NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
iM, Hoevelaken, Hoogl
StoitenMrg, Yuursclie, Sclierpenzeel en luMerg.
t,
I Geskicdenis vau die Trans»
Zaterdag 15 October 1881.
ZONDER MASKER.
Hoe aardig!
PREMIE
S|t-Affrikaansche Republiek van die laaste tien jaare,
ihap|
|No. 83.
Tiende Jaargang.
l,
Uitgever: A. Af .Slothouwer,
Advertentiën kunnen Inge-
nden worden tot uiterlijk
^morgens S /.uurdesWoens-
gs en Zaterdags,
rgj HKiene viermaal geplaatste ad-
ertentie wordt slechts drie-
ia! in rekening gebracht.
16 (sfigers en zij die zich abonneeren op de
ieuwe Amersfoortsche Courant wordt
r den Uitgever als PREMIE aangebo-
i6 len voor
le I dertig* Cents,
5 I M. DE VRIES,
j KLAAS WAARZEGGER,
FE UILLETOlSr.
XIV.
Vlet
ge|
iking
I perl
ilen\
1. c
Pe
ieti
213
^er
100
an./
h-
iks.
st.
318
iren
aal.
en
ras-
f 6
itte
jen
MERSFOORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Kijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
lit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,076
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
40
)0.
40
bij de
ui
:t.
Aan H.H. abonnenten en begun-
^en oorspronkelijk werk van den Heer
Oud-Voorzitter van den Volksraad der
[6 Zuid-A frikaansche Republiek Transvaal
gltiteld
of die
gevertel door
aan zijn Neeft MARTIN UST in Hollant,
Iin die eige boere syn taol.
De Beethoven der herinnering.
BfVanessa; hoe gaat het haar?"
H^jZeergoed. Gelijk gij weet, woont zij na haars va
ders Jood b;j haar bloeder eu diens vrouw in. Gij
herinnert u gewis nog hare liederen, zoo dikwijls als
kind beluisterd?"
iZingt zij nog?"
Gewis, en schooner dan voorheen. Menigmaal,
fineer ik eenige boodschap op de villa te verrich-
heb, toef ik eene wijle in hare kamer, en luister
''e'e"jkc stem, die in klank en zuiverheid
oozter gewonnen heeft, ze heeft trouwens ook de
Mg meesters. Ga haar eens bezoeken, Anton; ik ben
Aft van overtuigd, dat gij goed ontvangen zult wor-
thans niet; later wanneer ik verder op mijn
ben gevorderd, misschien."
'reule I anessa is zeer schoon geworden: een ieder
^Umt haar, en hij de laatste hoffeesten, die zij met haren
V', r, '/'Zocht, moet zij meer dan een verovering ge-
■HIpKt hebben."
d-jjle beter voor haar, want ze kan zoo heel joDg niet
vn<!T Z'^n' ^>oc^ mijn zusje, hebt gij nog geen hart
toor u gewonnen?"
^PSnjiua bloosde en aarzelde.
de wT'0 j S'°e® ^?ar belangstellend gade, en dacht aan
noorden van het lied:
„Es ist mir ob ich die Hiinde
Anf's Ilaupt dir legen sollt,
't Is toch wezenlijk waar, al is 't moeie-
lijk te gelooven in het Nederlandsch
Parlement, AfdeeliDg Tweede Kamer, zit
ten een paar echte, allerkoddigste grap
penmakers. En 't is zeker niet het minst
verwonderlijk, dat die heeren gelegenheid
hebben gevonden hun schalkschen luim
bod te vieren bij de behandeling van
zoo'n weinig lachverwekkend onder
werp als de interpellatie van den heer
Heydenrijck over de eedsqaaestie.
Verschrikkelijk zou het dan ook zijn,
als de de Kamer altijd uit strakke ge
zichten bestond, somber als het noodlot,
ernstig als Oud Romeinsche senatoren.
Lachen is gezond, en ook uit dat oog
punt beschouwd zijn de bewuste twee
grappige heeren de weldoeners van hun
medeleden, alzoo van de geheele Volks
vertegenwoordiging en door haar van 't
gansche land.
Hadden we meer invloed, och, we
zijn maar een heel bescheiden weekblad!
We zouden voorstellen dien heeren een
nationaal huldeblijk aan te bieden.
Zeker zouden niet velen op de gedach
te komen, dat we hier het oog hebben op
den geachten afgevaardigde van Gorinchem,
den heer Keuchenius. In de vergadering
van Donderdag 4 Oct. heeft die spreker,
onder veel van den hoogsterf ernst, iets
zoo uiigs gezegd, dat zelfs Uilenspiegel er
een lesje aan kan nemen.
De heer Keuchenius had het over de
gelijkheid der eedsformule, die hij in be
scherming nam. Men moest den vorm niet
aan de lieden zelf overlaten, 't Zou geen
pas geven, als men de geloovigen bij God
liet zweren, en de ongodisten bij iets an
ders. Voor de laatsten zou ook een for-
Und beten dass Gott dich behalte
So rein, nnd schön, nnd hold."
zijne lippen echter bleven gesloten, en wachtten haar
antwoord.
