Genealogische ervaringen II
Jan Blom
In het vorige nummer hebt u het een en ander
kunnen lezen over mijn genealogische "uitspat
tingen". hoofdzakelijk plaatsvindend in het
Rijksarchief te Utrecht.
Veel archiefmateriaal ligt echter in plaatselijke
archieven, en het werd dus tijd om me daar
eens te vervoegen.
Een telefoontje richting gemeentehuis Har-
melen hracht me in kontakt met een dame die
me uitnodigde maar eens langs te komen. Het
was voor haar wel even zoeken naar een
geschikte datum, want het was nogal druk.
Na in Harmeien een blik geworpen te hebben
op het oude dorpscentrum, trad ik op de afge
sproken datum welgemoed het gemeentehuis
binnen. De telefoniste/receptioniste had het
druk. Ik moest dus even wachten.
"Ah. mijnheer Blom", zei ze blij herkennend.
"Gaat u even zitten, ik kom zo bij u."
Mijn komst is me kennelijk vooruitgesneld,
dacht ik, verbaasd plaats nemend.
Het raadsel was snel opgelost. De telefo
niste/receptioniste was tevens de archivaris
waar ik een afspraak mee had gemaakt. Een
duizendpoot dus.
Met spoed werd ik naar een onderaardse kluis
gevoerd. Een wat rommelige kelder met een
royale werktafel, bezaaid met paperassen.
Middels een forse armzwaai veegde ze een deel
van papieren opzij met de mededeling: "Ik zal
even ruimte voor u maken."
Met behulp van een inventarisoverzicht en een
ruime hoeveelheid koffie waarvan voormelde
dame me, ondanks haar drukke werkzaamhe
den. regelmatig voorzag, heb ik een groot deel
van het archief doorgespit.
De huidige gemeente Harmeien bestond rond
1700 uit een behoorlijk aantal gerechten, die
alle een eigen administratie voerden. Om de
situatie rond de onroerende goederen van mijn
voorgeslacht te reconstrueren moest ik dus
eerst weten met welke gerechten ik te maken
had. Een puzzel op zich.
De meeste gegevens zijn te putten uit stukken
over belastingaanslagen en diverse bijdragen,
zoals bv. bijdrage wegonderhoud. Inderdaad
vond ik diverse aanslagen aan mijn voorouders
opgelegd. Heel interessant natuurlijk als je een
aanslag vindt voor bijdrage aan onderhoud van
"de Heereweg". Het geeft de mogelijkheid
voor het terugvinden van een lokatie; maar hoe
heet tegenwoordig "de Heereweg". Enfin een
oplossing heb ik daar niet gevonden maar wel
kwam ik thuis met een map vol informatie. Met
daarbij de wetenschap dat er een backer in de
tamilie zat en dat een familielid was getrouwd
met ene Cornelia van "het huys te Hermeien",
een kasteel ter plaatse. Een gegeven dat bij
bekendmaking op het eerstvolgende verjaar
dagsfeestje meteen guldentekens in de ogen
van mijn huidige familie opleverde. "Zit er nog
ergens een erfenis, Jan" was de vraag. Bah!
Mensen denken meteen aan geld.
De volgende tocht was naar Vleuten. Nu niet
naar een gemeentehuis maar naar een oud
pandje in het centrum waar de plaatselijke his
torische vereniging haar domicilie heeft. Daar
werd ik ontvangen in een gezellige 17e eeuwse
kamer met wanden vol boeken en registers.
Met enige verbazing zag ik ook een keur van
lees- en computerapparatuur. Na het doel van
mijn tocht uiteen gezet te hebben, werden wat
ordners met materiaal tevoorschijn gehaald,
terwijl bij een van de computers "even" een
compleet overzicht werd uitgedraaid van alle
ter plaatse gedoopte Blommetjes. In de loop
van de middag kwamen nog wat leden binnen
vallen voor een praatje waardoor de vergelij
king met een herberg zich aan mij op drong.
Weliswaar een herberg zonder drank maar wel
gezellig. Kortom een ruimte om jaloers op te
zijn. Wanneer zou de gemeente Leusden aan
ons zoiets beschikbaar stellen?
