Bunschoten. Gedurende de beide
jongst verloopen dagen leverde de ansjo
vischvangst gunstige resultaten op, door
sommige visschers werden erin den nacht
van 80 op 31 Mei, 35,000 stuks per
span gevangen.
De vervolgde Joden in Rusland.
den stand der partijen verandering te bren
gen, door uitbreiding van het kiezersper
soneel. Zoodra dit doel bereikt is, kan de
wijziging der Grondwet opnieuw ter spra
ke komen. Helpen we inmiddels een Ver-
eeniging oprichten, die geheel iets anders
wil, dan brengen we nog meer tweedracht
in het kamp der liberalen.
Het is echter gebleken, dat het optre
den der censusverlagingsmannen weinig
bijval heeft gevonden: zelfs geloof ik, dat
al hetgeen ter verdediging van hun plan,
gelijk ik reeds zeide, ook kwam het
in den aanvang aanbevelenswaard voor,
is geschreven, slechts heeft gestrekt om
de volkomen onhoudbaarheid van den cen
sus nader aan te toonen. Laat er dus
nu een krachtige stem uitgaan van de
natie; dat de voorstanders van het census--
plan, die zelf in hun rapport de wen-
schelijkheid van Grondwetsherziening op
den voorgrond plaatsenhet mislukken
van hun welgemeende en zeer gewaar
deerde poging beschouwen als een aan
sporing, om ook mede te werken tot het
vestigen van een stellige en algemeene
overtuiging. Komt. dan eindelijk de Re
geering met haar voorstellen, dan weten
de vertegenwoordigers des Volks hoe de
kern der natie over dc zaak denkt, en
zij kunnen in dat licht hun oordeel uit
spreken.
De werkzaamheid der onderteekenaars
van het manifest zal in elk geval tot uit
komst hebben, dat de openbare meening
zich bij toeneming van het vraagstuk der
kiesrechtherziening meester maakt. En
daartoe wil ik in de eerste plaats gaarne
medewerken.
„Met deze opheldering meen ik, uw
vraag voldoende te hebben beantwoord.
Vriendschappelijke groete van
Uw gewezen kameraad:
H."
OEFICIËELE PUBLICATIËN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 18 der wet van 4 December
1872 (Staatsblad no. 134),
Brengen ter algemeene kennis, dat
eiken Maandag 's namiddags ten één ure,
voor eenieder gelegenheid tot kostelooze
inenting wordt gegeven in de daartoe be
stemde localiteit, gelegen aan de Breede-
straat, Wijk F, no. 133.
Amersfoort, den 30. Mei 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 264 der gemeentewet,
gewijzigd bij de wet van 28 Juni 1881
(Staatsblad No. 102),
Doen te weten, dat het oorspronkelijk
kohier der plaatselijke directe belasting
op de HONDEN over het dienstjaar 1882,
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
van Utrecht, in afschrift gedurende vijf
maanden op de Secretarie der gemeente
voor eenieder ter lezing ligt.
Amersfoort, den 2. Juni 1882.
- Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester.
W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN.
oogen.
z/Ik heb niets gezien," antwoorde zij,
zacht weenend. //Ik lag zelve op den grond."
z/Nu dan hebt gij gehoord dat ik Georg
Richard's moordenaar noemde," viel haar
broeder in. //Heeft hij het toenmaals ge
waagd ook zelfs een woord daartegen te
zeggen? Later zal hij het wel bepleit,
anders uitgelegd en zijne onschuld beweerd
hebben. Is het niet zoo? Heeft hij dat
niet gedaan?"
z/Neen, hij heeft niets weerlegd," ant
woordde zij nog steeds weenende. //Maar
zelfs wanneer hij wanneer hij aan
Richard's dood schuldig geweest is, een
moordenaar is hij niet Hij heeft im
mers het verschrikkelijke niet gewild
mij wilde hij slechts beschermen
//Drogredenen!" riep de consul.
z/En toen het onheil gebeurd was," ging
Christine voort-, zonder op zijne tegenspraak
acht te slaan, //toen het gebeurd was,
heeft hij zichzelven vergeten, uwe aanklacht
niet gehoord en slechts er aan gedacht
om den verslagene te helpen. Ik zie hem
nog, hoe hij naast Richard knielde, zelf
bleek als de dood."
z/Ats het kwade geweten, moet gij zeg-
zen," viel haar broeder in.
Zij lette daar niet op en ging met klim-
Amersfoort, den 3. Juni 1882.
