Löge JACOB VAN CAMPEN. TREKRINGSLIJSTBN leesterkneclit wever. MANTELS, ®#tr- m jifjnpsstit, fltijwiirj, Jlattfii, UITMUNTENDE PARTIJ JAPONSTOFFEN, I. H. Pieper. REGENMANTELS, de nieuwste uitgekomene modellen; KINDERMANTELS, in alle taille; Alle Boeken, Paketten enz., A. M. SLOTHOUWER, Jupiter en Saturnus. ADVERTENTIËN. VERKRIJGBAAR SARPHATI LOTERIJ a f0,10. A. M. SLOTHOUWER. uitmuntende door elegante coupe, rijke garneering en solide bewerking; met bijkomende GARJNEERING, alles in overgroote keuze en goedkoope, edoch vaste prijzen. Het spreekt van zelf dat ik in BAAIJEN, FLANELLEN, RATINÉ'S BUKSKINS, FLOCONNÉ'S en LAKENS steeds de grootste keuze voorhanden lieb. MET EN ZONDER BONS. week omgekeerd worden, kan men op deze wijze den geheelen winter door goed eu sffiakelijk houden. Men bereikt natuur lijk hetzelfde doel door de eieren in een kistje of tonnetje stevig tusschen zaagmeel te pakken en ze zoodoende tegelijk aan et omkeeringsproces te onderwerpen, och het gebruik van het eierennet bier oor is zeker vrij wat eenvoudiger. Uit Yeenendaal schrijft men ons De prijzen der wol, een artikel waarin hier jaarlijks voor duizenden guldens orn aat, blijven in deze groote fabrieksplaats, venals alom in het land, zeer laag en in en handel heerseht dan ook hoegenaamd een leven; men meent dat dit het gevolg van een geringen uitvoer naar het bui- enland. Groote partijen Friesche en Noord-Hollandsche scheerwol blijft men ier aanvoeren. De Friesche scheerwol le oort doet f 1.05, mindere soorten f 0.90 n f 0.95 per K.G.voor de Noord-Hol landsche scheerwol maakt men f 0.90 a i 1 per KG. De prijzen der puike Friesche blootwol wisselen af tusschen f 1,30 en f 1.35 per KG. In verhouding tot de wol- prijzen staat de kammeling buitengewoon hoog. i Een geldersch boertje, dicht bij Em merik wonende, moest aldaar een karstroo fleveren, dat hij verkocht had. Een vriend aaide hem over, bij die gelegenheid voor eider rekening wat tabak en sigaren te mokkelen, die dan ook onder het stroo werden geladen. Of er verraderij in het pel was, of hoe dan ook, toen zij te Em- erik kwamen werden zij opgewacht door en paar beambten, met de uitnoodiging aar het tolkantoor mede te gpnn. Na ont- ading van het stroo kwam de smokkelarij voor den dag en werd kar, paard en lading in beslag genomen. Het boertje had nog het genoegen de noodige marken te kun nen storten of anders naar Wesel gebracht te worden. INGEZONDEN. //Die kaatst, moet den bal verwachten" luidt een bekend spreekwoord en de bal, ons door den Heer Kollewijn toegeworpen heeft ons dan ook niet geheel onverwacht getroffen. Wanneer wij dat woord gebrui ken dan doen wij dat met een zeker ge voel van dankbaarheid daarvoor dat de heer K. bij zijn kaatsspel geen gevaarlij ker projectiel heeft gebruikt dan de met lucht gevulde caoutchoucbal, die veel ver toon maakt, en weinig kwetst, of de met fraaie veeren getooide volant, die zacht neerkomende slechts dan beweging ver- orzaakt wanneer hij met kracht door de erkamenten palet wordt teruggeslagen, ankbaarheid, omdat wij, onvernietigd als wij ons voelen, zonder door pijn veroor- akte kitteloorigheid of nijd op enkele punten van zijn uivoerig betoog kunnen antwoorden. De heer K. vermoedt dat ons stukje in een bui van spijtigheid geschreven is. Dat woord is misplaatst. Leedwezen over eene betreurenswaardige inmenging beziel de ons, spijt zoo men wil om de nood zakelijkheid van, ter wille eener vereeni- ging, tot wier oprichting wij medewerkten en wier bloei ons ten zeerste ter harte gaatin het publiek een persoon te be spreken, dien wij liefst met rust hadden gelaten en dien wij in zijne pogingen zelf ondersteunden Waar evenwel een on handige vriend van den heer S. het goed vond om, door de in het oog loopende overname van het ongevraagd advies van den Heer Nicolai, onze pogingen om voor de afdeeling A. van de M.t. B. v. T. een bekwaam directeur te