Dat was dus 'van dik hout zaagt men planken'. De schone woorden uit de hymne waren snel verwaaid en Van Oven werd genadeloos aan de kant gezet. Tegelijkertijd werd het schoutsambt in Leusden opnieuw ingevoerd. In hoeverre de vermogende Heer van Lokhorst - Ernst Louis baron Van Hardenberg tot Lokhorst - evenals Van Oven zelf, moedwillig bij de benoemingen van de nieuwe raadsleden werd gepasseerd durf ik niet te zeggen. Het kan zijn dat Ernst Louis vrijwillig voor de eer heeft bedankt. Van Oven echter was kennelijk zo woedend dat hij zelfs weigerde zijn brief af te sluiten met een Hoogachtend of woorden van gelijke strek king. Otto Scheltus heeft, kort nadat zijn zoon Isaac schout van Leusden was geworden, nog een andere rekening vereffend. Hij had in 1811 tij delijk de funktie van Maire waargenomen in Leusden en Asschat. De toenmalige Franse pre fect beschouwde dat destijds duidelijk als een erebaantje - ...ik erken dat de post van Maire een zuivere erefunktie is, waaraan geen enkele bezoldiging, hoegenaamd ook, is ver houden..., maar Otto dacht daar heel anders over. Hij diende in 1818 alsnog een rekening in bij de gemeente Leusden voor de in de Franse tijd bewezen diensten en kreeg deze rekening - zijn zoon was nu schout van Leusden - prompt betaald. 10. Een brullende stier Ongeveer in dezelfde periode heeft de getergde Van Oven - hij had al elders opgemerkt dat de politie in Leusden niet funktioneerde - een brief aan de Vrederechter geschreven. Klagen bij leden van de familie Scheltus was voor hem duidelijk een gepasseerd station. Isaac, de kers verse schout, moet in zijn ogen nog een broek je zijn geweest. Ik volsta met de tekst die voor zichzelf spreekt: - Ik acht mij verpligt de vrijheid te nemen ter kennis van UEd. te brengen dat ik her haalde klachten vernomen hebbende, en na onderzoek der zaken, naar waarheid aan mij zelve is gebleken, de gevaarvolle passage van het algemeen voetpad langs de Grift, onder meer over het land van de hofstede Lokhorst bij Heiligenberg gelegen, alwaar een stier of bulle onder de koeien geweid wordt die de passerende met brullen benadert en naloopt en de schrik en het gevaar tevens, niet weinig verspreid - gelijk mijzelve in 't begin der week, zulks nevens vele andere personen gebeurt is - waarop ik de boerin op Lokhorst voornoemd, zijnde weduwe van Gijsbert Schimmel deed aanzeggen haar bull vast te zetten, opdat geen ongelukken daarvan mochten voortkomen - inplaats daaraan gevolg te geven gaf zij mij een zeer onheus antwoord - zulks niet te w illen doen. Nu deze morgen wilde ik naar de stad gaan, doch moest met zeer vele overhaasting terugke ren, vermits meergemelde stier met woede onder vreselijk brullen op mij kwam aanlo pen, zodat ik nauwelijks tijd hadde, mij in veiligheid te stellen. Daar het mij niet bekend is dat deze gemeen te tegenwoordig enige onder toezicht of poli tie bestaat, zomin als volgens het reglement van Bestuur voor de Gemeenten ten Plattelande van deze provincie alhier een gemeentebestuur aanwezig is dat voor orde en veiligheid behoorde te waken(i), heb ik geen ander middel geweten van zulks aan LEd. kenbaar te maken en zo veel doenlijk onverwijld voorziening te verzoeken, ten einde van personen en eigendommen alhier te genieten. Resteert de vraag of Van Oven het fraaie inci dent wellicht opzettelijk heeft uitgelokt... 