Soest. Bij besluit van ZEx. den Mi nister van Justitie, d.d. 2 October jl., is op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan den tot den 1. October te Houten gestationneerden Rijksveldwachter T. J. G. Pardoen, sints dien datum in dienst als gemeenteveldwachter te Soest. Praatjes achter de toonbank. BINNENLAND. Bij den boekhandelaar Fuik te Leiden ligt ter teekening een adres aan den Koning, om wederinvoering van de doodstraf. Het Vad. ontleent daaraan 't volgende: Sire z/De ondergeteekenden, allen burgers van den Staat, en van Uwe Majesteit de ge trouwe onderdanen, komen met eerbied en bescheidenheid, om hun klachten en ver zoeken aan de voeten van uwe Majesteit neder te leggen. //Klachten, Sire! die ook van Uwe Ma jesteit uitgaan en waarin Hoogstdezelve deelt, met alle Zijner Majesteits onderda nen. //Klachten, Sire! over den gruwelijken en onmenschelijken moord, aan het onschul dige dertienjarig zoontje van den heer Bo- gaardt gepleegd. //Klachten, Sire! dat, waar het zwaard der gerechtigheid in de schede blijft en de bloedvergieter, tegen Gods wet, in het leven wordt gelaten, het leven van niemand Uwer Majesteits onderdanen, noch van hun kin deren meer veilig is z/En met den blik op ons vaderland, hoe, sedert de wet tot afschaffing van de doodstraf, de moorden op onrustbarende wijze zijn toegenomen waarvan de residen tie kan getuigen, eerst aan den moord van mevrouw van der Kouwen en nu weder om aan het ongelukkig kind gepleegd reden waarom Uwer Majesteits hofstad het allereerst om wraak schreeuwt vanwege het vergoten bloed. z/De Allerhoogste, Sire! heeft ons doen weten, dat de overheid het zwaard niet te vergeefs draagt. Gods wet dus boven der menschenwet stelleude, zoo is het, Sire! dat zij zich beroepen in den naam van den Hoogsten Wetgever, op Zijn gebod: ;/Die zijns broeders bloed vergiet, diens bloed zal weder vergoten worden." z/En gezien hebbende, Sire! hoe de Grond wet Uwe Majesteit, volgens art. 69, le lid, de macht verleent, om ontwerpen van de wet aan de Staten-Generaal voor te dragen, zoo is het, Sire! dat zij bij hun klachten hun nederig verzoek voegen dat het Uwe Majesteit behage van Hoogst- derzelver macht gebruik te maken, en den Staten door Uwe Majesteit worde voorge dragen een wet tot wederinvoering van de doodstraf, opdat niet langer in ons dier baar vaderland bloedschulden aan bloed schulden raken, en de wraak kome over het onschuldig vergoten bloed." ik het niet genomen had, met het kloos ter uit de handen van de familie Gran- dison zou zijn gegaan, en dat Harold niets verloren had door mijn diefstal; maar die redeneering gaf mij geeue rust; in tegendeel ik kwam hoe langer hoe meer tot de overtuiging, dat het eerloos was het wegnemen van het goud nog langer te verbergen, voor hem, die erdoor be nadeeld werd. Wanneer ik het goud niet weggenomen en toch het bestaan ervan verborgen ge houden had, zou ik niet zedelijk gehan deld hebben. Harold Grandison zou even veel door mijn zwijgen verliezen, als wan neer hij wist waar het goud was geweest en ik het hem ontroofd had. Ieder is ver plicht te doen wat zijn geweten hem zegt zonder op bizondere omstandigheden te letten; en ik had niet naar de ingevingen van mijn geweten geluisterd. Als ik mijne ontdekking aan Sir Geoffrey Grandison had medegedeeld, op 't oogenblik, dat ik haar deed, zou hij zijne schulden kunnen be talen, en zijn zoon zou de bezitting niet verloren hebben. Ik kon mijn angst niet verbergen voor Iris en Grootma. Ik verachtte mijzelf, en daar ik voelde, dat ik geen medelijden ver diende, vermeerderde de belangstelling van de twee vrouwen slechts mijn onaangena- men toestand. Zij wisten dat Harold weer naar Nizza geroepen was, en dat ik voor zaken naar Londen was geweest, maar dit alles was niet voldoende om mijne zenuwachtigheid te verklaren. Grootma