W. Kreling, leeraar aan de Rijks hoo gere burgerschool te Utrecht; De Burgemeester eu Wethouders van Amersfoort, Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat door hen aan de firma van Rennes de Haas en hare rechtverkrijgenden ver gunning is verleend om eene stoominrich- ting voor het eonfijten van vruch ten opterichten op het terrein behoorende tot het perceel, alhier gelegen in de Muur huizen, wijk B, no. 113, bij het kadas ter bekend onder sectie E, no. 2643. Amersfoort, den 11 April 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, De Secretaris, VAN PERSIJN. W. L. SCHELTUS. Amersfoort, 12 April 1882. Na afloop van het onlangs gehouden examen der Burger-Avondschool alhier zijn van de zeven leerlingen der eerste klasse tot de tweede bevorderdH. J. Jacobs, A. Renes, A. Schimmel en H. van Valkenhoef. Van de zes leerlingen der tweede klasse kregen een bewijs van met goed gevolg het onderwijs te hebben bijgewoond C. M. van Beek, W. H. van Hasselen en G. Prins. Een leerling werd wegens herhaald on gewettigd schoolverzuim van de inrichting verwijderd. Z. M. heeft herbenoemd in het bestuur van den polder Arkemheen, prov. Gelder land, tot dijkgraaf, den Heer E. J. W. Baron van Aylva van Paliandt; tot heemraden de Heeren B. Staal en C. van 't Klapheken tot plaatsverv. heemraad den Heer J. Schuurman. Voor het Heemraadschap de Rivier de Eem, Beken en aankleve van dien hebben de verkiezingen, ter vervulling der vaca turen ontstaan door periodieke aftreding van hoofdingelanden plaats gehad Op 4 April te Baarn, en werd met al- gemeene stemmen, 199, herkozen de Heer W. van de Kuiuder, te Eemnesbuitendijks; Op 8 April te Hoogland, en werden herkozen de Heeren H. Tolboom, met alg. stemmen, 210, en H. M. Baron van Tuijl van Serooskerken van Goelhorstmet 208 stemmen. Door Z. M. den Koning is op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer E. L. Visser, als Kapitein bij de d.d. schut terij alhier. De Luit. paardenarts, tweede klasse, van het Regiment Veldartillerie, Fixe Boxe wordt met 1 Mei e. k. overgeplaatst naar Venloo. De Commissaris des Konings in de provincie Utrecht, heeft benoemd tot de Commissie belast met het afnemen van de eind-examens voor de hoogere burger scholen in de provincie Utrecht, voor het jaar 1882 Tot voorzitter der Commissie, belast met het afnemen van de eind-examens voor raakte de spijzen nauwelijks aan. Nu eens zat zij als in gedachten verzonken; dan weer keek zij onrustig in het rond, en greep met de handen om zich heen. Plot seling stond zij op. Ik zou wel willen gaan liggen," zeide zij; „maar wat zult gij doen? Hebt gij wat te lezen?" „Bekommer u om mij niet, ik ga schrij ven," antwoordde het meisje. „De Martins hebben gevraagd, hun dadelijk bericht te zenden, hoe u de reis bekomen is." De moeder fronste de wenkbrauwen. „Lieve Kato," zeide zij, „ik heb er na tuurlijk niets tegen, dat gij aan het ver langen van die goede menschen voldoet, maar ik zou ongaarne eene blijvende brief wisseling tusschen u en hen zien. De vrouw van een ondergeschikten ambtenaar, die gemeubelde kamers verhuurt, is geen omgang voor u." Kato zag hare moeder met wijdgeopen de en verbaasde oogen aan. „Ikbcitdie vrouw veel, zeer veel dank schuldig," zeide zij. „Wat zou ik zonder hare hulp in het wildvreemde Berlijn be gonnen zijn? Hoe menigen nacht heeft zij met mij aan uw bed gewaakt: hoe onver moeid zorgde zij voor ons beide „Ja, ja, dat alles is mij bekend," sprak de moeder; „ik heb ook naar mijn vermo de hoogere burgerscholen in de provincie Utrecht, den Heer Dr. C. A. Engelbregt, Hoog]eeraar-Directeur der Rijks hoogere burgerschool te Utrecht; tot leden dier commissie, de Heeren: J. A. Bienljes, leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Utrecht; dr. B. J. Goosseus, leeraar aan