vinden tegen te wer ken, daar konden, daar mochten wij niet zwijgen en wij hebben toen gezegd Betgeen wij ook nu nog volhouden dat de feiten bewezen hebben dat de heer S., ondanks zijn theoretische kennis, niet de geschikte persoon is om de opengevallen betrekking van directeur der zangvereeni- ging te vervullen, daar hij bij herhaling getoond heeft de daarvoor noodige be kwaamheden te missen. y Die bekwaamhedende Heer K. ver- gunne ons de verwaandheid om bet pu bliek dienaangaande te willen voorlichten, Ipstaan nu niet alleen in de kennis der muziekzoo wat théorie en executie betreft, waarin de heer S. volgens het door hem, wij gelooven het gaarneterecht verwor ven diploma, uitmunt, maar ook in het talent om de voorhandene krachten te 0 Dat dit geen phrase is zou de inteekerdijst voor rgennuziekkorps kunnen bewijzen. ontwikkelen en er een goed geheel van te maken. En dat talent bezit de Heer S. niet, zooals de Heer Kollewijn zelf her haaldelijk in zijn stuk aantoont. Wij zul len den Heer K. niet volgen in de uit eenzetting der Amersfoortsche muziekge schiedenis en alleen aanstippen dat wij het niet alleen zijn die met zijne chrono logische mededeelingen niet instemmen. Ons is het volkomen voldoende dat de Heer K. erkent dat de Heer S. het di recteurschap der zangvereeniging niet heeft kunnen volhouden. Evenzoo staat het met de liedertafel of de onderwijzerszangver- eeniging. Een directeur toch, die hart heeft voor de zaak, legt niet om zoo nie tige redenen zijn dirigeerstok neer als de Heer K. vermeldt. De voorstelling die de Heer K. geeft van het ontstaan der Zang vereeniging onder leiding van Dr. E. D. Pijpel is, het doet ons leed het te moeten zeggenvolkomen bezijden de waarheid. Daar zij evenwel in geenerlei verband staat tot ons onderwerp kunnen wij daarover verder zwijgen. Omtrent het te niet gaan der kinderzangschool hadden wij van den Heer K. gaarne betere argumenten gehoord dan hij ons geeft. In tal van gemeenten waar het zangonderwijs door de M. t. B. v. T. in handen genomen is, bloeien de scholen, niettegenstaande de hoogere bur gerscholen en hier zou dergelijke inrich ting te niet gegaan zijn ten gevolge van de oprichting der hoogere burgerschool P1 En dan verwijt de Heer K. ons onzin te schrijven! Het zou ons te ver voeren om bij alle punten van het lange stuk van den Heer K. stil te staan en, op 't gevaar af dat men ons verwijten zal daarop niet te kun nen antwoorden, slaan wij zijne verdere bewijsvoering over om nog een oogenblik te verwijlen bij het slot van zijn artikel. Discretie verbiedt ons den naam te noemen van den mandieniet als dilettant, maar als kunstenaar van beroep algemeen geacht wordt en wiens positie in de muzikale wereld te verheven is om de beoordeeling van ons of van den Heer K. noodig te hebben. Eindelijk kunnen wij den Heer K. de verklaring geven dat wij met hem van oordeel zijn dat het moedwillig en onver diend benadeelen van iemand in zijne eer lijke broodwinning eene laagheid is. Eene andere zaak is het of hij het regt heeft om dergelijke woorden tegen ons te ge bruiken waar wij opkomen voor eeDe vereeniging, waaraan èn de Heer K èn de Heer S van den beginne aan hunne medewerking onthielden, niettegenstaande zij wisten dat deze haar tot grooten steun had kunnen zijn. De door ons opgerichte zangvereeniging en afdeeling der M. t. B. d. T. zijn geene zaken die ons eenig voor deel opleveren; de vele moeite, die wij er ons voor hebben getroost kwam enkel ten bate van het publiek en daarom ge looven wij het recht te hebben van te zeggen dat wie niet voor ons istegen ons is. De Heeren K. en S. gelieven ons te bewijzen dat zij onze pogingen in het belang van het algemeen in één enkel op zicht hebben gesteund en wij zullen gaarne erkennen dat wij hen ten onregte van het tegendeel hebben beschuldigd. Wij hebben gemeend op de heftige uit vallen van den Heer K. niet te mogen zwijgen