Amersfoort, Baan, Bunschoten, Eemnes, Hamersvi,
il, Stout
t,
Woensdag 5 Januari 1881.
No. 2.
9
Tiende Jaargang.
Uitgever: A. M. Slothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
'g morgens 8VS uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
De laatste dagen van 1880.
Een stem uit het land van Heusden
en Altena, over den Watersnood.
FEUILLETON.
Belangeloos en Trouw.
Abonnement»prijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,
Franco door het geheele Kijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt dea Wotntdagt- en des Zaitrdagt.
TB AMKRSFOOBT.
Advertentiën van 16 regels
Iedere regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën rende men den dag vóór de uitgave in.
j 0,40.
0,05.
Dagen lang waren de haven en de draai
brug het punt van samenkomst van Heus-
dens ingezetenen om den meerderen of min
deren was te bespreken en de waarschijnlijke
gevolgen van een en ander te voorspellen.
Drie menschengeslachten waren bijna voor
bij gegaansedert een dijkbreuk in den
omtrek had plaats gehadmen mocht pra
ten over den toestand in het N.O. der
Provincie, over het gevaar voor Gelderland
van gevaar voor het land van Heusden en
Altena was geen sprake. Wel liepen er
voor een paar dagen geruchten van een
bedenkelijken kwel in den dijk van Nieuw-
kuijk, en was er voor het oogenblik een
paniek in dat dorp, maar de berichten van
officiëele zijden waren weldra zoo gerust
stellend, dat het geheele geval spoedig ver
geten was. Maar dat zou anders worden.
Op een paar zoele dagen, met een gemid
delde temperatuur van pl. m. 12" te warm,
was storm te wachtenhij brak dan
ook in den nacht van 29 op 30 December
verschrikkelijk los. ADgstig lag alles te
XII.
De man die in het rijtuig zat, sprong
er nu uit, en beval aan den koetsier, om
paard en wagen in den stal van de re
stauratie onder dak te brengen, en aldaar
zijne terugkomst af te wachten, toen ging
hij zelf met haastigen tred naar den oever
van het meer. Weinige oogenblikken later
roeide hij in een bootje naar den Schild-
hoorn, die omstreeks een half uur van
daar verwijderd was.
Het was Gustaaf Helm, dien de volgen
de uren eene beslissing voor geheel zijn
leven moesten brengen. Wel sidderde hem
het hart, wel kromp hij smartelijk ineen
als hij aan Ella dacht, maar zijn besluit
stond toch onwankelbaar vast. Hij kon
niet tegen zijne innigste overtuiging han
delen. Noch de dringende woorden van
rijn vriend, noch de zekerheid dat hij door
Ella bemind werd, konden hem van den
weg afbrengen, dien zijn plicht hem ge
bood in te slaan.
Zou Hedwig, wanneer hij haar beken
de, dat zijn hart aan eene andere toebe
hoorde, niet vrijwillig en trotsch zijne hand j
weigeren, al zou haar hart ook daaronder]
breken? Mocht hij nu echter zijn geluk
luisteren naar het geweldig bulderen van
den wind, toch duchtte men geen gevaar.
Om half vier in den morgen kwam bij
het Dijkbestuur bericht, dat het niet goed
was met den dijk bij Nieuwkuijk. Twee
leden trokken er dadelijk heen, de Voor
zitter en een der Heemraden. Om vijf uur
begonnen de Herptschen hun vee in de
stad te drijven, en akelig klonk het geloei
en de drukte in de bijkans tastbare duister
nis. Alles was op de been en stroomde
naar buiten. Daar kwam het aanrollen als
een bruisende zeenu dit kamp onder
dan dat kamp, nu dit huis, dat dat huis,
stijgende, wanneer het een weg ontmoette,
en met daverend geweld er over heen stor
tende, wanneer het de kruin van den weg
had bereikt. Wij behoefden niet te vragen
naar officieus noch naar officieel bericht
het was daar vóór ons, tastbaar, dreigend,
als een bode van naderend onheil. Het
was de doorbraak, en nog, terwijl wij dit
schrijven, is het ons gedeeltelijk onbekend
wat hij in den beginne vernield heeft.
