137) voor f 3480,-. In oktober 1827 wordt aan Versteegh c.s de bouw ervan gegund voor de overeengekomen prijs van f 3215,-. De prijzen, die tot nu toe genoemd zijn lijken buitengewoon laag, maar bedenk wel, dat de aannemer niet veel materialen had te leveren en de daglonen toen lagen in de orde van f 0,75 a f 1,25. Men verdiende vaak nog geen dubbel tje per uur!! De aannemer had bovendien met name de ruwbouw te leveren, want er zijn apar te inschrijvingen voor het pleisterwerk, het leveren van glas, voor het loodgieterswerk, het schilderwerk en de dakbedekking. De aannemer moet binnen acht maanden de kerk "volbouwd" hebben en binnen vier maan den "onder dak". Op 8 april 1828 is de bouw zo ver, dat de bouw commissie kan vergaderen voor de eerste keer "in de nieuwe kerk te Leusden", al zal toen de afbouw nog lang niet klaar zijn geweest. Op deze vergadering wordt besloten om kerk en pastorie bij de zelfde brandverzekering onder te brengen. Om de kerk en pastorie ligt nog grond, die ongebruikt zal blijven tot na de oplevering aan einde van 1828. Vandaar het volgende besluit. "Kerkvoogden namen op zich het erf der kerk en pastorie met varkensaardappelen te doen bepoten". Men had immers beloofd aan de koning om met de meeste zuinigheid de kerk en pastorie te bouwen? De stoelen, die zoals later blijkt in het midden vak stonden, zullen verhuurd worden a f 0,75 per jaar en de zitplaatsen in de banken a f 1,25. De zitplaatsen "bij versterf of anderzints blij vende het eigendom der kerk, en wordt dezelve bij vakature door de kerkvoogden vergeven". Particulieren mogen een eigen bank in de kerk laten plaatsen onder bepaalde voorwaarden. De schout Otto Scheltus heeft naar de voorwaar den gevraagd. Hij blijkt daar niet op ingegaan te zijn en de bank wordt hem ter beschikking gesteld. Kennelijk wordt hier bedoeld de oude bank, die hij in de oude kerk bezat. Op een map in het archief in het kerkelijk archief staat geschreven "Bestekken rakende den bouw der Kerk en der Pasatorie". Hierin bevinden zich uitgebreide bestekkken van de diverse aannemers. Enkele grepen hieruit. In het bouwbestek van de kerk staat: "de leng te moet zijn buitenswark 18800 streep en de breedte moet zijn buitenswark 12300 streep""De muren 6600 streep hoog, maar het voorste gedeelte 10.000 streep". Vertaald naar onze tijd: de lengte moet zijn aan de buiten kant 18.80 m. en de breedte moet zijn aan de buitenkant 12.30 m. De muren 6.60m hoog, maar het voorste gedeelte 10 m. Als u de breedte van de kerk gaat nameten blijkt dat uit stekend te kloppen,maar met de lengte krijgt u moeilijkheden. Als er van voor naar achter 18.80 m. is afgepast komt u precies aan het begin van het vierde raam in de zijwand van de kerk. Toch klopt dat wel, want tot ca. 1900 was de kerk kleiner en rechthoekig van bouw. De achterwand stond toen waar nu de voorste bank in de kerk zich bevindt. In het genoemde jaar is de kerk uitgebreid tot de grootte, die we nu kennen. In het bestek voor de (hoofd)aannemer staat vermeld: "De aannemer moet wezen een bekwaam Eerlijk en ter goeder naam bekend staande Persoon". Hij zal twee borgen moeten vragen "die genoegzaam gegoed zijn om het wark in geval te kenne volbengen". Dit laatste was dus een vorm van zekerheidsstelling. In de zijgevels en in de voorgevel moeten in elk drie "Karkcozijne met glasramen" aangebracht worden. In de