NIEUWE
5
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Amersfoort, Bairn, BinM,
t,
Bloed om Bloed.
No. 49.
Uitgever: A. AfSlothouwer,
Advertentiën kunnen inge
zonden worden tot uiterlijk
's morgens 8V2mirdcs Woens
dags en Zaterdags.
Eeue viermaal geplaatste ad
vertentie wordt slechts drie
maal in rekening gebracht.
Buitenlundsch Overzicht.
OUT.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 1,
Franco door het geheele Rijk1,10.
Afzonderlijke nummers 3 Cent.
Dit Blad verschijnt des Woensdags- en des Zaterdags.
te Amersfoort.
Advertentiën van 16 regelsJ 0,40.
Iedere regel meer 0,05.
Voor het Buitenland0,075
Reclames per regel0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Het staat er nog volstrekt niet naar,
dat de zaken in Egyptelaiul spoedig in
orde zullen komen. Eigelijk is het haast
onmogelijk, de lieden te begrijpen, zoo
zeer zijn hun ware bedoelingen in nevelen
gehuld. De door de Porte hoog opgevij
zelde zending van Derwich-pacha kan ge-
rnst als mislukt beschouwd worden,
gesteld dat de Sultan hem inderdaad naar
Caïro heeft laten gaan om de orde te
hers ellen, en niet, wat ook best mogelijk
is, om de wanorde te vermeerderen, De
spoedig op zijn komst gevolgde moord
der Europeanen te Alexandrië moest de
wereld het bewijs leveren, dat het Moham-
medaansch fanatisme iets meer is dan een
boeman waarmee men wel dreigt maar
die nooit te voorschijn treedt; tevens, dat
men volstrekt niet bang is voor ontzag
lijke oorlogstooneelen met luidklinkende
namen en met veel kanonnen aan boord,
maar die zelfs in de uiterste noodzakelijk
heid niets durven uitrichten.
Volgens een geloofwaardige schatting
zoviden ruim 300 Europeanen in de wei
nige uren die het Alexandrijnsche oproer
duurde, het leven hebben verloren: telkens
nog worden er, ofschoon sedert dien nood-
lottigen Zondag de rust niet werd ver
stoord, verminkte lijken gevonden. Wel
FEUILLETON.
uit het hoogduitsch
van
CLAIRE VON GLUMER.
Ik ben hier niet om te haten,
maar om lief te hebben.
I 22)
//Mijn vader zal van zienswijze veran-
i deren begon P'Vederik.
//Noihtviel de tante bemin derede.
I //Heden morgen toen zijn brief kwam, heb
ik daar ook op gehoopt, maar nu zie ik,
i waarom h;i o.ns bier laatNeen, neen,
ji hij is onbuigzaam hij haat mijne arme
i Katoliever a^® g aan haar te verlie
zen, zeide hij pas, .'«g Hij u doo;l in de
i kist liggen
,/Moeder riep Kato verwijtend.
De zieke zonk in kussi?ns fe*uo-
//Had ik beter gedaan da1' n^e'; zeS'
gen vroeg zij met eene verboorde J10^"
ding. //Lieve Frederik, gij zN^ ^hierin
toch geen slecht voorteeken zien
''Stel u gerust zeide de jonge man
z/ik ben volstrekt niet bijgeloovig en zoo
hebben de Khedive, Derwich en Arabi
gezamenlijk verzekerd, dat zij verder voor
de orde instaan, maar terecht wordt aan
die toezegging niet veel gewicht gehecht,
en te Caïro blijft spanning heerschen. De
vlucht der Europeanen is algemeen: men
rekent dat reeds 34,000 het land hebben
verlaten. Ook te Ismaïla, waar zich ins
gelijks een aantal personen van de over
zijde der Middellandsche Zee hebben ge
vestigdis men verre van gerust, dewijl
er benden bedouïnen rondzwerven die wei
nig goeds in hun schild schijnen te voe
ren. Zoo trotseert een handvol slecht ge
wapende Arabieren en onwetende fellahs
de macht der //groote" mogendheden, die
er legers op na houden waarvoor de wel
vaart der volken wordt uitgeput! 'tZou
belachelijk zijn ware 't niet zoo onbe
schrijfelijk treurig.
