„Een architect is een vertrouwensman"
Leusder Krant
Dick Opstelten is geen architect die
zijn visie vanuit een ivoren toren
aan de mensheid wil opdringen
Vertrouwensman
Aanwijsstok
Karakter
Woensdag 1 december 1993
Pagina 7
LEUSDEN - De gemeente Leusden, in oppervlakte één van de grootste van de
provincie, is de afgelopen twintig jaar explosief gegroeid. Het aantal
inwoners is met enkele tienduizenden gestegen, waarbij de concentratie heeft
plaatsgehad in het voormalige, charmante dorp Hamersveld.
Maar de dagen van historische herinnering en nostalgie liggen achter ons.
De realiteit van alledag is daar. Bedrijven kwamen en bedrijven gingen. Oude,
sterk op de agrarische wereld gerichte bedrijven maakten plaats voor
moderne industrieën.
Het ondernemersklimaat blijkt gunstig in het snel gegroeide Leusden. De
centrale ligging blijkt in veel gevallen een belangrijke rol te hebben gespeeld
bij de keuze van de plaats van vestiging.
Het bedrij venbestand binnen de gemeente wordt overkoepeld door de
Bedrijvenkring, waarbij enkele tientallen bedrijven zijn aangesloten. Circa
de helft daarvan is werkzaam in de sector van de commerciële
dienstverlening. Daartoe behoren onder meer banken, de advocaten-,
notaris- en makelaarskantoren, de accountants, adviseurs, de
administrateurs en restaurateurs.
In de Leusder Krant wordt regelmatig aandacht besteed aan één van de
Leusdense bedrijven. De lezer wordt meegenomen binnen de muren om te zien
wat zich achter die soms sobere, soms uitbundige f afades afspeelt.
Dick Opstelten: „Een artchitect is een vertrouwensman." (foto: Hans Verhorst)
nodige inlichtingen ingewonnen. ,,Het komt
niet vaak voor dat mensen bij het eerste het
beste bureau binnenstappen om hun bestel
lingen te doen. Een huis bouwen is nog altijd
iets anders dan het kopen van een kilo suiker
Een architect is vooral een vertrouwensman.
Een vertrouwensman kies je met zorg Daar
om gaat aan het verstrekken van de opdracht
altijd een kennismakingsgesprek vooraf,
waarbij de kassa niet rinkelt."
In dit verband komt hij terug op een vraag
van mij tijdens ons eerste telefoongesprek,
waarbij het ging om een afspraak voor dit
gesprek te maken. Ik vroeg toen of Opstelten
een folder of ander materiaal had, die ik vast
ter voorbereiding van het gesprek kon bestu
deren. Het blijkt dat ik niet de enige was die
hem deze vraag gesteld heeft. Hij bezit der
gelijk materiaal niet. Wél is hij in het bezit
van een stapel fotoboeken waarin zijn crea
ties afgebeeld zijn. Hij waakt er voor dat
mensen op grond van deze afbeeldingen zul
len zeggen: „Maak dat model maar voor mij
Dat zou tegen Opsteltens bedoelingen van het
willen maken van een nieuwe schepping in
druisen. Opdrachtgevers kunnen ook van ar
chitecten vragen om gedurende de bouw 'de
directie te voeren', wat in huis-, tuin- en
keukentaal betekent om het bouwproces te
begeleiden. Dat gebeurt namelijk niet in alle
gevallen. Er zijn ook opdrachtgevers die een
andere oplossing voor de 'directievoering' in
huis hebben. Over het resultaat ervan is Op
stelten niet altijd even enthousiast. „Soms
denk ik als ik het bouwwerk zie: Heb ik dat
getekend? Niet dat er aan de buitenkant grote
verschillen tussen het ontwerp en het eind-
produkt aan te wijzen valt. Het verschil zit in
de details, die vaak het specifieke van juist
die woning uitmaken.Lang en breed hebben
we gepraat over het verschil tussen een op
dracht voor het bouwen van een bedrijfspand
en die van een woonhuis. Er blijken wel de
gelijk verschillen te bestaan. „Je praat als het
gaat om een bedrijfspand, altijd als eerste
met de directeur, die bijna altijd een man is.
Ik heb ervaren dat de meningen van mannen
en vrouwen op het terrein van de bouw vaak
haaks op elkaar staan. Dat is bijna altijd bij
de bouw van een woning het geval. Omdat wij
proberen een product te leveren, dat zo goed
mogelijk aansluit bij de wensen van de op
drachtgevers, betekent dat in de praktijk, dat
de éne opdracht de andere nog niet is."
