NIEUWE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
t, Baarn, Biinsclioten, Eemnes, Hamersvelö, Hoevelaken, Hoogland, Leusden, Soest,
tenta. Vnnrsclie. Schernonzeel
Zaterdag 29 October 1881.
AIIMOOr
DNH
ZONDER MASKER.
No. 87.
Tiende Jaargang.
Uitgever: A. HE. Slothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens 8'/s uur des Woens
dags en Zaterdags.
Eene viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
PREMIE
dertig Cents,
M. DE VRIES,
Suit-Affrikaansche Repiiiek van die kaste tienjaare,
EL AAS WAARZEGGER,
f2
st
rei
ei
f
AMERSFQORTSCHE COURANT.
Abonnementsprijs roor Amersfoort per 3 maanden f 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsf 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,076
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
O!
BIJ DE
Aan H.H. abonnenten en begun
stigers en zij die zich abonneeren op de
Nieuwe Amersfoortsche Courant wordt
door den Uitgever als PREMIE aangebo
den voor
een oorspronkelijk werk van den Heer
Oud- Voorzitter van den Volksraad der
Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal),
getiteld
OF DIE
GEVERTEL DOOR
aan zijn Neeft MARTINUST in Hollant,
in die eige boere syn taol.
FEUILLETON.
Te eerste uitvoering.
XIII.
„De hemel zij gedankt," fluisterde h:j dan zal ik
ook in staat zijn het verledene uit te delgen, mij eene
eereplrnts in de maatschappij te verwerven."
„Dat zult gij; daarvan houd ik mij overtuigd," ant
woordde Hartman.
Zij zwegen eene wijle, en luisterden.
De jonkman richtte telkens den blik naar de overzij
de, en zocht opnieuw een opslag van dat schoone oog te
ontmoeten. „M ie zijn zij," vroeg hij eindelijk zijnen
buurman. „Zie, recht voor u, die dames, en dien lan
gen, bleeken man achter haar?"
„.k ken haar niet, doch.. Hartman houdt op,
verbleekt, ï.jst op en waDkelt. Die beweging is aan de
overzijde niet onopgemerkt gebleven. Be Opera geëin
digd zijnde, biedt Egbert snel zijne aanstaande schoon
moeder den arm en heeit ternauwernood tijd, om naar
eenige vrienden te wachten, die zijne dames geleiden
zullen, doch haast zich met haar naar het rijtuig. Hij
doet haar instijgen, volgt onmiddeüjk, en gebiedt den
koetsier: „Vooruit!"
Bijna terzelfder tijd spoedt zich Walter Hartman door
den zijgang raar de voorpoort. Hij bereikt die toen het
tijtuig voortrijdt. Te laat, mompelt hij, ik heb niet ver
mocht haar te waarschuwen. Doch misschien is het be
ter zóó. Kom, Anton laat ons gaan.
Doch het wordt den jonkman bemoeielijkt zijn mees
ter te vergezellen; de direkteur der Opera wil hem niet
isu zich laten; hij moet mede gaan soupeeren, een sou
per hem ter cere in haast besteld. Men dringt hem ster-
Daar velen in de onjuiste meening ver-
keeren, dat de Uitgever dezer Courant zich
tot den Gemeenteraad heeft gewend om
eene subsidie voor het plaatsen van pu-
blicatiën enz., hetgeen hij op eigen ver
zoek steeds gratis en gaarne heeft gedaan,
ziet hij zich verplicht het door hem inge
diende request, dat met algemeene stem
men is verworpen, mede te deelen.
Den EdelAchtbaren Raad der
Gemeente Amersfoort.
