Het nut van een archief z W. Bos De kerkvoogdij van de Hervormde Kerk te Lensden wil in de herfst van 1995 enkele stuk jes grond verkopen aan omwonenden van de kosterstuin. Prijs en voorwaarden worden over eengekomen en de zaak kan bij een notaris gepasseerd worden. De notaris vraagt dan natuurlijk om het eigen domsbewijs van die grond. En dat moet uit het archief komen. Niemand die weet wanneer en hoe de grond van de kosterswoning in eigen dom van de kerk is gekomen. Ook de archief beheerder niet. De inventaris van het archief moet de eerste richtingwijzer zijn. Wel is bekend, dat de grond van de kerk en pastorie indertijd bij de bouw in 1826 door een groep Leusdenaren geschonken is. Over de kosterswoning is toen niets gezegd. In de jaren 1956-1958 is er wel nieuwe kos terswoning achter de oude verrezen. Deze laat ste is toen gesloopt, maar niemand wist hoe oud die was. In de inventaris van het archief is na wat zoe ken het enige aanknopingspunt, dat er uit de vorige eeuw enkele brandpolissen zijn bewaard gebleven (inv.no. 284 b). Er bevond zich naast de polis uit 1828 voor de kerk en pastorie, ook een polis voor de kosterswoning en wel uit 1840. Was de kosterswoning toen gebouwd en was toen ook de grond aangekocht? De polis gaf alleen aan. dat de woning voor f 600,- ver zekerd was met een premie van enkele guldens. Helaas beginnen de notulen van de kerkvoogdij pas in 1866. De acta van de kerkenraad begin nen echter al in 1823, maar daar is rond het genoemde jaar 1840 niets hierover te vinden. Dan volgt onderzoek in "Rekeningen van de kerk van Leusden 1824-1862" (inv.no.298). Daaruit blijkt dat er steeds twee betalingen in de rekeningen terugkeren, nl. de grondbelasting van het kostershuis ad. ca. f4,40 en een bedrag van f 20.- aan "Gerrit Zare Ravesloot een jaar Erfpacht van de Grond van het kostershuis". En dat vele jaren lang. De eerste keer worden deze kosten genoemd in 1836. In 1835 echter kocht de kerkvoogdij voor f 550,- het huis van Hendrik Langenaar. Dit moet het kostershuis geweest zijn, dat op erfpachtgrond stond. Het kostershuis was dus een bestaand pand vóór de bouw van kerk en pastorie. Op de oudste kadas- terkaart uit 1832 staat het dan ook ingetekend. Voor de laatste keer werd de erfpacht betaald in 1865. Vanaf ca. 1860 trouwens "aan de erven van Gerrit Zaren Ravesloot". In 1865 wordt, voor een jaarrekening vrij uit voerig, het volgende gemeld: Aan den Heer Scheerenberg, Notaris voor het passerennnn van eene acte van schen king door P.en E.Ravesloot en verschot van het regt van overgang blijkens nota en kwit. f75,59 halve cent!) Vanaf 1865 is de kerk van Leusden dus eige naar van de grond van de kosterswoning door schenking. (De grond, waarop de kerk en de pastorie gebouwd zijn, was trouwens ook afkomstig van de familie Ravesloot). Maar deze aantekening is waarschijnlijk niet als eigendomsbewijs te overleggen. Onder inv.no. 301 worden de jaarrekeningen van 1844-1870 met kwitanties bewaard. Bij het jaar 1865 werden uit de stapel kwitanties, of wat daar soms voor door moet gaan, drie in elkaar gevouwen stukken gevonden: 1. De nota van de notaris, die hierboven al genoemd is. 2. De inschrijving van het geschonken stuk land door Peter en Evertje Ravesloot aan "het Collegie van kerkvoogden der Her ft ft vormde gemeente te Leusden". Datum 5-9- 1865. 3. Een uittreksel uit het kadaster van de twee percelen land: deel bouwland en deels de grond van de bebouwing aangeduid als "huis en plaats". Is dit alles voldoende bewijs van eigendom? Zo niet, dan moet de oorspronkelijke acte opge zocht worden in het gemeentearchief van Amersfoort! Leusden, november 1995 p 45, jv>*\ 1 HISTORISCHE KR/y k morj/f'-szp&r*, jy fsf, JS- fj- sp'A - 1 s-rf/.-.i i

Historische kranten - Archief Eemland

Leusden Toen | 1997 | | pagina 11