NIEUWE NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Amersfoort, Baarn, Bnnsclioten, Zaterdag 3 iuni 1882. Bloed om Bloed. No. 44. Uitgever: A. Af. Slothouwer, Advertentiën knnnen inge zonden worden tot uiterlijk 'g morgens S'/2 uur des Woens dags en Zaterdags. Eene viermaal geplaatste ad vertentie wordt slechts drie maal in rekening gebracht. Politiek van een burgerman. Elfde Jaargang. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 meenden f 1, Frenco door het geheele Rijk1,10. Afzonderlijke nummert 3 Cent. Dit Blad verschijnt det Woensdagsen det Zaterdags. tb Amersfoort. Advertentiën van 16 regeltf 0,40. Iedere regel meer 0,05. Voor het BuitenlandO.OT8 Reclames per regel0,20. Groote lettert worden berekend naar plaatsruimte. ,/Gij vraagt mij, waarde vriendof ik mij niet zal aansluiten bij den Bond, dien eenige heeren bezig zijn op te richten tot hervorming van ons kiesrecht; en zijt wel zoo goed geweest van mij te verwachten, dat ik voor dit belangrijk vraagstuk niet onverschillig zou zijn. Om u maar dadelijk ten aanzieu mijner gevoelens en plannen gerust te stellen, meld ik u, dat ODfler de massa kaartjes, die bij den heer Brouwer te Zwolle zijn bezorgd, ook het mijne te vinden is, als het ten minste op de post niet verloren is gegaan, wat bij ons te lande een zeldzaamheid is. Ik laat mij op die zeer eenvoudige handeling echter weinig voorstaan, eD de meaning is verre van mijdat ik er het vaderland door gered zou hebben. Doch ik geloofdat ieder liberaal man in Nederland met de onderteekenaars van het manifest kan meegaan. Het is volkomen waar, wat zij daarin schreven„het be wustzijn is algemeen doorgedrongen, dat van het kiesrecht verstoken zijn zeer velen, die daarop rechtmatig aanspraak maken; voor hen, die de vooruitstrevende en her vormingsgezinde richting zijn toegedaan, staat het vast, dat de grondslag van ons FEUILLETON. kiesrecht niet deugt." Toch heb ik, alvorens mij aan te slui ten, nog eenigen tijd geaarzeld. Ik vreesde dat we, door een nieuw element in den strijd te brengen, de verwarring, die op dit oogenblik tamelijk groot is, nog zouden vermeerderen. Gij weet het, vroeger was ik geen kiezer, en dat hinderde mij, vooral omdat ik de onbekookte praatjes vaak aanhoorde van lui, die omdat zij door hun bedrijf of hun grondbezit meer belasting betaalden dan ik, wel naar de stembus gingen, en toch van de beteekenis der verkiezing niet het minste begrip hadden; eD ook, omdat ik mij niet zelden ergerde aan de kolos sale onverschilligheid, waaronder een aantal dier hun heeren recht ongebruikt lieten, onder de miustbeduidende voorwendsels. Sedert eenige jaren kies ik ook mede, tengevolge van omstandigheden, van mijn wil geheel onafhankelijk, en die mijn geschiktheid als kiezer volstrekt niet heb ben vermeerderd. Nu is mijn opvatting deze De Staten-Generaal zullen in zooveel hoogeren graad het Nederlandsche Volk vertegenwoordigennaarmate meerdere tot oordeeling bevoegde personen tot hun sa menstellen hebben bijgedragenen wan neer iemand van het recht daartoe wordt uitgesloten, raag dat alleen geschieden om redenen, aan het algemeen belang ontleend. Dat men lieden weert, wien het aan de allereerste beginselen van kennis en ont wikkeling ontbreekt, is zeer toe te jui chen het is onredelijk en onzedelijk te vens, een daad te vergen van iemand die zich van die daad geen rekenschap kan geven. Er moet dus een grens zijn, waar de kiesbevoegdheid ophoudt. In den cen sus meende de Grondwetgever het middel VJXT HET HOOGDUITSCH van CLAIRE VON GLUMER. Ik bea hier oiet om te bateo, maar om lief te hebbes. 