Maar er is uitkomst in 't verschiet:
de beruchte conferentie zal alles terecht
brengen. Wel beeft de Porte haar verzet
niet opgegeven, er was zelfs sprake
van het zenden van een nieuwen Commis
saris, Moekhtar-pacba, alles om maar tijd
te winnen, doch de Mogendheden heb
ben 't er nu eenmaal op gezet, zij willen
en zullen confereeren. De smet, op haar
blazoen geworpen door het vermoorden
harer onderdanen, het mishandelen barer
consuls, in het gezicht barer schepen, zal
worden uitgewischt door diplomalen-ge-
wauwel. En men zal er geen gras over
laten groeien ookreeds morgen, Don
derdag deu 22. Juni, naar men zegt, zal
de groolsche plechtigheid een aanvang
nemen. Met beminnenswaardige eenparig
heid, openhartigheid en belangeloosheid
hebben de Mogendheden de verklaring af
gelegd, dat de onschendbaarheid van het
Egyptisch grondgebied en van het souve
rein gezag der Porte onaangetast zal blij
ven: niettemin blijft de Sultan bij zi;n
idee, dat de conferentie onnoodig is en
hij er dus geen deel aanneemt. Alleen
heeft hij toegestaan dat zij gehouden zal
worden te Konstantinopel, opdat de hee-
ren zich steeds met het Turkseh gouver
nement in betrekking kunnen stellen.
Spanje vindt de zaak zoo vermakelijk, dat
het ook wel graag mee zou willen doen,
niet als /groote" mogendheid, wat het niet
is maar toch dolgraag zou willen zijn,
doch als belanghebbende bij de Middel
landsche zee.
Volledigheidshalve voegen we er nog
bij, dat de Khedive het geluk heeft ge
had een nieuw Kabinet tot de regeertaak
bereid gevonden te hebben, met Arabi als
Minister vau Oorleg. De officieren, aan
hangers van de /nationale" partij doen
hun best om de beweging gaande te hou
den, wel wetende dat, zoo er een schik
king tot stand komt, dat is te zeggen,
als de Porte vindt dat de comedie te
lang genoeg geduurd heeft, zij wel
eenig gevaar loopen het kind van de re
kening te worden. Een gerucht dat En
geland den Zuidelijken oever van het Suez-
kanaal met troepen zou bezetten, wordt
tegengesproken: zooveel durft John Buil
tegenwoordig niet op zijn kar te laden.
In het Britsch Lagerhuis beeft men
schier dagelijks een stroom van vragen
over Egypte, waarvan de Regeering de
meeste onbeantwoord laat, en die geen
ander resultaat hebben dan vertraging van
de broodnoodige Iersche dwangwet. Met
horten en stooten worden die honderd en
een araendementen behandeld en verwor
pen: de 8 eerste artikelen zijn aangeno
men. Zaterdagmorgen heeft de Londen-
sche politie een eigenaardige vangst ge
daan in een grooten stal vond zij hon
derdduizend patronen, vierhonderd mooie
nieuwe geweren en 25 kisten met revol
vers en andere wapenen. Het een en an
der werd voorloopig onder dak gebracht
op een plaats waar het beter thuis hoort
namelijk in het arsenaal te Woolwich.
De huurder van den stal, een Ier, was
in het eerst nergens te vinden: later heeft
men hem in verzekerde bewaring gebracht.
Nadat verleden week de Eransche ka
mer, zoowel de onafzetbaarheid der rech
ters afgestemd en het stelsel van verkie
zing in plaats van benoeming goedgekeurd
heeft, waarom de Minister van Justi
tie Humbert ontslag vroeg maar zich met
een maand verlof vergenoegde, loopen
er de parlementaire werkzaamheden niet
vlug van stapel. Dat de genoemde ver
anderingen in de rechterlijke organisatie
kracht van wet zullen krijgen, wordt door
de meesten betwijfeld: of de Kamer zal
bij de derde lezing zelve op haar beslui
ten terugkomen, of de Senaat zal ze niet
groote meerderheid verwerpen. Ook daar
is thans Egypte schering en inslag der
discussion, en men ergert zich niet wei
nig aan den koelen, hooghartigeu en
zoogenaamd geruststellenden toon waarop
de Ereycinet, den toestand bespreekt. Voor
al Gambetta en zijn woelige aanhangers
zijn er wnedend over: Gambetta heeft al
tijd een krachtig en gewapend optreden
in Egypte noodzakelijk geacht. Het is niet
onmogelijk dat de loop der gebeurtenis
sen hem gelijk geeft.
