Slot Emelaar
33»
32)
gemaakt is, stuitte ik op een voorbeeldboek van
Josef Beunat uit Parijs, ongeveer 1813. Dit
boek bevatte voorbeelden van stucwerk, dat de
klant kon bestellen en dan thuis geleverd kreeg,
waarna de onderdelen op de muren of plafonds
konden worden gelijmd en eventueel beschil
derd naar smaak. Al de decoraties uit de hal
kwamen in deze catalogus voor.
Zo kwam ik te weten waar de stucornamenten
vandaan kwamen en in welke stijl ze waren,
namelijk Empire, ook wel de "huisstijl" van
Napoleon genoemd en in de mode van onge
veer 1804 tot 1814. Qua stijl sluiten de pla
fonds van de oost- en zuidsalon op die van de
hal aan; zij kunnen dus ook van ongeveer 1815
zijn.
Aan het eind van de 19de eeuw wordt de
Heiligenberg verhuurd aan de familie 's Jacob.
In de tuin verrees in. deze tijd een menagerie;
een soort stal voor kleine dieren en vogels. In
dezelfde stijl werd in de moestuin een schuur
neergezet.
Vervolgens wordt de Heiligenberg in 1904 aan
de familie Vening Meinesz. verkocht. Een
gedeelte blijft echter in handen van een Van
Hardenbroek, die met een De Beaufort is
getrouwd. Dit gedeelte heette de Overplaats.
De Vening Meinesz. laten het koetshuis ver
bouwen, wat dan het uiterlijk krijgt dat we nu
nog kennen.
De zoons Vening Meinesz. verrichtten opgra
vingen op de berg, daartoe aangezet omdat er
bij heftige regenval schedels blootspoelden. Zij
vonden in het noordelijke gedeelte van de berg
een tegelvloer, die afkomstig was van de bak
stenen kapel, die vermoedelijk in Gotische stijl
tussen 1300 en 1350 op de berg gebouwd werd.
Door een clausule in het koopcontract kwam de
Heiligenberg na verkoop door de Vening
Meinesz. in 1929 in handen van de familie De
Beaufort en uiteindelijk in die van Anna Aleida
de Beaufort. Zij woonde in huize De Boom hier
in Leusden en ze verhuurde de Heiligenberg
aan Jan Karei Hendrik de Beaufort, die ook
burgemeester van Leusden en Stoutenburg was.
Hij heeft vermoedelijk het trappenhuis laten
bouwen. In de Tweede Wereldoorlog zijn er
vanwege het uitzicht geschutsstellingen
geplaatst op de berg en zou het huis een tijdje
hebben dienst gedaan als hospitaal.
Daarna keerden de De Beauforts terug. Maar in
1964 werden de kosten van onderhoud van het
geheel voor de laatste freule te hoog. Zij verliet
het huis. Anna Aleida had haar bezittingen
ondergebracht in een stichting, de stichting De
Boom, die het huis in 1965 voor 25 jaar aan de
Rijksgebouwendienst verhuurden. Zij gaven
het huis een nieuwe functie, die van meisjesin
ternaat. Het internaat kreeg de oude naam
"Hohorst". De Hohorst werd verbouwd; de
balustrade verdween van het dak, er kwamen
toiletten en wasgelegenheid bij. Met name het
interieur heeft daar bijzonder onder geleden.
Begin 1992 is er een cursuscentrum in het huis
getrokken, wat vooral voor het interieur een
zegen was, omdat die nu gewaardeerd en
bewaard wordt. Het interieur draagt bij aan de
speciale, creatieve sfeer die in het cursuscen
trum hangt. De buitenkant van het huis werd
opgeknapt, maar, naar mijn mening helaas, wit
geschilderd. Ik huldig liever het Zocher-stand-
punt in deze: dat voor buitenhuizen lichtgeel de
aangewezen kleur is, naar het Italiaanse klas
sieke voorbeeld.
Het enige knelpunt is het park. Ik wil nogmaals
benadrukken, dat dit park net zo goed een ont
werp, een kunstwerk is als bijvoorbeeld de tuin
van paleis Het Loo. Dit betekent, dat men ook
hier zorgvuldig mee moet omgaan, omdat tuin
kunst een zeer kwetsbare vorm van kunst is.
