nieuwe
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Burn. BnscMti, Eik, EsimM, imlata, Hooalaml, Letsfa, Soest,
A
Zaterdag 2 October 1880.
Het Allernoodigste.
Verborgen Goud.
No. 79.
Negende Jaargang.
Uitgever: A. Af. Slothouwer,
te Amersfoort.
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens 8VS uur,des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 8 maanden f 1,
Franco door het gebeele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woemdagt- en des Zaterdags.
AgeDt voor Baarn en Omstreken:
W. Z. MULDER te Baarn.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën zende men den dag vóór de nitgave in.
Onze politieke tegenstanders leggen
merkwaardige eigenschappen aan den dag.
Bij de anti-revolutionairen worden we ge
troffen door de verbazende volgzaamheid,
die het gansche leger bezielt, zoodra uit
het hoofdkwartier het wachtwoord is uit
gesproken. Moet er een verkiezing plaats
hebben, de generaal wijst den man aan
dien hij voor 't oogenblik het best meent
te kunnen gebruiken, en de man wordt
verkozen van ongehoorzaamheid is nooit
eenig spoor te ontdekken. Soms kibbelen
de heeren een weinig onder elkander, doch
dat is meest voor den vormzoodra 't
er op aankomt als partij op te treden,
worden de kleine geschillen op zijde ge
schoven, en men staat als één man te
genover den gemeenschappelijken vijand.
De verkiezing van den luitenant Seret in
het district Gorcum is een welsprekend
voorbeeld van discipline in het kiezers-
kuddeke.
Niet minder karakteristiek is de trouw
waarmede de drie bevriende anti-liberale
fractiën elkander ter zijde staan. Voor het
oog der wereld hebben zij veel op elkan
der af te wijzen; de conservatieven krij
gen soms harde pillen te verduwen in de
XXI.
Ja, hij meende, dat ergens in het kloos
ter eene groote hoeveelheid goud verborgen
was Wil u uw pijp niet aansteken?"
//Dank je, zij is aan."
Hij stak een lucifer aanik wilde hem
uit zijne hand nemenmaar hij zeide
z/U zal uw vingers brandenhoudt uwe
pijp maar op." Ik hield de pijp zoo stil
als mijne zenuwachtigheid mij toeliet, en
hij hield het vlammetje er bij.
z/Wat eene leelijke tint geeft dat licht
aan uw gezichtzeide hijlachende.
//Daar heb ik vroeger nooit op gelet; u
ziet eruit als eene geest - Waar was ik
gebleven?"
z/Je was bezig met een inbeeldsel van
je grootvader."
i/O, ja. U moet dan weten, dat er eene
oude geestelijke bibliotheek in het kloos
ter waswaarmee mijn grootvader zich
gaarne bezighield. En terwijl hij een van
de boeken las, deed hij de vreemde ont
dekking. Tegelijkertijd begon hij te vree
zen, dat mijn vader hem zou verlatenen,
organen der Standaard- en Tijd-mannen,
maar zoodra komt er niet een kansje om
den liberalen een beentje te lichten, of
onmiddellijk scharen zij zich onder dezelf
de banier, zonder er aan te denken dat zij
kort te voren elkanders doopceel hebben
gelicht. Aan die omstandigheid had men
het te wijten dat bijna de naam van een
lid der minderheid op de voordracht voor
het presidium der Tweede Kamer heeft
gestaan.
Het heeft al den schijn, alsof de libe
ralen daar volstrekt geen gevaar in zien.
De band die hen vereenigt is zeer los, en
van een gezamenlijk optreden is nog wei
nig sprake. Wilde men de vraag beant
woorden, door welke beginselen onze geest
verwanten in de Tweede Kamer worden
geleid, dan zou men niets anders kunnen
doen dan eenige algemeenheden opgeven
die in de praktijk weinig beteekenen,
want, zoodra het er op aankomt een be
langrijke hervorming tot stand te brengen,
dan loopen de meeningen uiteen.
