nieuwe
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Zaterdag 26 Juni.
Amersfoort, Ban, Moto, Emms, Hanmeld, ïoswlata, Hooiland, Leusilen, Soest,
;ii
De beste wraak.
No. 51.
Negende Jaargang.
Uitgever: A. UI. Slothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot 's avonds
§V4 uur, des Dinsdags en Vrij
dags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt sleehts drie
maal in rekening gebracht.
AMERSFOORTSGKE COURANT
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Agent voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baarn.
Advertentiën van 16 regelsj 0,40.
Iedere regel meer0,05.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in.
Wij gaan niet mee met de enthousiasten,
die van verbeterd volksonderwijs de onmid-
delijke genezing verwachten van alle denk
bare maatschappelijke kwalen.
Bouwt scholen, roepen zij uit, en
ge zult uwe gevangenissen ontvolken.
Vormt onderwijzers, bezoldigt hen flink,
dan kunt ge de kosten ruimschoots uit
halen door trapsgewijze vermindering van
het aantal rechterlijke ambtenaren, politie
dienaren, cipiers enz. De armoede zal
verdwijnen, indien kennis en ontwikkeling
het gemeengoed worden van allen; dron
kenschap en verdere onzedelijkheid zullen
door goed onderwijs worden onderdrukt,
evenals het wildgedierte zich terugtrekt
bij het doordringen van landbouw en
nijverheid. Zelfs ziekten en in elk geval
volks-epidemiën zullen ophouden te woeden,
bij het algemeener worden van de welda-
I den der beschaving.
Nog eens, onze verwachtingen zijn min
der hoog gestemd: wij zouden vreezen, ons
1 aan overdrijving schuldig te maken, indien
wij dergelijke illusies mede hielpen wortel
schieten.
FEUILLETON.
H.
Toch ligt er een grond van waarheid in.
Om met het laatste te beginnen, is
niet onwetendheid de vruchtbare moeder
van veel verzuim, waardoor de eenvoudig
ste en meest voor de hand liggende maat
regelen van voorzorg bij het heerschen van
ziekten worden veronachtzaamd? Is het
niej waar, dat openbare en verborgen on
zedelijkheid het meest voorkomen bij hen,
wier opvoeding werd verwaarloosd,en die
alzoo niet hebben leeren nadenken over
de gevolgen hunner daden? Treft men ins
gelijks niet de meeste stoffelijke ellende
aan bij de niet-onderwezenen, die door hun
volstrekt gemis aan kennis geheel afhan
kelijk zijn van het niet zelden tamelijk
werktuigelijk bedrijf 't welk zij uitoefenen,
en met welks achteruitgang of tijdelijken
stilstand al hun hulpbronnen opeens zijn
uigedroogd Zijn het niet diezelfde niet-
onderwezenen, die aan de misdaad het
aanzienlijkst contingent leveren.
Een paar cijfers aan het buitenland ont
leend, mogen dit nader in het licht stel
len.
In Oostenrijk, zoo lezen we, wer
den in het jaar 1878 wegens misdrijf ver
oordeeld 32.755 personenen. Daarvan wa
ren er 15.282 die lezen noch schrijven
konden, dus bijna de helft. Van de
overigen hadden slechts 177 goed onder
wijs genoten.
Ons dunkt, er ligt in deze getallen een
indrukwekkende welsprekendheid. Oosten
rijk behoort tot die landen, die in de
laatste jaren het volksonderwijs krachtig
hebben aangepakt, en al moge in de
meest verwijderde deelen der monarchie
de toestand nog veel te wenschen overla
verging op het rifer werden slechts vijf
tig van de driehonderd schepelingen gered."
Ik moet bekennen, dat ik niet zeer op
mijn gemak was. Ik had een vast ver
moeden, dat een ongeluk op handen was.
Ik huiverde, zeker niet van koude, en keek
Dobson strak aan.
Ik bedong echter mijne vrees en zeide
op een vroolijken toon:
„Maar er is toch geen kans op storm,
en alle schepen hebben tijd genoeg om het
ruime sop te kiezen, als de schippers even
goed als jij in de wolken kunnen lezen.
In ieder geval ben ik hier buiten gevaar."
„Ja, jau heeft hier niets te vreezen.
Maar ziet u, mijnheer HenryKomt u
nu naar binnen."
Wij gingen weer naar beneden en kwa
men door de proviandkamer in de keuken.
Alles zag er even netjes uit. Eene kachel
pijp stak door den zolder en diende tot
schoorsteenevenals de kleine kachel tot
fornuis, en ik zag, dat wij niet van hon
ger zouden sterven. Maar de naderende
storm stond mij niet aan, niettegenstaande
mijn vast besluit om een avontuur te
hebben.
Toen gingen wij naar boven op de slaap
kamer. Daar waren drie bedden tusschen
de vensters, een koekoeksklok, een almanak,
de kachelpijp die naar boven ging, eenige
ten, wij gelooven dien in het algemeen
niet rooskleuriger te maken dan hij is,
wanneer wij het getal van hen die geen
onderwijs hebben gehad op 15 tot 20 pro
cent van de geheele bevolking te stellen.
En dit vijfde deel nu leverde bijna de helft
van het geheele aantal misdadigers.
Nog meer. De wederhelft, met uit
zondering van de 117 van wie verklaard
wordt dat zij goed onderwijs genoten, be
woog zioh tusschen de grenzen van „niet
geleerd te hebben" en „wel onderwezen
te zijn." In alle beschaafde landen maakt
deze klasse de groote meerderheid uit.