maar verklaren bij deze dat wij op eventuele nadere artikelen niet zullen antwoorden daar wij er voor de goede zaak geen heil in zien. Ten slotte vermelden wij nog, ter voor koming van misverstand, dat het door den secretaris namens het bestuur ingezonden artikel, de volle instemming slechts droeg van de meerderheid, die wij ondergeteeken- den vertegenwoordigen. P. METHORST, Jr. J. HEIJLIGERS. PAUL A. HUËT. Wegens plaatsgebrek kon het volgende stuk in het vorig no. niet opgenomen ivorden. Mijnheer de Redacteur! In kwaliteit van president der Zang vereeniging //het Heidebloempje" en van het //Burger Harmoniecorps", acht ik mij, na lezing van het door de afd. Toonkunst ingezonden stuk, verplicht, den Heer Schweinsberg openlijk mijn hartelijken dank te betuigen voor de vele en gewichtige dienstentot heden aan beide Yereenigingen bewezen. Dat ZEd. niet geschikt is, om als Directeur te fungeeren, is mij, nóch de leden dier vereenigingen gebleken. Ware mijne ondervinding op dit punt van meer ouden datum, zou ik mogelijk, onder aanhaling van feiten, het tegendeel durven beweren. Wat betrefthet tusschen de regels van het genoemde ingezonden stuk te lezen dat de Heer S. de hoofdbewerker is van het te niet gaan van enkele vereenigingen moet ik constateeren dat zulks toch niet altijd aan den Directeur kan geweten worden; m. i. speelt verdeeldheid tusschen de leden onderling in het afbreken van eene somtijds met opoffering van veel moeite en zorg opgerichte zaak, de hoofdrol. Ook zijn de voorbeelden niet zeldzaam, dat acties met het bestuur van vereeni gingen ongevraagde inmenging als ander zins den Directeur tot het nemen van ontslag nopen; slechts door het kiezen van zaakkundigen tot bestuursleden en zoo die er niet zijn van verdraagzame mee gaande personenkan aan zulke zoo me nigmaal voorkomende verwikkelingen een einde komen. Mocht iemand willen beweren dat het onderwijshetwelk de Heer S. geeft niet z/comme il faut" is, zou ik verplicht zijn dit op eigen ervaring te moeten tegen spreken integendeel raad ik elkeen ten sterkste aan van zijn onderwijs een proef te nemen. Onder dankzegging voor de opname heb ik de eer te zijn. Uw Dw. Dn. HERREWIJN. Yroeger werd het menschdom telkens beangst door voorzeggingen van het vergaan van de wereld op grond van bijbeltexten. Daar het gebleken is, dat deze voorzeg gingen niet uitkwamen, wordt die voor zegging, welke bijzonder aangenaam schijnt te wezen, nu gebouwd op sterrekundige berekeningen. Wij hooien nu, dat in het begin van November de beide planeten Jupiter en Saturnus eenen stand met be trekking tot onze aarde zullen bekomen, welke voor deze zeer gevaarlijk zal we zen. Dit klinkt wetenschappelijk. Evenwel is het niet noodig het zich erg aan te trekken, en wel om de volgende reden. Wanneer die planeten, Jupiter en Satur nus nieuw waren: dan kon iemand met recht vreezen, dat zij een nieuw gevaar voor onze aarde zouden kunnen veroorza ken; doch zij bestaan reeds even lang als de aarde, gelijk menschen, die van ster- rekunde niet afweten, begrijpen kunnen uit het vermelden van die planeten bij de oude schrijvers Hebben nu die planeten reeds duizende jaren met onze aarde om de zon gedraaiddan is het immers meer dan waarschijnlijk, dat zij reeds meerma len denzelfden stand met betrekking tot onze aarde gehad hebben, als nu tegen 1. November verwacht wordt. Is onze aarde toen niet vergaan, dan is er nu ook geen vrees voor. (1) Horatius Oden Boek II ode 17 regel 22,23, VERG.-. 2e.'. gr.-, ill forma op WOENSDAG 28 SEPT. der Men vraagt voor een KOEHAAR-TA- PIJTFABRIEK te België een be kwaam Goede getuigen zijn noodig, franco brie ven te zenden aan VERBIST te Waes- munster bij Denderrnonde, Belgique. die door de firma's BOLLE, COHEN, KOSTER enz. worden aangeboden, zijn ZOMUER l'ICMSVIItllOOGlAG ook verkrijgbaar bij

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1881 | | pagina 3