17) „Gij weet, het is van ouds miju be ginsel geweest, de zaken bij den waren naam te noemen," begon hij. „Dat doe ik ook nu en verklaar u zonder teerge- voeligen omhaal van woorden, dat ik over uwe terugkomst zeer ontevreden ben. Hoe hebt gij daartoe, na al het gebeurde, kun nen besluiten „Ik heb het u reeds gezegd, ik had het heimwee," gaf zij schuchter ten ant woord. Bovendien Georg heeft het ge- wensht „Georg en altijd weder Georgviel de consul bitter in. Omdat hij het wensch- te, moest gij natuurlijk komen. Hoe het mij daarbij te moede is gaat u niet aan 1" „O Anton l" riep zij weenend, „ik te bezitten, om die grens te vinden, doch een ervaring van bijna 35 jaar heeft be wezen, dat hij zich vergiste, en dat de censuslijn een aantal onbevoegden toeliet, een nog grooter aantal bevoegden uitsloot. Waar dat zoo duidelijk is gebleken, is het dringend noodig, een ander herken ningsmiddel te zoeken; en, waren we niet gansch en al verzield geraakt in het on veilig vaarwater der hoogere politiek, veel te hoog voor ons burgerluidjes, dan zou het niet zoo heel veel moeite kosten, dat middel te vinden en in toe passing te brengen. Vooreerst zou ik uitgemaakt willen zien, wie niet tot de stembus werden toegela ten. Zonder nadere omschrijving, die mijn brief te lang zou maken doch die ik later, als gij het verlangt, wel geven wil, noem ik: 1. De Vrouwen. 2. Minderjarigen. 3. Militairen in actieven dienst beneden den rang van officier, 4. Gealimenteerden of die op eenige wijze door de publieke liefdadigheid worden onderhouden. 5. Allen die door een rech terlijk vonnis van de uitoefening van hun burgerschapsrecht zijn verstoken. Den overigen zou ik het kiesrecht wil len toegekend zien, mits zij het, op een eigenhandig onder toezicht van een lid van den Gemeenteraad ingevuld formulier, aanvragen. Bij de stembus wordt gelegen heid gegeven, onbespied het stembriefje in te vullen. Blanco biljetten worden niet bij de kiezers aan huis gezonden. Ik koester, 'k weet zelf niet recht waarom, de verwachting, dat de ver- eeniging, indien zij tot stand komt, een program zal te voorschijn brengen niet veel van deze hoofdbeginselen verschil lend. hoopte, dat gij mij zoudt vergeven ik breng u mijne dochter „Uwe dochter I" viel hij zijne zuster in de rede, „nopens haar moet ik hoofd zakelijk met u spreken, hoe gaarne ik u en mij zeiven dit wederzien ook bespaard zou hebben Een ongelukkig toeval heeft haar en Frederik reeds in Amerika bij elkander gebracht en zij zijn verliefd ge worden. Maar dat weet gij natuurlijk en evenzeer zal het u bekend zijD, dat zij hier voortspinnen, wat ginds begonnen is. Natuurlijk weet gij dat?" „Ik ik heb hel ten minste ver moed," stamelde zij. En laat het toe, beschermt het misschien wel?" viel hij in. „Daar hebben we dan de oude ongeluksgeschiedenis andermaal. Maar misleid u zelve niet deze keer neemt de zaak een ander einde. Frederik is geen meisjesschaker ook heb ik een middel, om hem van uwe dochter te scheideD, en voordat ik mijn zegel hecht aan deze misdadige neiging „Anton ik smeek u riep zijne zuster met opgeheven handen, en toen voegde zij er met gedwongen kalmte bij „Tracht toch de zaak anders in te zien. Wanneer de ouders zich aan u vergrepen hebben, de dochter maakt het goed, brengt weder Dat is, zult ge zeggen, geen algemeen stemrecht, waarvan ge altijd gemeend hebt dat ik een voorstander was. We zullen over den naam niet twisten: maar dat zeg ik u, wanneer we het „allemanskiesrecht" zoo moeten opvatten, dat elke uitsluiting