Bunschoten. Hoogland. Woudenberg. uitsluitend datgene aanbieden wat vonr een algemeene beschaafde opvoeding diene, en zij hare poorten wijd openzetten zoowel voor meisjes als voor knapen. E11 ook op het gebied van Hooger Onderwijs heeft de ondervinding reeds gesproken: zij wijst er op, dat de deelneming aan de lessen door jonge dames, ofschoon lot enkele gevallen beperkt, volstrekt geen nadeelige gevolgen gehad heeft, voor de betamelijke houding der studeerenden. Er is hier gewezen op een verovering die we te maken hebben, een overwinning van het gezond verstand op begrippen die slechts in een besjeshuis begrijpelijk en verschoonbaar zijn. Het is te hopen dat men dit vraagstuk eens ernstig onder de oogen zal zien, opdat men te weten kome of het ze delijkheidsgevoel in Nederland iets meer is dan een kleed waaronder het bewustzijn van zwakheid zich verbergt. Amersfoort, 1 Juli 1882. Woensdag jl. is door de rechtbank te Utrecht uitspraak gedaan iu de bekende zaak tusschen de stad Amersfoort als eischeresse en appellante tegen de firma Houtzager en van Veen. Het gold o. a. de belangrijke vraag, of doroaniale rechten, waartoe, onder meer, ook belmoren tollen, bruggelden, veergel den enz. op rivieren, stroomen of heer wegen geheven wordende, piet alleen door oktrooi of koncessie der Staten konden verkregen worden, maar ook door langdurig bezit en verjaring. De rechtbank nam aan, dat het, of schoon slechts historisch, bleek, dat de stad Amersfoort reeds ten tijde van Karei V en vermoedelijk ook reeds vroeger, een tol heeft geheven van de schepen, die de rivier de Eem bevoeren, en wel van de lading der schepen, welke tol ook later op verschillende wijze, in ver schillenden vorm en tot diverse doelein den, is geheven; dat het wettig is bewezen, dat die tolhef fing in 1729; door den Raad van Amers foort opnieuw is geregeld bij de ordonnantie van 24 Januari 1729; ;/over het vorderen van de verhoginge der vragten van de goede ren en coopmanschappen, van en aan de stad comeude, mitsgaders den ton op de vreemde schepen en de die in 't veer vaarenvan het vuur- of lantaarngeld, havegeld en hellinggeld," welke tol toen geheven werd, deels van de lading, deels naar gelang van den tonnen inhoud der schepen, die de Eem opvoeren tot aan Amersfoort doch aldaar ook betaald moest worden van de goederen die de schippers onderweg gelost hadden; dat de betaling moest geschieden te Amersfoort, doch later in 1817 ook een recepteur te Éembrugge is aangesteld ter ontvangst der gelden van schippers, die niet tot Amersfoort doorvoeren. Wijders overwoog de rechtbank, dat de rivieren en hare oevers vanouds en vol gens Germaansch recht behoorden aan den Staat, doch de vruchten en inkomsten daarvan aan den heer van den Lande, als domaniaal recht, waren toegelegd, daar onder begrepen het recht van tolheffing op de rivieren en andere rechten op het Hellborn raadpleegde de klonk. ,/Als gij nog maar medekomt/, zeide hijvik heb een half uur verloren, voor dat ik dep medecinaalraad vond. ,/Maar later gaat ee goederentrein z/Ik kan niet wachten," viel Ka to we der in. //Geef mij uwen wagen, lieve Hellborn, en ga gij naar mijne moeder bericht brengen Misschien komt gij na Hoe heet het station ,zBosch-station het is liet tweede van hier," antwoordde Hellborn en hare hand vattend voegee hij er angstig bij z/Gij kunt toch niet alleen wegrijden Zijt gij dan niet bevreesd voor mijnheer den consul Zij zag hem met groote oogen aan. z/Neen," zeide zij, //ik vrees slechts Uieimcde brak zij af, maakte zich los en steeg in den wagen. //Snel naar de Mad terug; naar lu-t spcoistotionriep zij den Icelsier toe, en terwijl deze wend de zag Hellborn hoe zij, de handen ge- vouwen in den schoot, onbewegelijk neeizat en vcorzich