Genealogische ervaringen I
,,Daar hoefden we geen overleg over te hebben.
Dat was de stilzwijgende afspraak."
In de jaren tachtig werd de Tour de
Junior gewonnen door een Tsjech. De laatste
jaren doet er ook een Deense afvaardiging aan
de Tour mee. De wielrenster Jette Drachsmann
schatte twee jaar geleden het begin van de wed
strijden te vroeg in. Zij verscheen een week te
vroeg in Achterveld.
Zij keerde terug naar Denemarken en
stond een week later keurig aan de meet. In de
eerste etappe kreeg ze materiaal-pech en dat
leverde haar een forse achterstand in het klas
sement op. Zij won de bolletjes-trui, omdat zij
de beste vrouwelijke 14-jarige klimster was.
Zij won enkele etappes, maar moest Laura
Versteeg in de eindrangschikking voor laten
gaan.
Vanaf 1974 mochten de meisjes deel
nemen aan de Tour de Junior. Dat besluit lever
de een groter deelnemersveld op. Het hoogste
aantal deelnemers aan de Tour de Junior was
ooit 150. Dit jaar doen er 126 renners en ren-
sters mee. Zij komen uit heel Nederland maar
ook uit Denemarken, Engeland en Duitsland.
Fietsen
Aan de fietsen, die de deelnemers aan de Tour
de Junior, is goed af te lezen hoe sterk de wel
vaart de laatste decennia in Nederland gestegen
is.
Op de eerste foto's rijden de coureurs
op gewone fietsen. Enkele handige renners
hebben het stuur zelf aangepast. De handvatten
werden van het stuur gezaagd en omgekeerd
aan het stuur gelast. Met een beetje fantasie zag
dat er uil als een race-stuur. In de loop van de
tijd verschenen langzaam maar zeker de echte
race-fietsen.
Opvallend is dat in die dagen de
publieke belangstelling voor de wedstrijden
groter was dan tegenwoordig. Toen stonden de
mensen vijf. zes rijen dik langs het parcours om
de renners aan te moedigen. Er werd al maan
den vantevoren naar de wedstrijd uitgekeken.
Dat is nu minder geworden. „Vroeger
was er minder vermaak. De Tour de Junior was
de enige wedstrijd in zijn soort. Er werden
gewoon veel minder sportwedstrijden georga
niseerd. De mensen hadden dus minder keus.
Lang niet iedereen had een televisie. Dat maak
te dat toen toch meer toeschouwers dan tegen
woordig op kwamen dagen, terwijl er minder
mensen hier in de omgeving woonden", aldus
Ossendrijver.
De ontwikkeling van het materiaal
heeft de laatste jaren een hoge vlucht genomen.
De meeste fietsen van de profs zijn aero-dyna-
misch. hebben ossekop-sturen en andere inven
tieve hulpmiddelen.
De fietsen van de deelnemers aan de
Tour de Junior bleven weinig achter bij de ver
voersmiddelen van de profs. Uiteraard hebben
ze hele uitgebreide versnellingen, met binnen-
en buiten-bladen.
Maar een beetje junior heeft natuurlijk
ook een hartslag-meter, een ossekop-stuur, een
gesloten voor- en achterwiel. Als het waait
wordt er een wiel met grote spaken gemon
teerd. Ze hebben verschillende wielen voor het
geval dat ze lek rijden. De gemiddelde fiets van
een junior kost minstens achtduizend gulden.
Dat was in de beginjaren ondenkbaar.
Parcours
De organisatie van de Tour de Junior heeft voor
de wedstrijden vergunningen nodig. De wegen
moeten voor het verkeer gesloten worden om
de veiligheid van de coureurs te waarborgen.
„Ik denk dat het nu onmogelijk zou zijn voor
zo'n ronde in Leusden een vergunning te krij
gen. als wij de Tour dit jaar voor de eerste keer
zouden organiseren", zegt Ossendrijver. „Nu
krijgen we altijd toestemming, maar de
gemeente Leusden is niet erg snel met de ver
gunningen."
Sinds enkele jaren wordt op dinsdag
morgen een klimtijdrit in de Tour de Junior
gereden. In Achterveld is geen enkele plek, die
in aanmerking komt als parcours voor een
klimtijdrit. Daarom wijkt de organisatie uit
naar de weg bij Aart Jansen, die steil omhoog
gaat naar Zeist.
Veel renners verkijken zich op dat die
venijnige klim. Op het moment dat ze denken
dat ze boven zijn komt het moeilijkste stukje
nog. Die weg is van het minsterie van defensie.
Het wil nog weieens gebeuren dat de wedstrijd
even stilgelegd moet worden, omdat enkele
tanks over de weg moeten rijden.
In vroeger dagen stond tijdens de Tour
de Junior ook een veldrit op het programma.
Dat onderdeel werd bij de Lunterse berg gere
den. In die tijd was er ook een wedstrijd, waar
bij Leusdens, Woudenbergs en Scherpenzeels
grondgebied aangedaan werd. Die wedstrijd
werd vorig jaar weer in ere hersteld. Deze etap
pe kreeg de naam 'Klassieker'.
Bij de eerste Tour de Junior was de
finish op de Hessenweg, op het coöperatie-ter
rein, naast het pand waar nu een bloemenzaak
zit. Tegenwoordig de meet op de Jan van
Arkelweg, even voorbij de Rabobank.
Sommige wegen werden door de organisatie
gemeden, omdat er teveel gaten en kasseien
inzitten. Dat leverde teveel lekke banden op.
Het gebeurt regelmatig dat coureurs de eind
overwinning mislopen, omdat zij op een
ongunstig punt lek rijden.
Jan Blom
Hoe komt iemand er toe zich in het leven van
zijn voorvaderen te verdiepen.
Ach het zal wel zo zijn als met de meeste hob
by's, een kleine aanleiding kan al voldoende
zijn.
Een doos met oude foto's, gevonden bij de zol
deropruiming, een gesprek over die zonderlin
ge oudoom uit Delft. Zaken die je opeens doen
realiseren dat je niet eens weet waar die men
sen vandaan zijn gekomen.
Vaak komt die interesse pas op latere leeftijd
maar dat hoeft niet per se. In mijn geval liep ik
door omstandigheden die hier niet terzake doen
al vlug na mijn diensttijd tegen het fenomeen
genealogie aan.
De tijd om er wat meer aandacht aan te beste
den kwam echter pas toen ik de kans kreeg om
met de VUT te gaan. Een drukke baan, gezin,
studie en allerlei andere zaken die "geen uitstel
dulden" zorgden vóór die tijd dat er van enig
archiefonderzoek geen sprake was. Die archie
ven lopen niet weg, dacht ik steeds.
Maar goed, daar was dan die dag dat ik mijn
mapje met gegevens van een beperkt aantal
voorouders te voorschijn kon halen. Gegevens,
verzameld in een naoorlogse tijd toen het nog
mogelijk was om een rijksarchivaris voor een
bedrag van enkele guldens een geboorteakte te
laten produceren.
Met de familie van vaderskant had ik geluk.
Opa woonde in de provincie Utrecht en diens
ouders hadden volgens overlevering van mijn
vader een boerderij, eveneens in deze provin
cie. Eenmaal bij die generatie aangeland had ik
een goede kans dat de voorgangers daarvan
redelijk honkvast zouden zijn. Zeker als het
boeren betreft. Voorlopig hier dus geen kost
bare en tijdrovende expedities door het land.
Het rijksarchief in Utrecht zou voldoende ople
veren.