NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR imirl, Baant, Biscloten, Etuis, Bamis, Hoerelaten, BonM Lnstii, Soest, Zaterdag 27 November 1880. No. 95. Negende Jaargang. Advertentiën kunnen inge zonden worden tot uiterlijk 's morgens §V2 uur des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. Naar aanleiding Tan de Oorlogs-bepoting, Belangeloos en Trouw. &MERSFOORTSCHE COURANT Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden ƒ1,IKffeVPrfeio! SlOU Adyertentiën van 18 regelsO,AO. Franco door het gebeele Rijk. 1,10. Iedere regel meer 0,05. Afzonderlijke nummers 3 Cent. TB AlIERSEOORT. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags. Advertentiën zende men den dag vóór de uitgave in. wGeen geld, geen Zwitsers!" zegt het spreekwoord. Men zou meenen, dat het omgekeerde ook waar moest wezen. Of het dit in het algemeen iswillen we thans niet onder zoeken alleen op het gebied der nationale verdediging schijnt er wel iets op af te dingen te zijn. Immers, jaar in jaar uit brengen we zeer belangrijke offers voor ons krijgswezen, en nog altijd is de toe stand zoodanig, dat we eigenlijk geen oog dicht moesten kunnen doen als we ons ter ruste begaven met de gedachte, hoe het wel gaan zal wanneer we een aanval van een buitenlandschen vijand hebben te door staan. Jawe geven wel veel geld maar met de Zwitsers is het naar gesteld. (Men vergeve ons dit onwillekeurig rijmpje.) Ook de lezing van het Voorloopig Ver slag der Kamer op de eerlang in behande ling komende begrooting van het departe ment van oorlog stemt ons niet heel vroolijk. Om met een voornaam punt te beginnen, we lezen in het overzicht dat de dagbla den van het Verslag geven, het volgende aangaande de dubbeltjes quaestie //Vele leden hadden bezwaar tegen het eindcijfer der begrooting, omdat het hoo- ger is dan dat voor 1880 en de grens der FEUILLETON. II. z/Ik zal het dan maar moeten leeren. Door strijd ontwikkelt zich de kracht, op die manier alleen zal het kunnen bewezen worden of ik al dan niet waarlijk talent bezit." Zij zag hem met teederheid en trots in de oogen. //Moge het u gelukkenmijn geliefdemaar achde armoede onderdrukt zoo menig waarachtig talentde zorg voor het dagelijksch brood belet het opstijgen zelfs van den vurigsten geest. Hoe zeer hoop ik, dat dit lot u bespaard zal mogen blijven." Terwijl zij deze laatste woorden uitsprak, had hij de riemen ingehaald en zich voor over buigende greep hij hare hand, waarop hij plotseling een1 teederen kus drukte. z/Vrees niets, lieve Hedwig", zeide hij bemoedigend, //vertrouw op mijn goed ge sternte. Die gemeene, materieele behoeften des levens zullen wij beiden wel nooit lee ren kennen, een klein beetje zorg is ech ter heel nuttig en spoort ons aan tot groo- tere arbeidzaamheid, en wel onder omstan digheden die soms nog heel dichterlijk financiëele krachten van het land zou over schrijden, zoo dezen niet reeds waren te boven gegaan. Aannemende dat de uitga ven voor oorlog ruim 17 millioen bedra gen had men tegen dit hooge eindcijfer bezwaar, omdat de ondervinding leerde, dat men voor al hetgeen reeds was uitgegeven, weinig resultaten had verkregen." Wij hebben ons veroorloofd, hier eenige woorden te onderstrepen, om ze des te sterker ter overweging aan te bevelen. Zeventien millioen gulden voor een land van even 4 millioen inwonersis gewis niet weinig. Maardezelfde klacht hoorden we reeds sinds we heugenis hebben, jaar op jaar. Het eindcijfer voor Oorlog schijnt de telkens wederkeerende nachtmerrie der Volksvertegenwoordiging te zijn, en toch, als 't er op aankomt, dan worden de ge vraagde sommen, schoon pruttelende, toe gestaan. Och ja, men hoopt immer door, dat alles in 't