Zandbrink-Groot-Klein en Molen
Van belang lijkt mij vooral de mededeling
dat de grens langs de oude Hevgraaf liep tot
aan de Ravesloot. De tot nu toe bekende
Heygraaf lag elders (afb.3). Het was juist
deze Woudenbergse Heygraaf die zowel De
Beaufort als Perks en mij op het verkeerde
been heeft gezet bij onze speurtocht naar de
Ravesloot. De Heygraaf uit de omschrijving
kwam immers in de Ravesloot uit, dus moest
de Grift logischerwijze de oude Ravesloot
zijn. Maar de oude Heygraaf begon veel
westelijker, al bij het Treekermeertje!
Ook in een grensomschrijving uit 1604
(Perks blz.29) is sprake van de oude
Heygraaf. '...langs het Heynschotervelt over
de Schoussen heuvel door het welke veen
voorbij de oude Heygracht. Scheidende de
meente van Leusden en Woudenberg over de
karreweg totaan de wal van Ravesloot toe,
met welke sloot de Leusder erve van de
voorzeide meente gescheiden worden....'
De grenskwestie is duidelijk. De oostgrens
van de meente of marke viel samen met de
westgrens van de akkergronden, niet alleen
op het Heetveld, maar ook bij de meer noor
delijk gelegen boerde-rijen. In het uiterste
zuiden werd deze grens rond 1600 nog door
de Ravesloot gemarkeerd.
Dat er lot twee keer toe sprake was van een
oude Heygraaf behoeft niet toevalig te zijn.
De loop van de Woudenbergse Heygraaf lijkt
immers onlogisch, eerst naar het noorden en
dan met een scherpe hoek naar het oosten,
naar de Grift. Het is veel aannemelijker dat
eerst de oude Heygraaf vanaf het
Treekermeertje in oostelijke richting werd
gegraven, zeker tot aan de huidige Grift en
misschien nog wel verder. De Woudenbergse
Heygraaf kon dan mooi op deze oude
Heygraaf zijn water lozen. De vraag waarom
de Woudenbergse Heygraaf werd gegraven
laat ik onbeantwoord, al zou het me niet ver
wonderen dat men ook hier het zak- en kwel
water van de oostflank van de Utrechtse
Heuvelrug heeft willen opvangen. En toen
kwam dhr.Nieuwenhuis - ja, alweer hij - met
een oorkonde uit 1345 (5) op de proppen.
Ik hoop deze oorkonde, die waarschijnlijk
als de geboorteakte van Geerestein mag wor
den beschouwd, in een afzonderlijke bijdra
ge te behandelen. Ik citeer voorlopig slechts
één zin, een uitspraak van bisschop Jan van
Utrecht:
- In den iersten segghen wi dat haer Johan
van Culenborch (heer van Woudenberg)
voerghenoemt ende sine nacomenlinghen
den ghebueren van Loesden vrilike sonder
enich wedersegghen zullen laten ghebrucken
tot ewelicken daghen al dat lant dat ghelegen
is binnen dien palen ende der sceydinghe
ende alsulcker lake (=watergang) die onse
voervader bisscop Ghye (=bisschop Guy,
1301-1317) daer God die ziel af hebben
moet, tot eene sceydinghe eermaels ghe-
hanghen toegestaan) heeft. -
Johan van Culenborch, Heer van Wouden
berg, en ook zijn nakomelingen, moeten dus
een grens eerbiedigen uit de tijd van
bisschop Guy. Deze grens is met palen en
een watergang afgezet.
Aan de andere zijde van de grens hebben de
'ghebueren van Loesden' zekere gebruiks
rechten. Die 'ghebueren van Loesden' waren
ongetwijfeld de toenmalige markegenoten
van de Leusderberg (6). De marke zal des
tijds nog niet volgroeid zijn geweest. Zowel
het aantal deelgerechtigde boerderijen (zgn.
gewaardeelde erven) als de rechten zelf zul
len later zijn toegenomen (7). Bisschop Guy
doet een uitspraak over de grens tussen
Woudenberg en de marke, ergo over de zuid
grens van die marke. Deze grens werd
gemarkeerd door palen en een watergang.
