verklaart bepaald juist zijn, is de
wever Ferdinand Beruathdie op dit
oogenblik een man Van 56 jaren, in zijn
jeugd slechts de normaalschool heeft be
zocht en een audoditakt is in den streng-
sten zin «van het woord. Beruath was
zooals Szilly mededeelde, reeds 26 jaar
oud, toen de neiging in de studie in
hem ontwaaktewaarop hijnaast zijn
handwerk, dat hij niet verzuimde, zich
met hart en ziel toelegde. Hij begon met
den bijbel, en ging vervolgens over tot
de wiskunde, sterrekunde en wijsbegeerte.
GEMENGDE BERICHTEN.
Op de ,/Bel" te 's Hage is een man on
der een springende en hossende kermis
troep geraakt. Zijn been werd zoo ernstig
gekneusd, dat men hem per vigelante
naar zijn woning moest vervoeren.
In den nacht van Donderdag op Vrij
dag woedde te Arnhem een felle brand
in een pakhuis, dat met gedeeltelijke wo
ning totaal verbrandde. Aan den wacht
meester der rijdende artillerie, Isink,
mocht het gelukkenden bewoner, die,
meenende dat een zijner tien kinderen in
het brandend perceel was achtergebleven,
naar binnen was geloopen, van e^n wissen
dood te redden, daar hij hem buiten
kennis op een brandend kamertje vond
liggen.
De nog jeugdige zoon van den heer L.
te 's Hage heeft zich schuldig gemaakt
aan diefstal van een gouden hoofdtooisel
en eenige andere voorwerpen ten nadeele
van de dienstbode zijns vaders en is ge
arresteerd.
Dicht bij onze oostelijke grenzen moest
dezer dagen in een dorp een onderwijzer,
tevens organist, gekozen worden. In plaats
van dadelijk met het koraal aan te vangen,
praeludeerde een der candidaten eerst wat.
Hij werd al dadelijk afgekeurd, omdat
//dit jo gar keen meesters was so as de
olie meesteroome was; die man kunn
glieck anfangen de sang to speulen; man
disse kerel mot eerst een heele tiedlang
na den toon soken."
In 1886 zal te Berlijn een groote ten
toonstelling van Duitsche paarden worden
georganiseerd door de Vereeniging tot ver
edeling van het paardenras daar te lande.
IemaDd was naar Amerika geweest en
vertelde van dat werelddeel allerlei zaken,
waarbij het aan leugens niet. ontbrak.
z/Kijk" zeide hij, //daar gaat alles met
stoom, en om u een voorbeeld te geven
hoe snel daar alles gaat, behoef ik u
slechts te zeggen, dat men 's morgens
een koffiehuis begon te bouwen en 's avonds
had de waard reeds den eersten gast bui
ten de deur gegooid."
maar bleef door de verstijving van zijn
arm er mede tegen de buitenzijde van
den coupé hangen en liet haar vallen.
Een half dozijn geitenkaasjes zijn geen
onherstelbaar verliesen in de hoop dat
de doos niets anders bevattetroostte hij
zich spoedig. Daar bij de neuzen niet
meer verhuld zagen de dikke met het
vriendelijke gezicht zelfs eenige woorden
van beklag tot bem richtte kwam hij
ondanks de leedvermaak achtige gezichten
der drie jonge damesZwaantje, Xeentje
en Arsenicadie hij nu veel minder mooi
vond weder in zijne vorige stemming.
Juist was hij van plan het gesprek
weder aan den gang te brengentoen ze
aan een station kwamen. Hier verkondig
de de lieve Julius tot H.'s groote ver
legenheid met geenszins uitgezochte
benaderende woordendat hij er nood
wendig eens uit moest. Wat te doen
Zijn wenscli te wederstreven ware hoogst
gevaarlijk geweest. H. liep daarom zoo
snel hij kon met hem ter zijdeom 't
kind nog gebruik te laten maken van de
korte halt. Bij het terug komen duwde
de conducteur hen, nog voor hij vragen
kon waarom in een anderen coupé en
smakte de deur achter hen toe waarop
de trein terstond verder reed.
Er waren nog twee plaatsen onbezet,
die ze bezetten; de dandy natuurlijk steeds
met het karton op zijn schootdat de
conducteur reeds véér hun intreden in
dezen coupé had overgebracht. Nadat hij
over de kleinhartigheid der dames, die
hem zeker door den conducteur hadden
De beruchte uitbreker Thali was op een
avond in de vorige week bijna weer uit
de gevangenis te Lucern ontsnapt. Om
streeks 9 ure hoorde een opzichter, in een
lokaal naast de cel waarin Thali zat, een
paar steenen uit een muur vallen. Onmid
dellijk maakte hij alarm; de cel van Thali
werd geopend, en daar stond de gevangene,
met een ijzeren stang zwaaiende, onder
bedreiging van ieder die hem te na kwam
de hersens te zullen inslaan. Na een be-
hendigen sprong en greep van een der
knechts, gelukte het evenwel terstond
den gevaarlijken gast meester te worden.