Want, geeft de school- of leerplicht eenige
waarborgen, dat de kinderen niet geheel
van onderwijs verstoken blijven, aan den
anderen kant bepaalt hij niets, en kan hij
ook niets bepalen len opzichte van de
vorderingen die de leerlingen hebben ge
maakt wanneer zij van hun verplichting
worden ontheven. Onder deze gebrekkig-
opgevoeden is dus nog het getal misdadi
gers groot, ofschoon vergelijkenderwijs veel
kleiner dan onder hun nog minder bedeel
de landgenooten.
Raadplegen we nu een andere satistieke
opgave. Zij betreft de schoone sekse van
de eerste onder Europa's steden.
In 1877 werden te Londen gearresteerd
en veroordeeld 20.018 vrouwen of meisjes.
Daarvan konden lezen noch schrijven 4206
of 21 pCt; alleen lezen of gebrekkig lezen
en schrijven 13,665 of 68 pCt; middel
matig lezen en schrijven 2000 of 10 pCt;
goed lezen en schrijven 141 of 0,7 pCt,
terwijl slechts 6 een goede opvoeding had
den genoten.
Op die beide laatste cijfers vestigen wij
kleederen, twee verrekijkers en eenige an
dere instrumenten voor de zeevaart. De
slaapkamer bevatte weinig meubels. Een
paar boeken lagen op de eenige tafel, en
in een kastje stonden eenige kopjes. Een
paar pistolen, drie hartsvangers, en bajo
netten hingen aan den wand, en bet ver
wonderde mij hier vuurwapenen te vinden.
Toen ik rondzag ging het deurtje van
den koekoek open; hij riep tienmaal, en
ging juist op tijd naar binnen, zonder een
slag van het deurtje te krijgen.
Een matroos kwam van de bovenste ver
dieping. Hij was verwonderd mij te zien,
maar raakte dadelijk aan zijn pet en zeide:
„dat hij verheugd was een vriend van zijn
kameraad te zien,"
Nadat ik met Judkens, den matroos,
nader kennis had gemaakt, en wij eenigen
tijd hadden zitten pratenzeide Dobson
„Mijn wachttijd begint om twaalf uur,
dus mijnheer Henry, u kan naar bed gaan
wanneer u wil."
„Ik blijfl iever met je op, Dobson," zeide
ik; ik wil de zee bij nacht zien. Het moet
hier erg spookachtig zijn in een storm."
„Ja, ja, mijnheer. U zal van nacht storm
genoeg hebben. Ga liever slapen als u kan,
en laat de zee aan haar lot over."
„Maar ik ben gekomen om op te blij
ven," merkte ik op, „en als je er niets
vooral de aandacht. Vooreerst die 6, van
wie gezegd wordt dat zij eene goede opvoe
ding hadden genoten, waarmede waarschijn
lijk wordt bedoeld dat zij meer geleerd
hadden dan de lagere school gewoonlijk
geeft. Wij willen aannemen, dat deze per
sonen behoorden tot de gegoede middel
klasse of den hoogeren stand, voor wie de
prikkel tot misdaad, in de meeste ge
vallen ontbering, in veel mindere mate
bestondniettemin blijft die 6 onze ver
bazing wekken, en geeft zij veel te denken
aan hen, die den invloed van kennis op
de zedelijkheid ten eenenmale durven mis
kennen.
Niet minder ernstig is het voorafgaande
cijfer 141dat is 7 van de duizend ver
oordeelden die goed kunnen lezen en schrij
ven. Ons dunkt, nadrukkelijker kim de
waarde van degelijk onderwijs niet worden
betoogd,"en alle ongeloovigen moeten wel
bukken voor de evidentie der feiten.
En hoe is het in dit opzicht bij ons
gesteld
Tot zijn spijt moet Schr. hier het ant
woord schuldig blijven, 't Is bekend dat
Nederlandsche regeeringen met de statistiek
weinig op hebben, en dat de cijfers, die
nu en dan ter onzer kennis komen aan
gaande sommige toestanden, geheel aan de
belangstelling van particulieren zijn te dan
ken. Zoo is het ook gegaan met de opga
ven betreffende verstandelijke ontwikkeling
der miliciens, die van de partijen bij het
sluiten van een huwelijkenz. Van hoo-
gerhand geschiedde niets om ze uit te lok
ken noch om ze te verzamelen. Alleen
omtrent bloot stoffelijke zaken wordt eenig
licht verspreid, als daar zijn scheepvaart-
tegen hebt
„Ik, mijnheer! In het geheel niet. Ga
maar mee als u wilik zal u gezelschap
houden."
Wij gingen weer op den omloop, en ik
leunde over de balustrade, en zag half droo-
mend, naar het golvende water. De vloed
kwam op, en de lange zware golven rolden
tegen de rotsen, waar zij uiteenspatten, en
neervielen in hunne vergeefsche pogingen
om den glinsterenden vuurtoren te berei
ken.
Hoe langer of ik op de door de maan
verlichte golven keek, hoe meer mij alles
als een droom toescheen. Ik wist, dat ik
in den vuurtoren was, dat alles in orde
was, dat ik gezond en goed bij mijn ver
stand was, en toch, alles wat mij omgaf,
scheen mij toe als in een droom. Ik zag
een streep in het water onder mij plot
seling nam zij eene vrouwelijke gestalte
aanin het wit bekleed. Zij kwam den
omloop op. Ik herkende het gezicht, bij
het licht van de lantaarn. Het was Agnes
Ik riep de gedaante verdween; het
schuim spatte weg, en Dobson kwam haastig
en verwonderd naar mij toeloopen.
„Heeft u mij geroepen, mijnheer Henry?"
„Jaantwoordde ik. „Het schuim
kwam bijna op den omloop. Het deed mij
schrikken*"