Genealogische dag
Waar zijn het paardjesgeld
en het hondenkoren gebleven?
HISTORISCHE KR/a.
0
archief voorhanden waren". Navraag leerde
mij dat nogal wat archiefmateriaal bij gemeen
ten in de archieven liggen. Enigszins veront
waardigd vertelde men mij dat er zelfs een
gemeente was die archiefmateriaal uit Utrecht
had teruggehaald.
Ik heb meevoelend geknikt, daarbij nadenkend
over de vraag hoe ik die gemeente kon benade
ren.
Op dat moment wist ik niet dat mij nog een
tocht langs diverse archieven en dorpjes te
wachten stond, op zoek naar achtergrondgege
vens van de gevonden verwanten en de hofste
den waar zij hebben gewoond, met als doel hen
meer tot leven te brengen. Heel inspirerend
werk maar als ik de ervaringen daarvan in dit
artikel verwerk, ben ik bang dat er te weinig
ruimte overblijft voor de andere schrijvers van
dit blad.
Een volgende keer dus maar.
Op 11 mei jl. werd in de jaarbeurs te Utrecht
een bijeenkomst gehouden voor de leden van
de jubilerende Genealogische vereniging.
Al in de trein en op het station Utrecht was te
zien dat de toeloop groot zou worden.
Verschillende reizigers waren druk doende met
het bestuderen van de uitnodiging, wat al
meteen de eerste contacten opleverde.
Bij de entree naar de beurs (want daar leek het
een beetje op) ontstonden rijen voor de kaart
verkoop en de vestiaire.
Eenmaal binnen bleek pas echt hoe druk het
was. Bij diverse stands was het dringen gebla
zen waarbij naar voren kwam dat ook de oude
re generatie zich niet onbetuigd liet. Een wat
fanatiek volkje die genealogen.
De Genealogische vereniging is verdeeld in
regionale- en functionele afdelingen.
Natuurlijk had de overkoepelende organisatie
een forse stand voor algemene voorlichting. De
presentatie van de afdelingen liep nogal uiteen.
Sommige regio's hadden zich uitgesloofd in
forse stands terwijl andere regio's niet te vin
den waren.
Utrecht was vertegenwoordigd in combinatie
met andere afdelingen zoals, het spoorwegmu
seum. 't Gooi en het stadsarchief Naarden. Het
deel Utrecht was van beperkte afmetingen en
viel daarom wat in het niet.
Vooral de functionele afdelingen die iets met
automatisering te maken hadden stonden in de
belangstelling. Veel zoekwerk kan met behulp
van automatisering vergemakkelijkt worden.
Ook het opslaan van beeldmateriaal op CD's
werd gedemonstreerd. Een interessante ontwik
keling die ook voor Historische verenigingen
perspectieven opent. Enkele van deze vereni
gingen waren trouwens met een stand aanwe
zig.
Vermeldenswaard was zeker nog de afdeling
paleografie, met enkele interessante boekjes en
met deskundige uitleg van moeilijke stukjes
tekst.
Een geslaagde bijeenkomst van, laten we maar
zeggen, onze zusterverenigingen.
J. Verduin
1. Proloog
Tijdens de laatste Culturade kwam ik Karei de
Grote tegen en mocht hem een vraag stellen.
'Charlemagne, kunt U zich nog herinneren
welke boerderijen behoorden bij de roemruch
te villa Lisiduna?' Karei keek me verwonderd
aan, deed een duchtige haal aan zijn met pre-
Columbiaanse tabak gevulde pijp en mompel
de: 'Sorry, dat is mij in de loop der eeuwen ont
schoten'. Jammer, heel jammer, want nu zullen
we het wel nooit meer te weten komen.
2. Inleiding
Ik heb al eerder 1over de blaffaards van oud-
schilden geschreven. Deze belastingregisters
werden vanaf 1536 met onregelmatige tussen
pozen opgesteld en kunnen ons globaal de
geschiedenis van onroerende goederen tussen
1536 en de Franse revolutie vertellen. Dit keer
komen eerst gegevens uit de blaffaards van
1536 aan de beurt die betrekking hebben op het
paardjesgeld en hondenkoren. Dat zijn twee
van oorsprong middeleeuwse heffingen die
vaak in één adem worden genoemd. Ze werden
in 1536 bij het oudschildgeld ondergebracht dat
in het jaar 1805 voor het laatst werd opgelegd.
Merkwaardigerwijze lijkt men zich hiervan in
latere eeuwen niet meer bewust. Ik veronder
stel dat men de term paardjesgeld en honden
koren voor andere afdrachten is gaan gebruiken
en zal dat trachten te onderbouwen.
3. Het paardjesgeld en hondenkoren
De horige boeren moesten in de middeleeuwen
gratis diensten verlenen, de zogenaamde hand
en spandiensten, waaronder het vracht-vervoer
ten behoeve van de heer. Deze laatste dienst
werd in Leusden nog tijdens de middeleeuwen
afgeschaft en werd vervangen door een jaar
lijkse afdracht in geld: het paardjesgeld, dat
voortaan door de betrokken hoeven moest wor
den opgebracht. Het hondenkoren, een hand-
dienst waarvan de oorsprong mij niet recht dui
delijk is - maar die in verband met de jacht of
met gratis logies aan ambtenaren zou kunnen
hebben gestaan - werd eveneens in een vaste
jaarlijkse afdracht omgezet. Het paardjesgeld
en hondenkoren moesten ook in later eeuwen
worden betaald. Zij werden tijdens de belas
tinghervorming van 1536 - met een aantal
'onroererend goed' belastingen - ondergebracht
in het nieuwe oudschild. Een voorbeeld uit de
blaffaard van oudschilden uit 1536: het erf
Ooievaarshorst.
Ysbrant van Wee t Amersfoort den erff
geheeten Ovevaershorst groot omtrent 36
mergen bruijckt Henrick Thonissen sjaars
om 28 Philips guldens die darde gerff 2
peertgens guldens 3 Amersf. schepel rogge
facit (=maakt) 44 Outs 21 Sts 1 Oort.
Ysbrandt van Wee woonde te Amersfoort en
verpachtte zijn erf Ooievaarshorst, groot 36
morgens (akkerland) aan Henrick Thonissen.
In 1536 werden een aantal grondlasten van dit
erf ondergebracht in één nieuwe belasting, het
zogeheten oudschild.
Deze belasting was vernoemd naar een forse