134 I
De bouwcommisie ziet nu af van de koop bij
Bavoort en aanvaardt de aangeboden grond. Bij
de koning wordt een verzoekschrift ingediend
tot aanvaarding van de grond. In februari 1827
is de goedkeuring inmiddels ontvangen. Op 6
april wordt dan bij notaris Schijvliet te
Amersfoort de acte gepasseerd, waarbij Gerrit
Saren Ravesloot het land als gift overdraagt aan
de kerkvoogdij van de Hervormde gemeente te
Leusden.
Onderhands is deze gift, zoals boven aangege
ven, dus anders geregeld. In de acte wordt de
oppervlakte aangegeven als: ongeveer 4258
vierkante Ellen. Het stuk land is een deel van
wat genoemd wordt "de Tip en Lagevogel-
driest". Er was trouwens tussentijds een vergis
sing gemaakt bij het bepalen van de oppervlak
te. Hierbij speelde de invoering van een nieuw
matenstelsel een verwarrende rol, zo blijkt uit
een bijgevoegd briefje.Het huidige metriekstel
sel werd in 1816 ingevoerd, maar op het platte
land werden nog lange tijd de oude maten
gebruikt, die opzichzelf al zeer verwarrend
waren. Een bijzondere voorwaarde, die in de
acte is opgenomen luidt als volgt: "Van het
voorschreve Perceel, ten koste der voornoemde
gemeente, met een Gracht, ten minste ter
breedte van drie Ellen, zevenen zeventig
Palmen doen omgeven". Op enkele plaatsen is
deze gracht nu nog als zodanig te herkennen.
Als men vóór de kerk staat, zijn links van de
kerk en rechts van de pastorie nog gedeelten
van die "gracht" zichtbaar. Met de aanvaarding
van de grond was dus nu ook de plaats van de
nieuwe kerk bepaald. Er blijkt rond maart 1827
nog wat met de grond geschoven te zijn.
Het geld kwam binnen en de grond lag gereed.
Dus kon nu de echte bouw beginnen.
In de vergadering van 21 november 1826 wordt
het bestek van de kerk goedgekeurd. Dit was
opgemaakt door de stadsbaas B. Ruitenberg
van Amersfoortf directeur gemeente wer
ken?). Hem zal gevraagd worden ook de kosten
te berekenen.
In maart 1827 blijkt de grond van de kerk afge
bakend te zijn en een tekening overlegd. Helaas
is deze tekening niet bewaard gebleven.
Op 28 mei zal om 12 uur de aanbesteding
plaats vinden in de Stadsdoelen te Amersfoort.
De inschrijving zal niet publiek zijn. Er blijken
drie inschrijvingen te zijn.
H.Beeking, timmerman te Leusden
f2875,-
R.Harskamp, metselaar te Scherpenzeel
f 2850,-
C.Versteegh, timmerman te Leersum in comp.
met E.Gaasenbeek, metselaar te Woudenberg
f 2200,-
En op 1 juni wordt het werk aanbesteed aan de
laagste inschrijvers, waarbij als medeaannemer
optreedt H.Versteegh, olieslager te Amerongen.
Hoe deze laatste kon meewerken aan de bouw
van een kerk, is mij niet geheel duidelijk.
Niettemin wordt hij geaccepteerd.
De aankoop van een deel van de bouwmateria
len heeft plaats gehad door de commissie, en
men zal zich nu bezig gaan houden met het
bestek van de pastorie.
En dan wordt een hoogtepunt vermeld: "Het
leggen van de eerste steen vergezeld doen gaan
van eene godsdienstige plegtigheid daar ter
plaatse" en wel op "vrijdag den 8 Junij aan
staande 's avonds ten 6 ure". De datum wordt
een week verschoven, omdat de aannemer nog
niet zover is. De eerste steen zal gelegd worden
door "de Heer van Hardenbroek" en de toe
spraak zal gehouden door de secretaris van de
bouwcommissie dominee Van Meeteren. Deze
"aanspraak" is bewaard gebleven. In een wat
gezwollen, voor ons onwerkelijk taalgebruik
spreekt deze predikant de Leusdenaren toe.
Nu het werk aan de kerk begonnen is, kijken
we nog even naar de pastorie. Het eerste ont
werp en bestek vallen te duur uit en wordt er
opdracht gegeven om een nieuw stel te maken,
wat later wel goedgekeurd wordt. De aannemer
van de kerk wil ook de pastorie wel bouwen
HISTORISCHE K#/<v
Hierbij een deel van de oudste kadasterkaart uit 1832. Hierop staan duidelijk, en kort na de
bouw, aangegeven de nieuwe kerk met de pastorie. De kerk is hier nog rechthoekig, pas in
1900 is het haljkoepelvormig achterdeel er bij gebouwd. Frappant is ook, dat de bij de schen
king van de grond bedongen voorwaarde om een gracht om de grond aan te leggen, hier dui
delijk is aangegeven.
Ook het kostershuis staat ingetekend, maar dat was al vóór de kerk en de pastorie gebouwd.
De Arnhemseweg had toen nog de naam van Leusbroekerweg.
Tegenover het kostershuis staat het huis dat "De Goudvink heet, en dat daar nu, zij het wat
verbouwd en uitgebreid, nog staat. Zowel de pastorie als de kosterswoning zijn in de vijftiger
jaren van deze eeuw vervangen door nieuwe behuizingen. Geheel onderaan loopt de Lunterse
beek, die nu Heiligenberger beek genoemd wordt.