de hoo gere burgerschool te Amersfoort; dr. F. H. Seelheim, leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Utrecht; J. C. F. Prikken, leeraar aan de hoo gere burgerschool te Amersfoort; A. M. Kollewijn, Nz., leeraar aan de hoogere burgerschool te Amersfoort; dr. W. H. van de Sande Bakhuyzen, leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Utrecht; N. L. Verlint, leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Utrecht; J. S. Robinson, leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Utrecht; W. N. Coenen, leeraar aan de hoogere burgerschool te Amersfoort; En bepaalt, dat de bedoelde examens zullen worden gehouden te Utrecht. BUITENLAND. De groote mogendheden zijn het einde lijk eens geworden over de wijzigingen, die in de door de Egyptische Kamer van notabelen aangenomen financieele wet ge bracht behooren te worden, om de belan gen der buitenlandsche schuldeischers van Egypte te waarborgen. Nu eerst zullen dus aan de Egyptische regeering eischen gesteld worden, en zal het dus moeten blijken of zij een conflict met de Euro- peesche mogendheden durft uitlokken. Naar gemeld wordt, is in de zaak der wijziging van genoemde wet de Porte niet gekend en is het onzeker of zij er in ge kend zal worden. Turkije trouwens heeft daarmede niet te maken; het heeft bij de regeling der belangen van de fondsenhouders geen belang. Er is thans werkelijk een Pruisisch gezant bij het Vatikaan benoemd. Het is de heer Von Schlözer, die reeds sedert lang daartoe aangewezen was en door wiens tusschenkomst indertijd de onderhandelingen met het Vati kaan weder werden aangeknoopt. Al zijn nu echter de diplomatieke betrek kingen hersteld, daarmede is nog geenszins eene toenadering tusschen Staat en Kerk tot stand gekomen, en bet blijkt niet, dat Bis marck geneigd is concessiën te doen, noch dat zijnerzijds de Paus tot grootere toegeef lijkheid geneigd is. Bismarcks houding te genover de Kerk wordt geheel beheerscht door zijne inzichten omtrent de binnen- landsche politiek van Duitschland. Hij wil voor die inzichten het centrum winnen, en eerst wanneer hij in het parlement op die partij rekenen kan, zal hij te bewegen zijn om aan het Vatikaan concessiën te doen. Von Bismarck heeft in de Norddeutsche Allgemeine een dankbetuiging doen plaat sen voor de belangstelling welke men hem op zijn verjaardag (1 April) heeft betoond. Die welwillendheid, zegt hij, heeft hem van gen mijne dankbaarheid betoond gij moogt elkander schrijven, wanneer gij daar aan behoefte gevoeltik wenschte slechts Wij zijn nu eenmaal niet meer in Amerika, waar schoen- en kleermakers tot de hoogste staatsambten geraken kunnen. De verschil lende standen in de maatschappij zijn hier te lande scherp afgeteekend." „Waarom moeten wij ons daaraan storen, riep Kato uit, terwijl zij met eene, haar eige ne trotsche beweging het hoofd ophief. „Wij behooren toch niet in eene dier standen te huis." De moeder verbleekte. „Wat bedoelt gij daarmede?" vroeg zij le vendig, „Waarvoor zijn wij dan overgeko men? Denkt gij dan misschien, dat wij uws vaders wensch vervullen, wanneer wij ons tevreden stellen, op Duitschen bodem te staan?Wij moeten ons bij onze bloed verwanten aansluiten, moeten rekening hou den met hunne positie „Moedertje, moedertje, wind u zooniet op!" smeekte hare dochter nu. „Gij maakt u weder ziek. Ik wilde u niet boos maken en zal stellig alles doen „Nu, begin dan, met in uwe vriendschap keuriger te zijn," viel hare moeder haar in de rede, terwijl zij naar de slaapkamer ging. „Goeden nacht," voegde zij er, terwijl zij de deur binnentrad, op zachteren toon bij, harte verheugd, maar het groot aantal der gelukwenschen maakt het hem tot zijn leed wezen onmogelijk teder afzonderlijk te be antwoorden, hoe gaarne hij dat ook wilde. Daarom verzoekt