Het bleek toen dat de ijzeren boei, ter
dikte van 1 centimeter, waarmede zijn voet
aan een zware ketting lang bevestigd,
verbroken was, terwijl twee stalen staven
van 4 centimeter dikte uit het kozijn
waren gewrongen. Met de punt van een
dezer staven had hij een gat geboord in
den muur, die deels lang de binnenplaats,
deels langs een ander locaal loopt. Bij dit
werk heeft hij vermoedelijk om te kunnen
ontsnappen eer de nachtronde zou worden
gedaan, zich te veel gehaast en tengevol
ge daarvan waren er eenige steenen met
groot gedruisch uitgevallen. Men heeft niet
kunnen ontdekken hoe het hem gelukt is,
den zwaren voetboei te verbreken, men
zag wel dat die gedeeltelijk was doorge
zaagd, maar nergens was iets te vinden
waarmede hij dit kon hebben gedaan. Bij
de ontdekking scheen hij juist gereed om
door de opening heen te kruipen, waar
toe hij, ten einde zich niet te kwetsen,
zijn wollen deken om het onderlijf had
vastgemaakt.
Onder den kreet te //te wapen" werd
Vrijdag morgen te 4 uur te Antwerpen
de wacht gewekt, die aan de Deurnepoort
in dienst was; toen men buiten kwam, in
de gedachte dat het de schildwacht was,
die dat signaal gegeven had, bevonden de
verwonderde soldaten zich in de tegen
woordigheid van een zonderling persoon.
De man die geroepen had droeg een
hoed op het hoofddie wel een meter
hoog scheen mouwen en broekspijpen had
hij zoo ver mogelijk opgestroopt en de
bloote armen en beenen had hij met lang
waterlis versierd. Hij geleek een echte
wilde.
Toen men hem vroeg wie hij was en
wat hij wildeantwoordde onze man in
't Fransch en in 't vlaamsch, dat hij de
z/kornel der zouaven" was, dat de Pruisen
kwamen en hem een millard beloofd was
als hij ze tegenhield. Wilt gij mij helpen,
vroeg hij, wij zullen te zamen de Pruisen
verslaan en het millard deelen
Terwijl de verwonderde soldaten den
man aanhoorden, die blijkbaar krankzinnig
was, kwam er over de spoorbaan een
koopwarentrein aanstoomen.
z/Daar zijn zeriep de man, de Pruisen
de Pruisen
En hij plaatste zich op den spoorweg,
laten uitsluiten zijn stille verachting had
botgevierd, niet zonder zich toch te vleitn,
meer wegens de laatste begane onwelle
vendheid van zijn lastpostje dan wegens
zijn persoon te zijn verbannen, beschouwde
hij zijn nieuw reisgezelschapdat hem
echter zeer onverschillig liet. Rechts van
zijn beschermeling zat een israëlietisch
koopman, tegenover dezen een christelijke
commis voyageur. Links naast en schuins
over hem zaten twee ondoorgrondelijke
oude heeren en de twee midden-plaatsen
op de bank vis a vis waren ingenomen
door twee theologische candidaten. De
twee handelaars in aardsche waren, uitten
zeer gewaagde politieke hypothesende
ontluikende theologen praatten druk, maar
zachtjens en de twee ondoorgrondelijken
bromden elkaar soms iets over het weer
toe. Heidenrijk was dus aan zichzelf over
gelaten en maakte zich dit ten nutte tot
een classificatie der kleefsche schoonen
waarmee hij de eer had gehad kennis te
maken. Maar op eens begon Juliusje te
huilen en verkondigde met gebruldat
hij naast geen jood wilde zitten. //Niet
naast meneer Jood!" waren zijne wan
hopige uitgesnikte woorden. Het lieve
kind kende de joodsche natie zeker alleen
door een kindermeisjeals bullebak en
daar het met zijn fijn gehoor uit het zacht
gevoerde gesprek der theologische candi
daten de nationaliteit van zijn buurman
had vernomen vervulde hem die kennis
met angst en afschuw en T spektakel
hield niet op vdér H. met hem van plaats
had verwisseld. Nadat hij hem had gerust
spreidde de armen uit, als om den trein
op te vangen, en het was slechts dank, aan
den spoed waarmee men hem ter hulp
snelde, dat de ongelukkige niet door den
trein verpletterd werd.