/Brengt met verschuldigden eerbied, de
z/ondergeteekendeA. M. Slothouwer
„Boekh.Uitg.bij lezen het beleefd ver-
z/zoek
/Gezien, dat wederom in de gemeente-
wbegrooting voor 1882 is opgenomen eene
z/post f 150,voor het plaatsen van pu-
z/blicatiën in de Amersfoortsche Courant,
z/meent de ondergeteekende er op te mo-
z/gen wijzendat hij gedurende tien jaren
z/eene courant heeft uitgegeven, waariD op
z/eigen verzoek en vrijwillig die publicatiën
z/en kennisgevingen zijn opgenomen;
z/dat ondergeteekende, steeds gezorgd
z/heeft, dat zijn blad, wat de typographi-
z/sche uitvoering betreft, voor groote bla-
z/denelders verschijnendeniét behoeft
z/onder te doendat hij er steeds naar
z/heeft gestreeft zijn blad op de hoogte des
z/tijds te houden, en daarom aan* het ver
hangen van velen wenscht t^/voldoen om
//uitvoeriger raadsverslagen van den ge-
z/meenteraad te geven, dan waartoe hij tot
z/nu toe in staat was, om welke redenen
z/hij zich tot U richt, met het eerbiedig
z/verzoek hem een jaarlijkschs subsidie toe
z/te staan of van gemeentewege een meer
„uitvoerig verslag der gemeenteraadszitting
„te verstrekken."
ker, hij moet komen. Welnu hij zal komen. Maria O.
is eveneens van de partij, henevens enkele andere
dames uit het gevolg van Cleopatra. Het zal een vroo-
lijk festijn zijn, waarop het aan liederen noch aan wijn
ontbreekt.
Anton geleidt echter eerst zijn meester huiswaarts;
hij verlangt er near alléén met dezen te zijn, om meer
tot zijn lof te hooren. Doeh, geen woord. Wat Hart
man hem zeggen mocht, heeft hij hem gezegd, en als
edel, verstandig man, vermijdt hij het thans de ijdel-
heid van zijnen leerling cantevuren, ja, integendeel
klinkt het ietwat hard van zijne lippen toen hij hem
dien avond verlaat: „Denk er om, dat ware kunstver-
eeving en uitgelaten drinkgelagen niet hand aan hand
kunnen gaan. Bezoek uw feest, dcch blijf uw eigen
meester.
Getrouw aan de toen gedane belofte, keerde Eijken
reeds vroegtijdig huiswaarts, en verliet een gezelschap
waar het hem niet wel meer was, toen uitbundigheid
bij allen de overhand verkreeg.
Sedert ontving hij verscheidene bezoeken, waarvan
sommigen kwamen met den wensch om den jongen
kunstenaar nader te loeren kennen, andere gedreven door
de zucht om conditiën met hem tetrefien, die men hoop
te, dat hij zou kunnen aanvaarden. Doch, op raad van
zijn kundigen meester, weigerde hij dezen allen, zeg
gend dat hij eerst eenige jaren wilde reizen om dan naar
het vaderland te keeren, en zich aldaar te vestigen.
Ingevolge dit plan bezocht hij België, en hield zich
eenige weken te Brussel op, met het voornemen, om
vandaar naar Duitschland te gaat. Hierin werd hij ver
hinderd door tijding uit het vaderland, die hem meldde
dat zijn meester en vriend stervende was. Onverwijld
ondernam hij den terugtocht, immer levend in de hoop,
dat de slag mogelijk nog zou worden afgewend, een slag,
die hem hij den aanvang van zijn loophaan zoo diep, zoo
onherstelbaar treffen zou. En toch, het was maar al te
wear. De schok in de laatste opera ontvangen, was
schoon voor ieder oog verborgen, inwendig doodelijk ge-
De Redactie acht het noodig aan het
bovenstaande de volgende opmerkingen vast
te knoopen:
1°. de indiening van het request heeft
het nuttig gevolg gehad, dat door de
tweede afd. is voorgesteld f 300,^- op de
begrooting uit te trekken voor kosten ?an
een uitvoerig verslag der gemeenteraads
zittingen in een der Amersfoortsche Cou
ranten te plaatsen. De minderheid van den
gemeenteraad, (de heeren Bake, van Beek,
Croockewit, Gerritsen en Groeneboom), is
dus overtuigd van de juistheid der bedoe
ling van onzen uitgever;
2°. de meerderheid van het dagelijksch
bestuur (de heeren van Persijn en Celosse),
deelt niet in de wenschelijkheid van uit
voerige verslagen en beweertdat in deze
gemeente gebrek is aan publiek leven, het
geen vooral zou blijken uit de weinige aan
vraag van het publiek om inzage van stuk
ken op de secretarie of liet vragen van
afschriften.