eind nog ten goede zal wor den geschikt, en dat we nog eenmaal den dag zullen beleven, die ons een leger-orga- nisatie aanbiedt waarmede we met eenige gerustheid de toekomst te gemoet kunnen gaan. Want, aan de mogelijkheid der verde diging wordt gelukkig niet getwijfeld. //De meerderheid vertrouwde dat de gunstige gesteldheid van onzen bodem aan een doel matig georganiseerde strijdmacht voldoen den steun zou verschaffen om hare taak met gunstige uitkomsten te volbrengen. De meeste leden achtten een goed leger, al ware het alleen tot krachtige handha ving onzer neutraliteit bij een oorlog tus- schen machtige natiën, gebiedend nood zakelijk." ü—uwmaa—a—^w—at zijn kunnen." Zijne lichtzinnige zorgelooze manier van spreken scheen haar volstrekt niet te be vallen. Zij schudde droevig het hoofd. //Scherts niet Gustaaf," zeide zij en een schaduw vloog over haar gezichtje, zorg en behoefte zijn lastige gasten en verwoesten niet alleen de poëzie maar ook zelfs de liefde." z/Wat zijt gij ernstighernam hij lachend, //men zou wel haast gaan denken dat die booze gasten reeds bij u aan tafel hadden gezeten en u in het lieve gezichtje hadden aangegrensd." z/En, lieve, weet gij of dit ook niet reeds gebeurd is?" Hij keek haar ernstig, bijna verschrikt aan. //Dat is niet mogelijk. Zoudt gij, mijne arme lieveling reeds werkelijk armoede gekend hebben? O, dat is eene gedachte, die ik bijna niet kan verduren." vEn toch is het zoo, GustaafMijn vader was, zooals gij weet, schoolmeester in een klein landstadje, en zijn jaarlijks inkomen bedroeg nog minder dan gij alleen ieder vierendeeljaars te verteren krijgt. Het was menigmaal zeer schraal bij ons in huis, zoo schraal, dat gij gelukskind er u bepaald geene voorstelling van zoudt kunnen maken. Geene vreugde heeft mijne kinderjaren om- In 't voorbijgaan werd nog even het vraigstuk van den persoonlijken dienstplicht zoomede dat van den algemeenen oefen plicht opgehaald. Men weet dat de heer Reuther volstrekt niet van plan is, te bre ken met het remplaceeringstelselde aan vallen, tegen dat verouderd en onhoud baar systeem van alle kanten gericht, heb ben hem niet van de wenschelijkheid der afschaffing kunnen overtuigen. Geduld maar! Als in den loop van den zomerde langbeloofde herziening van de wetten op de Militie en de Schutterij aan de orde komt, dan verwachten we alles van het initiatief der Kamerledenen dan zal het blijken of de publieke opinie krachtig genoeg is geweest om de meerderheid aan haar zijde te brengen. Al zou de heer Reuther er ook een portefeuille-quaestie van maken, wat wij niet hopen, want de lof, hem in den aanvang van het ver slag .toegezwaaid voor de even uitvoerige als zaakrijke wijze waarop hij zijn plannen had uiteengezet en zijn begrooting toege licht heeft onze volle instemming toch moet er, hoe dan ook, gebroken wor den met een misbruik, dat de beste krach ten des lands ontheft van de edele taak der landsverdediging. Die lof was echter niet zonder voorbe houd. De Minister heeft zijn cijfers en voor drachten gebaseerd op een regeling die nog in de toekomst ligt: //de voorgestelde reorganisatie besloot indirect reeds over voorgenomendoch onbekende wijziging der militie- en schutterij wetten. Goedkeu ring der aangevraagde credieten, in ver band staande met dislocatie en kazernee ring zou de vertegenwoordiging indirect geven, maar daarentegen eene voortdurende onthouding, en het harde gebod van plicht was mijn dagelijksche opvoeder. Wij klaag den zeer dikwijls over ons lot, en toch was het nog schitterend te noemen, vergeleken bij dat, hetwelk ons trof, toen mijn arme va der door eene horstkwaal op het ziekbed neder geworpen werd. De jaren die nu volgden