De soldaten der wacht hebben den on
bekenden krankzinnige aan de politie over
geleverd die hem alhier naar het gasthuis
heeft gebragt.
Hoe een flinke kleermaker zich weet
te redden zou men de volgende geschie
denis kunnen noemen voor de waarheid
waarvan onze berichtgever instaat. Bij
een dezer dagen te Annweiler in den Palz
voltrokken huwelijk was ook een jong-
mensch uit Spiers uitgenoodigd, dien aan
zijn kleermaker had opgedragen hem zijn
rokdien bij reeds voor acht dagen besteld
had, voor het vertrekken van den eersten
trein te bezorgen. De kleermakerartist
verpandde zijn woord dat hij voor zes uur
het feestgewaad thuis zou bezorgen. Maar
de mensch wikt en de herberg beschikt.
De kleermaker was 's avonds wat opge
wonden maar dacht toch aan den rok
en zeide tot zijn weerhelft. Ik zal om 3
uur opstaanen dan is de rok binnen twee
en een half uur klaar." Onze kleermaker
echter sliep den slaap der rechtvaardigen
en toen hij wakker werd was het half
zes. Welk een schrik! Maar de wakkere
kleermaker wist zich te helpen. Hij gaf
een knecht last den onvoltooiden rok in
te pakken, stak zijn gereedschap in den
zakging daarom met zijn klant op den
trein en maakte onderweg den rok geheel
af. Toen het station Landau gepasseerd
washad hij er nog maar de knoopen
aan te zetten. Te Annweiler aangekomen
vloog de meester naar een collega om
het kleedingstuk uit te strijken en een
half uur later stond de rok den klant als
aan het lijf gegoten.
Den flinken kleermaker ontbrak het niet
aan mondelinge en klinkende bewijzen van
dankbaarheid.
Te Maastricht stond een jeugdig mare-
chausée in den slaap uit zijn bed op en
viel van de tweede verdieping der kazerne;
hij was helaas oogenblikkelijk dood.
Men meldt uit Middelburg:
Er vervoegden zich bij den burger
lijken stand albier een paar jongelieden,
met het voornemen om -zich in onder
trouw te doen opnemen. Bij het na
zien van de geboorteacte der aanstaande
bruid, bleek het, dat deze bekend stond
als tot bet mannelijk geslacht te be
hooren. Tot hun spijt moesten zij huis
waarts keeren zonder zich vooralsnog
bruid en bruidegom te mogen noemeD.
Een achtbare familie te St.-Petersburg
is door de toevallige verbinding niet de
nihilisten door een vreeselijk ongeluk ge
troffen. De dochter des huizes was met
gesteld en met een broodje met ham, dat
hij voor zichzelf in zijn zak hadden
mond had gestoptmaakte hij den ge
heel bedremmelden Israëliet alle mogelijke
verontschuldigingen, die deze ook aannam.
Onze gommeux liet zich met hem in een
gesprek in, en juist waren ze ijverig bezig
met het overwegen van den invloed der
telegn.af op het handelsverkeertoen
Heidenrijk een klappenden klank, of liever
een klinkenden klap en een erbarmelijk
geschrei vernam. Nog eer hij den grond
hiervan te weten kwamzei de naast
Julius zittende niet te classificeerende heer,
met grimmige, mine tot hem
z/Als u met een slecht opgevoeden jon
gen reist, pas dan ten minste op dat hij
geen vlegelachtigheden tegen vreemden
begaat!"
H. maakte weder verontschuldigingen
en ontwaarde op zijn vraag naar de aan
leiding tot de scène, dat Juliusje, toen
hij zijn broodje met ham op had, voor
tijdverdrijf den jaszak van den naast hem
zitteuden heer was begonnen uit te kra
men, waaruit hij in zijn onschuld met ver
scheiden andere voorwerpen ook diens reis-
bibliotheek, bestaande uit eenige deeltjes
Memoiren van Casanova, zooals H. aan
een gevallen deeltje zag, voor den dag had
gebracht, waarvoor zijn beleedigde buur
hem een geweldige oorvijg had gegeven.
Met moeite en kunst gelukte hetH.niet
zonder behulp van een tweede broodje met
ham, het lieve kind te calmeeren, en den
goddelijker: vrede weder in den coupé te
doen nederdalen. Wordt vervolgd
een student verloofd eu de dag van het
huwelijk was bepaald op drie weken na
Pascheo. Den tweeden Paaschdag
wenschte de jongeling zijn verloofde een
oogenblik alleen te spreken, daar hij haar
gewigtige mededeeling had te doen.
