Honderd jaar geleden
De eerste burgemeester van Leusden
158
HISTORISCHE K#/v
De openbare school in de Schoolsteeg te
Hamersveld werd afgebroken in 1971.
Hier zien we de leerlingen van precies honderd
jaar geleden.
Op de foto zien wij van links naar rechts:
bovenste rij: Luutje v.d.Birk, Stijn Voskuilen,
Jo van Raay, Bartje Voskuilen, meisje Van
Dijkhuizen, Rein Rijnders en Teun Hilhorst.
Tweede rij van boven: juffrouw Boeschoten,
Cilia Horst, Geertje Voskuilen, meisje Van
Dijkhuizen, Gijs Hilhorst, Wim Rijnders en een
onbekende. Middenrij: meester Peeters, Marie
en Rijer van den Hengel, Peter Horst en zijn
zusje Jansje, Rik en Bart den Ouden en twee
onbekenden.
Daarvoor: Manus Hilhorst en Manus, Kobus,
Mietje en Marie van Zeldert. Voorste rij: een
onbekende, Hentje van Eyden, Teus van Raay,
Mie Tolboom en haar broertjes Dorus en Kees.
1 .Inleiding
Het jaar 1997 is het afscheidsjaar van
dhr.mr.A.L.W.J.Panis als burgemeester van
Leusden. Een goede aanleiding om na te gaan
wie als eerste de funktie van burgemeester in
onze gemeente heeft bekleed. Daar zullen maar
weinig dorpsgenoten het antwoord op weten
want het is een vrij ingewikkelde kwestie en er
is - dit in tegenstelling tot vele van zijn latere
ambtsgenoten - in Leusden geen straat of park
naar hem vernoemd.
J.M.van Oven werd maire van Leusden toen
ons land deel uitmaakte van het Franse keizer
rijk. Na de verdrijving van Napoleon bleef Van
Oven deze funktie uitoefenen, nu al spoedig
onder de officiële titel van burgemeester. Hij
moest in 1818 op vernederende wijze voor zijn
rivalen uit de familie Scheltus het veld ruimen
en had het - als burgemeester in oorlogstijd -
lang niet gemakkelijk gehad.
2. Het ontslaan van de gemeente Leusden
De gemeente Leusden ontstond in het jaar 1795
door samenvoeging van de voormalige gerech
ten van de ambachtsheerlijkheid Leusden, te
weten: (Oud)Leusden, Leusbroek, Hamersveld,
Snorrenhoef en Donkelaar. De voormalige
heerlijkheden Asschat (met de Heiligenberg) en
Stoutenburg vormden dat jaar twee afzonderlij
ke gemeenten: Asschat en Stoutenburg.
Het woord 'gemeente' is de direkte vertaling
van een typische term uit de Franse revolutie:
municipaliteit, een woord dat men in de
archiefstukken uit de Franse tijd veelvuldig
tegenkomt. Van burgemeesters was echter nog
nog geen sprake. Aan het hoofd van elke kers
verse gemeente stond een schout, een funktio-
naris waaraan men al eeuwen gewend was
geweest.
3. De belangen van de familie Scheltus
De Amersfoortse regentenfamilie Scheltus
heeft vanaf 1767 tot lang na de Franse revolutie
een belangrijke rol in Leusden gespeeld. Isaac
Scheltus werd dat jaar schout en gadermeester
belastinggaarder) van Leusden en kocht het
jaar daarop de ambachtsheerlijkheid van die
naam voor de kapitale som van 8000 gulden.
Een ambachtsheer had het voorrecht een aantal
funktionarissen in zijn heerlijkheid te mogen
voordragen - zo'n voordracht moest officieel
door de Staten van Utrecht worden bekrachtigd
maar dat was slechts een formaliteit - en liet
zich daarvoor door zijn funktionarissen betalen:
het zgn. recognitiegeld. Daarnaast mocht hij de
lagere rechtspraak uitoefenen. Het ambachts
heerschap vormde zo een bron van inkomsten.
Isaac Scheltus bleef ook na 1768 schout en
gadermeester, twee funkties waaraan afzonder
lijke inkomsten waren verbonden. Zijn zoon
Otto was zijn gedoodverfde opvolger en mocht
zich - ter voorbereiding op zijn ambachtsheer-
schap - vanaf het jaar 1790 in de ambten van
schout en gadermeester van Leusden gaan
bekwamen. Vlak voor de Franse revolutie, in
december 1794, overleed de schout en gader
meester van Asschat, dhr.Hendrik Berghuis.
Als zijn opvolger werd Otto Scheltus benoemd.
Verwonder u niet over de talrijke dubbelfunc
ties tijdens de Republiek. Dat was schering en
inslag waar maar weinigen kwaad in zagen.
In januari 1795 trokken de Franse troepen
onder bevel van Pichegru over de bevroren
rivieren ons land binnen en brak ook hier de
revolutie uit. De ambachtsheren werden al