NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ten, Eews, Hamrali, iomlalm, taglai, Lensden, Saest, Woensdag 13 October 1880. Verborgen Goud. No. 82. Negende Jaargang. Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens §V„ uur,des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. FEUILLETON. &MERSF00RTSC1E COURANT. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,—. UitffeVer 1 M StlotllOUWCr Advertentiën van 1—6 regelsJ 0,40. Franco door het geheele Rijk7. 1,10. Iedere regel meer 0,05. Afzonderlijke nummers 3 Cent. TE AMERSFOORT. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in. OFFICIËELE PUBLICATIEN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op art. 6 der wet van den 2. Juni 1875 (Staats blad No. 95) Brengen ter kennis van het publiek, dat een door NICOLAAS VAN DE ROEMER ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene droger ij van Sigaren, in het perceel al hier gelegen aan de Scherbierstraat, wijk A, No. 304, bij het kadaster bekend onder sectie E, No. 2088, op dé Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Maan dag, den 25. October aanstaande, des vooimiddags te elf ure, gelegenheid ten raadhnize wordt gegeven om, ten overstaan van het gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting intebrengen. Amersfoort, den 11. October 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTDS. VAN PERSIJN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op art. 6 der wet van den 2. Juni 1875 (Staats blad No. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat een door GERR1T VAN DIJKHUIZEN ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene Slachter ij, in het perceel alhier gelegen aan de Slijkstraat, wijk A, No. 36, bij het kadaster bekend onder sectie E, No. 1710, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Maandag, den 25. October aan staande, des voormiddags te elf ure, gelegenheid ten raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het ge meentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwa ren tegen het oprichten van de inrichting intebrengen. Amersfoort, den 11. October 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. XXIV. //Onmogelijk, geheel en al onmogelijk/' zeide mijnheer Clifford. Toen hij mij aan- ;eek miste zijn gelaat dien vriendelijken trek, dien ik erin gewoon was. Ik geloof at hij mijne schuld op mijn gelaat las. Na eenige oogenblikken begon mijnheer Clifford //Mijnheer Brooke u heeft mij nooit uw vertrouwen onthouden, wil u mij nu uwe moeilijkheden niet mededeelen Al kan ik h dadelijk het geld niet geven, er is toch nog wel een middel, om u te helpen." Ik dacht even na, hoe ik hem de zaak zou kunnen mededeelen, zonder mijne schuld te verraden. Toen zeide ik: //Ik ben deze som aan de familie Gran- ison verschuldigdbuiten hun weten ben ff hun debiteur geworden. U begrijpt misschien niet hoe." //Het is natuurlijk mogelijk." //Het erfgoed zal weldra aan Harold Grandison komen, wanneer dit niet reeds gebeurd is." //Is dat uw compagnon?" ii Ja. De bezitting bestaat uit een kloos ter en land, geschat op honderdduizend De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op art. 264 der gemeentewet, Doen te weten, dat het eerste aanvullingskohier der plaatselijke directe belasting (HOOFDELIJKEN OM SLAG) over het dienstjaar 1880 voorloopig vastgesteld is en gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 10 tot 1 uur, op de Secretarie der gemeente voor eenieder ter lezing zal liggen, binnen welken termijn elk op het kohier aangeslagene bij den Raad bezwaren tegen zijnen aanslag kan inbrengen. Amersfoort, den 11. October 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Brengen den ingezetenen in herinnering de navol gende bepalingen van de artt. 27 en 42 der wet van den 29. Maart 1833 (Staatsblad No. 4), houdende de BE LASTING OP HET PERSONEEL, gewijzigd bij de artt. 7 en 14 der wet van den 9. April 1869 (Staats blad No. 59) I. Die na den 15. Mei een perceel in gebruik