Opstelten heeft ervaren dat de gemeenten
architecten niet hinderlijk voor de voeten
lopen met verordeningen op details. Als een
maal de bouwvergunning verleend is, kunnen
architect en opdrachtgever meestal goed uit
de voeten met de realisering van hun visie en
wensen. Aan het eind van het gesprek merkt
Opstelten op dat een opdrachtgever de ar
chitect niet in dienst neemt. „Dat is een mis
verstand. Ik hoor dat mensen weieens bewe
ren Een architect is in de allereerste plaats
een vertrouwensman en soms de scheids
rechter tussen opdrachtgever en aannemer.
Wij zijn geen papegaaien die opdrachtgevers
imiteren. Als een opdrachtgever krom gaat
praten, betekent dat niet dat een architect dat
automatisch ook gaat doen."
Jan te Winkel
LEUSDEN - „Bij ons kunnen alle mensen
terecht, ongeacht de grootte van de opdracht.
Wij hebben ons bewust niet willen specialise
ren, al denken mensen bij het horen van onze
naam vaak dat wij ons alleen maar bezig
houden met kantoorgebouwen, restaurants
en landhuizen. Dat is waar, maar wij zijn óók
geïnteresseerd ira>feet ontwerpen van bijvoor
beeld eëfl' SehouWVoor alles zijn wij vormge
vers."
Zo luidt de bedrijfsfilosofie van Dick Op
stelten, eigenaar van het gelijknamige archi
tectenbureau in Achterveld. Opstelten is geen
alledaagse naam. „Hoewel", zegt hij met een
glimlach: „Nu de burgemeester van Utrecht
dezelfde naam draagt, kan je er best mee voor
de dag komen." Hoewel de naam soms aanlei
ding geeft tot het maken van grapjes, is het
het meest waarschijnlijk dat voorouders van
Opstelten in hun woonplaats Elburg vanwe
ge de drassige ondergrond een huis 'op stel
ten', op palen, bewoond hebben. Daaraan zal
hij zijn achternaam wel te danken hebben.
Overigens is Dick Opstelten zelf een gebo
ren en getogen Hagenees. Aan zijn bekend
heid in die regio zal hij het wel te danken
hebben dat hij nog steeds veel in het West-
land, een bekend tuinbouwgebied, bouwt. Hij
heeft ervaren dat tuinders niet bang zijn on
investeringen te doen. Een landbouwer heeft
daarmee veel meer moeite. Bij deze groep
staat het begrip 'zekerheid' hoog in het vaan
del. Voordat Opstelten een eigen bureau op
zette, heeft hij als projectleider gewerkt bi j de
EMS, een instelling waarmee de naam van
Reinder Zwolsman, enkele tientallen jaren
geleden bekende Nederlander, onlosmakelijk
verbonden is.
Aan de wanden van zijn werkkamer han
gen veel foto's van projecten die door het
bureau gerealiseerd zijn Tijdens het gesprek
staat Opstelten keer op keer op, neemt een
aanwijsstok in de hand en geeft als een vol
leerd onderwijzer aanschouwelijk onderwijs
om zijn woorden kracht bij te zetten. Hij is op
een goede manier bezeten van zijn vak en
wijdt je grondig in in de geheimen ervan. „Je
kunt toch wel zien dat ze allemaal van dezelf
de tekentafel komen en dat hetzelfde brein er
achter zit", zegt Opstelten. En inderdaad, dat
valt zelfs mij, als geïnteresseerde leek, direct
op. Hoewel de ontwerpen bepaald niet uni
form zijn en niet uit een boekje gekopieerd.
Opstelten wil telkens weer een nieuwe
'schepping' afleveren. Daarom luistert hij
goed naar de wensen en verlangens van de
opdrachtgever. Meestal komt die met een
aantal schetsjes op de proppen, waarop hij
zijn wensen vorm heeft proberen te geven.
„Ze zeggen bijna altijd dat ze niet kunnen
tekenen. En dat is maar goed ook, want dat is
nu net mijn deskundigheid." Opstelten ver
gelijkt zijn vak met dat van hulpverleners.
Die krijgen vaak met mensen te maken die
hun prblemen niet goed onder woorden kun
nen brengen Zo'n hulpverlener moet dan
doorvragen om de goede vragen en de eigen
lijke problemen op tafel te krijgen. Zo pro
beert Opstelten in gesprekken en met behulp
van de voorhanden zijnde schetsjes gaande
weg een ontwerp te laten ontstaan, waarvan
de opdrachtgever gedroomd heeft. Zo'n ont-
werp-op-maat is alleen te realiseren als een
architect met de opdrachtgevers kan overleg
foto'sDick Opstelten)
Mensen moeten zich in hun eigen woning of
op hun werkplek thuis voelen. Daarom pro
beert hij bij het ontwerpen van bedrijfspan
den zoveel mogelijk voeling te houden met de
mensen die daarin zullen gaan werken en niet
alleen af te gaan op de wensen van de direc
teur.
