NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Baarn; Bunsclioten, Eemnes, HamersYelfl, Hoevelaken, Hoogland, Leusden,
t,
Zaterdag 10 Juli
SOLIDE.
Gedeserteerd.
No. 55.
Negende Jaargang.
Uitgever: A. AI. Slothouwer,
Advertentiën kunnen inge
bonden worden tot uiterlijk
's morgens S'/2 uur, des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
FEUILLETON.
AHIERSFQORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,
Franco door het geheele Kijk1,10.
Afzonderlijke nummers3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Agent voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baarn.
Advertentiën van 16 regelsj O,AO.
Iedere regel meer0,05.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in.
Er is in den geest onzer eeuw iets
tegenstrijdigs, dat, althans op het eerste
gezicht moeilijk te verklaren schijnt.
De geslachten die ons zijn voorgegaan
verdwenen niet in den breeden stroom van
het verleden, zonder een duidelijk zicht-
baar teeken van hun aanwezigheid achter
te laten. Hier is het een stichting die de
rotsen in sterkte evenaardt, zooals de
pyramiden van Cheops, elders een reus
achtig gebouw dat langen tijd de aanval
len van den tijd weerstand bood, ein
delijk bezweek maar toch nog in zijn
overblijfselen het beeld van majesteit en
kracht vertoont. Op andere plaatsen heeft
de mensch het teeken zijner heerschappij
gegrift in den bodem zelf, en dien belang
rijke veranderingen doen ondergaan.
In dit opzicht nu staat het levend
menschdom bij het vroeger volstrekt niet
ten achter. Nog steeds worden belangrijke
werken tot stand gebracht, die de gemeen
schappelijke krachtsinspanning van duizen
den vorderen. Zoowel uit een oogpunt van
nut, als om de grootsehheid der opvatting
is er zelfs vooruitgang op te merken. De
tunnels waarmede wij de bergen doorboren
en als voor eeuwig gescheiden landen in
III. {Slot.)
Het raadsel werd opgelost, maar deze
oplossing bracht eene nieuwe verrassing
mede. Zonder verdere verklaringen van
den sergeant af te wachtenspoedde ik
mij naar de herberg. Daar stond Broun
midden in de kamer, waar de soldaten
overnacht haddenhulpeloos als een ge
plukte vogel, in hemd en laarzen ver
der had de dief hem niets gelaten met
een bleek, afgemat gelaat en diepe schaamte
in de oogenzijn lot af te wachten. De
stijve, militaire houding, die hij uit ge
woonte bij mijn binnentreden zocht aan te
nemen, maakte hem in zijn gedekolletteerde
toestand tot eene nog belachelijker ver
schijning. Ik had veel moeite, om den
noodigen ernst te bewaren, toen ik dat
beeld van gevallen grootheid vóór mij zag.
Het onderzoek bracht het volgende aan
het lichtBroun had, zooals reeds gezegd
is, den vorigen avond niet weinig gedron
ken en was daartoe door den Duitscli spre
kenden zoon van den waard, die, nadat
zijn vader naar bed was gegaan, de bedie-
verbinding brengen, de kanalen die wij
graven om verwijderde zeeën te vereenigen,
overtreffen alles wat vroegere geslachten
ooit hebben aanschouwd. Grootsche bouw
werken, die het verleden onvoltooid moest
laten, worden thans met geestdrift afge
werkt, terwijl nieuwe achitectonische ge
wrochten verrijzen, van welke het te ver
wachten isdat zij minstens even goed
weerstand zullen bieden aan de macht die
ten slotte alles vernietigt, als de werken
onzer vaderen.
Toch, en dit is de tegenstrijdigheid
waarop ik wijzen wilde, blijven wij in
het groote den ouden roem van ons ge
slacht handhaven, ja, overtreffen wij dien
op sommige puntenin het kleine of be
trekkelijk kleine, in de dingen des dage-
lijkscheu levens is dit geheel anders. Daar
is van soliditeit, van een streven naar be
stendigheid geen sprake. Daar schijnt
men slechts te arbeiden voor het tegen
woordige, en voor de toekomst geen oog
te hebben.
Ziet het allereerst in de huizenbouw.
Vroegere geslachten stichtten een woning
voor zich niet alleenmaar voor hun
kinderen, hun kleinkinderen, de hemel weet
tot in het hoeveelste lid.
