor
de liefhebbers een must.
Je kunt er ook leuke kaarten van zijn werk
kopen, en natuurlijk posters.
Lang niet alles is in dit artikel aan bod geko
men. Dat is niet mogelijk en het zou ook een
vervelende opsomming worden.
Wel wil ik nog even wijzen op 'het Corrie ten
Boomhuis' in de Barteljorisstraat.
In de tweede wereldoorlog werd dit huis ge
bruikt als schuilplaats voor Joden, studenten
en verzetsstrijders. Uit geloofsovertuiging
hielpen
vader Casper en zijn beide dochters deze
onderduikers en konden vele honderden
mensenlevens redden. Het huis werd een
centrum van 'ondergrondse' activiteiten tot
het verraden werd. Op 28 februari 1944 werd
het overvallen en zes familieleden en dertig
bezoekers werden gearresteerd en wegge
voerd.
Alleen dochter Corrie overleefde de oorlog in
het concentratiekamp Ravensbrück en toen
zij vrij kwam trok zij de wereld in om van
haar geloof te getuigen. Mede door haar boe
ken en de film 'de Schuilplaats' werd Corrie
ten Boom wereldwijd bekend. Dit huis is ook
te bezoeken van dinsdag tot en met zaterdag
van 10.00 - 16.30 uur. Vader Casper ten
Boom had een klokkenwinkel en ook nu
wordt het bijna uitgestorven vak van uur
werkhersteller, zichtbaar, uitgeoefend, in de
Ten Boom horlogerie.
donderdag en het aardige was, dat er een
gezeUige drukte was, niet zo toeristisch. Bij
kunstenaars kon je (eventueel) hun werken
kopen en bij een andere kraam was eeeeeen
grote sortering tweedehands boeken te koop.
Je kunt daar natuurlijk de Grote of St.Bavo-
kerk niet over het hoofd zien. Deze laat-goti-
sche kruisbasiliek werd in 1445-1465 ge
bouwd (best snel) en de zuidzijde werd in
1593 gerenoveerd door, jawel, Lieven de Key.
Om de kerk heenlopend vindt men de voor
malige drukkerij Enschedé en even verderop
het Concertgebouw.
En zo gaat de wandeling verder, langs ver
schillende kerken. Het eindpunt van de wan
deling is het Frans Halsmuseum en daar
kwam ook ik uiteindelijk, zij het langs geheel
andere straten, terecht. Wat me in al die oude
straten opviel, was, dat als het maar even
kon, er een klein tuintje voor het huis was
aangelegd, waar vooral veel stokrozen bloei
den. Leuk! Verder kwam ik langs heel aardi
ge winkeltjes, bijvoorbeeld oude boekwin
kels, een vioolbouwer, een bonbonzaak en
verschillende galerietjes.
Frans Halsmuseum
In het Frans Halsmuseum kun je wel uren
zoetbrengen. Het is gevestigd midden in een
oud stadsdeel van Haarlem dat al van ouds
her de Heilige Landen draagt en het is veel
groter dan ik in gedachten had. De Heilige
Landen waren landerijen van kloosters die
bij latere stadsuitbreidingen voor bebou
wing in aanmerking kwamen. Als gevolg van
de Reformatie kwamen deze kerkelijke be
zittingen onder beheer van het stadsbestuur
en in 1608 werd aan het Groot Heiligland een
stedelijk oudemannenhuis ingericht. Dit
maal is het onzeker of Lieven de Key de
architect was.
In ieder geval was het een prachtig onderko
men voor de oudemannen en nu nog is het
heel apart om in zo'n mooi oud gebouw rond
te lopen. Er is een boeiende verzameling 17e
eeuwse portretten, stillevens, genrevoorstel
lingen en landschappen te bezichtigen,
waaronder werk van Hendrik Goltzius, Jo
hannes Verspronck, Pieter Claesz, Adriaen
van Ostade, Jacob van Ruysdaal en Judith
Leyster, een leerlinge van Frans Hals. Zij was
de eerste vrouw die lid werd van het Haar
lemse Sint Lucasgilde.
Hoogtepunt vormen de acht Schutters- en
Regentenstukken van Frans Hals, die ook al
tot een generatie immigranten behoorde die
om geloofsredenen naar het noorden was af
gereisd.
Maar niet alleen schilderijen herbergt het
museum, er is ook een uitgebreide verzame
ling meubels, Haarlems zilver- en aardewerk
en een 18e eeuws poppenhuis.
Wat ik zo leuk vond aan dit museum was, dat
zo moeilijk zijn om in één keer goed te lopen
en de Markt, die inderdaad erg Groot is (het
formaat vertoont grote overeenkomst met 't
Zandt in Brugge: beide zijn aangelegd als
toernooiveld) zonder problemen te vinden.
Mij lukte het niet, maar ik heb dan ook een
enigszins onderontwikkeld richtinggevoel en
dit heeft tot voordeel dat je weer op andere
onverwacht leuke plekjes komt. En al dwa
lend (vooral niet wanhopig worden, de stad is
tenslotte maar klein) kun je goed de sfeer
opsnuiven.
De Grote Markt is bepaald indrukwekkend,
er is zoveel te zien. Het prachtige stadhuis,
het standbeeld van Laurens Jansz.Coster, de
uitvinder van de boekdrukkunst en de vlees
hal, ook weer een schepping van Lieven de
Key.
Maar op de Grote Markt is het ook aange
naam toeven. Er zijn veel terrasjes (evenals in
de aangrenzende straten) en op donderdag is
er een kunstmarkt. Toevallig was ik er op