meende, dat ik hoofdpijn had, De vorst van Waldeck Pyrmont is Zon dagavond te half acht uren met gevolg te 's Hage aangekomen. Z. D. H. is vergezeld van zijn hofmaarschalk, baron van Hudeln. Z. M. de Koning heeft den kolonel graaf Dumonceau, Hd. adjudant en partikulier sekretaris, toegevoegd aan den vorst tijdens diens verblijf alhier. De vorst houdt ver blijf in het paleis des Konings, alwaar het bruine appartement te zijner beschikking is gesteld. De Koning heeft zijn schoonvader aan het station begroet en werd bij die gele genheid vergezeld door mr. B. J. Graaf Schimmelpenninckgrootmeester van het huis van hunne Majesteiten, en den min. van buitenl. zaken, Zr. Ms. adjudant ko lonel Baron Taets van Amerongen, kolonel graaf Dumonceau en Zr. Ms. ordonnance- officier baron van Heeckeren van Moleca- ten; allen in groot gala-kostuum. Naar den degenstok, dien de Jongh in het kanaal geworpen heeft en op wiens bezit als een gewichtig bewijsstuk tegen den misdadiger de justitie grooten prijs stelt, wordt nog steeds vruchteloos ge- vischt. Gisteren werden, met een duiker pogingen aangewend om hem nog te vinden, doch zonder gevolg. Naar proeven die genomen zijn, is het zeer goed mogelijk dat de stok een eind ver met den stroom is afgedreven. De sergeant Musquetier heeft van de waardeering, die de belangrijke dienst, welke hij de justitie bewezen heeft tot op sporing van den moordenaar, bij Z. M. den Koning vond, een bewijs ontvangen, dat hem zeker meer dan eenig ander welkom zal zijn. Op speciaal verlangen van Z. M. zal hij terstond tot den hoofd cursus te Kampen worden toegelaten om zich op het officiers examen voor te bereiden. Tevens zal op officieele wijze 's Konings hooge tevredenheid over zijne handelwijze aan het leger kenbaar worden gemaakt. Aan den heer Bogaardt heeft Z. M. den wensch te kennen gegeven, om het portret van den ongelukkigen Marius te mogen zien. Aan dien belangstellenden wensch is gaarne door den heer B. ge volg gegeven. Op het voorbeeld der Ned. Rijnspoor wegmaatschappij, die in deze maand haar stoomtramdienst UtrechtHarmeien zal openen en misschien ook een dieDst UtrechtDriebergen zal de Hollandsche Spoorwegmaatschappij met den winterdienst een dergelijke reisgelegenheid aanbieden tusschen Rotterdam en 's-Hage; nagenoeg elk half uur zal men van beide plaatsen kunnen vertrekken, terwijl de reizigers aan eiken weg of overpad zullen kunnen op en afstappen. De Maatschappij zou, vol gens het Rott. NU., tot deze maatregel besloten hebben om het reizend publiek en vroeg mij daarom niets meermaar ik merkte heel goed, dat zij geen oogen blik aan mijne goede gezondheid twijfelde. Ik keek in een boek, dat ik opgenomen had, maar wanneer iemand mij gevraagd had waarover het handelde, zou ik het hem niet hebben kunnen zeggen zonder den titel nog eens na te lezen. Ik begon te vreezen, dat mijnheer Clif ford niet genoeg geld zou kunnen krijgen en dat de kooper van Crastock het kloos ter misschien niet weder wilde verkoopen. Toen kwam het in mij op, dat mijnheer Clifford zoo snel gezien had dat ik iets voor hem verborgen hield, misschien zou Harold ook gemakkelijk de ware betrek king waarin ik tot hem stond, ontdekken. Een gewoon huismiddeltje van Grootma was een flink vuur. Naast den haard hield zij er een met koper beslagen pook op na, dien zij in den loop van den avond een half dozijn keeren gebruikte bijna werk tuigelijk geloof ik en zij wijdde zoozeer hare aandacht aan het vuur, dat geen zwar te sintel het ontsierde. Na het avondeten bracht Iris mij de krant; zij deed zooveel mogelijk haar best om mij met onze bizondere zaken bezig te houden, maar niets kon mij uit mijne droefgeestigheid opwekken. Ik was blijde toen het eindelijk tijd werd om naar bed te gaan, en ik geheel alleen kou zijn. Mijne wezenlijke zorgen werden ver hoogd door