siaardde. //Die kwijnt mijnheer Frederik na, wanneer wij het ongeluk beleven 1" zeide Hellborn in zich zeiven, en sloeg met een bezwaard ge moed den weg naar de strandvilla in. {Slot volgt). gebruik maken van de oevers; dat dit Germaansche recht ook tijdens de repu bliek is blijven stand houden en niet is verdrongen door het Roiueinsche recht, zooals a. a. door Bort in zijn bekendïrac- laet over de domeynen wordt geleerd; dat dierhalve het recht van tolheffing, ook tijdens de republiek, alleen toekwam aan de Staten als souverein .of aau hen, wieu zij zulks hadden afgestaan, en de stad Amersfoort niet kan aantoonen, zoo danig oktrooi of koncessie indertijd ver kregen te hebben, dat zich beroept op eene verkrijging door langdurige heffing, d. i. door verjaring; dat zoodanige verkrijging door verjaring, zoowel vroeger als ook nog tijdens de re publiek, werd aangenomen en bestaanbaar was, zoowel voor dit als bij andere eloma- niale rechten, niettegenstaande die waren van publickrechtelijken aard, zooals uit drukkelijk door Bort wordt geleerd, die zegt, dat zij door een bezit van een derde van een eeuw konden verkregen worden en die verjaring zelf aan den Staat kon tegengeworpen worden, doch in dat geval een zeer lang bezit, alle heugenisse van menschen te boven gaande, vereischt werd; dat het ten deze niet gold een geschil tusschen de stad Amersfoort en den Staat, maar de eisch was ingesteld tegen parti- kulieren en de Staat dan ook nimmer het recht tot tolheffing aau de stad Amers foort heeft betwist, cn zelfs de nieuwe or donnantie, op 10 November 1829 door den raad gemaakt, waarbij de tolheffing is gewijzigd en opnieuw geregeld, door den koning is goedgekeurd; dat ten processe was bewezen, dat min stens van af 1790 de tol feitelijk is ge heven door de stad Amersfoort, zoo door rechtstreeksche gaardering als door ver pachting en bij wege van uitkoop of ad- modiatie der daartoe verplichte personen, zoodat die in ieder geval in 1S29 door verjaring was verkregen en de stad Amers foort dus in dezelfde positie verkeerde alsof zij daarvoor octrooi of concessie had verkregen maar dan ook onderworpen was cn bleef aan de wetten en koninklijke be sluiten van staatswege en krachtens art. 215 der toemalige en art. 190 der te genwoordige Grondwet, daarop gemaakt of nog te maken; dat dan ook bij art. 577 Burg. Wb. de rechten, door particulieren of korpo- ratiën door bezit verkregen op bevaarba re rivieren, uitdrukkelijk zijn gehandhaafd, evenals ook in den Code civil; dat de raad in 1829 dus bevoegd was daarop eene nieuwe ordonnantie te arres teeren, die echter door den koning moest, goedgekeurd worden, gelijk dan ook ge schied was bij kon. besl. van 1 Mei 1880; dat dit besluit echter niets anders was dan eene goedkeuring van hetgeen de raad had gearresteerd zooals daarin dan ook gezegd wordt, doch niet, zooals de eischer en de appelant beweert, eene zelfstandige koncessioneering tot tofheffing, hoedanige verleening van koncessie ook overbodig zou geweest zijn, daar de stad Amersfoort toen reeds het recht tot tolheffing had, verkregen door verjaring, gelijkstaande met concessie. Verder is bij het vonnis, teu opzichte der objektiën cloor de gedaagde tegenge worpen, overwogen, dat de rechtbank het niet noodig achtte, zich te begeven in theoretische beschouwingen over het be grip van belasting en hetgeen in 't alge meen kan geacht worden daar onder te vallen, doch deze tolheffing in ieder geval niet was eene gemeente-belasting, als zijn de het objekt daarvan, het bevaren der rivier de Eem, gelegen buiten het grond gebied van Amersfoort en bovendien niet aan Amersfoort, doch aan den Staat toe- behoorend, zoudat art. 29, al. 3 der ge meentewet daarop niet toepasselijk was en daarbij ook niet