Dat ik die middag ook nog wat gegevens over
mijn voorgeslacht te weten kwam was alleen
maar mooi meegenomen. Hier kwam onder
andere de eerste voorvader als herbergier te
voorschijn. De herberg zelf, reeds bekend in
1633, bleek helaas in 1970 clandestien gesloopt
te zijn. Een plaatje restte mij slechts.
Ik zal u niet vermoeien met een opsomming
van alle door mij bezochte Utrechtse archieven
maar twee krijgt u er toch nog van mij te horen.
Om te beginnen Montfoort. In een kelder van
het oude kasteel Montfoort, nu als gemeente
huis in gebruik, huist op dinsdag een echte
archivaris. Het rechterlijk archief van de omge
ving is daar gehuisvest. Uit dat archief haalde
ik de meest interessante gegevens. Daar zat ik
dus op een kille ochtend, haast automatisch
bladerend in een dikke stapel aktes. Ik was al
voorbij de betreffende akte toen ik me reali
seerde de naam Blom gepasseerd te zijn.
Terugbladerend lag hij daar. De vondst waar
elke genealoog van droomt. Een akte van boe
delscheiding bij het overlijden van de vrouw
van "opa" Dirk. Herberg "De Hoogeboom"
verviel aan "opa" Gijsbert, die op dat moment
daar woonde. Zoiets geeft dan toch even een
kick om maar eens een modern woord te
gebruiken. De archivaris werd ook enthousiast
en kwam al snel met een fotoboek aanzetten
waarin "De Hoogeboom" was afgebeeld. Het
pand uit de zeventiende eeuw bleek nog te
bestaan, maar was niet meer als horecabedrijf
in gebruik. Later bleek dat Gijsbert daar als
Assessor (wethouder) van het gerecht
Achthoven had geresideerd. Een functie die in
een gehucht van ca. tien boerderijen nou ook
weer niet zo erg veel voorstelt maar die wel een
aantal leuke, door hem opgemaakte aktes ople
verde.
Uit al die stukken daar kwamen menselijke
wezens te voorschijn. Een opa die conflicten
had met de overheid en zijn medepoorters.
Maar ook een opa die door de burgemeester op
z'n vingers werd getikt voor een door hem
gemaakt foutje. Hoogbejaard regelde deze nog
verkiezingen in het dorp, maar z'n laatste jaren
werd hij kennelijk door een, toen inwonende,
kleindochter verzorgd.
De volgende stap was natuurlijk een bezoek
aan het betreffende pand. De vroegere herberg
was snel gevonden maar als je dan voor de deur
staat wil je toch ook wel even binnen kijken.
Na enig moed verzamelen dan toch maar aan
gebeld. Mijn verhaal over een voorvader die
daar tweehonderd jaar geleden had gewoond
werd begrijpelijkerwijze met diep wantrouwen
door de bewoonster aangehoord. Ik zag haar
denken "Wat moet die vent. Wil die zich op de
hoogte stellen van de situatie, om s' nachts
makkelijker zijn slag te kunnen slaan?"
Enfin, ik ben later toch binnen gekomen maar
ik waarschuw u vast voor wat u te wachten
staat in een dergelijk geval.
Het laatste archief dat ik u voor wil stellen is
ons eigen Leusdense archief. In een kelder van
het gemeentehuis heeft de heer Van Rooijen,
archivaris van o.a. de gemeente Leusden, een
aantal stellingen vol archiefmateriaal.
Bij een bezoek aan dit archief wordt u niet in
deze kelder weggestopt maar in een gezellig
plekje, met uitzicht op een binnenplaatsje met
een idyllisch vijvertje. Althans dat was het nog
bij mijn bezoek.
In deze ruimte kwam van bestudering van de
archiefstukken niet zo veel, omdat ik tussen de
oude folianten wegdroomde. Voor mijn gees
tesoog verschenen op het binnenplaatsje voor
vader Ghijsbert uit 1692, samen met zijn
Cornelia, romantisch op een bankje bij het vij
vertje tussen het gemeentelijke groen.
U ziet waar genealogie al niet toe leidt.
Dit artikel beoogt slechts een impressie te
geven van mijn genealogische activiteiten
en is dus niet bedoeld als een handleiding
voor genealogisch onderzoek.