De leerlingen der Rijks-Veeartsenijschool
te Utrecht, van het tweede studiejaar,
hielden onder geleide van twee leeraren
der school, 1.1. zondag een botanische
wandeling van af het Station Soest, langs
de Melm, Coelhorst, Hoogland en den
Amersfoortschen berg, alwaar zij eenigen
tijd zich ophielden om het prachtige, veel
te weinig bekende natuurschoon te genie
ten. Voldaan over het nuttige en aange
name keerden zij huiswaarts.
Door het kiescollege der Hervormde
gemeente te Amersfoort zijn heden avond
verkozen tot ouderlingen de heeren J.
Zandijk Sr. en G. van Gheel Gildemees-
ter, beide aan de beurt van aftreding en
de heer C. Maas, in plaats van den heer
P. Methorst Sr. overleden. Voorts zijn
herkozen tot diakenen de heeren J. van
Ommen Jz. en J. van Gelder JHz. en geko
zen de heer J. van Apeldoorn JLz. De twee
laatsten hebben hunne benoeming in beraad
genomen, terwijl de overigen haar hebben
aangenomen.
Door den Hoogleeraar Harting is aan
de vrouwen van Nederland de volgende
oproeping gericht.
Gij weet aan welke gruwelen de Joodsche
bevolking op vele plaatsen in Rusland heeft
blootgestaan, en, indien gij het nog niet ten
volle weten mocht, lees dan het. kleine vlug
schrift, bevattende Mededeelingen van het
comité ter ondersteuning der hulpbehoeven
de Israëlieten in Rusland, onderteekend:
J. C. van Marken, presidentJ. C. Mat-
thes, secretaris en A. C. Wertheim, penning
meester, dat door de Gebr. Binger te Amster
dam aan de overige comité's op aanvrage
kosteloos wordt verstrekt.
Wanneer Gij die mededeelingen gelezen
hebt, dan zult Gij begrijpen, waarom ik mij
meer bepaaldelijk tot u wend.
Vrouweneer is beleedigd, vrouwenliefde
moet ter hulpe komen.
Gelukkig begint in Rusland.zelf eene be
tere stroomiug zich een weg te banen. De
Keizer heeft gesproken. Hopen wij, dat Zijne
Majesteit overal in zijn rijk gehoorzame die
naars zal vinden, die zijne bevelen zonder
aarzeling uitvoeren en dat zoo voor goed een
einde wordt gemaakt aan eene vervolging,
die een ware schande voor onze eeuw is.
Maar, zelfs al mocht die hoop vervuld wor
den en dit einde nabij zijn, de reeds teweeg
gebrachte ellende is onnoembaar groot. De
Israëlitische, voor eeu groot deel verarmde
bevolking in Rusland bedraagt drie en een
half millioen zielen. Duizenden vluchtelin
gen, van alles beroofd, trekken de grenzen
over om, zoo mogelijk, in een ander land,
rust en veiligheid te vinden duizenden an
deren zijn op weg of staan gereed om hen te
volgen. De grensplaatsen van Oostenrijk
zijn overvuld door die ongelukkigen. De
middelen om hen te helpen, ofschoon ruim
toevloeiende, niet het minst door de mildda
digheid hunner eigene, meer begunstigde
geloofsgenooten in Engeland, Amerika,
Frankrijk, Duitschland, Oostenrijk en in
ons land, zijn op verre ca niet toereikend om
in den nood van allen op afdoende wijze te
voorzien, ook niet nadat talrijke christenen
zich bij hunne israëlietische landgenooten
hebben aangesloten en hunne penningen ge
mende opgewondenheid voort: //En des
avonds, toen ik naar hem toeging om af
scheid van hem te nemen, wat was hij
toen van zijn stukken! Noch zichzelven
noch mij heeft hij zijne onschuld trach
ten te bewijzen. Hij zou zoo gaarne in
Richard's plaats gestorven zijn
z/Wat hij daardoor bewezen heeft, dat
hij de zuster van den stervende wegvoerde,
om vergenoegd verder met haar te leven!"
zeide de consul.
//Vergenoegd!" herhaalde Christine.
z/Ach neen, niets minder dan datl Wist
gij, hoe ik hem met klachten en zelfver
wijtingen het leven verbitterd heb
en hoe moeielijk de eerste jaren in Ame
rika geweest zijn, voordat het hem ge
lukte als geneesheer vasten voet te krij
genen hoe wij beiden geleden hébben,
toen onze eerste kinderen stierven
z/De straf des hemels," riep de consul.