Eindelijk kwam het: „GcwonBen heb ik het wel,"
antwoordde zij zacht, „doch zonder te kunnen schen
ken; o, broeder, dat geeft smart, bittere smart, bemind
zich te zien, doch zonder te kunnen beminnen. Ik heb
beproefd mijn hart te dwingen, doch het wilde niet ge
lukken."
„Arm kind, en hij?"
Hij? De edele man is weggereisd, ver weg, als hout
vester over de grenzen. Hij wilde mijn strijd niet ver
zwaren, maar kon mij niet langer zien, zonder mij de
zijne te noemen.
Doch hebt gij thans geen berouw, Emma?
„Neen, niet om mij zelve. Slechts mocht ik weten,
of hij vergeten kan, en het wel maakt.
Broeder en zuster zwegen eene wijle; toer. stond hij
opLaat ons huisw aarts gaan, zeide hij, het is tijd voor
het middagmaal, en daarna wensch ik te vertrekken.
Keeds zoo spoedig?
Mijn werk roept mij, luidde zijn antwoord; doch neen,
ik wil oprecht zijn, Emma, ik kan moeders stroefheid
niet verdrogen, het is me thuis niet w el.
Weinige uren later had hij afscheid genomen; Emma
schreide bittere tranen, toen hijging; ca stond er op
hem nog een eindweegs te vergezellen. Zijn vader drukte
hem hartelijk de hand. Gij zult hier immer een tehuis
vinden, zeide hij. Als het u daarbuiten niet bevalt, be
denk dan, dat gij hier uog eene zuster hebt, die u lief
heeft.
Anton dankte hem met vnnr; zooveel goedheid had
hij van Baas Eijken niet verwacht, en hy wist niet, dat
deze gewekt was door de herinnering aan diens geluk
kige jengd, aan dc betere dagen van het verleden, aan
eene moeder, die hem lessen van liefde en godsvrucht
had voorgehouden, helaas, door de hand des tijds, door
inule moeten zijn, maar welke? Zoo
waar helpe mij het evangelie van Jean
Jacques? Zoo waar hoop ik na een heilig
leven in het eeuwig niet weg te zinken?
Zoo waar ik van den aap afstam? Spreker
zou niet weten, welke van deze drie voor
hen te kiezen!
Welnu, vindt ge dat alles niet hoog
komiek? Vooral die aap moet, dunkt me,
een allergeweldigst effect gemaakt hebben.
Ik weet niet of het ooit gebeuren zal dat
de gezamenlijke ongodisten" eens aan
den heer Keuchenius zullen opdragen, voor
hen eene eedsformule te zoeken; maar als
zij het doen zullen ze geen spijt van hun
keuze hebben. Want het schijnt voor dien
heer nu eenmaal vast te staan dat er eeD
formule wezen moet! Wij, die geen on
godisten" zijn, of eigenlijk moest ik dat
maar weggelaten hebben, wat heeft een
ander er mee te maken of we iets al dan
niet zijnl wij zeggen wel: we bedanken
voor elke mogelijke formule, wij ver
langen op ons woord geloofd te worden,
en we achten de naam van het Opperwe
zen te heilig dan dat we dien voor onze
beuzelachtige wereldsche zaken aanroepen,
de heer Keuchenius begrijpt van dien
eerbied niets, en steekt er zelfs op zijn
grappige manier den draak mee. Een for
mule zult ge uitspreken: bij hem is er
geen kans in hooger beroep dien eisch af
te wijzen.
Maar de Koning der grappenmakers in
de Tweede Kamer is voorzeker de heer
Haffmans. Zoo aardig als die voor den
dag kwam, kijk daar is geen tweede
voorbeeld van.
z/De wet zegt: gij zweert //zoo waarlijk
helpe mij God almachtig." Maar als iemand
nu tot geen kerk behoort, zal hij vragen:
hoe kan ik zweren? Kom, kom, zegt de
rechter, geen praatjes. Zweer, steek op
de teleurstellingen in zijn huwelijksleven, door kwade
invloeden van buiten, uit het geheugen van den nog
krachtigen man gewischt, en deze hartelijkheid bevreem
de den jonkman te meer, daar zijne moeder hem met de
oude onverschilligheid, ook bij het afscheid bejegende.
Geen noord van berouw, geen woord van liefde, helaas!
Hard viel het haar zoon, en droevig verliet hij de wo
ning, gevolgd door zyne zuster, die zijn gevoel begreep,
en verstond. Ach, sprak zij na een oogenblik, welk een
gelukkig tehuis zou het onze kunnen zijn, wanneer
ja, Anton, ik weet zelve niet waaraan het ligt, doch
beide onze ouders hebben schuld, en toch heb ik hen
beiden zoo innig lief. Kon vader maar de jeneverflesch
afschaffen, en was moeder maar wat meer voorkomend
jegens hem, doch thans ik hoop van harte, broeder,
dat als een onzer trouw t, we door oprechte, hartelijke
liefde verbonden zullen worden, en dat in onze huizen
eendracht en vrede zullen heerschen.