neemt, is voor dit perceel de belasting naar de vier eerste grond slagen, voor den tijd des dienstjaars die dan nog over is, verschuldigd. Aan den belastingschuldige die in den loop des dienst jaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in zijnen dienst achtertelaten, wordt ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars die dan nog over is, indien daarvan door hem binnen den tijd van eene maand, volgende op die waarin hij het perceel ver liet, tegen bewijs, schriftelijk aangilte is gedaan ten kantore van den Ontvanger, op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet. De ontheffing wordt ook verleend over het driemaan- delijksch tijdvak waarin het perceel werd verlaten, in dien de belastingplichtige daarna, doch in den loop van datzelfde tijdvak, een ander perceel waarvoor hij belas tingplichtig is, in gebruik neemt. Bij overlijden van den belastingplichtige treden zijne erfgenamen in dezelfde rechten en verplichtingen. Het iugebruikstellen van dienst- of werkboden en paarden, of van die welke, aanvankelijk gebezigd tot onbelastbare of minder belastbare einden, overgaan tot belastbaar of hooger belastbaar gebruik, wordt met aan schaffing gelijkgesteld. Aangifte daarvan wordt gedaan op een biljet ter in vulling bij den Ontvanger verkrijgbaar. II. De belanghebbenden worden voorts opmerkzaam gemaakt op hunne verplichting, ingevolge de wet van pond. Zij is bezwaard met eene schuld van dertien duizend pond. Wanneer die schuld niet afgelost wordtwil deze jon ge man het buiten ouder de waarde ver- koopen, terwijl hij daardoor een huis ver liest, dat gedurende driehonderd jaar de geboorteplaats van de leden van zijn edel geslacht is geweest." Mijnheer Glifford zag mij weer vriende lijk aan, alsof zijn vertrouwen in mijne rechtschapenheid hersteld was, toen hij zeide. wËn u, als een man van eer, wenscht die opoffering te voorkomen? Maar zeg mij nu eens mijnheer Brooke, hoever is hij gegaan met de onderhande lingen voor denverkoop van het buiten?" Ik vertelde hem de bizonderheden van den dood van zijn vader, de ziekte van zijn grootvader en zijn vertrek, en gaf hem toen den brief van Quyp aan Lord Grandison. Mijnheer Clifford las den brief, toen hij hem mij teruggaf, zeide hij: „Deze zaak is gemakkelijk te verhelpen. Als vriend van Sir Grandison, heeft u volmacht om voor hem te handelen. Ga naar Quyp en Crankie, en laat de onderhandelingen op houden. Zeg hun dat u allen reden heeft om te gelooven, dat Sir Harold dat uistel wenscht; zij zijn dan genoodzaakt er hem over te schrijven, en dat geeft ons tijd om het geld te krijgen. Zooals ik u den 26. Mei 1870 (Staatsblad No. 82), betrekkelijk de GRONDBELASTING, om van de nieuw-gestichte of herbouwde gebouwen binnen drie maanden na de ge heele of gedeeltelijke ingebruikstelling van het gebouw- of, wat de ongebouwde eigendommen betreft, vóór den aanvang der landverbetering, aangifte te doen bij het Bestuur der gemeente waarin de eigendommen gele gen zijn. Bij verzuim zal men zichzelven te wijten hebben de nadeelen die hieruit moeten voortkomen. Amersfoort, den 11. October 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de Com missie, die zich gedurende onderscheidene jaren heeft belast met de bezorging van spijzen aan behoeftigen, zich weder bereid heeft verklaard om gedurende den aan staanden winter hare pogingen tot leniging van de ar moede voortezetten. Burgemeester en Wethouders openlijk hunnen dank betuigende zoowel aan de bovengenoemde Commissie, voor hare belanglooze eu edelmoedige werkzaamheid, als aan de Ingezetenen, voor hunne milddadige medewer king, maken tevens bekend dat de Commissie voorne mens is, om op Maandag den 18. October e.k. aantevan- gen met het openen der aan de huizen te doene inschrij vingen tot deelneming aan het uitdeelen van spijzen ge durende den aanstaanden winter; terwijl de ingezetenen dezer gemeente dringend worden aangespoord om door ruime inteekeniug de heilzame pogingen dier