achtergevel moeten twee ronde ramen komen. Deze kozijnen waren alle van hout. Pas veel later zijn die vervangen door natuursteen. In het dak moeten o.a. "taaye spijkers ter leng te van 180 streep" (18 cm) gebruikt worden. En uit het bestek voor het pleisterwerk alleen deze technische zin: "Eerst de koepel berieten, daarna gehele werk volgoeije met grofgezifte kalk, met zuiver wit zand gemaakt en de specie doorwerken met varkenshaar". Het betreft hier de zoldering van de kerk. Uit de begroting, die in 1826 was opgemaakt, had men berekend, dat voor de kerk 386110 stenen nodig zouden zijn en voor de pastorie 133000. Deze stenen kostten toen f 20,- per duizend, oftewel twee cent per stuk! De totale kosten waren toen als volgt geraamd: voor de kerk f 13.944,- voor de pastorie f 6.065,- dus totaal f 20.009,- De uiteindelijke kosten blijken achter af wat lager te zijn. Voor de pastorie levert de bouwcommissie "10 Oude deurcosyne" die de aannemer in orde moet maken. Zuinigheid met vlijt! Er is een map vol rekeningen bewaard geble ven. Het zijn er tientallen in alle soorten en maten. Hier waren ook de inschrijvingsbiljetten van de aannmers bij en wat correspondentie. De meeste nota's zijn sterk gespecificeerd. Het was toen gewoonte de rekening pas aan het eind van het jaar of na volbrenging van het werk in te dienen. Men leverde dus uitgebreid op crediet. Hieruit een bloemlezing. "Amersfoort Ao 1826-1827 De Hervormde kerk van Leusden Debet aan W.Pull en Methorst Voor de volgende houtwaren Volgt een uitgebreide specificatie; totaal f 2285,35 Voor gezien ondertekend door W.v.Assenraad en "Voldaan den 15 Maart 1828". Bij gevoegd is een vooruitbetalingsopdracht van f 1100,-. W.van Assenraad is later aan de bouwcommis sie toegevoegd als administrateur. "Utrecht 1827 De Heer de Beaufort voor de kerk te leusden Debet aan de wed. Fokken- berg, Pyman en Comp. voor geleeverd Zink op vier Maanden Credit, uit het Depót der Fabriek van de heer Mosselmans te Luik totaal f 454,39 een halve cent!) "Zeijst A. 1828 Nota van gedaane Werkzaamheden ten behoe ve de kerke van Leusbroek(!) op ordre van Wel Edel Geboore Heer den Heere W.H. de Beaufort door H.D Hövere". O.a. "Lijen", soldeer, zinkwerk, spijkers e.d. totaal f 263,77 en verder "Volgens Angenomen Werk 10 1/2 Boy Nieuwe Dak f36 p. Boy f 378,- 10 1/2 Boy oud Dak f 14 p. Boy f 147.- f788,77 Nog Voor 500 Lijen f 13.- f801,77" Ook de kwitantie van de betaling van boven staand bedrag is bewaard gebleven. Dan een nota kennelijk voor werk aan de pas torie: D. de haard Mr. Steenhouwer, in 1828 1 Zwart gepolijste Schoorsteenmantel f 20,- 1 gootsteen van 21 a 33 dm (cm!) 9,80 2 Bremer bazimenten 20,- 2 dito kapiteelen 30,- Een rekening uit Utrecht gedateerd 18 April 1828: "Debet H. Schaaps Een nieuwe Toornklok" met toebehoren f 206,20. "Amersfoort 1827 debet aan B. Ruitenberg (de opzichter, de stadsbaas te Amersfoort) Mei Een tekening gemaakt voor kerk en Toren f 30,- Voor berekening van Kosten en maken van bestek f 10,- Junij voor onderrigt en opzigt tot t wark f 7,-" Verder"beizondere warkzaamheden aan de zaagmolen f 1,- Sept: Een tekening gemaakt voor de Pastorie f 12,- voor berekenen van kosten en maken van bestek f 8,- Nov. Een tekening door t kruis f 1,75" Het totaalbedrag is f 202,70 HISTORISCHE K#/v,

Historische kranten - Archief Eemland

Leusden Toen | 1996 | | pagina 9