De kleinzoon mocht aan het inwendige
iets veranderen, een kleine wijziging
brengen in de indeeling van sommige ver
trekken, of er hier of daar iets aan toe
voegen, dat meer gemak zou aanbieden,
de grondgedachte bleef toch behouden en
de oorspronkelijke stichter kon gerust af
scheid nemen met de bewustheid dat zijn
arbeid nog door het zonlicht der volgen
de eeuw zou worden beschenen, tenzij
zware rampen, die niemand kon voorzien,
ning op zich genomen had, nog meer aan
gemoedigd. Hij had Broun's vertrouwen
weten te winnen en hem verschillende
sterke dranken laten drinken, wier bedwel
mende werking niet uitbleef. Slechts ver
ward herinnerde Broun zich, dat de zoon
van den waard hem, in plaats van bij zijne
kameraden, naar eene bovenkamer gebracht,
en gezegd haddat hij zich maar moest
uitkleeden en in bed gaan liggen. Hij zou
hem den volgenden morgen vroeg genoeg
wekken, om op het appel te verschijnen.
Broun had, beneveld als hij was, de ver
zoeking niet kunnen weerstaan, na weken
lang gebivakeerd te hebben, zijne stijve
ledematen weer eens op een zacht bed te
kunnen uitstrekken. Hij had zich uitge
kleed, was in het bed gestapt en bijna
onmiddellijk ingeslapen, en bij het ont
waken had hij de ontdekking gedaan, dat
zijne monteering met alle uitrustingsstuk
ken spoorloos verdwenen was. Alleen de
laarzen, de knapzak, het horloge, de beurs,
de pijp en dergelijke luxe-artikelen had men
laten liggen. Daarentegen had Broun een
open, in de Eransehe taal geschreven brief
gevonden, dien hij mij nu gaf. De brief was
aan mij geadresseerd en luidde als volgt:
//Mijnheer de kommandant
Ik moet binnen Metz komen, het koste
mochten nedervallen op het dak dat tot
dusyer aan zijn hoofd bescherming ver
leende.
En thans? of men bouwt als ware men
een volk van nomaden, gereed om ieder
oogenblik naar elders te gaan en zijn
woonstede woest en ledig te laten. Ont
zaglijke blokken huizen, die ons doen den
ken aan de heuvelen der witte mieren,
doorsneden van ontelbare gangen en ver
deeld in eenige duizende cellen, verrij
zen binnen weinige weken op plaatsen,
waar tot dusver het //onvernuftig vee"
rustig liep te grazen. Dikwijls gebeurt
het, dat onder het bouwen de rommel
instort, en dit is minder aangenaam, want
men dient dan weer van voren af te be
ginnen, op hoop van zegen. Is men
wat gelukkig, dan schraagt de eene half
steens muur den anderen, en is het werk
eenmaal af, dan blijft het wel zitten,
evenals een kaartenhuis onder het bouwen
zeer veel behoedzaamheid eischt, doch na
de voltooiing een flink stootje velen kan.
Bij het huisraad, hetzelfde verschijn
sel. De meubelen uit vroegere eeuwen
zouden meerendeels onzen tijdgenooten
minder practisch voorkomen en in het
gebruik niet zeer gemakkelijk; maar wat
stevigheid betreft, voldoen zij aan alle
eischen. Als we in een //pronkvertrek"
een tafel zien staan, moeten we soms zoo
voorzichtig zijn er niet op te leunen,
men kan 't niet weten, een ongeluk zit
in een klein hoekje. Op die van vroegere
eeuwen zouden een paar stieren gerust een
gevecht kunnen leveren zonder dat er van
inzakken sprake is. En dan die grootere
stukken, kasten, schrijnen, kabinetten,
of hoe ze ook verder heeten mogen? Zon-
wat het wil. Ik wil mijne lieve bruid terug
zien en de ongemakken van de belegering
met haar deelen. Ik zal van nacht, nadat
ik het wachtwoord van uwe wachten afge
luisterd heb, het dorp verlaten en beproe
ven, als Pruisisch soldaat verkleed, door
uwe voorposten te komen. Bedenk, wat
u ons ontnomen heeft; ik neem slechts
eene uniform en een geweer, en ook dit
slechts te leen. Ik begrijp uw misnoegen
tegen mijmaar laat het dorp en mijne
ouders niet voor mijn vergrijp boeten. Ik
zweer u, dat niemand in het dorp iets van
mijn plan weet. Mijne arme, zieke moeder
zou mij op de knieën van mijne gevaarlijke
onderneming teruggehouden hebben. Be
handel mijn goeden kameraad Broun ook
niet te streng. Ik ben de schuldige. Ik
moest hem bedriegen, en hij bewijst mij,
zonder het te willen, een dienst, waarvoor
ik hem eeuwig dankbaar zal zijn. Ik vraag
mijne ouders vergiffenis voor de zorg, die
ik hun bereid. Ik weet, dat ik mijn leven
waag, maar ik ben moedig en voorzichtig.