11. Nabeschouwing Van Oven lijkt een man van de middenweg - het compromis, zo u wilt - te zijn geweest. Dit in tegenstelling tot zijn rivalen uit de familie Scheltus. De brief die Van Oven letterlijk op de vooravond van zijn ontslag heeft geschreven, bevat een belangwekkende passage. Van Oven waarschuwt: 'Ja! den ouden Wrok doet zig reeds wederom horen'. Helaas vertelt Van Oven niet waarop deze oude wrok gebaseerd was. Was dit de oude tegenstelling tussen 'rooms en gereformeerd'? Althans Hamersveld en Asschat golden bij de aanvang van de Franse revolutie als rooms-patriottisch. Ten tijde van de Republiek, dus vóór 1795, had bij benoe mingen de regel gegolden 'Gereformeerd voor Roomsch', en dat kan plaatselijk - er was toen nog sprake van gerechten - kwaad bloed hebben gezet. Deze regel werd tijdens de Franse revo lutie direkt afgeschaft. Ik merk nog op dat Van Oven zelf Luthers was en daarmee een grote uitzondering vormde. Otto Scheltus was kennelijk Oranjegezind en heeft de Franse overheersers duidelijk tegen spel geboden. Ik verdenk hem er echter van dat een typering van Simon Schrama eveneens op hem van toepassing zou kunnen zijn: - Degenen die zich als voorvechters van het volk hadden opgeworpen, regenten, magi straten, burgemeesters - waren in werkelijk heid 'aristocraten' die hun eigen belang najoegen en zich eerst en vooral vastklamp ten aan het monopolie in de ambtsverdeling binnen hun eigen families. - 11De eerste burgemeester van Stoutenburg Volledigheidshave kijken wij ook even naar Stoutenburg. De heerlijkheid Stoutenburg was - zoals gezegd - kort na de Franse revolutie een gemeente geworden. Deze gemeente werd onder keizer Napoleon bij Hoevelaken gevoegd. Na de verdrijving van de Fransen kwam Stoutenburg weer op eigen benen te staan, met Hermanns van den Hengel als eerste burgemeester. '...Zo neeme ik de Vrijheid IJ.H.E.G. te berichten dat op 23 February j.l. (van het jaar 1815) het Bestuur van Stoutenburg eerst geïnstalleerd en hetzelve van Hoevelaken gescheiden is', schreef hij triomfantelijk. Hermanns had in Stoutenburg (link carrière gemaakt en was vanaf school meester - toendertijd een zeer onaanzienlijk baantje - via secretaris en gadermeester opge klommen. Ook heeft hij, voordat Stoutenburg bij Hoevelaken werd ondergebracht, enige tijd de titel van Maire van Stoutenburg gevoerd. Volgens een legitimatiebewijs uit 1813 werd Hermanus van den Hengel in 1759 geboren. Zijn ouders, Willem van den Hengel en Catherina Stegmuller, waren rond 1811 woon achtig te Bunschoten. Zijn broer Jan van den Hengel was smid en notaris en heeft op het oude rechtshuis De Swarte Steegh in Hamersveld gewoond. Hermanus heeft o.m. met zijn gezin op Orkanje aan de Hessenweg in Stoutenburg gewoond en is in 1848 overleden. Leusden telt al een Van den Hengelplein. Volgens de 'Straatnamengids Gemeente Leusden' is dit plein naar een oud Hamersvelds geslacht genoemd. Ik neem aan dat daarmee zowel de Stoutenburgse Hermanus als de Hamersveldse Jan worden bedoeld en sluit af met de opmerking dat de eerste burgemeester van Leusden, Jan Matthias van Oven, er bij de commissie Naamgeving Wegen maar bekaaid is afgekomen. Verantwoording De historische gegevens zijn ontleend aan de archieven van Leusden en Stoutenburg. De typering van Simon Schrama heb ik gevonden in het boek 'Patriotten en Bevrijders'.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusden Toen | 1997 | | pagina 8