Fietstocht langs de boerderijen
van de Marke van de Leusderberg
Monumentendag 1995
Zo dichtte Pieter Pijpers in 1803, maar
zoals dat wel vaker gaat, heeft de overle
vering het kerkje van Leusden te oud ver
klaard. Wel staat vast dat de bewoning
rond de toren ver teruggaat. Uit opgravin
gen in de jaren tachtig bleek, dat dit
gebied al vanaf het begin van de jaartel
ling bewoond was. Dit kunt u lezen op een
bord bij de ingang van restaurant Oud-
Leusden.
Lisiduna
In de tijd van Karei de Grote werd de neder
zetting Lisiduna genoemd. Karei schonk de
nederzetting aan de kerk te Utrecht, wat het
latere bisschoppelijk bezit in onze streken
verklaart. De nederzetting bereikte vóór het
jaar 1200 haar hoogtepunt, na die tijd werd
Amersfoort de vooraanstaande plaats in onze
streken. Vanwaar die achteruitgang? De boe
ren deden het onbewust zelf. Om goede
landbouwgronden te krijgen moesten zij de
bossen kappen. Daardoor kwam er stuifzand
met alle gevolgen daarvan.
De marke
Natuurlijk bleven er boerderijen bestaan en
een aantal daarvan vormde de marke van de
Leusderberg. Zo'n marke is een gemeen
schap van bewoners van hoeven, die ont
stond omdat zij hun rechten op een stuk
grond wilden veilig stellen tegen concurren
tie. In de twaalfde en dertiende eeuw gebeur
de dit veel, overal in Europa. De hoevenaars
maakten samen gebruik van de gemeen
schappelijke "wilde gronden". In Leusden
hadden zij het recht "te plaggen, te pluijsen,
heijen, meijen, weijen 't sij mit schapen als
andere beesten" pluijsen is met plaggen een
aarden wal maken en die geleidelijk vullen
met mest /heijen is het maaien van heide, dat
maaisel werd o.a. als ruwvoer voor schapen
en vee gebruikt).
Men spreekt traditioneel over de 26 hoeven
van de Leusderberg, maar in werkelijkheid
schommelde het aantal gerechtigde boerde
rijen. Het markegebied strekte zich uit over
het tegenwoordige landgoed Den Treek en
de Leusderheide, plus delen van Amersfoort.
De boerderijen lagen in vier gebieden gecon
centreerd. De ligging bepaalt onze fietsroute.
Nog eeuwen lang was het te merken dat de
boeren op oorspronkelijk bisschoppelijk
bezit leefden. De rentmeester van de bis
schop riep vaak "die van Leusden" op om
vrachten te rijden, zoals haver naar Utrecht
en bier van Amersfoort naar Rhenen. Het
betrof dus vervoer van levensmiddelen naar
bisschoppelijke residenties. Later werd deze
verplichting afgekocht onder de naam paard-
jesgeld. Op een gegeven moment begrepen
weinigen meer waarvoor dit betaald werd.
HISTORISCHE
'k smeek it zeg ons Leusdenaar!
Stichtte Willibrordus daar,
Midden in uw korenschooven
Zelf dit kerkje om te looven?
Stond daarin zijn eerste altaar
Op de Nederlansche gronden
Hoeve "Vlooswijk" Oud-Leusden
Hoeve "Ooievaarshorst", Ooievaarshorstenveg.