Boekbespreking
Zandbrink te staan van G.W. van Zandbrink-
Hilhorst.
De Molen Zandbrink was in 1382 een ban
molen van de Heer Bisschop van Utrecht. Op
de plek waar nu het theater Carré aan de
Amstel te Amsterdam staat werd in 1877 de
molen afgebroken, per karrevrachten ver
voerd naar het buurtschap Snorrehoef en
daar herbouwd. In 1940 ging de molen door
oorlogshandeling geheel verloren. De naam
Zandbrinker Molen staat aangegeven op de
veevoederfabriek Wolswinkel B.V. te
Leusden.
In bewerking is het boekwerk "Hessen en
Tollen"
Achtervelds Oorlogsarchief in Barneveld
Het archief "Oorlog 1939-1945" betrekking
hebbend op Achterveld, Asschat, Hamers-
veld, Leusden, Musschendorp en Stouten-
burg is afgestaan en ondergebracht in het
archief der gemeente Barneveld en aldaar te
raadplegen.
In de serie "Achteveldse Geschiedenis" is
verschenen het boekwerk "Fokvereniging
Achterveld en Omstreken 1919-1984" en
Fokvereniging "Ons Belang Stoutenburg
1946-1977". Zeker lezenswaardig voor de
melkveehouders.
J.M. Schouten
R.Polak
Geerestein en zijn bewoners, de geschiedenis
van Huize Geerestein in Woudenberg, door
drs. Ben Olde Meierink, m.m.v. drs.
Heimerick Tromp en drs. Angelique Bakker.
Een uitgave van Imbo Architecten/Ad
viseurs.
Wie langs de Arnhemseweg van Leusden-
Zuid naar Woudenberg gaat passeert achter
eenvolgens twee buitenplaatsen. Nog net op
het grondgebied van de gemeente Leusden
- de beek is hier de gemeentegrens - ligt
Huize De Boom Even verder rechts van
de weg komt men bij "Huize Geerestein" in
Woudenberg. Over De Boom werd al eerder
in dit blad geschreven, en we weten dat de
geschiedenis van dit complex niet zo ver
terug gaat.
Hoe zit dat bij Geerestein? Is dat ook zo'n
negentiende eeuws landgoed met allerlei bij
gebouwen? En uit welke tijd dateert de
gotisch ogende toren aan de Geerestein-
selaan eigenlijk?
Omdat Imbo Architecten/Adviseurs, dit jaar
precies een kwart eeuw op de voormalige
ridderhofstad wonen, lieten zij een boek over
hun voorgangers en over het huis verschij
nen. Op veel van onze vragen kunnen we dus
een antwoord krijgen, en om de meest voor
de hand liggende maar meteen te nemen: er
blijken geen heren van Geerestein te hebben
bestaan, alle legendes over een lokale jonk-
vrouwe Gisberta ten spijt.
Op grond van voornamelijk literatuurstudie
laat de auteur zien welke plaats de achter
eenvolgende bewoners innamen in enkele
politieke verwikkelingen in dit grensgebied
van het Sticht Utrecht. Natuurlijk is er ook
aandacht voor de gewone familiegeschiede
nissen, met af en toe een "petite histoire",
zoals het verhaal over een ruzie met buren
over het recht van overpad, of de beschrij
ving van een gecompliceerde reis per platbo
dem van Amsterdam naar Geerestein in de
vorige eeuw.
De andere component van het boek betreft
bouwgeschiedkundige aspecten. Het mag
dan wel zo lijken dat het voorname huis
Geerestein uit de negentiende eeuw dateert
(vooral de facade geeft alle aanleiding tot die
veronderstelling), in werkelijkheid is dit een
verkeerde indruk. Vanuit verschillende
invalshoeken wordt overtuigend aangetoond,
dat we hier in oorsprong te maken hebben
met een gebouw uit de zestiende eeuw.
Dat gebouw was trouwens al wel een tweede
Geerestein, want voor het jaar 1477 is de
situatie ter plaatse als volgt beschreven: "Dat
huys toe Gerensteyn, mit allen getymmer,
dat dairop staet, ende ene stege van den
huyse streckende in den dorpe toe tot
Woudenberch, noch vier mergen lants gele
gen aen Ekenrijs...".
Dit betrof de optekening van het complex als
leengoed van de Utrechtse bisschop in de
handen van Steven Van Zuylen Van Nyvelt,
wiens geslacht al een groot deel van de vijf
tiende eeuw de bisschop in Amersfoort en
Eemland vertegenwoordigde en als zodanig
ook het kasteel Hoevelaken bezat. Niet lang
heeft Steven nog van zijn bezit kunnen
genieten. In de Stichtse burgeroorlog koos
hij de verkeerde kant en daarom werd zijn
Geerestein in 1482 door de mannen van
David van Bourgondië verwoest.
Voor leden van de Historische Kring
Leusden is de vroegste nederzettingsgeschie
denis interessant, omdat hier natuurlijk raak
vlakken liggen met de start van onze woon
plaats. Meer dan een overzicht van de stand
van zaken moet men niet verwachten.
Zuiderbroek wordt als voortzetting van de
Leusbroeker ontginningen in de tijd geplaats
na de Woudenbergse ontginning van 1133 en
volgende jaren. De bijgeleverde topografi
sche kaart maakt het wel mogelijk deze pas
sages goed te volgen, maar het is lastig de
juistheid ervan af te wegen. Het gemis aan
een verantwoording van de gegevens liet mij
in elk geval met onbeantwoorde vragen zit
ten, zoals:
Als de Geeresteinselaan inderdaad de ont-
ginningsas was, blijft de vraag liggen
waarom in het noordelijk deel slechts de
oostzijde in cultuur werd gebracht.
Daarmee hangt de vraag samen of er veel
aanwijzingen zijn voor de veronderstel
ling dat de Geeresteinselaan aanvankelijk
slechts vanuit Woudenberg tot het huis
liep?
En hoe/wanneer is Ekris ontstaan?
Als er een antwoord voor dit complex vragen
is, moet het uit archiefstudie komen, dus van
de originele stukken.
Wat dit laatste betreft een kritische noot. De
transcriptie van het oudste charter uit 1417
op p.14 bevat m.i. te veel fouten. Natuurlijk
weet ik ook wel dat de meeste lezers deze
oorkonde niet echt gaan lezen, maar voor
wie die moeite wel neemt moeten we niet
een extra drempel neerleggen, zoals bijvoor
beeld met onjuiste termen als "queder lude"
en iemand die "afluvich werde".
Laten dit details zijn, want belangrijker is de
schitterende manier waarop het boek ver
zorgd is. Prachtige (deels) kleurenfoto's, een
kalender waard, en een heldere leesbare
tekst.
Daarbij zou ik het moeten laten, als niet de
enige drukfout die mij opviel nota bene de
villa Lisiduna betrof. Tot driemaal toe las ik
Lisiduno, wat zullen we nu hebben, dacht ik
nog, moeten we naamsverandering aanvra
gen? Maar gelukkig kwam het een paar blad
zijden toch goed met Lisiduna en kon ik dit
boek tevreden terzijde leggen.
En die kasteeltoren langs de weg? Die is zo
oud niet, maar dat leest u zelf wel na.