Von Bismarck is naar Varzin terugge
keerd en de zittingen van den Rijksdag
zijn tot het eind van November verdaagd,
als het klinkt heeft mijn vader 't niet ge
meend. En al ware dat zoo ik kan
noch wil mij daarvan iets aantrekken.
Wanneer ik terugkom God geve dat
dit niet te laug moge duren dan, lie
ve Kato, dan behoor ik mij en u toe,
zooals het volkslied zegt."
Hij wilde haar aan zijn borst drukken,
maar niet in staat om haren tranenvloed
te bedwingen, maakte zij zich los en
snelde naar de warande.
Frederik volgde haar, ging naast haar
staaii en zag terwijl zij op zijnen
schouder geleund, bitter weende naar
het snel opkomende onwedei.
Het was drukkend warmieder spoor
van zonneschijn was verdwenende zee
lag in eenen witachtigen metaalglans on
der donkerzwarte, zich zonder gedruisch
opstapelende en door elkander schuiven
de wolkenmassa's. Ver aan den horizon
ontdekten Frederiks scherpe oogen een
schip, eenen driemaster het bad de zeilen
binnengehaald en scheen niet van plaats
te veranderen. Geen windzuchtje was er
te bespeuren, geen blad bewoog zich aan
boom of struik, slechts het geschreeuw
der meeuwen klonk nu en dan door de
onheilspellende stilte. Nu schoot eene
bliksemstraal Hel gekleurd door de wol
ken, een donderslag volgde, huilend brak
de wind los en opbruisend antwoordde de
zee, die plotseling in breede, donkere,
met schuim gekroonde golven kwam aan
rollen, terwijl een stortregen nederstroom-
de, de eene bliksemstraal den andere
volgde, de donder kraakte, verergerde en
door het toenemende golfgebrul verdoofd
werd, totdan een nieuwe donderslag boven
wind en water uitklonk.
Frederik zag, ruimer ademend, den
strijd der elementen aan.//Dat doet goed,"
zeide hij//bevrijdt dit uwe ziel niet van
haren drukkende» last?"
z/Neen," antwoordde zij, terwijl zij zich
dichter tegen hem aausloot, //het maakt
mij angstig.... mijne moeder heeft mij
aangestoken zij heeft reeds van
slechte voorteekenen gesproken wat
zal zij nu wel zeggen
//Laten wij dan op goede voorteekenen
bouwen," viel Frederik in. ,/Zie gindsch."
Hij wees op het schip, dat nu onder den
druk des winds met volle zeilen snel en
zeker over de golven vloog.
//Kinderen, waar blijft gij toch riep
de angstige stem der zieke.
//Wij komen," riep Frederiktoen
sloot hij Kato in zijne armen en kuste
haren mond.
,/Zoo neem ik afscheid van u en zoo
zal ik u weder begroeten," zeide hij.
//Deuk aan mijne spreukmen moet
I helpen, wanneer God goed koren zal doen
i groeien."
i Door hare tranen heen zag zij hem
lachend aan; de oude,,vroolijke moed was
weder in hare oogen zichtbaar.
//Gij zult tevreden over mij zijnik
zal mij dapper gedragen," zeide zij, en
daarop gingen zij naar de moeder terug.
Frederik was vertrokkende oorlog
was uitgebroken en ook voor Kato was
dat zware dagwerk begonnen, dat zij met
honderdduizenden deelde de taak om
haar zorgenlast van uur tot uur, van post
tot post te dragen. Maar zij hield woord.
Zij bleef dapper, ook zelfs toen het ar
meekorps waartoe Frederik behoorde en
dat aanvankelijk voor de landsverdediging
bestemd was, naar het tooneel des oorlogs
opgeroepen werd.
Zij gaf Frederik gelijk dat het een ze
gen was deu vijand in vijands land te
kunnen bestrijden, in plaats van hem op
eigen bodem te ontmoeten. Meer en meer
zag zij met Frederiks oogen, oordeelde
als bij, hoopte als hij en gevoelde in
ieder woord dat hij schreef zijn' warmen,