Wij eerbiedigen het gevoelen der meer
derheid, maar durven gerust het tegen
overgestelde te zijn toegedaan, dewijl in
de laatste tijden overtuigend is gebleken,
dat publiciteit eene weldadige macht in
den staat en de maatschappij is. Wij zijn
ten volle overtuigd, dat de kiezers het
recht hebben te vernemen, op welke gron
den hunne vertegenwoordigers vóór of
tegen stemmen. De leer, dat er in de
afdeelingen gesproken, en in de openbare
vergaderingen slechts gestemd behoeft te
worden, komt veel overeen met de hande
lingen van onze vaderen uit den tijd onzer
oligarchische republiek, mr.rr niet met
den geest der grondwet, onder welke wij
leven.
De bewering, dat hier geen publiek leven
is, komt ons, na de de laatste gemeente-
weest, en had de reeds door strijd en lijden zoozeer ver
zwakte natuur tot een haastig einde gebracht. Daar lag
hij neer, de edele hooggeschatte kunstenaar, eens zoo
zeer gevierd en geacht, thans verlaten en eerzaam.
Een glimlach gleed over zijn gelaat toen Eijken bij
hem binnentrad, en minzaam hem de hand reikend, zei-
de hij: „Ik zal dan met all.cn sterven; heb dank dat gij
gekomen zijt."
„Hce kon ik anders, mijn meester? Heb ik u niet al
les te danken, mijn toekomst, mijn naam, mijn eervolle
loopbaan?"
„Goddank, vergeten za! ik niet zijn; wat ik geleefd heb,
dat heb ik mijnen kunst geleefd, zij zal mij doen voort
leven ook na mijn sterven, en in u, mijn zoon, zal mijn
werk blijven. Ben ik u ten zegen geweest, zco althans
zal ik niet tevergeefs geleefd hebben.5'
Hij zweeg eene wijle, en toen, ziende hoe diep bewo
gen zijn leerling was, sprak hij, en zijne stem daalde bij
na tot een fluisteren: Vordert de aarde niet met recht,
wat haar toekomt, terug?
Zeg liever, de hemel, snikte de jonkman, want de
aarde was u vreemd. Het is de hemel, die uw verheven
kunst terugvordert.
Een glans van vrede lichtte over des kranken gelaat,
en hij nam des jonkmans hand in de zijne. Gij zijt mij
meer dan een leerling geweest, sprak hij mild, gij
waart mij een veelgeliefde zoon, waar ik de mijne
verloren had. Misschien heb ik nog zeer weinige le
vensuren voor mij, en daar gij thans de eenige zijt, die
mij begrijpen knnt, wil ik u mijn vertrouwen schenken.
„Spreek niet te veel," smeekte Eijken, immers de
dokter heeft u rust aanbevolen?
„Laat mij. En gij, vervul mijn laatsten wensch. Zoo
gij ooit den naam hoort van Egbert van Elden, ont
vliedt dien man, waar gij kunt. Laat hem den drempel
van uw huis niet overtreden, nimmer.
Hij was het, die het ongeluk over mijn huis bracht;
die mijn eenigen zoon, mijn oogappel, overhaalde om
zijn vader te bedriegen, te bestelen. Hij was het,
raadsverkiezingen die nog zoo versch in
't geheugen liggen, wel wat vreemd voor.