waren een voortdurende strijd met de bitterste armoede, want de verzorging en verpleging van den zieke kostte meer dan zijn geheele inkomen bedroeg. Ver volgens stierf vader aan de tering, ten minste dit zeide de dokter, en moeder uitgeput door zorg, ontbering, hard werken en nachtwaken, volgde hem zeer spoedig in het graf. Mijne beide jongere zusters waren reeds vroeger gestorven. Ik bleef alleen over. Ik stond nu als het ware geheel op mij zelve. Gelukkig had vader, die de muziek hartstochtelijk liefhad, en behalve zijn post als schoolmeester ook' nog daarenboven als organist in de Dom kerk dienst deed, mij eene zeer goede muzikale opleiding gegeven, het was de eenige nalatenschap die hij mij geven kon. Op raad van een welwillend vriend, die mij ook eenige brieven van aanbeveling mee gaf, ging ik naar Berlijn, om daar door het geven van piano-lessen mijn brood te tot groote uitgaven bindenzonder dat eenige wettelijke waarborg voor stabiliteit in de uitgaven bestaat. Op grond van deze bezwaren gaf men den Min. in overwe ging, alsnog met een begrooting op de leest der voorgenomen reorganisatie geschoeid, te wachten totdat omtrent genoemde wet ten een beslissing zou zijn genomen." Het komt ons voor, dat de billijkheid van dit verlangen moeilijk kan worden ont kend. Keurde de Kamer de aangeboden begrooting onveranderd goeddan zou zij zichzelve plaatsen voor een fait accompli en haar eigen vrije beslissing aan banden leggen. Op die wijze zou van het budget gemaakt worden wat het nooit worden mageen ingrijpen in de bestaande wetten. 't Is te hopen dat de Min. zelf het onmogelijke van zijn stelsel zal inzien, en dat hij vooralsnog zijn begrooting tot de gewenschte verhouding zal terugbrengen. Dan kan later één van beiden geschie den: of er kan, na goedkeuring en be krachtiging der nieuwe militie- en schut- terijwetten, een suppletoire aanvraag gedaan worden, öf, wat wellicht de voorkeur verdient, de inwerking treding der bedoel de wetten kan op 1 Jan. 1882 worden bepaald, zoodat eerst de volgende begroo ting dienovereenkomstig behoeft te worden ingericht. Door te handelen gelijk hij gedaan heeft maakt de Minister zich schuldig aan een constitutioneele ketterij, die nog ver zwaard wordt door de omstandigheid, dat Z. Exc. zich bij de voorloopige uiteenzetting zijner plannen beroept op de goedkeuring van den Koning. Noch in de mondelinge, noch in de schriftelijke gedachtenwisseling verdienen. Het is een zeer treurig bestaan, Gustaaf, om die onopgevoede kinderen van vreemde menschen, en de soms nog minder welopgevoede half volwassenen te onder wijzen, vele vernederingen zijn er aan ver bonden, het doodt geest en hart, maar toch stelt het mij in staat om wel is waar in ne derigheid, maar altijd nog vrij wat beter te kunnen leven dan ooit te voren het geval was." z/En weldra zal het nog veel beter worden, lief kindriep Gustaaf, door liefde en mede lijden nog meer tot haar aangetrokken. //Gij zult uwe beste krachten niet langer voor een paar ellendige stuivers aan anderen ten beste geven. Ik zal het u ook maar niet langer verzwijgenhet is nu drie dagen geleden dat ik mijn' vader geschreven en hem alles bekend heb. Ik heb hem alles gezegd, niet alleen heb ik hem om mijne vorderingen als kunstenaar gesproken, maar hem ook te vens deelgenoot gemaakt van onze weder- zijdsche liefde. Ik heb hem over vergiffenis voor mijne ongehoorzaamheid gesmeekt en hem tevens zijn' zegen over onze ver bintenis gevraagd. Ieder oogenblik kan ik nu antwoord ver wachten en, zijt gij maar eens mijn vrouw tje, dan zal u geene armoede of behoefte meer kunnen kwellen."

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1880 | | pagina 1