Daarop zeg ik Amen, doch wat mij betreft, ik hebme
aan de kunst gewijd, en vertrouw dat deze nimmer
mijne liefde verwerpen zal. Thans echter, vaarwel, en
tot weerziens, Emma.
Zij scheidden.
Eene w ijle liep de jonkman in stilte voort, toen, op
gewekt door het heerlijke weder, en de zonneschijn, die
over velden en bosschen dartelde, stemde hij ten lied
aan, wel geschikt, om den vrede in zijne ziel weder te
wekken. Eerst zacht, straksInider en luider, werd het
door de ruischende koelte voortgedragen, en zoo betoo-
verend klonk de volle en prachtige stem in deze een
zaamheid, dat, wie den zanger gehoord had, hem reeds
thans vol verrukking zon hebben verzekerd van zijne
toekomstige zegepraal.
1 Doch Eijken zong thans Diet om beluisterd te wor-
- den, slechts om uitdrukking te geven aan zijn innerlijk
leven en streven, om zijn eigen gemoed tot die stemming
te bezielen en te brengen, die hem eene noodzakelijke
toescheen, waar hij welhaast zich wagen ging op een
de twee voorste viugers van uw rechter
hand en zeg mij plechtig na: Zoo waar
lijk helpe mij God almachtig! De man
doet het en 't is uit."
Nauwelijks had dit meneer Haffmans
(gezeid,
Of er ontstond een geweldige uitbarsting
(van hilariteit.
Ha, ha, ha, van de dikken en gullen,
Hi, hi, hi, van de mageren en scherpen.
Pp pp ppoetsj van degenen,
die zich niet kunnen houden. Yroolijkheid
rechts en links; schuddende oppositieban-
ken en schuddende ministriëele banken
Zoo omschreef eenmaal Simon Gorter het
woori //gelach" dat we thans weer achter
de aangehaalde woorden van den Afge
vaardigde uit Boxmeer gedrukt zagen.
't Was dan ook onbetaalbaar!
Eenige jaren geleden zagen we eens een
getuige den eed afnemen. De man was
nooit voor de rechtbank geweest, en dus
niet weinig verlegen. Ziehier de gewissel
de woorden:
Rechter. Steek op de twee voorste vin
gers (enz. Zie redevoering-Haff'mans.)
Getuige. Zoo zoo zoo
R. Zoo waarlijk
Get. Zoo waarlijk meneer.
R. Helpe mij
Get. Helpe mij meneer.
R, God almachtig
Get. God almachtig meneer.
R. Zie zoo, nu moet je het nog eens
achter elkander zeggen zonder meneer.
Ik liep weg. Zulk een profanatie kon
ik niet langer aanhooren.
En 't is uitzei meneer Haffmans.
Precies zoo ging het bij de oude Ro
meinen, in de eerst eeuwen van het Chris
tendom.
z/Daar is het standbeeld van den Keizer,
moeilijk pad naar een zwaar te bereiken lauwerkrans.
En toch, gelijk wij in het vorige hoofdstuk zagen werd
hij gehoord, en in het hart van de jonge vrouw, die te
vergeefs naar den onbekenden zanger navraag liei doen,
leefde nog langen tijd een nagalm voort van de schooue
tenorstem, en van de uitdrukking, die deze aan tekst
en melodie beide gaf.
Toen Eijken aan het einde zijner reize gekomen, de
straten van de residentie betrad, toen hij vermoeid uaD
de woning zijns meesters, in een der buitenwijken ge
legen, aanklopte, toen wras hij kalm gestemd, en alle
wrok over de nederlaag van de zijde zijner moeder on
dergaan, was vergeten.
Walter Hartman was eerst niet weinig verbaasd hem
thans terug te zien keeren, danr hij, in plaats van eenige
weken slechts dagen afwezig was geweest, doch toen de
kunstenaar bij een enkele vraag naar de reden van deze
overhaaste wederkomst, een lichte wolk op het gelaat
van zijnen kweekeling ontdekte, toen vroeg hij niet ver
der, maar hield zich overteigd, dat dit donker oog reeds
thans geheimen te verbergen had, die zouden kuDnen
getuigen van leed en ongeluk en terwijl hij hem harte
lijk de hand reikte, zeide hij: „Ik heb een goede tijding
voor u; de direkteur der Opera staat u toe, bij de eerst
volgende uitvoering, de plaats in te nemen van zijn bes
ten tenorzanger, die ernstig krank is geworden. Wilt
gij deze proef w agen? Het is een moeilijk te vervullen
rol, doch met ijverige oefeDiDg, zult gij kunnen slagen.
Moed gehouden, mijn jonge vriend.
Moed gehouden Waarlijk daaraan ontbrak het hem
allerminst, daaraan had het hem nimmer gefaald, in de
beide laatste jaren, die hij zoo hoopvol begonnen was.
Niet te vergeefs had hij van uur tot uur zich geoefend,
niet alleenpn het vocaliseeren, maar in de studie dier
talen waarin een Ilandel en Bacb, een Di-Lasso en
Haydn hadden gevoelden gedicht.
t Wordt vervolgd.)