Tjn yff/rsz- <£si$/*Zïsi Atluiln:, 7r Zegel» 0 r— 7 f I Vc-%' /."•VwVV x MVvAfi b -U'-Vl vi-> u p/!< -v- fo -;g fè r' L, yjr Op de kerkeraadsvergadering van 21 juni blijkt een advies van het Provinciaal College binnen gekomen te zijn, waarin geadviseerd wordt een verzoekschrift aan de koning te sturen. Twee van de predikanten hebben al een concept gereed, dat staande de vergadering wordt voor gelezen en getekend door de hele kerkeraad: de drie predikanten P.J.Laan, W.Breyl en M van Meeteren en de vier Leusdense kerkeraadsle- den F.ter Maaten, C. van de Geest, W. Pothoven en S.van de Lagemaat. Het rekest is dan ook gedateerd 21 juni 1825. In het rekest worden twee vragen aan de koning gesteld en wel of de kerkeraad een eigen predikant mocht beroepen ten laste van de schatkist (zo was toen de algemene regel!!) en de toestemming tot bouw van "met de mees te zuinigheid een eenvoudig kerkgebouw met een Predikantswoning". Men noemt als redenen van dit verzoek: a. De ongunstige ligging van de kerk "staande deselve bijna geheel afgelegen in de heide omtrent één uur gaans van het meest bewoonde gedeelte van Leusden verwijderd". b. Het aantal Hervormden is flink toegenomen. c. Amersfoort heeft geen geldelijk nadeel meer als Leusden zelfstandig zou worden, wat vroe ger wel het geval zou zijn geweest. d. De bouwvalligheid van de kerk. e. Er dreigt verroomsing: "te meer daar de zucht der R.Cath. om Proselyten(bekeerlingen) te maken ook in die streken meer en meer aan wakkert". Hier volgt de volledige tekst van het rekest aan de koning. VERZOEKSCHRIFT VAN DE KERKERAAD VAN DE HERVORMDE GEMEENTE VAN LEUSDEN AAN KONING WILLEM I IN 1825. Het bevat het het verzoek tot toestemming voor het aanstellen van een eigen predikant en de bouw van een nieuwe kerk met pastorie. Kopij Memorie van adstructie tot het Rekest aan Z M gepresenteerd in de zaak van Leusden dinsdag 21 Junij 1825 De gemeente van Leusden is in de eerste tijden der Hervorming in het Sticht van Utrecht voor zien geweest van eenen eigen Leraar. Behalve dat de overlevering nog de plaats aanwijst, waar deszelfs woning gestaan zal hebben, zoo komen in het jaar 1588 een zekere Lambertus Brincsius en in den jare 1611 een Puteanus of van Putten voor als predikanten van Leusden.- Of deze plaats echter onafgebroken tot op dien tijd toe van eenen leeraar is voorzien geweest, is ons onbekend dewijl de Acten der klasse van Amersfoort eerst met den jare 1619 beginnen, toen deze kerkelijke verdeeling in de Provincie Utrecht is ingevoerd. Het is echter waarschijn lijk. Dit intusschen schijnt uit de Voorn. Acte zeker dat ten jare 1627 eene laatste vruchte- looze poging tot het beroepen van eenen leeraar aldaar schijnt gedaan te zijn door de verkiezing van Do. A van Ordingen tot Pred. te Leusden, doen welke beroeping geenen voortgang heeft gehad, alzoo gem. van Ordingen eene gelijktij dige beroeping te Cortenhoef aannam. Na dien tijd schijnt de Gemeente van Leusden stilzwijgend onder die van Amersfoort verval len te zijn het geen toenmaals voegzaam geschieden kon alzoo de bevolking vam Leusden toen gering moet geweest zijn en den bergkant zeer nabij Amersfoort bewoond schijnt te hebben doen welke streek thans ver laten en onbewoond mag heeten in vergelijking van de andere streken en buurtschappen onder Leusden behoorende zeker althans weten wij, dat het Tractement van Leusden zedert dien tijd aan de Stad Amersfoort is uitbetaald die wegens den aanwas van derzelver Hervormde Gemeente een derden Predikant bekomen had) ten einde daaruit deszelfs wedde gedeeltelijk te betalen met uitzondering van één honderd guldens welke aan de gezamentlijke Amers- i- 'f Pand of Ptnden mngt worden (mits jvotgen» het bepaalde bl] Kityif van het Keglemetu cj^endp overboeken) li Lptf deraclve MaatfchappJ, vopf cenojünjm» ce beloven mitsdien al het regt, volgent het genoemde Reglement aan denaelvcn to doen genieten. Alt mede ook, om na drie Jaren en vervolgens van drie toe drie Jaren, onder terug ontvangst ivan dcszcifs Inleg of aandeel in do kat, de MaaifchappIJ te kunnen verlatenmits fchriftclljk drie maanden te voren aan cos hletvan Franca berigt gevende, Nemende dit Lidmaatfchap een' aanvang, op" i- den dag, dat deszelfs Inleg, Admlniftratio en verdere kostenhet 7.3 aan Di recteuren of aan een' van dcrzclvcr Correspondenten zijn betaald. Amfterdcmden inleg 7 Ttuiatle Mf. ?s 0nfvan{su van d* JIxnma van y^r'/a'. /ft z tt fYczr Aj? U a ZjÓrC-f/nj &/tt. CP t K.-ftfi'.jf.k SI..Z/C* l -■ f - ■■'Ja •f V '4 i I Ctrupoadtnu ;v '''.fff V fy03*l V •'•v' :n rv ,v-v;

Historische kranten - Archief Eemland

Leusden Toen | 1996 | | pagina 4