Veel vreemder echter de grond waarop dat
beweren steuntverleden jaar heeft een
der ingezetenen tegen betaling een afschrift
gevraagd van de begrooting met de daar
bij behoorende memorie van toelichting.
De laatste werd hem geweigerd en daarom
bedankte hij ook voor de eerste. Hoe kon
hij over de begrooting oordeelen zonder
de toelichting te kennen?
De ontdekkingdat de belangstelling
der ingezetenen kan worden afgemeten
naar het al of niet ten stadhuize gaan om
daar de ter inzage liggende stukken te lezen
of voor geld afschriften te laten maken
van begrootingen enz. komt ons wel wat
zeer naief voor. Gebeurd dit in andere
plaatsen anders dan bij uitzondering? Im
mers neen! Het moest van algemeene be
kendheid zijn, dat de meeste belangstellen
den door hunne ambts- of beroepsbezig
heden in den regel verhinderd zijn de ge
meenteraadszittingen bij te wonen, eeni
gen tijd op de Secretarie te gaan zitten
lezen tijdens de uren die daarvoor zijn
opengesteld; dat de couranten juist dienen
om de ingezetenen van hetgeen hun be
lang inboezemd op de hoogte te houden,
wanneer hunne dagelijksche bezigheden hun
daartoe den tijd gunnen, en dat op vele
plaatsen van den rang van Amersfoort het
gemeentebestuur daartoe medewerkt. Wij
hopen daarom, dat de minderheid van den
raad za1 volhouden. Wellicht komen ook
andere gemeenteraadsleden tot een beter
inzicht, en verkrijgen wij een volgend jaar,
wat door zeer vele ingezetenen zeer ge-
wenscht wordt: betere uitvoeriger versla
gen van den gemeenteraad.
De Redactie.
die mijne dochter tot een vroegen dood veroordeelde,
mijn arm liefkind en hij was het -wederom, die mij
ne vrouw den doodsteek gaf. Zij kon de smart over
het verlies van heide hare kinderen niet dragen, te min
der daar zij het was, die den omgang tusschen Elden
en mijne Claudine had aangemoedigd, terwijl hare
oogen gesloten waren voor zijn vele gebreken. Hem
dank ik het, dat ik grijs was vóór mijn tijd, dat ik mij
na deze verliezen terug moest trekken uit de kunstwe
reld, omdat ik, gebogen onder mijne smart, naar eisch
mijne rollen niet meer vervullen kon. Ik wenschte hem
nimmer weder te zien, ik wenschte alle middelen daar
toe af te snijden, ik verauderde van naam en woonplaats;
ik vlood hem als mijn demon. Had ik hem gezien of
ontmoet, een onmenschelijke, een helsche macht zou
zich van mij heden meester gemaakt, en de zucht naar
wraak zou mij vervolgd hebben, totdat ik zijn bloed
had zien vloeijen. Daarom vlood ik, ver verre weg van
de menschen, waarmede de kringen waarin hij verkeer
de, en thans, nn mijn sterfuur naakt, hoop ik dat God
mij iedere misdadige gedachte vergeven zal, om mijn
strijd tegen de misdaad.
De kranke zweeg afgemat; een klam zweet bedekte
zijn aangezicht. Eijken liet hem drinken, en legde met
zachte zorgvuldige hand de kussens terecht, die hem
steunden.
Tegen den avond verhief zich een zware koorts. De
arts kwam, en achtte den toestand hoogst bedenkelijk.
Anton week niet van de zijde zijns leermeesters, en
verzorgde hem met een liefde, als ware hij werkelijk
zijn zoon geweest. Toen de koorts afüam daalde een
zachte slaap op den vermoeide neder, en toen de dage
rrad aanbrak werd hij kalm wakker, en riep Eijken we
der aan zijne zijde. Bij tusschenpoozen s rak hij met
hem, doch op het geheim zijns levens werd niet meer
teruggekomen.
(Wordt vervo.gdj.