Toen zij alleen waren, vernam het meis
je dat haar toekomstige echtgenoot, dien
zij met hart en ziel beminde, tot de nihi
listenparty behoorde en dat hij er vast op
rekende, dat zij hem na het huwelijk
trouw in de plannen behulpzaam zou zijn.
Met één slag zag het meisje du al haar
hoop vernietigd; zij verklaarde dat, hoe
zeer zij hem beminde, zij verpligt was
hem aan te klageD, waarop de jongeling
zoo vertoornd werd, dat hij baar met een
dolk te lijf wilde. Zij wist echter te vlug
ten en nam op hare kamer eene hoeveel
heid vergift in, zoodat zij eenige oogen-
blikken later onder de hevigste smarten
stierf. Voor haar dood had zij echter nog
alles aan haar moeder medegedeeld; de
jongeling, die inmiddels gevlugt was,
werd opgespoord en bevindt zich nu als
een gevaarlijk nihilist in handen van het
geregt.
Eer het jaar om is, kan als het zoo
voortgaat eene vrouw in den Haag
Maria Christina De Leeuw, een waarlijk
eeDig jubilaeum vieren, en wel ter ge
legenheid van haar 100ste veroordeeling
wegens openbare dronkenschap. Er ont
breken nog slechts 18 veroordeelingen
aan: voor haar een kleinigheid!
De Intransigeant, het blad van Roche-
fort, meldt dat de Keizerin van Rusland
dezer dagen in haar kerkboek een teeke-
ning beeft gevonden, die er door vreemde
hand was ingelegd. Op beide zijden van
het papier was een galg geteekend; aan de
eene galg hing Jessa Helffman en aan de
andere de Keizerin zelve. Aan den voet
van beide galgen lag een pasgeboren kind.
Daaronder waren de woorden geschreven:
»Oog voor oog. Uw kind zal hetzelfde lot
ondergaan als 't myne." Bij het zien van
die teekening, moet de Keizerin in on-
magt zijn gevallen en na dien tijd zeer lij
dende. Alle pogingen om de teekenaars te
vinden zijn totdus verre vruchteloos geble
ven.
Te Rottenburg heeft eeD vrouw het
is te hopen, dat zy het in krankzinnig
heid deed, 't geen kan worden vermoed,
daar zij zichzelve bij de justitie aangaf
getracht haar vier kinderen, een meisje
van 13, een meisje van 7, een jongen van
10 en een knaapje van 2 jaren, met een
bijl te dooden, na ze eerst te hebben doen
knielen ten gebede. Een der ongelukkigen
was dadelijk dood; de drie anderen leefden
nog doch reeds ontsliep een van hen, ter
wijl de twee anderen in hopeloozen toe
stand verkeeren.
Het monster of de waanzinnige is de
vrouw van Jozef Ulmen, steenhouwers
knecht. De daad blijft nog een zielkundig
raadsel. Een Duitsch blad meent eenig
licht te zien in het feit, dat de ontaarde
moeder de dochter is van een vilder en
haar vader in zijn handwerk bijstond. Het
huisgezin verkeerde niet in geldelyken
nood. Bij de vrijwillige bekentenis aan de
politie voegde zy de woorden: Men mag
met my doen wat men wil, ik onderwerp
my aan alles."
»KuDnen twee mannen dezelfde zuster
hebben zonder familie van elkander te
zijn."
Die vraag beantwoordt Ernest Legouvé
in zijn souvenirs over Eugene Sue (in de
Temps). Sue's vader trouwde met mile.
Sauvan en zij hadden een dochter, Flora
genaamd. Na de echtscheiding hertrouw
de Sue en kreeg een zoou, Eugéne gehee-
ten, terwijl mile. Sauvan hertrouwde met
Legouvé wien zij een zoon, Ernost ge
naamd schonk, zoodat Ernest Legouvé en
Eugéne Sue zonder bloedverwanten te zijn
beiden Flora Sue zuster noemden.
Hoe wenschelijk in menige streek de
beperking van het aantal tapperijen is,
blijkt o. a. uit een bericht uit Aarlander-
veen, vanwaar men schrijft dat in den
laatsteD tijd, in steeds toenemende mate,
ieder, die uit gebrek aan werk eenige ne
gotie, van welken aard ook bij de hand
neemt, tevens daarbij aanvraagt een pa
tent als tapper, zoodat men in het alge
meen kan aannemen, dat overal, waar
verwacht kan worden de toevallige zamen-
komst van een zeker aantal personen uit
den minderen stand, tevens gezorgd