Weldra liet de Burgemeester de nood
klok luiden om het benedenland te waar
schuwen, want het water ging voort, snel
gelijk de gedachtealles overweldigende
en liep in het begin iedereen naar Oud-
Heusden en Herpt, nu was de menschen-
stroom gekeerd naar de Wijksche poort;
ook van daar uit zoover men zien kon,
begon alles een barre zee te gelijken.
Spoedig waren de straten en pleinen vol
met vee en vluchtende huishoudens, het
geen alles onder dak moest worden gebracht
en men was er op bedacht, voor de stad
zelf te zorgen, terwijl er nog tijd en ge-
koopen met de levensvreugde van een
meisje, dat reeds alles voor hem had op
geofferd? Neen, nog liever ellende dan
nog eene zaligheid, die zoo duur gekocht
moest worden! Het edele bewustzijn dat
men zijn plicht getrouw volbrengt, schenkt
een inwendigen vrede, die geene schatten
ter wereld aan hem kunnen schenken, die
gewetenloos handelt en zijne plichten kan
verloochenen. En daarenboven, was hij dan
geen man, kon hij zijne hartstocht niet
onderdrukken, kon hij misschien niet nog
wel aan de zijde van Hedwig gelukkig
worden?"
Dergelijke gedachten hielden hem bezig
terwijl hij het bootje naar den tegenover-
liggenden oever stuurde. Daar aangekomen
zijnde wierp hij zich in het gras neder.
Het was nog slechts even over vijven, vóór
zes uur kwam Hedwig zeker niet ter be
stemder plaatse, en al gebeurde dat dan
ook nog, zoo kon hij immers binnen tien
minuten den Schildhoorn, die van hier uit
zeer duidelijk te zien was, gemakkelijk be
reiken.
Tot hiertoe had hij nog niemand zijner
bekenden ontmoet. Hij bad met het rijtuig
tot aan de restauratie aan den voet van den
Schildhoorn kunnen rijden, maar ten einde
iedere toevallige ontdekking van zijn doel
en zijn voornemen, zooveel mogelijk te ver
ijdelen, had hij besloten om den laatsten af-
legenheid was. Zoo toch het plan ware
doorgezet, dat sommigen opperden om aan
den Kattendijk het water tegen te houden,
dan was hier zeker binnen weinige uren
meer dan een Meter was gekomen, en dan
zou het wellicht te iaat geweest zijn. Alle
man was bezig, aan de poorten, aan de
Bromsluis, aan de spuien; met loffelijken,
niet te waardeeren ijver zag men den Bur
gemeester overal voorgaandat stelt de
burgerij op hoogen prijs.
Eindelijk kwam er ook bericht van den
doorbraak. Het bleek dezelfde plaats te zijn,
waarvan een paar dagen vroeger het gerucht
van doorbraak was geweest. De Peperstraat,
een heele rij arme hutten, was het eerste
offer, in den nacht circa 2 uur, van daar
links en rechts Nieuwkuijk, Vlijmen, Haar
steeg, Drunen, Elshout, Herpt, O.-Heusden,
Heesbeen, Doeveren, Eethen, en nu wel
licht al verder en verdertot die heele
vruchtbare en rijke kom, door zware dijken,
als door reuzenarmen omvat, in een groot
meer is herschapen. Nu is het alleen maar
de drukte en de beweging, die ons treffen,
maar dan komt de ellende; tiet in het ge
heim maar in hare gansche naaktheid
voor iedereen zichtbaar. Wat angst moet
er worden doorgestaan in een nacht als
den voorbij gegane, er schijnt geen einde
aan te zijn, de regen klettert onophoude
lijk neer en velen zitten zonder vuur, mis
schien ook zonder brood. Reeds gister
avond werd er dan ook reeds een Wa
tersnood-commissi e geconstitueerdbe
staande uit de leden van den Gemeente
raad de Regenten van de Godshuizen
de HH. D. Duijser, S. Verhagen, M. de
stand te water af te leggen. Dat scheen hem
veiliger toe, ook deed de lichamelijke in
spanning van het roeien hem bepaald goed;
zij was voor hem eene soort van tegenwicht
tegen de groote inspanning en opgewonden
heid der zenuwen.