En nu, mijnheer de kommandant, wees
zoo woedend op mij als u wil, maar houdt
mij niet voor een verrader."
Zoo luidde de brief, die onderteekend
was //Etienne Lois on."
Dadelijk ging ik naar de ouders van den
der de minste verandering te ondergaan,
doorliepen ze de eeuwen en staan nu nog
op tentoonstellingen, even krachtig op de
beenen en in de ribben als toen ze pas
uit de hand des werkmans kwamen. Als
ge nu een meubelstuk van dien aard laat
maken, dan is het erg mooi en blinkend,
maar pas wel op dat gij het plaatst in
een vertrek waar altijd een gelijkmatige
temperatuur heerscht, anders begint het
de eerste week de beste al te kraken,
binnen drie weken bersten de naden open,
terwijl de paneelen behoorlijk krom trek
ken. Wees dankbaar als 't heele ding niet
in elkander zakt.
Met de kleeding, is het niet anders.
Onze over-grootvader liet zich een jas
maken tegen den tijd dat hij trouwde.
Die jas kostte een handvol geld, maar
't was dan ook een bovenste beste. Bij min
of meer plechtige gelegenheden werd het
kostbaar kleed aangetrokken, en jaar in jaar
uit behield het zijn glans, Mannen wier
hoofd reeds begon te grijzen vertoonden
zich nog in het kleed waarin zij als jon
geling het echtaltaar waren genaderd: op
de zilveren bruiloft zag het er nog zeer
toonbaar uit. In die dagen kon er ge
sproken worden van //nationale kleeder
dracht" en, ten einde die voor het nage
slacht te bewaren, kon men haar afbeel
den met onderschriften als: //Kleeding van
den deftigen burgerstand uit de tweede
helft der zeventiende eeuw." Kom daar
nu eens om. Het kleed, dat gij dit jaar
hebt laten maken of, liever nog, in cen
trale of andere magazijnen hebt gekocht,
is na de eerste regenbui die u overviel
terwijl gij ongelukkig zonder parapluie
waart, onze vaderen kenden die dingen
waaghals. Zij waren in groote onzekerheid,
maar door den brief kregen zij opheldering
over zijn verdwijnen. De vreeselijke angst
en de schrik, die zich van de ouders,
vooral van de ziekelijke moeder, bij dit
bericht meester maakte, versterkte mijne
overtuiging van hunne onschuld. De moe
der weeklaagde over den zoon als over een
doode. Hij had, zooals zij mij onder tra
nen vertelde, reeds eene poging gedaan,
om in burgerkleeren bij nacht door de
Duitsche voorposten te dringen. Het was
hem niet gelukt en ter nauwernood was hij
aan de hem nagezondene kogels ontsnapt.
De smart der ouders en eene zekere
deelneming met den jongen Franschman,
dien de almacht der liefde tot eene zoo
gevaarlijke daad gedreven had, deed mij
bijna wenschen, dat zijn moed en zijne
standvastigheid door het gelukken van de
daad mocht beloond zijn. Voor mij had
het voorval nog eene nieuwe verlegenheid
ten gevolge. Binnen twee uur moesten wij
afmarcheeren. Wat zou er dan van Broun
worden? In zijne half-paradijsche kleeding
kon hij toch niet marcheeren. Den licht
zinnige aan de gevaarlijke bron alleen achter
te laten, was al te gevaarlijk. Er bleef
dus maar een uitweg open. Broun moest
burgerkleeren aantrekken. Hij verwisselde