133
gemeenten in Nederland werd gestuurd en
waarin een bijdrage werd gevraagd voor de
bouw van de nieuwe kerk en pastorie. Leusden
had zelf niet de middelen om een dergelijk pro
ject te kunnen financieren. Hieronder de eerste
en laatste zin uit deze uitvoerige brief.
"Wij heben de eer Uwe Christelijke medewer
king in te roepen tot instandhouding en uitbrei
ding van onzen gezegenden Godsdienst in de
Gemeente van Leusden bij Amersfoort,
Provincie Utrecht; en dus in het midden der
Noordelijke Provinciën onzes Koningrijks,
waarin alle gemeenten der Hervormden een
onbekrompen genot van Godsdienstige voor-
regten bezitten, doch van welke deze Gemeente
sins jaren verstoken is".
"Gaarne willen wij ons belasten met het ont
vangen Uwer liefde-gaven en ons verbinden,
om ter gepaster gelegenheid van den uitslag der
aangewende pogingen berigt te geven".
De reacties op deze brief, uitgegaan in januari
1826 is overweldigend en ontroerend.
Er is bewaard gebleven een "Rekening van ont
vang en uitgaaf wegens den Bouw der Kerk en
Pastorie te Leusden". Onder het hoofd
"Bijdragen en Liefdegiften uit verscheidene
plaatsen worden ca. 90 plaatsen genoemd, die
een bijdrage hebben gegeven voor het genoem
de doel. De bijdragen komen meestal binnen
via de plaatselijke predikant. Het laagste
bedrag komt uit Blauw-Capel: f 2,20 en het
hoogste uit Utrecht: f 6318,47 en een halve
cent, maar daar was ook een gift bij van f
1600.-. Verder Rotterdam f 880,85, Amersfoort
f 1579,10 en Amsterdam f 2769,50. Het is een
nationale zaak geworden.Ook uit Brussel komt
een gift binnen en Dordrecht geeft o.a. een
bankbiljet van f 40.- En uit Leiden o.a. "eene
russische Coupon f 50,-".In totaal wordt bij
eengebracht! inclusief wat opbrengsten uit de
sloop van de oude kerk) een bedrag van f
19413,29. Men geeft later uit voor de bouw van
kerk en pastorie f 19093,12 en een halve cent,
zodat men nog f 320.16 en een halve cent over
hield, wat op 22 juni 1830 door de bouwcom
missie overgedragen werd aan de kerkvoogdij
"nevens ettelijke onbetaalde rekeningen",
waarvan we hopen.dat het batige saldo vol
doende zal zijn geweest.
Van de grote steden zijn bijlagen toegevoegd,
waarop de namen vermeld stan van de
gevers.Vaak is er ook een kerkcollecte voor dit
doel gehouden in diverse plaatsen. De
Amersfoortse predikanten hebben een gift
gegeven, maar ook wordt vermeld "Dienst
maagden van Do. P.J. Laan f 5,-". En bij
Rotterdam worden ook giften vermeld van de
Waalsche Gereformeerde Gemeente en de
Remonstrantsche gereformeerde gemeente.
Men is wel zo verstandig het ontvangen geld
voor een groot deel te beleggen in effecten,wat
weer een voordelig saldo oplevert van ruim f
500,- Ook dit is nauwkeurig bijgehouden.
Achterin wordt een overzicht gegeven van de
uitgaven. Daar komen we later op terug.
De bouwcommissie kan, nu de financiën voor
een groot deel geregeld zijn, aan haar echte
taak beginnen. Op 25 april 1826 vergadert de
commissie in de consistorie van de St.
Joriskerk. Twee belangrijke zaken komen aan
de orde: "De heer Beaufort zal een bestek van
de kerk en pastorie doen vervaardigen" en de
meerderheid wil de plaats van de nieuwe kerk
bepalen "tusschen de Ooyevaarshorster en
Breevoortsche brug".(Andere naam voor
Bavoortse brug)
Op de vergadering van 22 augustus "des
avonds ten zes ure" wil men een stuk land
kopen bij "den Bavoordsche molen van den
landman Veldhuizen a f 1,50 per vierkante
roede. De koop blijkt al gesloten te zijn en "de
voornoemde landman" zal f 200,- ontvangen
als voorschot. De koop wordt definitief na
goedkeuring "van het Provinciaal Collegie van
Toezigt".
Maar op 2 september ontvangt de commissie
een brief van Gerrit Zaren Ravesloot waarin hij
aanbiedt te "geve een stuk Land genoegzaam
tot het bouwen eener nieuwe Kerk, Pastorie en
Tuin gelegen aan de Leusbroekse weg aan de
Grift ter grote van twee tot drie hondert Roeden
oude maat". (De Arnhemse weg heette toen
nog Leusbroekse weg en de plaatsbepaling
klopt dan ook met de locatie van de huidige
gebouwen).
Maar Ravesloot geeft maar een deel van de
waarde van zijn land, want drie weken later
komt er op de commissievergadering op 22
september een schuldbekentenis binnen van
een aantal Leusdense boeren, die bekennen elk
een bedrag schuldig te zijn aan Ravesloot, voor
de grond geschonken aan de kerk. Er is dus
kennelijk overleg geweest tussen Ravesloot en
de "donateurs" zoals ze genoemd worden.
Ravesloot draagt het land over aan de kerk en
de gevers betalen het grootste deel van de
waarde aan Ravesloot. Bij de afrekening blijkt
de zaak zo in elkaar te steken:
Aart van den Broek f. 35,30
Gerrit van Ginkel f 35,33 1/3
Antonie van de Lagemaat f 32,
kerkvoogd
Maas Donkersteeg f 35,33 1/3
ouderling en lid bouwcommissie
Hendrik van de Lagemaat f 35,33 1/3
Weduwe Van de Haar f 35,35
Saar van de Lagemaat f 15,
ouderling
Cornelis van de Geest f 6,35
kerkvoogd en lid bouwcommissie
Gerrit Ravesloot f 11,
eigenaar grond
Totaal f 241
HISTORISCHE KR
HISTORISCHE KR/^
Interieur Dorpskerk kort voor 1900.
Deze indeling bestond waarschijnlijk ook al in 1828, behalve het orgel