Leest de voorloopige verslagen over welk
wetsontwerp gij wilt, en het zal u on
mogelijk zijn er een bepaalde opinie uit
te diepen. De Regeering moet er eigen
lijk naar raden, wat de zienswijze van de
meerderheid is, en bij het openbaar debat
komen dan ook later allerlei verrassingen
.opduiken. Er worden amendementen in
gediend zonder dat er eenig overleg met
partijgenooten heeft plaats gehad, en dik
wijls beslist het toeval over het lot dier
wijzigings-voorstellen, reden waarom on
ze wetten er somtijds zoo kakelbont uit
zien en kort na de invoering reeds be
langrijke gebreken vertoonen. Bij zulke
amendementen-stormen ziet men de man
door de beide zaken met elkaar in verband
te brengen, kwam hij tot het besluit, dat
zijne veiligheid ervan afhingdat hij de
plaats, waar het geld verborgen was, niet
aan mijn vader bekend maakte en dezen,
wat geldzaken betrof, van zich zelf af
hankelijk hield.
z/De oude heer zorgde er zeker wel voor,
het boek voor je vader te verbergen
z/Hij verbrandde het."
Ik slaakte een zucht van verlichting.
z/Als er werkelijk iets is verbergt hij
dat zoo goed dat niemand er iets van
weet. Om den schat te zoeken, zonder te
weten waar hij ligtzou een onbegonnen
werk zijn. Wij konden misschien het ge-
heele klooster afbrekenen niets dan de
afbraak voor onze moeite hebben."
z/Hij zal je het geheim wel openbaren,
nu de reden om het te verbergen sedert
den dood van je vader niet meer bestaat."
//Misschien wel; maar ik heb volstrekt
geene hoop op een goeden uitslag."
Weer vond mijn overkropt gemoed ver
lichting in een zucht.
z/Hoe denkt hijdat dat goud daar
komt?" vroeg ik.
i/O, zei ik, dat het goud was?"
z/Ja dat dat geloof ik wel."
z/Ja, mijn grootvader zegt, dat het goud
nen van de overzijde als een wig dringen
in de kloof der liberalen, om van elk ver
schil of geschil voordeel te behalen. En
de liberalen begrijpen niet, dat zij telkens
weer een gedeelte van hun invloed inboe
ten. In Duitschland hebben de vrijzin
nigen op die wijze al hun vroeger be
haalde voordeelen verspeeld, in Neder
land zou het wel eens evenzoo kunnen
gaan.
Een partij verbond, gelijk we dat bij de
anti-revolutionairen en bij de ultramonta-
nen aanschouwen, is voor de onzen na
tuurlijk iets ondenkbaars: voor hen die de
vrijheid liefhebben, is het altijd veel moeie-
lijkerzich aan eenige leiding te onder
werpen dan voor de mannen van het gezag.
Maar volstrekte bandeloosheid is even
noodlottig. Er zijn vraagstukkendie
reeds jaren achtereen dringend naar op
lossing hebben gewachten het wordt
tijd dat niet slechts enkele liberale indi
viduen hun zienswijze kenbaar maken,
doch dat de liberale partij, in haar ge
heel genomen, een beslissing neme. Om
maar iets te noemen: van jaar tot jaar is
de behoefte naar financiëele hervorming
grooter geworden: we hebben al onder
scheidene malen moeten hooren, dat ver
sterking onzer staatsinkomsten noodzake
lijk is en toch, de voorstellen, daartoe
gedaan, worden of met de meeste koelheid
bejegend, of zoo van alle kanten bestre
den, dat de uitslag hoogst twijfelachtig is,
In welke richting, volgens welke begin
selen, door welke middelen moet het finan-
ciëel evenwicht naar het inzicht der libe
rale partij worden hersteld? Men weet
het niet. De opvolgende ministers tas
ten in het duister rond. Niet minder is
isdat door den laatsten abt van het
Crastoch-klooster verborgen is, om het te
beschermen tegen dien vromen beschermer
van het geloof, Hendrik VIII. Dat is alles,
wat ik van dien schat heb kunnen verne
men. Ongelukkig heeft die wetenschap of
zinsbegoocheling van mijn grootvader, wat
het ook zij, een ongelukkigen invloed op
onze kleine bezitting uitgeoefend."
z/Hoe zoo, als ik vragen mag?"