Hebt gij dat niet tegen elkander gezegd?"
flJa, ja, ik heb mijzelve dat lang voor
gehouden," antwoordde zij, en ik heb
Georg daarmede gekweld, tot ons derde
kind, onze Kato, zoo heerlijk opgroeide,
dat ik aan geen vloek meer gelooven kon.
O Anton, Anton! sedert heb ik gehoopt,
dat ook gij vergeten kondt, mij vergeven
dat ik u toenmaals verliet en Georg, dat
offerd op het altaar der-algemeene me.-nsoh.efi
liefde, di.e geen geloofs- of rasverschil kent.
Gelukkig ontbreekt het in ons gezegend
vaderland, dat, ofschoon klein van omvang
en politiek van geringe beteekenistoch
eene groote zedelijke macht kan uitoefe
nen, omdat het meer dan menig ander en
grooter land de zetel is van het edelste
deel der hedendaagsche beschaving, niet
aan mannen, die de eischeu van deze be
grijpen, waar anderen haar in het aange
zicht slaan door middeleeuwsche vooroor-
deelen te doen herleven, optreden om, zij
het dan ook slechts door het geven van eeu
voorbeeldde rechten en plichten der
menschheid te handhaven.
Op een groot aantal plaatsen van ons
vaderland zijn reeds comité's ter onder
steuning der hulpbehoevende Russische
joden verrezen; en dit getal zal voorzeker
nog aanmerkelijk toenemen, nu het Am-
sterdamsche comité is opgetreden als cen
traal comité voor Nederland.
Welnu, Vrouwen san Nederland! sluit
u bij ons mannen aan, hetzij door uwe
giften aan de reeds bestaande comité's te
schenken of hetgeen wellicht in dit
geval nog de voorkeur verdient door
het oprichten van eigene comité's, die zich
met de inzameling van die giften belasten.
Die oprichting zal tevens eene zeer ern
stige zedelijke beteekenis hebben. Zij zal
zijndie van een levend protest van Ne-
derland's vrouwen, voortgesproten uit ver
ontwaardiging over de barbaarsche, beest
achtige ruwheid getuigende behandeling,
die anderen vrouwen en meisjes in een
zich beschaafd noemend land ongestrafd is
aangedaan.
Nog eens herhaal ik het, maar met meer
nadrukhier kan de schandelijke beleedigde
vrouweneer alleen door betoon van hulp
vaardige en medelijdende vrouwenliefde
jegens de ongelukkige slachtoffers of hare
overgebleven betrekkingen op waardige wijze
worden gewroken.
P. Hakting.
Amersfoort, 28 Mei 1882.
BUITENLAND.
De politie te Dublin moet nu kans
hebben de moordenaars van Cavendisch en
Burke in handen te krijgen.
Groote wanordelijkheden hebben Zondag
plaats gehad tusschen Frausche en Itali-
aansche werklieden van een suikerraffina
derij te Parijs. Toen de politie zich met
de zaak ging bemoeien, werd er letterlijk
slag geleverd tusschen haar en de Fran-
sche werklieden, en alleen door een charge
te maken gelukte het den mannen der
wet de Italianen te bevrijden, die met
den dood bedreigd werden. Het schijnt
echter, dat de Italianen aanleiding tot deze
vechtpartij hebben gegeven.
In Egypte moet onder de Arabieren
groote verbittering heerschen tegen de
hij mij liet medegaan, want het andere
was een ongeluk, geene schuldO An
ton! wauneer gij dat kondt inzien
het wildet gelooven
Hij was opgestaan en had zich aan het
venster geplaatst; bij de laatste woorden
volgde zij hem, maar op het punt de
haDd op zijnen arm te leggen, liet zij die
vreesachtig weder vallen.
z/En wanneer ik het geloofde maar
ik geloof het niet," antwoordde hij na
eenig zwijgen, terwijl hij zich omkeerde
en haar met nijdige oogen aanzag; //wan
neer ik het geloofde, wat zou daarmede
gewonnen zijn, Richard's dood scheidt
de twee voorgoed. Frederik moet niet,
zooals het mij gegaan is, in zijne ge
lukkigste oogenblikken door de schim
zijns vaders verontrust worden."
z/Weet hij dan begon Christine;
haar broeder viel haar in de rede.
z/Neen, hij weet nog niets; ik ben er tot
nog toe niet toe kunnen overgaan zijne
gedachten te vergiftigen. Maar voordat ik
de verbindtenis tusschen hem en uwe
dochter toesta, moet hij alles weten
z/Anton, ik smeek ul" riep Christine.