Commissie te ondersteunen en daardoor hunne belangstelling in deze zoo nuttige inrichting te toonen. Amersfoort, den 12. October 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. Amersfoort, 12 October 1880. Den 26 October e.k. zullen de tooneelis ten van den Amsterdamschen Stadsschouw burg alhier in //Amicitia" eene voorstel ling geven. Naar wij vernemen zullen zij dan opvoeren1Rechtvaardige Overivin- ning, en 2. De Vergissingen van Mijnheer. al gezegd heb, het is vrij gevaarlijkmaar als wij maar tijd hebben, kunnen wij den veiligsten weg opsporen. Ga nu dadelijk naar Quyp en Crankie, dan zullen wij morgen de zaak verder bespreken. Wacht eens, u zendt van avond zeker den brief naar Sir Harold?" z/Ja!" //Voeg er dan een paar regels bij, om hem te melden dat u de verkoop heeft laten staken, om te trachteD het kwaad te voorkomen." Tranen van dankbaarheid stonden mij in de oogen. Ik werd half waanzinnig van vreugde bij deze gunstige wending. Ik weet niet wat ik Harold schreef; ik zou bijna vergeten hebben den brief van de zaakwaarnemers erbij te voegen, wan neer de bedaarde oude Clifford mij er niet aan herinnerde had. Ik bracht den brief in de bus en haast te mij naar Lincoln's Inn. //Kan ik de heeren Quyp en Crankie spreken?" vroeg ik. //Mijnheer Quyp is thuis. Wie moet ik zeggen dat er is?" z/Brooke; ik kom voor Sir Harold Grandison Na eenige oogenblikken werd ik bij mijn heer Quyp binnengelaten. z/Ik kom," zeide ik, //op last van Sir Harold Grandison, om den verkoop van Het eerste stuk is, als wij ons niet be driegen, eene vertaling van Legouvé's too- neelspelPar droit de couquête, hetwelk in de laatste dagen onder den titelTa lent en Geboortemet zeer veel succes te Amsterdam en 's Hage door het Neder- landsch Tooneel is opgevoerd. Het tweede stuk, geschreven door den Heer Fournier, door onzen tooneeldichter F. H. Greb in een Nederlandsch gewaad gestoken, is mede zeer geschikt om een talrijk publiek naar //Amicitia" te trekken en het een aange name kermisavond te bezorgen. Z. M. de Koning Groothertog heeft be noemd tot commandeur der orde van de Eikenkroon Baron Taets van Amerongen, kommandant van het regiment Rijdende Artillerie; en tot ridder van dezelfde orde Jhr. van den Bosch, ordonnance-officier des Konings. Het rondgezonden adres: //ter verbete ring van het zangonderwijs op de scholen voor lager onderwijs alhier" ligt nog eenige dagen ter teekening bij den Uitgever dezer Courant, den Heer A. M. Slothouwer. Onze stadgenoot Dr. R. A. Kollewijn heeft deze week de actemiddelbaar on derwijs verkregen voor de Hoogduitsche taal en letterkunde. De inwijding van het nieuw gestichte gebouw bestemd voor progymnasium te Amersfoort, zal naar wij vernemen plaats hebben op Zaterdag, den 16. October a.s., 's namiddags te twee ure. het Crastock-klooster op te houden." z/Het spijt mij zeer, mijn waarde heer,"1 zeide mijnheer Qnyp, met een vleiend glimlachje, //maar u komt een beetje te laat, Crastock is van morgen verkocht, voor den prijs, dien Sir Geoffrey Grandi son er voor gesteld had, en wij hebben het geld reeds ontvangen." Met dit slechte nieuws haastte ik mij weer naar Turnivals Inn. z/Dat is erg ongelukkig maar misschien kunnen wij nog eene overeenkomst met den kooper maken," zeide mijnheer Clif ford die mij nu even gaarne scheen te wil len helpen als hij er vroeger tegen op had gezien. z/Maar om dat te doen, moet ik het geld hebben om de schulden van Sir Ha rold Grandison te betalen." z/Ja, ja, dat komt wel terecht. Ik zal zien wat er gedaan kan worden. Wees ver zekerd, mijnheer Brooke, dat ik alles zal doen om u te helpen, nu ik uwe beweeg redenen ken. Morgen hoort u zeker van mij, en ga nu maar gerustgesteld naar huis." Het is gemakkelijk gezegd, ga gerust gesteld naar huis; maar wie kan dien raad opvolgen wanneer men voortdurend door berouw vervolgd wordt? Ik trachtte mijn geweten te sussen met de gedachte, dat het goud, wanneer

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 1