hij allen, die zijner zoo vriendelijk gedachten, de uitdrukking zijner dankbaarheid in deze weinige regels vriende lijk te willen aannemen. Aan Vorst Gortschakoff is op verzoek, wegens redenen van gezondheid en hoogeu ouderdom (hij is 84), ontslag verleend als leider van het Ministerie van Buitenland sche Zaken. In het hierop betrekking hebbende keizer lijk rescript, door het Journal de St. Peters- bourg openbaargemaakt, en dat ondertee kend isMet oprechte achting uw dank bare Alexander" wordt bepaald, dat Gort schakoff den titel van Rijkskanselier zal behouden en lid van den Rijksraad blijft. De bekende Staats-Secretaris, De Giers, vervangt hem als Minister van Buitenland sche Zaken. Die benoeming, zegt het Jour nal, zal in Rusland's buitenlandsche staat kunde geenerlei verandering brengen. Deze blijft dezelfde als uiteengezet is in de circulaire van 16 Maart 1881, welke door De Giers werd onderteekeud en waarin het waarachtig vredelievend karakter dier staat kunde werd op den voorgrond gesteld, een karakter, dat ze waarschijnlijk nog lang zal blijven dragen. BINNENLAND. H.H. MM. de Koning en de Koningin hebben den Eersten Paaschdag in de Kloos terkerk deelgenomen aan het II. Avond maal, dat bediend werd door den Hofpre diker Ds. van Koetsveld. II. M. de Koningin woonde den tweeden Paaschdag de godsdienstoefening in de Duitsche kerk bij, onder gehoor van Ds. Martius. De nieuw benoemde Commissaris des Konings in de provincie Utrecht, de Heer Mr. E. H. 's Jakobs, zal eerstdaags, te Amsterdam, den gevorderden eed in han den van Z. M. den Koning afleggen. Naar men verneemt zal de Tweede Ka mer der Staten-Generaal op 24 April bij eenkomen. Behoudens goedkeuring van hoogere hand, zal eerstdaags te Haarlem de eerste Nederlandsche Pneumatische inrichting geopend worden. Behalve een kamertje voor 4 personen, waar verdikte lucht in geademd wordt, zullen tal van luchtheelkun- dige werktuigen aanwezig zijn. Dr. Tvan, te Haarlem, heeft de leiding welwillend op zich genomen, en 16 Nederlandsche hoogleer aren be wezen schriftelijk hunne instemming. Bij besluit door den Minister van Water staat, dezer dagen ter kennis der ambtenaren gebracht, zijn, met betrekking tot de Rijks- Postspaarbank, de volgende belangrijke bepalingen gemaakt. a Uitsluitend ten behoeve derschool- spaarbanken wordt een formulier in gebruik gesteld, ingericht ter aanhechting van 100 frankeerzegels van één cent. UMÉMMIBM II—MMM—M—B—KMMI wees Kato, die haar wilde volgen, met eenq beweging der hand af, sloot de deur en grendelde haar. Kato bleef een oogen blik ontroerd staan. Nog nooit was hare moeder zoo heftig en onredelijk geweest. Zij moest rekening hou den met bloedverwanten, van wier bestaan eu maatschappelijke positie zij nooit iets gehoord had; zij moest keuriger in hare vriendschap zijn! Wist hare moeder dan niet, dat zij van kindsbeen af, slecht éénen vriend en vertrouweling, haren vader, die voor acht maanden overleden was, gehad had? Zij plaatste zich bij het openstaande venster en zag in de wegstervende avond schemering naar buiten. In langen tijd had het bewustzijn van de eenzaamheid des harten, waarin haar vader haar ach terliet, niet zoo luide tot haar gesproken, want de zorgen voor hare zieke moeder hadden haar zich zelve doen vergeten. Nu bestormden haar smachtgevoel en her innering zooveel te heviger. In hare ge dachten zag zij haars vaders edele trek ken weder, zijn goedigen, vertrouwen wek- kenden lach, zijne van geest stralende oogen. Zij herdacht, hoe hij haar, zoo lang hij herinnering had, geestelijk en lichamelijk had gehoed, hoe hij haar meer en meer aan zijn innerlijke leven deel liet Deze formulieren worden door den direc teur der Rijkspostspaarbank rechtstreeks verstrekt aan de hoofden der scholen, die daarvan voor