De afbraak van de oude kerk te Leusden
in 1826/1827
tussen bisschoppen en edellieden, in de 12e
eeuw, weet de bisschop zich van nieuwe trou
we dienaren te verzekeren. Zij waren onvrije
knechten belast met huishoudelijke taken. Een
voorbeeld is de 'mareschalk' of de paarden
knecht voor de stallen. 1) Geleidelijk aan gin
gen deze dienaren zich steeds zelfstandiger
gedragen, totdat wij de afstammelingen van
deze onvrije knechten tegenkomen als stadsbe
stuurders en leden van de ridderstand. De oor
spronkelijke benamingen illustreren heel dui
delijk het grote verschil tussen de eerste kas
teelbewoners en de kasteeleigenaren uit de 17e
eeuw en later.
Heel verrassend is ook dat de term ridderhof
stad niet uit de Middeleeuwen stamt, maar pas
na 1500 is ontstaan. Naar aanleiding van de
instellimg van een nieuwe belasting werd pas
nagegaan wie wel en wie niet tot de ridderhof
stad behoorden. Hoe deze eisen enkele keren
zijn bijgesteld en uiteindelijk weer nieuwe
leden tot de ridderschap zijn toegelaten, kunt u
vinden vanaf pag. 41
De vorm van het kasteel was afhankelijk van
toenmalige techniek, financiële middelen en
mode. Veel aandacht is geschonken aan de
architectuur en landschapskunst en de vorm
van de tuinen. De prachtige platen tonen aan
wat voor een lusthof een kasteel lange tijd was.
Het boek is boeiend geschreven en voor een
ieder goed te lezen.
Alle kastelen en ridderhofsteden worden
besproken. In een appendix zijn nog vele
Huizen besproken die niet de officiële erken
ning van ridderhofstad hebben.
Dit boek is een handige manier om snel iets
over een bepaald kasteel te weten te komen.
Een uitgebreide begrippenlijst en registers
maken het tot een overzichtelijk en uitgebreid
naslagwerk. Maar het is meer dan dat.
Door het uitgebreide historisch onderzoek naar
de oorsprong van de verschillende kastelen
geeft dit werk u nieuwe duidelijkheid over een
duistere periode.
Ook gezien de prijs van slechts f 69,50 is dit
boek een aanwinst in elke boekenkast.
1) Kastelen, pag. 12.
W. Bos
Op 16 december 1828 wordt de Dorpskerk in
wat nu Leusden-Zuid heet, in gebruik geno
men.Deze kerk was de opvolger van de oude
Leusder kerk, die in de jaren 1826/1827 o.a.
wegens bouwvalligheid, werd afgebroken.
Alleen de toren staat nog eenzaam op het oude
kerkhof bij Oud-Leusden.
Er is vrij veel bekend over de bouw van de
Dorpskerk: in het archief zijn bij voorbeeld de
bestekken van de bouw van de kerk en pastorie
aanwezig.Ook zijn alle rekeningen bewaard
gebleven.
Tussen al die stukken over de nieuwbouw be
vinden zich ook gegevens over de afbraak van
de oude kerk.
Op 21 juni 1825 dient de kerkeraad van
Leusden een verzoek in bij koning Willem I
om vrijwillige bijdragen voor de bouw van een
nieuwe kerk en pastorie te mogen bijeenbren
gen en een eigen predikant te mogen beroepen.
Al meer dan tweehonderd jaar behoorde kerke
lijk Leusden pastoraal gezien onder Amers
foort. Men wilde in Leusden een nieuwe start
maken. Ter verduidelijking: de diakonie (ar-
De toren van de Oude Kerk is tot op heden blijven staan op het kerkhof (tekening: L.van Arkel 1886,
tekening in kleur. Atlas Coenen van Gravesloot, Museum Flehite Amersfoort).