afdeed of de betaling van den tol moest geschieden te Amersfoort dan wel elders; dat de tolheffing evenmin was vervallen door art. 18 van het kon. besluit van 28 Maart 1836 (Stbl no. 8) over de vuur- ton-, en bakengelden of wel door de Wet van 13 Augustus 1849 (Stbl. no. 40), regelende het bedrag en de wijze van heffing van het vuur-, ton- en ba kengeld, als zijnde daarbij het recht in kwestie niet bedoeld. Op grond van een en ander heeft de rechtbank vernietigd het vonnis van den kantonrechter, waarbij deze zich onbevoegd had verklaard cm van de zaak kennis te nemen, en de zaak tot zich tiekkende, uitspraak gedaan ten principale, naarbij de gedaagde firma is veroordeeld om aan de gemeente Amersfoort te betalen een bedrag van f 76.50 wegens Virschuldigd vuur-, haven- en tongelel, met veroordee ling in de kosten der beide instantiën. {TJtr. Dbl.) Door de £uid-Hollandsche-Maatschap- pij tot redding van Schipbreukelingen ge vestigd te Rotterdam, is aan schipper W. Blokhuis en diens knecht P. Heek Gz. alhier, toegekend de groote bronzen me daille, benevens een getuigschrift en eene belooning van f 15, voor den schipper en f10, voor den knecht, voor menschlie- venheid en moed door hun betoond op den 26 April 1882, toen zij bij storm weer met groot levensgevaar in een klein bootje den persoon van J. Louw, visschers- knecht op den vischbotter van Wm. Pe tersen te Harderwijk, die met dat vaar tuig door een windhoos was omgeslagen, redde, aan boord van hun vaartuig opna men en behouden te Harderwijk aanbragten. De uitreiking van het vorenstaande toegekende, zal op den 1 Julij e.k.op gepaste wijze door den burgemeester van Bunschoten plaats hebben. BINNENLAND. Het Valkenberg" te Breda, vroeger eigendom van Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden, is thans overgegaan aan de gemeente Breda. Door de Tweede Kamer is de ont eigeningswet voor den spoorweg Rotter dam—Maassluis aangenomen, met 45 O tegen 3 stemmen. Te Dordrecht wordt een directeur der gemeentewerken gevraagd, op een salaris van f, 3000. Door de Geldersche Maatschappij van Landbouw zijn, tegen 25 en 30 Juli weer harddraverijen te Nijmegen uitge schreven, afgewisseld door »vélocipède- wedrennen." De jongste komeet brengt de sterren kundigen zeer in verlegenheid, omdat ze maar niet wil schitteren en loopen zooals zij voorspeld hebben. Thans heeft prof. Vogel, te Potsdam, met de spec- troskoop, of kleurschitteringskijker, ont dekt, dat, terwijl de andere kometen vooral uit kool- en waterstof bestaan, deze komeet voor een goed deel uit natrum of keukenzout bestaat. BUITENLAND. De boerenarbeiders in Ierland hebben een beweging op het getouw gezet, om vau de pachters de afstand van een stuk je land en een woonhut te vorderen. Men zegt, dat het den Duitschen Rijks kanselier ernst moei zijn, zich uit het politieke leven terug te trekken. De Zweedsche Regeering is van plan op den 25n verjaardag van den slag bij Liitzen (16 Nov.), waarin Gustaaf Adolf aau het hoofd zijner zegevierende troepen viel, deputatiën van de Zweedsche regi menten, die aan den slag deelnamen, naar Liitzen te zenden. Te Alexandrië vertoonden zich Woens dag op nieuw dreigende kenteekenen van oproer, met name tegenover Engelschen. De soldaten joegen de menigte uiteen. De posten zijn nu verdubbeld, maar de ongerustheid neemt toe. In Syrië openbaart zich bij de Arabie ren een toenemenden geest van verzet tegen de Turksche heerschappij. In de laatste 6 jaren moesten 257 spoorweglijnen in de Vereenigde Staten worden verkocht, als verkeerende in staat van faillissementhet nominaal kapitaal bedroeg 273 millioen pond sterling. Prins Leopold is lid van de commissie die zich te Londen heeft geconstitueerd, om een standbeeld voor Darwin op te richten