z/Wel, u weet, dat onze familie al lang
arm is geweest. Het bezit van een adellij
ken titel heeft menigen Grandison verhin
derd zijn inkomen te verminderen door in
den handel te gaan en iedere lord merkte,
dat hij armer was dan zijn vader. Familie
trots was oorzaak, dat het klooster niet in
andere handen overgingen het kost jaar
lijks zeer veel aan onderhoud. Mijn groot
vader leende geld, en mijn vader heeft
hetzelfde gedaan, en daar zij geen anderen
waarborg hadden, dan het klooster, geloof
ik, dat het zeer bezwaard is met hypothe
ken. Het had al lang verkocht moeten wor
den zelfs mijn vaderhoe weinig hij
ook op de hoogte was van geldzaken, zag
er de noodzakelijkheid van in en heeft er
voor jaren reeds met mijn grootvader over
gesproken. De oude edelman verzette er
zich langen tijd tegen, maar eindelijk, toen
zulks het geval met het koloniaal beheer.
Daar schijnt zoo iets te bestaan dat men
de liberale koloniale staatkunde noemt,
doch wat het eigenlijk is, en tot welke
resultaten het moet leiden, kan niet wor
den uitgemaakt, van wege het niet onbe
duidend verschil in de toepassing.
In de periode die het Ministerie-Kappey-
ne voorafgingdoorliep de blijmare het
land, dat de gezamenlijke leden van onze
parlementaire linkerzijde zich vereenigd
hadden tot gemeenschappelijke bespreking
der openbare aangelegenheden. Hoeveel ge
wicht de natie daaraan hechtte, bleek
terstond: allerwege werd die aaneenslui
ting met belangstelling begroet. Helaas,
het werd spoedig duidelijk dat men zich
te veel had voorgesteld: de band was
uiterst zwak, het verbond spatte uiteen,
en het drijven van een politiek op eigen
hand openbaarde zich erger dan ooit te
voren.
Vandaar dat we, met een beslist libe
rale meerderheid in beide takken van Volks
vertegenwoordiging, zoo weinig vooruitgaan.
De publieke geest wordt al meer en meer
dommelig en mater is gebrek aan be
zieling, aan opgewekt leven, aan kracht
ten goede. Te vergeefs zien we uit naar
manuen, die weten wat zij willen en die
de macht hunner innigste overtuiging ook
door hun gelijkgezinden zien erkend. Ons
ontbreekt een uitstekende persoonlijkheid
die, het schipperen der laatste jaren moe
de, den stroom weet te leiden en den
kleinzieligen naijver te beheerschen. De
regeeringspolitiek is een soort van kans
spel geworden, een opeenstapeling van
onsamenhangende voordrachten en voorstel
len waarvan de aanneming geheel aan
er onmogelijk meer hypotheek op het kloos
ter genomen kon worden, werd hij ertoe
gebracht om het raadzameof liever de
dringende noodzakelijkheid van den ver
koop in te zien. Juist omstreeks dien tijd
kwam hij dien schat op het spoor, en ge
bruikte deze ontdekking als voorwendsel
om het te behouden, en de schuld tot
het uiterste te doen aangroeien. Mijn vader
dacht, dat die verborgen schat een uitvind
sel van mijn grootvader was om het buiten
zoolang mogelijk te behouden. U ziet, dat
hij, in spijt van al zijne wijsbegeerte, eene
groote hoeveelheid familietrots heeft geërfd.
Dat is hem misschien wel te vergeven."
z/Zou je als Lord Grandison er ook niet
tegen opzien van eene bezitting te scheiden,
die zoo lang aan de familie heeft behoort
z/Ja, zonder twijfelmaar daar moet ik
mij overheen zetten, wanneer ik Lord Gran
dison word. En nu weet u waarom ik zoo
gaarne geld wil verdienen namelijk om
de bezittingen van de familie weer te her
stellen. Niet dat ik het klooster hoop te
behoudenik vrees dat wij daarvoor reeds
te ver zijn gegaan. Ik kon u niet zeggen
waarom ik geene som kon storten, noch
waarom het van zoo groot belang was, dat
ik aan het werk ging, terwijl mijne vader
nog leefdeu begrijpt mijne gevoelens op