NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
t, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Hamersvelfl,
Stout
t,
Uitgever: M. Slothouwer,
Eene vieruiaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
Crediet bij den kleinhandel.
te
AMERSFOQRTSCKE COURANT
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f lf—
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Agent voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baarn.
Advertentien van 16 regels
Iedere regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentien zende men den dag vóór de uitgave in.
/0,+0.
0,05.
Als geld de „ziel van de negotie" is,
dan mag men crediet wel den geest er
van noemen.
Het maakt het doode kapitaal productief,
het vergemakkelijkt den omzet van land
bouw- en nijverheidsproducten en brengt
de volken nader tot elkander.
Doch datzelfde crediet, dat vertrouwen"
op de stipte eerlijkheid van hem die iets
schuldig is, wordt een vloekals men het
verkeerd toepast. Wie crediet verleent,
vooronderstelt niet slechts dat de debiteur
den wil, maar ook dat hij den macht
bezit, aan zijn verplichtingen te voldoen:
met andere woorden, dat zijn tijdelijk
■passief door het actief ten volle wordt
gedekt. Dat die onderstelling niet zelden
op zeer losse gronden rust, is niet de
schuld van het stelsel, maar van de wijze
waarop men het bezigt.
Het crediet in den kleinhandel, het
zoogenaamde winkel-crediet zondigt
tegen alle huishoudkundige, met voor
dacht laten we hier de lettergreep staat
wegbeginselenen is een premie op
FEUILLETON.
i.
//Ga je uit Ellen?"
#Ja mama, ik ga papa een eindje te
gemoet. Hij zeide dat hij langs Park
Stream terug zou keeren."
Zij sloot de deur, toen zij dit zeide.
Mijnheer Vivian was met zijne vrouw
en zijne dochter Ellen, naar het Noorden
van Engeland gegaan, om te visschen.
waarvan hij zeer veel hield. Hij had het
geluk gehad een gedeelte van eene beek
te huren, die door het buitengoed van
een zekeren mijnheer Rothay, een rijk def
tig Londenaar, met wien mijnheer Vivian
op eene vergadering kennis gemaakt had,
stroomde. Dezen morgen had Ellen met
haar vader afgesprokendat zij hem op
het buiten van Ben Lydding zou ont
moeten, en zij ging dus op weg, zooals
wij gezien hebben.
Ellen Vivian was nauwelijks negentien,
vlug van begrip, vermetel, en had eene
sterke verbeelding. Haar helder, eerlijk,
de kwade trouw. En werd er eens een
onderzoek ingesteld naar de oorzaken, die
onzen handel en onze industrie in een
min en meer kwijnenden toestand hebben
gebracht, voorzeker zou ook de aan
dacht wordén gevestigd op de bedenkelijke
hoogte, waartoe dat misbruik in ons land
gestegen is.
Een groot aantal menschen dragen aan
de toekomst, die toch voor geen enkel
uur de hunne isde zorg op voor de
voorziening in tegenwoordige behoeften.
De kleediug die hen dekt, de meubelen
die zij gebruiken, ja, soms de spijs die
hen voedt, moeten nog worden be
taald uit de vruchten van arbeid dien
zij nog moeten verrichten. De werkman,
die bij flink gewin des zomers ruim ge
handeld heeft, zoodat er niets overbleef
voor mogelijke kwade dagen, is in den
winter genoodzaakt bij bakker en kruide
nier te borgen, en blijft langs dien weg
soms jaren achtereen in druk; want wat
hij anders zou hebben kunnen sparen,
moet nu dienen om den kerfstok schoon
te maken. Ook blijft het veeltijds daar
bij niet; de gemakkelijkheid waarmede
crediet wordt gegeven veroorzaakt lichte
lijk verkwisting: waar de begeerte van
het oogenblik strijd voert met de zorg voor
de toekomst, moet deze niet zelden het
onderspit delyen.
Niet anders gaat het in die burgerklasse.
maar juist niet lief gelaat werd verhelderd
door een paar grijze, helaas! bijna bijzien
de oogen, die u vol vertrouwen aanstaarden.
In het park gekomen volgde zij het
slecht gebaande pad langs de beek, al
leen met het doel haar vader te ontmoe
ten. Het was, volkomen stil in het park
met uitzondering van het zachte gemurmel
van de beek en het tjilpen der vogels in
de boschjes die over de diepe vijvers hin
gen het verblijf van menige vlugge
forel.
Ellen bleef meer dan eens staan om
rond te kijken, want met al hare verme
telheid was zij somtijds wat angstig, en
niets kon haar meer doen schrikken, durf
ik haast wel te zeggen, dan eene koe.
Dat koeien nuttige dieren zijn ontkende
miss Yivian niet, maar waarom zij haar
zoo aankeken, en zoo wild »boeden",
kon zij niet raden. Zij had nog niet lang
langs den oever van de beek geloopen,
toen zij bij het omgaan van een hoek iets
bemerkte, dat midden op het pad stond.
Wat zou het zijn?