en een L'arwinfonds. In Noorwegen heerscht groote gisting onder de bevolking. De laatste troonrede van den koning wordt beschouwd als een bedreiging tegen de grondwet en de schei ding tusschen Noorwegen en Zweden wordt voortdurend giooter. Men vreest, dat in Noorwegen te veel republikeins bloed zit. De toestand in Alexandrië is zeer. ern stig. Het vertrek der Europeanen houdt aan. Men berekent, dat reeds 50,000 Christenen zijn vertrokken; er blijven nog ongeveer 12,000. De winkels zijn geslo ten. De Pélouse stationeert in de haven, om 's nachts deEranschen, die nog moes ten blijven, aau boord te nemen. De hou ding der inboorlingen is zeer vijandig en men vrees voor een nieuwe catastrophe. GEMENGD NIEUWS. Te Tilburg had een treffend onge luk plaats. Zekere Van B. was in een olimolen werkzaam. Door gebrek aan wind, stond de molen eenige oogenblik- ken stil, en Van B. wilde daarvan ge bruik maken om de as te smeren. Hij verzuimde echter de praam in te schieten en dus den moleu te beletten, zich in beweging te zetten. Om te smeren moest hij onder de zware molenas kruipen en nauwelijks was hij hiermede bezig, of eene windvlaag bracht de wieken in gang en deed de as wentelen; de ijzeren pen nen grepen V. B. bij de kleederen, werden hem letterlijk in flarden van het lijf gescheurd, en hij zelf verpletterd en stuk gemalen. De dood volgde oogenblikkelijk. Men meldt uit NaarelenHet brand brief-schrijven is ook hier in zwang. En- kelele dagen geleden had zekere J. Groen de dwaasheid om op een briefkaart de eigenaars van het hoenderpark bij Naarden te dreigen met het in brand steken hun ner woning eu //het braaien" van de hoenders, indien een voorgewende schuld niet werd voldaan. Werkelijk schijnt hij reeds te voren een begin van uitvoering aan zijn plan te hebben gegeven. Ondanks de ijverige nasporingen der politie is de dwaze misdadiger nog niet gevat. BURGERLIJKE STANDEN. Amersfoort. Geboren: 23 Juni. Evertje, d. van Heimen van Kommer en Geertruida Vee- nendaal. 24. Anna Maria Hendrika, d. van Hendrikus Wilhelmus de Greef en Maria van der Linden. 25. Petrus Ja- hannes, z. van Josephus Antonius Her- sche en Anna Catharina Belderbos. Willem Elis, z. van Margrietha van Nij- kerk. 28. Henriette Louise Eleonore, d. van Gerhard Riphagen en Jacoba Eli sabeth Hulshoff, 29. Reijer, z. van Jan Hellevoort en Anna Maria van Keulen. Ondertrouwd27 Juni. Mr. Antonie van Haarlem en Anna Wijnanda Engels Bel. 29. Nicolaas Vlug en Willemina Vredeling. Frans van Keulen en Hen drika Bredana van Mourik. Overleden: 22 Juni. Cornelia Otten- hof, 56 j. echtg. van Elias van Nimwe- gen. Anna de Ruiter, 63 j. echtg. van Johannes Hazelaar. 27. Maria van Beek, 15 j. Bevallen: 25 Juli. Gijsbertje Heijnen, vr. Steven Koelewijn, z. Hendrikje Heuveling, vr. Jan Koelewijn, z. OndertrouwdGeene. Gehuwd Geene. Overleden: 28 Juni. Jaapje Pruis, oud 2 jaren. Gehuwd27 Juni. Jan van Kleinwee, met Maria van Winsenbursr. Soest. Geboren21 Juni. Adrianus, z. van .ddrianus Westhof en van Bart je Lokhorst. 24. Jacobus, z. van Hendrikus van Her waarden en van Gijsbertje Batavier. 29. Maria en Arie, kinderen van Arie Klarenbeek en van Elisabeth Davids. Ondertrouwd 23 Juni. Gerrit van Dorresteijn en van Martha Verschuur, beide van Soest. Gehuwd: 21 Juni. Nicolas André Gustave de Caritat de Peruzzis van Moo- lenbeek, St. Jean (België) en Maria Eg berts Dorothea Joanna Alberdingk Thijm, van Soest. 24. Jan van Dijk en Alijda van Beek, beide van Soest. Overleden26 Juni. Wilhelmina van den Heuvel, oud 36 j. 29. Pieter But- zelaar, geh. met Wilhelmina Dijkmans, oud 57 j. Bevallen: 16 Juni. Maria Druijff, geb. Meerveld, z. 18. Hermina Johanna de Waal Arnoldussen, z.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1882 | | pagina 2