Dan kan deze watergang niet anders zijn
geweest dan wat later de oude Heygraaf
werd genoemd. Meer naar het westen van de
Marke zitten we immers in het hoge en droge
zand van de Heuvelrug. Kijk nu nog even op
het kaartje met de Ravesloot (afb.l). Zou de
tekenaar die palen met stippen en de oude
Heygraaf met een streep hebben willen aan
geven?
De konklusie luidt dat de oude Heygraaf
reeds in het begin van de 14e eeuw aanwezig
was en toen al deel uitmaakte van de zuid
grens van de marke van de Leusderberg.
Deze grens werd meer naar het westen door
palen gemarkeerd. Hiermee wil niet gezegd
zijn dat de oude Heygraaf in het begin van de
14e eeuw werd gegraven. Dat zou wel eens
véél vroeger kunnen zijn gebeurd, zo rond
1135. Maar daarover misschien een volgende
keer.
Noten:
1. W.A.G.Perks: 'Den Treek, van Marke tot
Landgoed', Amersfortia Reeks.
2. G.van Leeuwen en J.Verduin: 'Terug in de
Tijd', blz.40.
3. W.van Iterson: 'De historische ontwikke
ling van de Rechten op de Grond in de
provincie Utrecht' (proefschrift 27-5-
1932), blz.633 e.v.
4. J.Verduin: 'Oudschildgeld Leusden c.s.
1536-1806' (Leusden, Leusbroek), nrs.44
en 45. (Historische Toegangen tot de
Gelderse Vallei nr. 14).
5. Rijks Archief Utrecht: Domkap 3387,
dd.20 augustus 1345.
6. Van Iterson: blz.614.
7. Mr.S.Muller 'De Registers en Rekeningen
van het bisdom Utrecht', blz. 450: 1328-
1329 'Item te Loesden 60 mudde roghen'.
Deze post wordt op blz.454 herhaald. We
hebben hier ongetwijfeld met een collec
tieve afdracht van de Markegenoten van
doen. Op blz.487 lezen we: 'Int yerst
(=eerst) van boeten, die de van Loesden
verboerden (=verbeurden) dat zij hoer
hout niet tiitghenoech (=tijdig) den here
betaelden 96 1. 3 s.'
Dit zeer forse bedrag van ruim 96 pond
moet een collectieve straf zijn geweest.
Deze post laat denkelijk zien dat de
Markegenoten rond 1330 de bisschop nog
voor houtkap moesten betalen.
J. Verduin
Achterveld - In de serie "Achteveldse
Geschiedenis" is verschenen het boekwerk
"Zandbrink-Groot-Klein en Molen".
De omvang is 118 pagina's in A4 formaat
met foto's, landkaarten en tekst.
Verkrijgbaar bij de agent van de Barne-veld-
se- en Leusder Krant: boekhandel Vos te
Achterveld.
Op het voorblad prijkt de foto van de
Zandbrinker Molen.
De schrijver stelt: In de buurtschap Snorren-
hoef liggen ondermeer de boerderijen Groot
Zandbrink, Klein Zandbrink en de
Zandbrinker Molen. De eerste 19 pagina's
gaan over Zandbrink met het jaartal 1381 in
de Leenmanlijst. De priester Johan van Suel
had tiendrecht. Groot Zandbrink was in 1382
een Leengoed van de Bisschop van Utrecht.
De prachtige boerderij is nu nog te bewonde
ren, behoort tot het Landgoed "De Boom" en
gebruiker is de familie J.A. Boersen-van
Rooyen. Op Klein Zandbrink is een haard
plaat uit 1621 met de tekst "Weest waak
zaam. Gij die op God vertrouwt". Einde
1995 komt er een geheel nieuw Klein
HISTORISCHE KR/x,
Een grens uit het begin van de 14e eeuw