hunne leerlingen gebruik wen- schen te maken. Zij worden later, mits voorzien van de handteekeningen van het hoofd der school, door de ambtenaren der posterijen als inlagen in de Rijkspostspaar bank aangenomen. b. Bij iedere eerste inlage ten behoeve van een derde, kan voortaan de persoon, die de inlage doet waaronder ook te rangschikken is de vader of voogd van kinderen die niet schrijven kunnen, voorloopig zijne hand- teekening onder de betrekkelijke verklaring en in het betrekkelijke register ten postkan tore stellen. Eerste inlagen ten behoeve-van leerlingen, die niet kunnen schrijven, mogen geschieden ten Verzoeke van het hoofd der school. c. Aan het verlangen van hem, die ten be hoeve van een ander 110 of meer inlegt, dat de betrekkelijke kennisgeving hem en niet den bevoordeelde worde ter hand gesteld, kan worden voldaan. Door de bepalingen, hiervoor onder letters b en c medegedeeld, worden o.a. de bezwaren opgeheven, die tot dusverre voortvloeiden uit het voorschrift, dat de persoon, te wiens name de boekjes gesteld werden, zelf zoowel de verklaring als het register moest teeke nen» Daardoor was het tot nu toe bijna niet doenlijk om, bij het verstrekken van gif ten in den vorm van spaarbankboekjes, van de Rijkspostspaarbank gebruik te ma ken. Dit bezwaar is thans geheel uit den weg geruimd. Men schrijft uit Amsterdam aan het Rott. Nbl. Als een aardig staaltje hoe sommige ambtenaren op de hoogte van hun werk kring zijn kan dienen, dat iemand die Woensdag in de gemeente Nieuwer-Am- stel de geboorte van een kind had aan gegeven, den volgenden dag een schrijven ontviug, waarin hij verzocht werd aan de afdeeling burgerlijke stand, nog eens terug te willen komen, omdat men hem bij vergissing, in plaats van in de beide geboorte-registers, in het overlijdens register had laten teekenen, zoodat het kind, dat nóg niet eens als geboren voor kwam, reeds als dood te boek stond. On danks alles zou men haast nog van geluk mogen spreken dat het intijds ontdekt is, daar het later wellicht tot heel wat moeite en last aanleiding had kunnen geven. De directie der Stoomvaart-Maatschappij Nederland" schijnt de hoop van nog iets van de steeds vermiste drie sloepen van, de Koning der Nederlanden te zullen verne men op te geven. Althans naar men meldt zijn dezer dagen aan de familien der nog vermiste passagiers de waarden in geld of papier, die zij bij den commandant gedu rende de reis ter bewaring hadden gege ven, ter hand gesteld. Ook zijn aan de achtergelaten betrekkingen der bemanning de aan de manschappen toekomende gage- gelden verstrekt. Door wijlen den Heer L. van Kaker- nemen en haar eindelijk zijn goede ka meraad" pleegde te noemen. Zij had haar best gedaan, deii naam te verdienen, door zich naar haar vermogen met zijne be langen en werkzaamheden te vereenzelvi gen. Dagen achtereen vergezelde zij hem te voet, in den wagen of te paard, wan neer hij het behoeftige gedeelte zijner zieken bezocht, of ging op zijnen last troost en hulp brengen, zorgde voor zijn gemak te huis, las met hem en hielp hem zijnen bloementuin in orde houden. Hare moeder, was reeds sedert jaren ziekelijk. „Zij heeft het heimwee, de arme," had haar vader geantwoord, toen Kato hem eens naar de oorzaak harer ziekte vroeg. „Zeg niet, dat wij het weten," had hij er bijgevoegd, „het is beter dat zij zich opzichtens ons tracht te beheerschen." Vermoedde hij niet, dat zij zich door dit zwijgen en verhelen meer en meer van elkander verwijderen moesten? Kato gevoelde dat, voordat zij het met haar verstand omvatte, en gevoelde zich daarom zooveel te meer gedreven haren vader van alles wat haar bewoog en bezig hield deelgenoot te maken: iedere gewaar wording, iedere gedachte, ieder klein voor val. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 2