Zij stond stil en beproefde het voorwerp
te onderscheiden. Het bewoog zich niet,
ze besloot het te naderenen verscholen
achter het kreupelhout té onderzoeken wat
Op de gevaarlijke helling van het crediet
wordt zeer licht de eerste schrede gezet,
en, is eenmaal het evenwicht tusschen
inkomsten en uitgaven verbroken, dan is
het eind niet te overzien. Wie in dat
geval verkeert, boet zeer spoedig een be
langrijk deel van zijn persoonlijke vrijheid
in: hij is als 't ware gedwongen, zijn
inkoopen te doen bij den man die hem
crediteert, en is dus niet bij machte naar
de beste qualiteiten en de billijkste prijzen
te dingen. Wie contant betaalt, kan pro-
fiteeren van de concurrentie: Wie dat niet
doet, is genoodzaakt zich tevreden te
stellen met de minst voordeelige voor
waarden.
Doch ook voor hendie geen crediet
vragen, werkt het verderfelijk. Elk koop
man ondervindt nu en dan bankroetjes,
tegen welke hij zich bij voorbaat moet
trachten te dekken door verhooging van
zijn prijzen met een bedrag dat eenigermate
als verzekeringspremie tegen wanbetaling
kan beschouwd worden. En dewijl de con
tant-betaler gelijk staat met den man die
z/maar laat opschrijven", wordt eigenlijk
van den eerste meer gevorderd dan het
strikt billijke. Bovendien heeft de koopman
die zijn geld lang moet missen, een aan
zienlijk grooter bedrijfskapitaal noodig
waarvoor hij natuurlijk rente moet bereke
nen, die alweer door al de klanten geza
menlijk wordt betaald. Daar eindelijk zijn
het was. Terugkeeren ging niet. Denk
eens dat haar vader haar wachtte dat
die figuur haar vader zelf was! Deze
laatste gedachte deed haar besluiten. Zij
ging voort, het //ding", wat het ook was,
bewoog zich, en toen riep eene stem
niet die van haar vader in goed En-
gelsch uit;
z/Ga maar voorbij, juffertje, ik zal u
niet opeten. U hoeft nergens bang voor
te zijn". Dus was het geen koe. Het
was maar een man een veel minder ge
vaarlijk dier; en Ellen, ofschoon inwendig
eenigszins verontwaardigd over den vrij-
postigen toon van den spreker, herinner
de zich dat haar landelijk kleedje en de
omstandigheid dat hij haar slechts even
gezien hadzijn gebrek aan hoffelijkheid
kon verontschuldigen. Daarom liep zij
snel door, hare oogen op den grond ge
richt houdende. Toen zij naderde keek
zij open tusschen hare donkere wimpers
door zag zij een jongen man, waarschijn
lijk met een flink gezicht, voor zijn ezel
gezeten, bezig een heel aardig landschapje
te schilderen. De kunstenaar stond heel
beleefd op en zeide, terwijl hij voor haar
uit den weg ging:
z/Ik geloof, dat ik u bang maakte. Ik
geld niet telkens voor nieuwen omzet be
schikbaar komtkan hijom staande te
blijven, niet met betrekkelijk kleine winst
verkoopen.
Aan de schier grenzelooze uitbreiding
van het winkel-crediet hebben zoowel han
delaars als afnemers schuld. De eersten
gaan er veel te gemakkelijk toe over, het
te verleenenjawij kennen winkeliers
die er schier toe aansporen door den klant,
die over de betaling spreekt, naar huis te
laten gaan met het geruststellende: #o,
dat komt later."
Doch de groote schuldige in dit opzicht
is het publiek. Als het noodig is, kunnen
wij gemakkelijk genoeg terstond voldoen
getuigen onze bestellingen te Parijs en
elders.
En let nu eens op welk een kolossale
dwaasheid wij begaan. Den buitenlander,
met wien we eigenlijk niets uitstaande
hebben zenden we zonder eenig uitstel
zijn geld zelfs zonder dat we nog over
tuigd zijn dat de geleverde waar aan ons
verlangen beantwoordt. Immers, elke toe
zending uit de //Grands Magasins" ge
schiedt op remboursde expediteur die het
pak toereikt heeft meteen de quitantie, en
wij gaan niet eerst uitpakken vóór we de
rekening voldoen, maar betalen trouw al
vorens gezien te hebben. Blijkt het nu,
dat we zijn teleurgesteld, o, dan kun
nen we franco terugzenden doch èn om
zag dat u aarzelde om voorbij te gaan."
Ellen keek op en ontmoette een bewon-
derenden blik, die op haar gevestigd was.
Zij bloosde en keek neer, toen zij ant
woordde
z/Ik was in het eerst wel wat bang.
Ik zag u voor eene koe aan. Ik ben een
beetje bijziende. Neem mij niet kwalijk."
z/Het verheugde mij zeer, dat u bleef
staan, u heeft mij een grooten dienst be
wezen" zeide hij.
//Hoe zoo?" zeide Ellen, //dat begrijp
ik niet."
z/Ik was in staat gesteld u op mijn
schilderij te plaatsen. Het is nu volmaakt;
niemand kan ontkennen, dat ik de schoon
heden van Ben Lydding heb geschilderd."
Blozende over dit kompliment, maakte
Ellen eene buiging en ging verder. De
joDge man volgde met de oogen hare
verdwijnende gestalte, en toen hij haar uit
het gezicht verloor slaakte hij een zucht
en ging weer aan het werk, maar niet aan
het landschap; dat wilde niet uit zijn pen
seel vloeienwel echter de indruk dien
deze boschnimf op hem gemaakt had.
Zoo begon hij dan een goed gelijkend por
tret van Ellen te teekenen in een Noordsch
kostuum, en toen het klaar was bekeek hij