De oudere boerderijen
in de noordpunt van Leusden
van Wiggerus genoemd - Vigerus en
Wyerus - en daarna komt een beschrijving
van wat volgens zeggen zijn wapen zou zijn
geweest: zes witte lelies op een rood veld.
De verwijzingen gaan als volgt: Van Iterson
Tegenwoordige Staat' van J.Wagenaar
(1736) Ant.Mattheus Aub.Miraeus.
Deze Aub.Miraeus zou dan de oorspronke
lijke auteur zijn geweest. Wie lust heeft een
en ander terug te zoeken, weet nu waar hij
terecht zou kunnen. Waarschijnlijk heeft
Brill één van de oudere bronnen gekend. Ik
denk daarbij aan de populaire
"Tegenwoordige Staat" uit 1736. Dat zou
veel verklaren.
Goos van Leeuwen en ik hebben nog een
ander jaartal voor een eeuwfeest gevonden:
het jaar 2012. We varen dan op het kompas
van Otto Scheltus. Deze beantwoordde in
het jaar 1808 een vragenlijst van de
Landdrost van Utrecht. (Omslag L 2 van
het gemeente-archief). Otto, telg uit een
Amersfoortse regentenfamilie en voorma
lig ambachtsheer van Leusden, bekleedde
dat jaar het schoutsambt in onze gemeente
en was zeker geen lichtzinnig heer. Bij het
hoofdje "Denktekenen en Merkwaardig
heden" vulde hij in: "geene alsdat de kerk
van Leusden reeds voor het Jaar 612 is
bekend geweest". Dat is nog eens andere
kost dan 777 of 697! Helaas, een nadere
bronvermelding ontbreekt waardoor de
beentjes in 2012 nog niet van de vloer kun
nen. Dat jaar 612 was nog vóór de tijd van
Willibrord en kan eenvoudigweg niet klop
pen.
Brill meent dat de oude naam van Leusden
zou zijn afgeleid van Lisoduna, dat 'losse
duingrond' zou hebben betekend. Ik heb dat
ook elders gelezen maar zet er een klein
vraagteken bij. De nederzetting werd vast
niet op losse duingrond gesticht - men was
wel wijzer - en het lijkt me niet waarschijn
lijk dat de nederzetting naar een grondslag
werd genoemd die toendertijd misschien
een eind verderop aanwezig is geweest.
Dan nog een vraag over het zogenaamde en
wel zéér vroege wapen van Wiggerus. Het
lijkt op het wapen van de Heren van
Amersfoort, maar dan met de kleuren pre
cies andersom: zes rode lelies op een wit
veld. Dat laatste wapen vormt nu één van
de kwartieren van ons gemeentelijk wapen.
Wie is er heraldisch voldoende onderlegt
om daar wat meer over te kunnen vertellen?
1. INLEIDING
In een vorige bijdrage heb ik mijn twijfel
uitgesproken of de in de voormalige noord
punt van Leusden gelegen boerderijen
Grootveld en De Groote Hoek reeds in de
middeleeuwen bestonden (1). Ik ben nader
op zoek gegaan en wil dit keer iets vertellen
over de oudere boerderijen in deze noord
punt. Daarbij komt vanzelf de ook al eens
eerder genoemde woesteynge aan de orde,
waaraan de Woestijgerweg in Amersfoort
zijn naam heeft ontleend. Onder de noord
punt van Leusden versta ik het gebied dat
kadastraal bekend staat als sectie A van de
gemeente Leusden (afb.l). Een groot deel
van dit gebied is tijdens de grondruil van
1917 bij de burgerlijke gemeente Amers
foort gevoegd. Met Leusden bedoel ik in
deze bijdrage het voormalige gerecht van
die naam.
2. DE WOESTEIJNGE
2.1 De verlaten akkers
De bakermat van Leusden was de villa
Lisiduna die al in 777 werd vermeld (2).
Deze villa wordt algemeen nabij de toren
van Oud-Leusden gesitueerd. De nabijgele
gen boerderij Vlooswijk zou
een verre nazaat van de oorspronkelijk
frankische hoeven zijn. Men neemt aan dat
de nederzetting vooral in de 12e eeuw snel
achteruit heeft geboerd, vermoedelijk door
dat stuifzand vanwege de voortschrijdende
ontbossing vrij spel had gekregen en de
akkers ging bedekken.
De 12e eeuw bracht een forse bevolkings
groei. Deze groei, in kombinatie met de
teruglopende graanoogsten - men verbouw
de in onze streken vooral rogge - dwong
een aanzienlijk deel van de bewoners van
de villa elders een bestaan te zoeken.
Daarbij heeft men primair het oog op het
Leusderbroek laten vallen. Dat kan een
spoedeisende kwestie zijn geweest; de boe
ren waren horigen en daarmee gebonden
aan hun geboortegrond. Het teloor gaan van
hun akkers bracht de noodzaak met zich
mee dat zij zich elders in Leusden een plek
moesten verwerven. Het euvel van onder-
gestoven of uitgeputte bouwgronden bleef
zich in de noordpunt voordoen en ver
plaatste zich heuvelafwaarts van west naar
oost. Men sprak daar van de woesteynge of
verlaten akkers.
2.2 De naamsafleiding van woesteynge
Volgens een Prismaboekje (3) heeft woeste
vroeger de betekenis van 'verlaten' gehad.
De befaamde 'Woeste Hoeve' op de Veluwe
was dan ook een verlaten hoeve. De oude
betekenis leeft nog verder in ons woord
voor een verlaten zandvlakte: de woestijn.
Met het achtervoegsel eynge had ik geen
problemen want daarvoor kon ik terugval
len op dhr.Van den Hengel (4). Deze
schrijft op blz.86: 'Eynge landen zijn wel
eng-landen, bouwland'. Ook elders heb ik
voorbeelden gevonden. Ik kom er bij de
'Annotatie van het Leusdervelt' nog even op
terug. Woesteyngen waren dus verlaten
akkers.
J. Verduin