ingebeelde angsten toen ik in bed lag. Niet dan tegen het aanbreken van den dag viel ik in slaap. Wordt vervolgd.) te gerieven, doch in het bijzonder om den regelmatigen loop van haar gewone treinen meer te verzekeren, omdat het druk per sonenverkeer op dat traject den geregelden dienst nu dikwijls bemoeielijkt. Wij vernemen dat de Pruisische Regee ring tegen 1 Januari a. s. de transitta- rieven voor het spoorwegverkeer met ons land heeft doen opzeggen. De geheele portee van dezen maatre gel is nog niet met juistheid te bereke nen. A. s. Dinsdag zal eene conferentie van spoorwegbesturen te Dusseldorp bijeenko men. De Minister van binnenl. zaken heeft ter kennis gebracht van hen, die het exa men ter verkrijging van det diploma van geëxamineerd en beëedigd landmeter wen- schen af te leggen, dat zij zich daartoe vóór 31 Oct. e. k. schriftelijk bij het Depart, van binnenl. zaken moeten aan melden. In de afgeloopen week zijn 105 perso nen (101 mannen, 4 vrouwen en 1 kind) wegens laudlooperij, bedelarij, gemis van papieren enz, door de justitie uit het rijk verwijderd. Men meldt ons uit Maastricht, dat de heer De Biebersteinde Nestor van de Tweede Kamer, ernstig ongesteld is, zóó zelfs, dat men zich voor zijn leven be ducht maakt. Een oud echtpaar te Amsterdam, waar van de man blind is, had zorgvuldig een somnietje van tachtig gulden opgespaard en geborgen in een houten kistje, terwijl het geld afzonderlijk in een doosje lag. Donderdagavond kwamen de oudjes in hunne slaapstede in de Land van Belofte- steeg en ontdekte dat de kist was open gebroken en het geld ontvreemd. Hun vermoeden viel op een jongeling, die in dezelfde slaapstede logeerde, en die te Rotterdam gevat werd, bij zich hebbende ongeveer f 16. De jongeling blijft alles ontkennen, doch onder het gestolen was een Engelsch ko peren muntstuk, dat werkelijk bij hem werd gevonden. De oudjes zijn radeloos over hun verlies. BUITENLAND. Figaro wil een hulde brengen aan Of fenbach. Het blad verklaart, niet het initia tief te willen nemen voor een monument ter eere van den meester dat heilig regt en die laatste troost komt alleen de familie toe maar het wil, met medewerking van eenige vrienden van Offenbach, een mar meren buste van den componist laten ver vaardigen en die ten geschenke geven aan het //Théatre de Variétés," dat door Offen bach rijk en beroemd is geworden, om in den foyer geplaatst te worden. Figaro denkt bij de onthulling dier buste eene plegtige voorstelling te organiseeren, waar bij alleen muziek van Offenbach ten ge- hoore zal worden gebragt. In de zaal zul len enkel vrienden en vereerders van den overledene worden toegelaten, dat wil zeg gen, gelijk Figaro het uitdrukt, dat de zaal te klein zal zijn. De Nouvelles du jour meldt, dat graaf Barral, Italiaansch gezant te Brussel, waarschijnlijk wegens persoonlijke redenen, Brussel verlaten en zal worden vervangen door baron Blaue Men verzekert, dat prins von Bismarck spoediger dan men wel eens meende, zal overgaan tot een herziening van het Duit- sche Strafwetwoek, met de bedoeling de daarin thans bedreigde straffen te ver scherpen //en speciaal de doodstraf voor meerdere gevallen dan waartegen zij nu is bedreigd, weder in te voeren." Zelfs in de Duitsche liberale bladen werd daartegen tot heden nog niet geprotesteerd. Naar men meldt, zou de Pruissische Landdag tegen 28 October e. k. worden bijeengeroepen. Een definitive beslissing moet echter nog niet genomen zijn. De Pall Mall Gazette meent te weten, dat de Engelsche regering zich thans bij al de mogendheden informeert, over de gemeenschappelijke maatregelen, die zou den kunnen worden aangewend, om te verkrijgen dat Turkije de verpligtingen, uit het tractaat van Berlijn voortvloeijende, naïeve. De maritieme operatien in de En gelsche Zee, waardoor men eene daadwer kelijke pressie