Het park had te lijden onder achterstallig
onderhoud, maar hopelijk is daar d.m.v. het
beheersplan van de stichting Particuliere
Historische Buitenplaat-sen iets aan gedaan.
Men is gauw geneigd zo'n park als een verza
meling bomen en grassprietjes te zien, i.p.v een
doordacht concept. Hoe snel het mis kan gaan,
merkte ik in 1992, toen ik een wandeling door
het park maakte en ik nieuwe aanplant tegen
kwam. Op zich een goede zaak, ware het niet
dat de boompjes keurig in rijtjes stonden; iets
wat in een natuurlijk aandoend park natuurlijk
niet voor mag komen!
Helaas heb ik de Heiligenberg al enige tijd niet
meer bezocht. De laatste keer was ik er om een
beschrijving te maken van huis en tuin ten
behoeve van de monumentenlijst. Ik hoop dat
de Heiligenberg ondertussen op die lijst is
geplaatst en als monument zal worden onder
houden en beschermd. Ik hoop u vanavond met
deze lezing duidelijk te hebben gemaakt dat de
Heiligenberg zijn status als monument ver
diend, omdat het hier om een uniek stukje
Leusden gaat. En ik wilde u, die zich bezig
houdt met de geschiedenis van Leusden harte
lijk bedanken voor uw aandacht.
Opmerking redactie: Rianne van Hilten
gebruikte bij deze lezing dia's. Wij hebben
enkele dia's bij dit artikel afgedrukt.
1. Huidige stituatie.
Aan de Emelaarseweg tussen Achterveld en
Stoutenburg staat een boerderij met de naam
"Slot Emelaar". Er is echter niets te zien dat
doet denken aan een slot. De boerderij is vrij
modern van vorm, er zijn geen oude stenen
gebruikt. In een van de muren van de boerderij
zit een hardstenen gevelsteen waarop staat:
"Slot Emelaar Renovatum 1920". In deze steen
zit een rode steen met tekst "ADC 1797". Dit
zijn geen jaargetallen die betrekking hebben op
een slot.
Een tocht over de weilanden, waar het slot
mogelijk gestaan heeft, levert, met uitzonde
ring van natte, modderige schoenen, niets op.
Als er iets geweest is, is het zeer grondig afge
broken. In het landschap zijn geen sporen ach
tergebleven. Dit is merkwaardig want bij het
eveneens verdwenen kasteel Stoutenburg
wemelt het van middeleeuwse scherven en ste
nen. Daar kan men de bouwgeschiedenis zon
der veel problemen uit de grond halen.
2, Wat is een slot
Bij het woord "slot" kan men in eerste instantie
denken aan een versterkte woning. In
Nederland worden de begrippen kasteel, slot,
burcht, huis en steenhuis doorelkaar gebruikt.
Toch is een "slot" meestal meer dan een ver
sterkte boerderij of woontoren. (Burchten en
Kastelen door A.I.J.M Schellart).
Daarnaast wordt "slot" gebruikt voor een,
meestal door nonnen, bewoond klooster.
3. Wie kan het slot gebouwd hebben
Het gebied Emelaar, liggende tussen de boer
derijen Groot-Emelaaar en Oud-Emelaar, heeft
altijd bij het Sticht (Utrecht) gehoord. Het was
een moerassig heideveld waardoor een droge
zandrug langs de Barneveldsbeek liep.
Omstreeks 1250 was het gebied in bezit van de
heren van Amersfoort.
In 1259 verklaart Walter van Amersfoort, in het
bijzijn van de Bisschop van Utrecht, en met
instemming van zijn broers, dat hij afstand doet
van het kasteel (castrum), dat hij te Stoutenburg
aan het bouwen is. Hij krijgt het kasteel, dat
vroeger zijn eigendom was, als een onsterfelijk
erfleen terug. De bisschop heeft hieraan wel
een bijzondere plicht voor de leenman verbon
den. Telkens wanneer de Bisschop ter bestrij
ding van vijanden zulks nodig zal hebben of
oordelen, zullen Wouter en na hem zijn rechts
opvolgers het slot ter beschikking van de
Bisschop van Utrecht stellen. Zij moeten dan
het kasteel voor hem openen en hem de sleutels
HISTORISCHE K*/A/
HISTORISCHE K*/A.