onvoorwaardelijk verworpen wordt, dan zou ik de voorkeur geven aan het meest autocratisch regeerstelsel ter wereld. Een handvol onbevoegden, waarvan sommi gen misschien voor een zeker aantal bor rels hun stem zouden verkoopen, kan den uitslag der geheele verkiezing vervalschen; en het zou dan niet de stem der natie zijn, doch die van het toeval, die uit de stembus werd gehoord. Doch ik heb u nog niet verteld, waar om ik aanvankelijk weifelde. Zoodra de ministrieële crisis zich had geopenbaard, vernamen we van alle kanten, dat het aanblijven dezer Regeering werd gewenscht, in de eerste plaats omdat zij op zich had genomen een poging tot herziening van het kiesrecht aan te wenden; en dat het ontslag niet zou doorgaan, werd vrij spoe dig zichtbaar. Nu meen ik, dat het Mi nisterie aan zichzelf verplicht is, een voor stel, hetzij tot Grondwetsherziening, hetzij tot wijziging van de bepalingen der kies wet, aan te bieden, opdat wij geraken mogen uit den staat van matheid, luste loosheid en staatkundig onvermogen, waar in we al dieper dreigen weg te zinkeu. Nu was, door eenige vrijzinnige kiesver- eenigingen, de wenschelijkheid van cen susverlaging vooropgesteld, en ik rede neerde zoo: Indien het dan, met de te genwoordige verhouding der partijen, niet mogelijk is een Grondwetsherziening te verkrijgen in de gewenschte richting, laat ons dan het eenig mogelijke doen om in geluk en vreugde in uw huis...." „Gelukviel hij met een spotachti- geu lach in. „Ik bedank voor dat geluk om de dochter van Georg den god- ganschelijken dag voor mijne oogen te hebben. Maar mijD gevoel is bijzaak. De hoofdreden, waarom van een huwelijk tus- schen den zoon van Richard en óeorg's dochter nooit ofte nimmer sprake kan zijn, is u zoo goed als mij bekend." „Hebt gij niet Georg's zuster gehuwd riep Christine. „Helaas, dat heb ik gedaan antwoord de hij, en voor 't eerst was ook zijn toon bewogen. „Meent gij dat ik het ooit zou hebben onderstaan, mij ons familie geluk ten nutte te maken, om ook een maal gelukkig te zijn Waarom ziet gij mij zoo verwonderd aan Weet gij niet dat ik Bertha reeds voor haar huwelijk met Richard bemind heb en dat zij mij toen om hem heeft afgewezen Christine schudde het hoold. „Neen," zeide zij, „dat heb ik niet geweten, ik was zoo jong, zoo onervaren En ik zoo leelijk viel haar broeder in. „Wie had kunnen gelooven dat een menschenkind als ik liefde gevoelen en op liefde aanspraak maken kon - Toen Bertha, nadat zij weduwe was geworden, zich verwaardigde mijne wenschen te ver vullen, heeft zij het dat is mij maar al te spoedig duidelijk geworden om de kinderen alleen gedaan. Ik moest voor hen de plaats van vader vervullen, bet ouderlijk huis voor hen in stand houden. Bertha's hart is den overledene trouw gebleventot haar laatste levensuur heeft hij tusschen haar en mij gestaan en er zijn oogenblikken geweest, dat ik haar daar om haatte en in haar nog slechts de zuster van den man zag, die mijnen broeder vermoordde." „Dat heeft hij niet," riep Christine uit. „Ik zal het niet dulden dat gij hem dat ten laste legt „Maar dat hij het gedaan heeft weten wij, gij zoowel als ik," viel de consul in. „Neen, dat heeft hij niet," riep Chris tine weder. „Richard heeft mij van Georg weggerukt, is daarbij uitgegleden, geval len „Zoo wordt het voorgedragen," zeide de consul koud„maar gij weet zeer goed, dat Georg op Richard losgegaan is, hem aangegrepen en hem met zijne reuzenkracht tegen den grond geslingerd heeft." Christine drukte de zakdoek voor de

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 1