//Spaar uwe beden," zeide de consul. //Gij
weet, te bepraten ben ik niet. Ik geef mijne
toestemming tot deze vereeniging niet en
Christemv). Gpheele familiën verlaten met
alleen Caïro, maar het land zelf. Zaterdag
was het gevaar voor een algemeenen op
stand zeer nabij. De Engelsche en Fran-
sche schepen maakten reeds stoom, om
op het eerste teeken te kunnen vluchten.
Bij de geringste fout, bij het geringste
misverstand, dat een Europeaan zou heb
ben doen ontstaan, ware Alexandrië ge
bombardeerd geworden, zonder dat de nabij
de vesting wonende bevolking tijd had
gehad te vluchten.
BINNENLAND.
Over den verkoop van het te Berlijn
bestaande Nederlandsche paleis, voortko
mende uit de nalatenschap van Prins
Frederik, worden nog steeds onderhande
lingen gevoerd. De Keizer komt den prijs
van een millioen drie honderd duizend
mark te hoog voor. De landgoederen in
Silezië zullen ook voor tien millioen mark
verkocht worden.
De gemeenteraad van Oudewater heeft
een plein genoemd naar Arminiusde
bekende godgeleerde, die aldaar geboren
werd.
Uit Boskoop komt het bericht, dat de
aardbeziën zich zeer voordeelig ontwikke
len en een goede opbrengst beloven.
Te Nijmegen heeft men het plan ge
vormd, om, bij gelegenheid van de wed
rennen aldaar, de stad feestelijk te ver
lichten.
Aan de brochure, uitgegeven door het
comité ter ondersteuning van de vervolg
de Joden in Rusland ontleenen wij het
volgende:
Odessa, gouv. Cherson. Het oproer was
vooraf aangekondigd; de hulp des gouver-
nements werd tevergeefs ingeroepen. Het
eenige dagblad de Odessa Westnyck, dat
ten gunste der Joden schreef, werd opge
heven. De Jood Piafkin werd vermoord,
11 vrouwen werden onteerd, eene daar
van, Peska, na de daad vermoord. Den
Joden werd belet zicnzelven te verdedi
gen. Meer dan 200 hunner, die het toch
hadden gedaan, werden in hechtenis geno
men en met de knoet gestraft. Verlies aan
eigendom meer dan een millioen roebels.
Alexandrowsk, gouvern. Jekaterinoslaw
De rabbijn en twee aanzienlijken gemeen
teleden hadden zich vooraf naar den te Je
katerinoslaw gezetelden gouverneur begeven,
oin hem te smeeken voorzorgzorgsmaatre
gelen te nemen. Zij werden door de be
dienden de deur uitgeworpen. Het op
roer begon bij den herbergier Mindlyin
dien men uit zijn kelder haalde en
wien men een mengsel van wijn, bier, bran
dewijn, olie, peper, azijn, mosterd en zout
zoo lang ingoot, totdat hem het bloed uit den
nens drong. Daarna wierp men hem in een
moddergoot. Synagoge, begraafplaats, woon
huizen en winkels werden verwoest, 300 van
de 400 Israël, gezinnen behielden niets dan
hun kleederen aan 't lijf. Een telegram om
hulp werd 4 uren lang opgehouden. Verlies
400,000 roebels.
zou dat verzeker ik u Frederik liever
dood in de kist zien liggen, dan hem aan de
dochter van mijnen doodvijand te verliezen.
Zoolang mij heugt hebben slechts twee
menschen mij liefgehad, de eerste was
Richard, de tweede is Frederik. Van zijne
vroegste kindschheid af heeft hij zich
vertrouwelijk, hartelijk bij mij aangeslo
ten. Voor alle anderen dat hebt gij
zelve bij ondervinding ben ik meer of
min een bullebak geweest."
z/Was dat niet, ten deele althans, uw
eigen schuld?" vroeg zijne zuster.
„Natuurlijkriep hij met zijnen spot-
achtigen lach. (/Ik was zulk een leelijk,
onaangenaam kind, dat niemand mij lijden
mocht en mij iedere onhebbelijkheid zwaar
der werd aangerekend dan anderen. Toen
mij dat menschenschuw en wantrouwend
maakte, was het, dat ik geen gevoel had,
boosaardig was en wat al niet meer!
Zoo is het altijd gegaan. Neen, spreek mij
niet tegen, ontzag heb ik weten in te
boezemen, maar genegenheid heeft niemand
voor mij, behalve Frederik.
„Kato zou dat ook hebben, zij zou met
Frederiks oogen zien," gaf Christine te
kennen.
Word vervolgd.)