Helder teekende zich de Schildhoorn tegen
den donkeren met dennen begroeiden achter
grond af. Gustaafs droge en brandende oogen
bleven voortdurend op hetzelfde punt staren,
het scheen hem toe als zou hij daar ieder
oogenblik een licht kleedje kunnen zien ver
schijnen en eene slanke vronwengestalte den
heuvel bestijgen. Hij kon het niet langer uit
houden, maar sprong weder in de boot en
greep naar de riemen. Tien minuten later
stiet de voorsteven van het schuitje tegen
het oeverzand dat zich aan den voet van den
Schildhoorn uitstrekte.
Gustaaf ademde diep, en beklom toen
moedig den heuvel. Die korte afstand tot aan
den top, viel hem toch zeer moeielijk en
dikke zweetdroppelen parelden op zijn voor
hoofd toen hij de zuil bereikt had. Hij keek
rond. Er was niemand in de nabijheid. Daar
beneden, ginds aan den oever, in het boscb,
en op het meer weerklonk telkens een luid
juichen, zingen en lachen. Gustaaf wierp
zijn hoed op den grond, leunde met over
elkander geslagene armen tegen de zuil aan
en staarde naar de zon die ginds aan den
gezichteinder ten ondergang neigde. Hij deed
Jongli, P. J. van Bokhoven en L. J.
Veerman, de laatste als Secretaris in plaats
van den Heer Sprengers, die bedankt had.
Er zijn dus mannen bij, die, behalve dat
zij wat willen ook wat kunnen en wat
durven aanpakken, en dat is bier noodig.
Brood is gebakken in massa's, booten zijn
gevraagd uit Gorinchem, wat hier beschik
baar was is nu, half acht in den morgen,
reeds uit, naar Genderen, naar Doeveren,
naar de Hoeven om levensmiddelen te
brengen om hulp te verschaffen.
De gevraagde hulp uit Gorinchem is
reeds aangekomenvan de laatste plaats
kwamen hier hedenmiddag 10 booten met
17 visschers aaD, om de bewoners der onder
water staande dorpen van brood en andere
levensmiddelen te voorzien. De Waters-
noods-commissie uit Gorinchem bezocht
heden onze stad: 1700 brooden werden
door haar mede gebracht, ten einde aan
behoeftigen te worden uitgereikt.
De Commissaris des Konings kwam
heden middag ten twee ure per stoomboot
alhier aan, ten einde zich ook hier persoon
lijk te overtuigen van de vreeselijke ramp.
De Watersnoods-commissie van Heusden
zond heden middag de stoomboot #Maas-
stroom" naar Haarsteeg om daarwaar
het meest noodig was, hulp te verleenen
en in de dringendste levensbehoeften te
voorzien.
Te Haarsteeg aangekomenvertoonde
zich een schouwspel, dat zells den hard-
vochtigsten week zou maken. Het dorp
zelf staat geheel en al blank bijna alle
buizen zijn thans verlaten, wat vluchten
kon is naar den dijk gevluchtde meesten
wat hij kon om zijn moed voor dien laatsten
en zwaarsten strijd te versterken. ,/Neen,"
zuchtte hij," nooit zult gij het vernemen,
mijn arm dapper meisje, dat mijn hart aan
een andere toebehoort. Ik zal er naar stre
ven om u gelukkig te maker, zoo geluk
kig als gij verdient te zijn, ik zal U
beloonen voor wat gij voor mij gedaan en
voor mij geleden hebt. Kom, Hedwig!
mijne armen zijn voor u geopend."
Een wonderbare vrede daalde nu in zijn
bait. De avondwind, die bij den ondergang
der zon wat meer aanwakkerde blies hem
langs het verhitte voorhoofd, terwijl hij daar
zoo onbewegelijk en als droom end de laatste
stralen der ondergaande zon opving, hij was
te zeer in gedachten verzonken om het heer
lijke schouwspel te kunnen genieten dat het
wegzinkende zonnelicht, nog steeds door
rooskleurige wolkjes omgeven, hem te aan
schouwen gaf. Een diepe vermoeidheid over
viel hem, als of de laatste zoo krachtige in
spanning, die dat moeielijke besluit hem ge
kost had, zijne zenuwen geheel en al had
afgemat. Verward en als in schaduw gehuld,
zonder scherpte of pijnlijke helderheid trok
ken afwisselende beelden het oog zijner ziel
voorbij, hij verkeerde als onbewust in een
droom. Dieper en dieper zonk de zon onder
maar Hedwig kwam niet.
Daar deden hem eensklaps vroolijke stem
men vergezeld van een zilver helderlachje,