gezeten. Ze stuurde in 1831 een commissie van deskundigen naar getroffen plaatsen in Duits land. De heren moesten daar alles onderzoeken wat met de ziekte samenhing en daarover rap porteren. Hun verslag is een boekje waarin alle wetenschappelijke kennis van dat moment is samengevat en het bood met zijn goede advie zen een voor die tijd perfecte handleiding. Het maakte in elk geval duidelijk dat iedereen op elk detail moest letten. Zo verdiende het aanbe veling als de dokter een stukje sinaasappelschil in de mond deed bij zijn visites en na afloop schone kieren aantrok en zijn handen grondig waste. De frisse geur van de schil zou (mias- matische) smetstof geen kans geven en hij zou de ziekte niet van het ene huis het andere bin nendragen. In de praktijk waren natuurlijk niet alle regels uitvoerbaar, omdat de dokters het veel te druk kregen. De mening overheerste dat cholera een mias- matische ziekte was. Maar ze spotte met de gangbare theorieën en verspreidde zich stroom opwaarts of tegen de wind in. En hoe was het mogelijk dat ze uitbrak aan boord van schepen die allang buitengaats waren? De Minister van Binnenlandse Zaken droeg de Gouverneurs van de Provincie [de voorlopers van de Commissaris van de Koning(in)] op om aan de hand van dit rapport maatregelen voor te bereiden. Medio 1831 stuurde de Gouverneur van Utrecht aan de burgemeesters het bericht dat de provincie in 30 districten verdeeld was om de cholera effectief te kunnen bestrijden als deze onverhoopt mocht uitbreken. District I was de stad Utrecht. In district VIII zaten Woudenberg met Gerestein en Leusden met Aschat. In district IX Amersfoort met Hamelsveld, Hoogland, Stoutenburg met Coel- horst, Duyst, De Haar en Zevenhuizen. In oktober 1831 stuurde Gouverneur G.C.C.J. van Lynden aan de gemeenten een gedrukt stuk: 'Algemeene bepalingen en raadgevingen, bij het onverhoopt ontstaan van de cholera, in de Provincie Utrecht op te volgen'. In elk dis trict zou een districtscommissie de strijd coör dineren. Ze zou bestaan uit de burgemeester en plaatselijke medici. Ze moest berichten aan de hoofdcommissie waarin de Gouverneur zelf zat en ook de bekende hoogleraar medicijnen De Fremerij. Deze hoofdcommissie zou 'het cen traal punt zijn, van waaruit, zoo veel mogelijk, voorziening en hulp, onder Gods zegen, gezon den zal worden'. Zo zouden de wereldlijke autoriteiten direct weten wat zij het beste kon den doen en in nauw overleg met de medici de juiste maatregelen kunnen nemen. Om overbodig contact met de zieken te voor komen, moest er aan de gevel van een besmet huis 'een zeer schouwbaar bordje, waarop CHOLERA geschreven staat' worden aange bracht. Zo'n huis moest extra worden schoon gemaakt en gelucht. Brieven en goederen uit besmette gebieden moesten 'behoorlijk' worden gezuiverd voordat ze aan de geadresseerden werden overhandigd. De districten werden verdeeld in wijken waar één dokter alle cholerazieken zou behandelen. Zo voorkwam men dat elke medicus van hot naar haar door zijn praktijk moest snellen om visites te maken. In zijn wijk zou de dokter zijn patiënten 'in een kort bestek bijeen kunnen vin den. Dit is des te noodzakelijker daar het in deze ziekte van groot belang is, dat elke lijder met de meeste nauwkeurigheid worde waarge nomen en gadegeslagen en het geneesplan naar zijne bijzondere gesteldheid gewijzigd'. Het stuk beval de medici aan hun ervaringen met elkaar uit te wisselen. De districtscommis sies moesten oppassers aanstellen en zorgen voor voldoende genees- en reinigingsmiddelen. Zij moesten erop toezien dat er genoeg ver plaatsbare badkuipen kwamen en dat er forse hoeveelheden water gekookt konden worden en in geval van nood voedsel en warme dranken verstrekken aan mingegoeden Voor behoeftigen moest er een speciaal chole- rahospitaal worden ingericht. Daar konden ook dienstmeisjes worden opgenomen voor wie geen plaats was in het huis van hun heer. 'Alle menschenvrienden zouden daarin die behoefti- 7 c j C2> - V A C</Y s/ "O •Ver J'dt rcJ> /oi*»' 'fi*" Algemeene bepalingen (t'cK 6 /l C/Cx. óttA A~ tri. O' f* (f ert tl ft f-*rr n f cxstrsA Al* f, t a<? n Au i cr' XZAA Aut-xud. éb/X— j/,-v /£t*r**rn. tc CsXe iSt -n e-rv AAmsZ.»- IC*. /k. e. c/l c<i t- c t Zc. {ALx-a.ce. CA*.*sy_4_ Z7 c<? /y (-A* *-v c d/ A ■eKr~rt fn /if-trrx f f Atf Az^A-c c- r'*<o/z 53 .cr D s<U v y?- <-L ■dl \-y (fa. 6 december 1832 dateert deze brief, waarin de districtscommissies tot de zaak der cholera worden :inkt voor hun inspanningen. Tot de districtscommissies rondom Amersfoort en Woudenberg behoor- ook de burgemeesters van Leusden en Stoutenburg.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusden Toen | 1996 | | pagina 5