„Er zijn altijd wel een paar werknemers die
gevoel hebben voor de inrichting van een
gebouw. Met hen zoek ik contact. Ik kan
natuurlijk niet met bijvoorbeeld honderd
werknemers om de tafel gaan zitten om over
details te overleggen. Inspraak gaat ook niet
zo ver dat iedereen de kleur van de vloerbe
dekking in zijn eigen werkkamer mag uitkie
zen. Dat zou een ratjetoe van kleuren en een
lelijk geheel opleveren."
Opstelten heeft geconstateerd dat Neder
landers, anders dan bijvoorbeeld de Ameri
kanen, niet zo gecharmeerd zijn van aircon-
'ditioning.,We zijn kennelijk heel anders dan
Amerikanen. Wij willen de ramen open kun
nen zetten en het geluid van de weg kunnen
horen, al kankeren we graag over geluids
overlast."
Al met al blijkt uit het verhaal van Opstel
ten dat hij niet vanuit een ivoren toren zijn
visie aan de mensheid wil opdringen, die dat
alleen maar integraal kan aanvaarden of af
wijzen. Opstelten ontkent niet dat er vroeger
wel architecten waren die dit beroepsstand
punt huldigden, maar dat komt tegenwoordig
bijna niet meer voor. Dat betekent aan de
andere kant ook weer niet dat een architect
een robot is die mechanisch alle wensen van
de opdrachtgever in een ontwerp stopt, al
blijft hij de mening toegedaan dat een archi
tect als het ware een huis om de opdrachtge
ver heen moet bouwen.
Opstelten probeert zichzelf te blijven. Hij
houdt bijvoorbeeld van primaire kleuren en
echte, natuurlijke materialen, zoals bak
steen. Hij stelt telkens weer met nadruk dat
architectuur zich niet alleen met de buiten
kant moet bemoeien, maar dat de binnenkant
van een gebouw minstens zo belangrijk is. „Je
trekt het gebouw als architect niet alleen een
jasje aan. Het interieur ervan mag niet vloe
ken met de buitenkant. Als je aan de voorkant
bijvoorbeeld met getint glas gaat werken,
moet dat op de een of andere manier binnen
terug komen."
Opstelten maakt duidelijk dat een archi
tect vanwege zijn kwaliteiten door mensen
gekozen wordt. De meeste opdrachtgevers
hebben voordat ze een architect benaderen de
Enkele voorbeelden van woningen en bedrijfspanden, die Dick Opstelten ontwierp.
gen. Wat komt er terecht van de visie van
Opstelten, als hij een opdracht krijgt voor
woningbouw in serie, of als een projectont
wikkelaar een ontwerp wil hebben voor ge
bouwen, die nog verhuurd moeten worden en
waarvan de werknemers nog geen flauwe
notie hebben dat zij daar in de toekomst
zullen gaan werken? Opstelten: „Ik geeft toe
dat er dan meer confectiewerk en minder
maatwerk afgeleverd moet worden. Maar er
blijft best een aantal mogelijkheden over om
de toekomstige bewoner de kans te geven zijn
woning of werkplek persoonlijk in te kleuren,
bijvoorbeeld door het aanbrengen van ver
plaatsbare binnenwanden."
Er is in de loop der tijden vooral in de bouw
van bedrijfsruimten het een en ander veran
derd. In de jaren zeventig was een onderne
mer tevreden met een ruimte waarin hij zijn
spullen kwijt kon en dat ook nog een aantal
mogelijkheden bevatte voor de huisvesting
van kantoor en personeel. Soberheid troef
dus. Daarin is verandering gekomen. Op
stelten: „Kijk maar eens naar die bedrijfs
panden die langs de snelwegen staan. Onder
nemers willen nu een pand dat eruit springt;
dat van verre al te herkennen is en dat karak
ter heeft. Geen dertien-in-een-dozijn pro-
dukt. Mensen hebben er behoefte aan zich
duidelijk te profileren."
Opstelten houdt verder rekening met de
plaats, waar het pand gebouwd gaat worden.
„Ik ga meestal in het midden van het terrein
staan, kijk goed om me heen en probeer de
karakteristieke punten van het landschap
voor de bewoners van het bedrijfspand of de
woning zichtbaar te houden en niet achter
blinde muren te verstoppen." Het allerbe
langrijkste vindt Opstelten dat mensen in
'zijn' bouwsels kunnen werken en leven.
Het personeel van architectenbureau Diock Opstelten is gehuisvest in een bedrijfspand aan de
Hessenweg, (foto: Hans Verhorst)