op den Sultan hoopt uit te oefenen, is door alle mogendheden goedgekeurd en zullen met hare toestem ming worden uitgevoerd. De operatien zullen worden toevertrouwd aan ten minste drie mogendheden, welke als mandatarissen van Europa handelen. Uit Kaapstad wordt aan de Standard onder dagteekening van 5 dezer gemeld z/De toestand wordt dagelijks ernstiger en de opstand breidt zich uit: alle inboor lingen in dat deel der kolonie maken ge- meene zaak met de Basuto's. Aanvankelijk bepaalde de opstand zich tot westelijk Basuto land; thans zijn ook de Basuto's en het oosten van Drakenberg in verzet gekomen. De commissaris Brewalen begaf zich met twee vrederegters en een hon derdtal manschappen naar Kokstad, om hen tot kalmte te stemmen, maar zonder ge volg. Bayley te Maseru en Garrington te Mafetang gaan nog altijd verdedigender- wijze te werk, doch Mohales Hack werd ontzet en de daar aanwezige Europeanen kwamen met twee man aan dooden en acht aan gewonden vrij. De rustversto ringen in Oost-Griekenland worden van dreigenden aard. De Pondos en Galokas zijn evenzeer tot opstand geneigd. Er is geen voldoende magt beschikbaar, om tegen al deze stammen op te rukken, wanneer zij openlijk den oorlog verklaren. De toe stand baart de grootste bezorgdheid." De nationale tentoonstelling te Brussel zal, blijkens een officiëele kennisgeving, den 25n dezer gesloten worden. Tot zoo lang zijn de tuinen en zalen van acht uur des ochtends tot vijf uur des nam. voor den prijs van 1 fr. toegankelijk. Moord en wraakZiedaar de onder werpen van het dagelijksch gesprek bij zeer velen in Leeuwarden niet alleen, maar zeker bij velen in den lande. Had ik geld genoeg, ik ging uitlan- dig. Geen mensch komt voor mijn toon bank, of ik moet over de Haagsche moord praten. Honderd maal op een dag. //Verschrikkelijke moord daar in den Haag, hé koopman. z/Ja juffrouw! verschrikkelijk! ast u blief, een gulden vier en zestig en een half. Mooi weer, hé, en dat in October, en het blijft ook maar zoo." Ik hoop, dat ik er hiermee af ben, om ongezocht het praatje op een ander ter rein te hebben gebracht. Maar wel mis hoor. z/Vindt u niet, dat het een allerake ligste boel met de justitie in ons land is? Weet u hoe het wel weer gaan zal? Even als met Jut als hij zich zelf verraadt, dan zal de justitie hem wel pakken." //Moesten ze hem al niet reeds lang gehad hebben? Waarom, als de justitie in den Haag niet sterk of bij der hand genoeg is, hebben ze het heele corps gre nadiers en jagers niet in justitiedienaars herschapen en bij ieder huis, in elke straat, rondom de stad en waar maar een mensch kan komen en gaan, een man op post gezet De Koning zou er niet tegen zijn. De Koning heeft nu zelf ook weer een kind en weet dus wat een ouder om het hart ligt. Maar zou u niet denken, dat er een geheim achter zit, en dat de justitie hem niet pakken mag, omdat er dan meer uit komt en dat die tien dui zend guldens, die uitgeloofd worden, maar voor de leus zijn?" Heer in den he mel, gisteren avond bleef onze oudste een half uur langer dan anders uit voor hij van school kwam, en ik kan je vertellen, koopman, dat ik in doodsbenauwdheid zat, ik heb geloopen en gezocht, gevraagd en geroepen, tot dat ik niet meer kon. Ge lukkig kwam hij ongedeerd thuis; ik schreide van blijdschap en kustte hem wel tien maal; ik hield niet op, tot dat de snuiter me vroeg, waarom moeke schrei de en hem zoo kustte? Jongen, zei ik! moeke was bang, dat ze je vermoord hadden, kom nog eens hier, en ik kustte hem weer van voren af aan, totdat hij zich eindelijk losrukte, met de vuist voor me ging staan en zei: ja, maar ik zou hem welik heb Pieter van hier langs, die veel grooter is dan ik ben, laatst al onder gehad. Moê hoeft nooit bang voor mij te wezen. Maar ziet u, koopman

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 2